De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

7 augustus: Wees ies leif.

Vandage pronk ik met de veren van ’n aander.
Dinsdagmiddag veul ‘De Krant’ op de deurmat en in de rubriek ‘Moi Noordenveld’ stun een column van de hand van mien collega streektaol-schriever Tea Nijnuis.

Ze schreef over de toestand in de wereld: over de oorlogen in Oekraïne en Gaza, de onveurspelbaorheid van wereldleiders Trump en Poetin en de politieke toestand in oons laand. Ze constateert dat wij as inwoners van Noordenveld daor niet zo veul an kunt doen, maor dat wij in oonze eigen umgeving toch een lichtend veurbeeld wezen kunt.
Daorbij schreef ze dizze hartverwarmende tekst:

Wees ies leif

een leive lach
een beetie ontzag
een mooie kaort
een vrundelijk woord
het döt oons zo goud
verzaomel wat moud
en deil een pluumpie oet
of gewoon een groet
even een doem omhoog
een klaaine knipoog
een aarm om je tou
hou is het nou met jou
een simpel gebaor
het is toch zo waor
’t binnen de klaaine dingen
die je dag doun zingen.

Tea schref in heur eigen streektaol, ze woont in Peize en bezigt het Westerkwartiers dat hier in de umgeving praot wordt.
Dat is misschien wel wat aans as de taol waarin ik schrief maor volgens mij ok wel goed te begriepen a’j het Westerkwartiers niet machtig bint.
Tea hef een eigen pagina op de website van ‘Het huus van de taol’, hierbij een link.

Dizze tekst van Tea understreept wat mij betreft wat wij op zundag nou en dan in een preek heurt en wat wij ofgelopen zundag 3 augustus bij ’t eten lazen uut de Bijbelse dagkalender.

Het is in ’t geven da j’ ontvangt
in het liefheffen da j’ bemind wordt 
en in het loslaoten dat je bindt.
(vertaalde tekst van Augustinus van Hippo, 5e eeuw)

De ruumte van joen hart bepaolt de vrijheid van joen leven
De ruumte van joen hart bepaolt de warmte van je huus
Zolang je hart maor vol is he’j wat te geven
an de man en an de vrouw in je wark en bij je thuus.
(vertaalde tekst van Paul van Vliet, 21e eeuw)

Geleuf, hoop en liefde kent een wonderlieke economie: a’j dat deelt wordt het meer.

Dus: wees ies leif!

* Aandermans veren: het ienige wat ik der an daon heb is het umzetten naor een blog en de Nederlaandse teksten uit oons dagboekie vertaolen naor mien streektaol

Reageren

6 augustus: Naar een leven zonder werk (1)

Over een paar maanden begin ik aan een nieuwe fase in mijn leven: een leven zonder betaald werk/een baan.
Begin januari schreef ik er al eens over, toen duurde het nog 9 maanden.
Toen vond ik het nog heel lang duren, nu duurt het nog maar 11 weken.
Hoe zag mijn loopbaan er eigenlijk uit?

In mei 1979 haalde ik mijn HAVO-diploma.
Mijn ouders gaven mij wel de mogelijkheid om verder te leren, maar in mijn omgeving was er destijds bijna niemand die dat deed.
Daar komt bij dat ik al vanaf de lagere school onderwijzeres wilde worden, maar in die tijd was er in het onderwijs geen werk te vinden.
Je kunt het je nu haast niet meer voorstellen, maar de decaan raadde mij af om naar de Pedagogische Academie te gaan.
Dus ik ging werk zoeken.
Veel brieven gingen de deur uit en ik solliciteerde op alles wat los en vast zat; ik werd ook regelmatig uitgenodigd.
Bij de gemeente Smilde werd ik niet aangenomen, dat vond ik wel jammer.
Mijn vader dacht dat dat te maken had met het antwoord dat ik had gegeven op de vraag waarom ik graag bij de gemeente wilde werken: “Nou, ik moet toch ergens aan het werk, hé?”
Dat is niet zo’n goede motivatie.
Door schade en schande wordt men wijs: bij volgende sollicitatiegesprekken ‘was déze baan echt wat ik altijd al had gewild!’

In deze serie neem ik je mee door mijn werkende leven vanaf 1979; daarbij staat bij elk blog een foto van hoe ik er die tijd uitzag, die zijn dus niet allemaal genomen tijdens het werk.
Volgende week vertel ik het verhaal van mijn eerste werkplek, boekhandel Iwema in Assen en hoe het kwam dat ik daar maar 6 weken heb gewerkt.

Wat ik ook al schreef in het blog ‘Er is maar één jij’: je leert eigenlijk je hele leven bij.
Als je van school komt stopt het leerproces niet.
In mijn banen heb ik heel veel geleerd, maar ook het vrijwilligerswerk en het moederschap hebben me veel (zelf)kennis opgeleverd.
Dat proces houdt dus ook niet op als je stopt met werken; ik stop immers niet met leven.
Hoop ik.
Deo volente.

Alle nog te publiceren delen in deze blogserie:
13 augustus: Boekhandel Iwema in Assen
20 augustus: Parket van de Officier van Justitie in Assen
27 augustus: De enorme overgang
3 september: Moeder
10 september: Beatrixoord in Haren
17 september: Christine Brons BV in Groningen
24 september: Managementassistent bij Lentis in Groningen
1 oktober: Zwerven door de organisatie
8 oktober: Van de Kliniek naar Team290
15 oktober: Secretaresseteam Team290

Reageren

5 augustus: Wel de koffer en niet de man?

En weer heb ik een boek van Mathijs Deen uit.
Hij is de schrijver van de serie zogenaamde Waddenthrillers met de stugge en ietwat zonderlinge Lieuwe Cupido, alias ‘de Hollander’ in de hoofdrol.
Je moet bij Deen altijd goed opletten.
Het kan geen kwaad om (net als trouwe blogvolger Willem mij eens adviseerde) een briefje als boekenlegger te gebruiken waarop je de namen opschrijft van de mensen die in het boek voorkomen, want vooral in het begin lijken de hoofdstukken niets met elkaar te maken te hebben.
Maar dat is natuurlijk niet zo; gedurende het boek ga je de verbanden zien tussen de verschillende verhaallijnen.

Het derde deel in de serie heet ‘De redder’ en al lezend krijg je een mooi inkijkje in de wereld van de reddingsdiensten aan onze Waddenkust.
Het boek begint trouwens met iemand die niet gered is.
Aan de kust van Northumberland vinden Nederlandse vakantiegangers in een grot delen van een skelet en een reddingsvest.
Dat vest blijkt afkomstig van de sleepboot ‘Pollux’ die 21 jaar geleden in de Waddenzee is gezonken.
Er waren 15 mensen aan boord waarvan er 14  zijn gered, behalve de kapitein; die was sinds die nacht vermist.

Het lichaam moet geïdentificeerd worden, er moet DNA onderzoek worden gedaan en er zijn onduidelijkheden over wat er nou precies gebeurd is in de nacht dat het schip verging.
Waarom is wel de koffer die de kapitein bij zich had aan boord gehesen en de man zelf niet?
Wat zat er in die koffer?
En waar is die koffer nu eigenlijk?

Het is weer een mooie puzzel.
Als je de delen in de goede volgorde leest leer je Lieuwe Cupido steeds beter kennen.
En ook zijn hond Vos en de vaste oppas van die hond Miriam, die zich niet alleen om Vos, maar ook om zijn baas bekommert.
In alle drie de delen speelt op de achtergrond de verdrinking van de vader van Lieuwe en ook nu wordt er weer tipje van de sluier opgelicht; hopelijk wordt in deel 4 van deze serie ook dit mysterie opgelost.
De jonge, Duitse politieagent Xander die zich stierlijk verveelde in Bunde uit deel 1 krijgt in dit deel een wat grotere en beslist interessantere rol.

Bij deze schrijver wordt niet alles ingevuld.
Als lezer denk je mee, leef je mee, maar je snapt niet alles; daarmee krijg je dezelfde positie als bovengenoemde Xander die het ook niet altijd allemaal kan volgen: Cupido is nou eenmaal een typische noordeling en een man van weinig woorden. Niet alles wordt omstandig uitgelegd, er blijft genoeg over voor de eigen verbeelding.

Er was één zin, uitgesproken door een redder in ruste, die me is bijgebleven: “Een schip in nood zendt een SOS signaal uit: niet Save Our Lives, maar Save Our Souls. Er is veel inkeer bij geredde drenkelingen. Ik redde hun het vege lijf, zij bekommerden zich achteraf des te meer om hun ziel.”

Deel 1 De Hollander

Deel 2 De duiker

Reageren

4 augustus: Amsterdam & de kikkerkoning.

Neef Jan en zijn vrouw Janny zien we twee tot drie keer per jaar. Hij is van de hele grote familie Boelen nog één van de weinigen waar ik regelmatig contact mee heb. In het voorjaar zoeken we elkaar op en brengen we een hele zondag met elkaar door, in het tweede deel van het jaar organiseren we om de beurt een 24-uurs sessie met z’n vieren. Zaterdagmiddag zaten we bij hen aan de koffie en ook al heb je elkaar een half jaar niet gezien: we praten zo weer verder. Over hoe haar pensioen bevalt, over mijn laatste maanden bij Lentis, we bekijken een fotoboek, delen de zorgen om haar ouder wordende vader, het werk van Jan en hoe dat ook steeds minder uren worden: nog even en we hoeven niet meer in een weekend af te spreken….

Ze namen ons mee naar ‘De beeldentuin’ in Garderen: een tuin met allerlei soorten beelden en standjes en winkels met tuin- en woondecoraties.
Dat was al leuk, maar in die beeldentuin kun je de tentoonstelling ‘Zandsculpturen’ bezoeken. Ieder jaar is er een ander thema; dit jaar was dat ‘750 jaar Amsterdam’.
Je loopt letterlijk door de rijke geschiedenis van onze hoofdstad; historie, cultuur en iconische momenten van Amsterdam komen tot leven.
De zandbeelden worden vormgegeven/gemaakt door internationale zandkunstenaars. Je wandelt bij deze tentoonstelling door de geschiedenis van Amsterdam en daarmee ook een beetje door de geschiedenis van Nederland. Het was een indrukwekkende belevenis. Ieder tafereel waar we langs liepen vertelt een uniek verhaal met levensgrote zandbeelden die je aankijken en je meenemen naar hun stukje van de geschiedenis. Het verveelde geen moment: de onderwerpen zijn verrassend divers. Je maakt een ontdekkingsreis door 750 jaar: hoe Amsterdam is ontstaan, over de bloeitijd in de gouden eeuw, de pest die zoveel doden eiste, de strenge en pijnlijke straffen in die tijd, maar ook  Johnny Jordaan & tante Leen, Johan Cruyff, het huwelijk van Willem Alexander & Maxima en Anne Frank kwamen voorbij. En dan heb ik nog niet een kwart van wat we zagen benoemd.
Op de afbeelding hiernaast zie je het verhaal van de pest: op de voorgrond zie je iemand die lijdt aan de pest die wordt behandeld door een ‘pestmeester’ die een zogenaamd ‘snavelmasker’ draagt. Op de achtergrond zie je hoe overleden pestlijders in doeken gewikkeld op een kar worden gedragen en afgevoerd. (klik op de afbeelding voor een vergroting). Ik schreef het al: indrukwekkend. Hierbij een link naar de website Zandsculpturen.nl
Ben je nog in gelegenheid? Breng dan een bezoek, het is zeer de moeite waard.

In een woondecoratiekraampje kocht ik een beeldje waar ik al heel lang naar op zoek was: een kikkerkoning.
Een heel blije kikkerkoning, die inmiddels genietend tussen onze duizendschonen staat.
Kijk nou, wat een schatje.
Een mooi souvenir als herinnering aan deze bijzondere en leerzame ’24- uur’ met Jan en Janny.

Eén blog is veel te weinig voor wat we allemaal hebben gezien en gehoord: in de komende weken zal ik nog een aantal afbeeldingen zandsculpturen laten zien en iets vertellen over het verhaal dat er bij hoort.
Want weet jij bijvoorbeeld wat het spreekwoord ‘vechten tegen de bierkaai’ betekent?
Wordt vervolgd.

Reageren

3 augustus: ‘Vintage’ kip.

“Weet je nog wel dat wij vroeger van die kipjes hadden uit de Römertopf?” mijmerde Gerard vorige week toen we het hadden over het antwoord op de vraag “Wat eten we deze week?”
“Met rijst en kerriesaus met ananas. Aten we vaak op zondag.”
Ja, dat wist ik nog wel.
Maar kip is niet mijn lievelingsvlees en dat gepierk met die botjes…. en die velletjes….. en spiertjes…. het heeft niet mijn voorkeur.
Dus wij eten wel kip, maar dan altijd ergens doorheen. Kipfilet in stukjes. Zonder bovengenoemde bijlagen.

“Zullen we dat nog eens eten?” was de logische vervolgvraag.
Gaan we doen.
Waar heb ik eigenlijk die Römertopf?
In de kelder vond ik hem.
En hoe ging dat ook maar weer?
Zou ik daar ooit over geblogd hebben?
De zoekterm ‘Römertopf” leverde bij de zoekfunctie van deze website niks op; dat betekent dat wij al minstens 11 jaar bovenbeschreven gerecht niet hebben gegeten.

Voor wie nu denkt: wat is in ’s hemelsnaam een Römertopf?
Dat is een aardewerkenschaal met een deksel. “Römertopf” is de Duitse naam voor deze ovenschaal. De Romeinen hadden al ontdekt dat je de lekkerste en smaakvolste gerechten kreeg door te stoven en braden in aardewerken schalen. Zij vonden deze kooktechniek uit; je hebt haast geen olie of boter nodig.
Meer weten over deze schaal? Hierbij een link naar een artikel hierover op de website van ‘Oven Winkel’.

Je moet de schaal een kwartier in koud water zetten, zodat het aardewerk vocht opneemt.
Daarna een klontje boter op de bodem leggen en ik snipperde er een halve ui overheen voor ik de kipjes er in legde.
Daarna zet je de schaal voor een 1 uur in een niet voorverwarmde oven die je instelt op 200 graden.

Voor de drumsticks die ik had haal je na drie kwartier de deksel eraf en zet je de schaal het laatste kwartier zonder deksel in de oven, zodat er een knapperig korstje aan de kipkluifjes komt.
Die kerriesaus maakte ik vroeger met een pakje van Maggi, maar ik kook tegenwoordig bijna helemaal zonder pakjes & zakjes dankzij Karin Luiten
Op internet vond ik een eenvoudig recept: bechamelsaus maken van 200 cc melk, een beetje boter en 2 theelepels maizena.
Als de saus is gebonden 3 theelepels kerrie en een snufje zout & peper toevoegen. Als je het lekker vindt: ook nog een beetje peterselie en een halve héél fijn gesneden ui.
Bij de supermarkt had ik een bakje verse ananasblokjes gekocht, die sneed ik in nog kleinere stukjes en roerde die door de kerriesaus.
Pan witte rijst er bij: klaar!

Mijn ouders hadden ook een Römertopf; in de jaren ’70 was dit namelijk een heuse rage!
Toen wij trouwden kreeg ik er één ik gebruikte hem voornamelijk voor de kipjes.
Ergens las ik dat je er ook heerlijke hachee en stoofpotten in kunt maken.
“Werkt ongeveer net zo als een slow-coocker” vertelde een collega deze week.
Iemand nog een lekker recept voor mij voor mijn ‘vintage’ Römertopf?

Reageren

2 augustus: Gastblog Remmelt – Portret van een meisje

Het antiekgedeelte van de meubelzaak in de omgeving van Amstelveen was opgeruimd en de meeste spulletjes opgeslagen in dozen. Op meerdere plaatsen stonden nog schilderijen. Het antiek en de schilderijen waren een hobby van de oude vader van de eigenaar. Zolang hij nog leefde werd dit deel van de zaak voor hem in ere gehouden. Hij was onlangs op hoge leeftijd overleden, reden om dit gedeelte op te ruimen en bij de meubelzaak te trekken. “Kijk maar of er nog schilderijen bijstaan waar je interesse voor hebt, zet die maar apart, dan maken wij later de prijs wel af” zei de eigenaar. Wij waren een week in het huis van dochter Wilma in Amstelveen, dus ik had alle tijd om een aantal schilderijen uit te zoeken. Ik wilde een bloemstilleven en het onderstaande meisjesportret zeker kopen, samen met nog een aantal andere schilderijen.

Meta Cohen Gosschalk, 1877 – 1913 Portret van een meisje, gemengde techniek.

Het was voor de eigenaar toch wel een beetje emotioneel om de schilderijen van vader te verkopen. Hij haalde een bloemstilleven weg bij de door mij uitgezochte schilderijen en wilde nadat de koop was gesloten ook dit meisjesportret erbij weghalen. Mijn reactie: “Dat is prima maar dan gaat het deze keer niet door.”
Ik heb daar gedurende een aantal jaren heel plezierig schilderijen gekocht, ook Engelse miniaturen van brons en een unieke map met foto’s uit het eind van de negentiende eeuw van bekende Nederlandse fotografen. Hij ging toch akkoord en de schilderijen konden mee naar Amstelveen om ze daar schoon te maken en uit te zoeken wie de kunstenaars achter deze schilderijen waren.

Het meisjesportret is een fantastisch schilderij van hoge kwaliteit. Met een, zoals dat heet,  geweldige stofuitdrukking. Het haar, de strik en het gezicht: de kwaliteit spat ervan af. Het is een topstuk. Het was niet moeilijk om achter de naam van de kunstenaar te komen, het schilderij was gesigneerd met Meta Franco. Als je deze naam intoetst op internet ontdek je al snel de naam van de kunstenaar: Margaretha Josephine Elisabeth Franco-Cohen Gosschalk ofwel Meta Cohen Gosschalk, Zwolle 1877 – 1913 Zaandam.
Ze is jong overleden. Meta Cohen werd geboren in Zwolle als dochter van de rijke handelaar in boter, Salomon Levi Cohen en zijn echtgenote Christina Gosschalk. Meta Cohen woonde en werkte tot 1904 in Zwolle Zij trouwde in 1906 met Salomon Franco. Meer over haar weten? Hierbij een link naar een artikel over haar Na haar huwelijk signeerde zij met Meta Franco.

Dit werk is van 1907. Bij toeval sprak ik de Joodse buurman van Wilma in Amstelveen en vertelde hem dat ik een schilderij had gekocht van een Joodse kunstenaar. Hij adviseerde mij het schilderij aan te bieden aan de Stichting Joods Historisch Museum te Amsterdam. Dat advies heb ik opgevolgd en de foto’s en de beschrijving van het schilderij naar het Museum gezonden. Al snel kreeg ik een enthousiaste reactie van de conservator collecties: ze vonden het een prachtig schilderij en hadden nog niets van haar in hun collectie.
Na overleg met de collectiebeheerders en na verzending kreeg ik de volgende reactie: “We hebben het schilderij in goede orde ontvangen. En het is prachtig!”

Daar kun je van genieten.

Benieuwd naar andere bijdragen van Remmelt?
Hierbij een link naar zijn eerste gastblog, onderaan dat verhaal vind je overzicht.

Reageren

1 augustus: Met zien beiden.

“Eind juli kom ik een dag naar Klazienaveen. Bedenk jij dan maar wat we gaan doen.”
Dit overlegde ik met Tante Trijn dit voorjaar. Naar Duitsland misschien? Of winkelen?
Ze zou er over nadenken.
Toen ik gistermorgen bij haar aan de koffie zat vertelde ze dat haar wensen voor deze dag eigenlijk niet zo groot waren.
“Dat we met zien beiden bint is al goed”.
Dat was voor mij gelijk de waarde van dag.

Het werd dus ook niet heel spannend.
Koffie met een lekkere appelbol.
Even Klazienaveen in: naar de groenteboer, de slager en de bakker.
En op mijn verzoek ook naar het handwerkwinkeltje ‘Anna’s wolhoekje‘ waar ik weer wat leuke ideeën opdeed.
Heb jij bijvoorbeeld wel eens gehoord van plastic stramien?
Dat had Anna gebruikt voor het maken van een windschelp, die had ze in haar winkeltje aan een seizoenstak hangen.
Hierbij een link naar  de website van ‘Hobby Gigant’, daar vind je een afbeelding van zo’n windschelp.
Met een tasje vol haakgaren en vijftal berenknoopjes verlieten we de winkel.
Daarna genoten we  van een gezamenlijk glaasje bessen en het bekijken van een fotoboek.
We lunchten met een zelfgemaakt broodje filet-americain met ei en ui én maakten daarna een ritje in de auto door Zuid-Drenthe: Erica, Nieuw Amsterdam, Veenoord, Oosterhesselen en Sleen.
Wat verrassend mooi is het daar!
We dronken een kop thee op het terras van Roelof.
We kregen een aangeklede thee: allebei een dienblaadje met een kannetje heet water (zodat je twee kopjes thee had) en een heerlijk chocolaadje.
Daarna genoten we van een etentje voor twee bij Van der Valk in Emmen.

En ik heb gisteren ook nog iets geleerd.
Ik wist namelijk niet dat er speciale eierkokers waren.
Wij zetten altijd een pannetje met water op en koken dan de eieren het aantal minuten dat wij nodig vinden voor zacht, hard of blauw.
Maar tante Trijn heeft een eierkoker!
Er zit een plastic maatbekertje bij; daarop staat hoeveel water je moet toevoegen aan de eierkoker voor de staat van het ei.
Wij deden er water in voor ‘hard’, want bij ‘filetamericain met ui&ei’ moet je geen geglibber hebben en na verloop van de benodigde tijd gaat er een bel.

Vandaag aten Gerard en ik iets bij onze lunch dat nog te maken had met de dag van gisteren: een hardbrood met kaas.
Gekocht bij de warme bakker in Klazienaveen, voorheen bakker Ten Napel. Van Evert en Carrie.
Meer weten over hardbroden? Hierbij een link naar een pagina op Wikipedia.

Met zien beiden.
Een hele dag.
Weer hélemaal bijgepraat.
Gezellig, vertrouwd en erg waardevol.

Reageren

31 juli: Stabat Mater – meer dan dat éne bekende stuk.

Giovanni Battista Pergolesi (afbeelding: Wikipedia)

Zo van een muziekstuk genieten dat er tranen van ontroering ontstaan: af en toe overkomt me dat.
Dat is vaak bij stukken die ik al ken, maar deze week overkwam het me bij het beluisteren van een muziekstuk dat ik voor het eerst hoorde: het was het twaalfde en laatste nummer van het werk ‘Stabat Mater’ van Pergolesi.
Als je een beetje van klassieke muziek weet, dan ken je het vast het eerste stuk, want dat is overbekend: een sopraan en een alt die ‘Stabat Mater Dolorosa’ zingen.

Het hele stuk Stabat Mater bestaat uit 12 delen.
Het is gebaseerd op een gedicht uit de 13e eeuw, waarvan de eerste strofe luidt: ‘Huilend stond de moeder aan de voet van het kruis, waaraan haar zoon te sterven hing.’
Het gedicht is geschreven ter ere van de Heilige Maria, staande onder het kruis van Jezus.

Giovanni Pergolesi was een Italiaan en hij leefde maar heel kort: hij is maar 26 geworden (1710-1736).
Hij heeft zijn korte leven hoofdzakelijk in Napels doorgebracht, waar hij op zijn twaalfde naar toe werd gestuurd om muziek te studeren.
Hij schreef o.a. komische opera’s.
Maar hij had een zwakke gezondheid, hij leed aan tuberculose.
Toen hij zijn einde voelde naderen, zocht hij onderdak in een klooster. Daar voltooide hij  zijn beroemde Stabat Mater (Latijn voor ‘De moeder stond’).

Het wordt beschouwd als één van de mooiste, meest indringende stukken muziek uit de religieuze klassieke muziek en lange tijd gold het als het schoolvoorbeeld van eenvoudige en ontroerende kerkmuziek.  Pergolesi schreef het werk voor twee solostemmen, alt en sopraan (destijds hoge mannenstemmen), strijkers en orgel; pas later is er een koor en een orkest aan toegevoegd.

Na Pergolesi hebben veel componisten ook een Stabat Mater geschreven.
Ook is bekend dat Mozart (1756-1791) en Bach (1685-1750) zijn muziek hebben gebruikt (of er ieder geval goed naar hebben geluisterd) bij het schrijven van hun eigen muziek.

Hierbij een link naar uitvoering op YouTube van dit stuk dat ik beluister op Spotify: Orchestra Mozart Claudio Abbado uit 2009.
Je kunt via deze link het hele Stabat Mater van Pergolesi beluisteren; het laatste stuk waar ik over schrijf begint bij 38.07.
Dat 12e stuk heet Quando Corpus Morietur; het eindigt heel verrassend met een vrolijk en opgewekt ‘Amen’.
Heb je Spotify? Dan kun je dit album ook beluisteren via deze link.

Neem eens de tijd om het hele stuk in alle rust te beluisteren.
Duurt ongeveer drie kwartier.
Oortjes in, oogjes dicht, snaveltje toe.
Kom je even écht tot rust. 

Reageren

30 juli: Lange werkdag vergeten.

Uit ons clubje van 6 collega’s is iemand weggevallen en degene die was aangenomen om mijn plaats in te nemen heeft maar twee weken bij ons gewerkt toen ze aangaf het toch niet te zien zitten.
Nou redden wij het gewoonlijk zat met zijn vijven, maar in de vakantietijd moeten we wel flink schuiven om de bezetting rond te krijgen.
“Wie werkt er eigenlijk volgende week vrijdag?” vroeg ik vorige week in de groepsapp.
Twee van ons zijn op vakantie en de drie overgeblevenen werken niet op vrijdag.
Wij hadden in het bezettingsrooster gerekend op de weggevallen collega én op de nieuwe die dan al aardig ingewerkt zou zijn……. niet dus.
Toen heb ik mijn woensdag geruild met de vrijdag, zodat ik vrijdag de 25e in mijn eentje het Team290-fort moest verdedigen.
Best spannend.
Lange dag en behoorlijk vermoeiend, maar rond 17.15 uur zat ik op de fiets en ronds 18.00 uur kwam ik thuis, waar Gerard al bezig was met de voorbereidingen voor het avondeten.

Zelfs geen zin meer in bloggen; dat komt niet vaak voor, maar dan is het hoofd gewoon te vol.
En wat is er dan heerlijker dan op vrijdagavond op de bank genieten van een ouderwetse rom-com: wij hadden een paar weken geleden ‘Four weddings and a funeral’ opgenomen, die zochten we op. Het voordeel van opnemen is dat je dan de reclames kunt doorspoelen, of gebruiken voor een toiletpauze of om wat drinken te halen.
Natuurlijk had ik die film al eens gezien, maar er was amper iets blijven hangen, dat is een voordeel van 60-plusser zijn.
Het was heerlijk Brits en heerlijk over the top.

Hugh Grant  op zijn voordeligst, Andie MacDowel op haar mooist en Simon Callow op zijn uitbundigst. Over een vriendengroep, over vriendschappen en relaties en Britse huwelijken.

Toen ik de film op zocht op internet bleek dat hij al in 1994 uitkwam. Meer dan 30 jaar geleden dus. O………geen wonder dat ik haast niks meer van wist.

Ik heb me er helemaal aan overgeven. Meegeleefd Charles die hoteldebotel was van Carry, genoten van de vermakelijke verwikkelingen tussen de vrienden onderling en vooral: de lange werkdag vergeten.
Heerlijk.
Net wat ik nodig had.
Hierbij een link naar de trailer:

Reageren

29 juli: Besbousa & krentenbrood.

We hebben het vroeger met onze kinderen veel gedaan: drinken, fruit, iets lekkers en een rood geblokt kleed in de fietstas en dan gewoon ergens onderweg in het gras gaan zitten picknicken.
Een speeltuintje, een dierentuintje, een paaltjeswandeling in het bos: het waren simpele uitjes, kostten bijna niks, maar het levert een hoop mooie herinneringen op.
En als al het lekkers op was werden de kinderen één voor één ‘gejonasd’ in het kleed.  “TOEN JONAS IN DE WALVIS ZAT……!”
Maar wanneer zit je als 60-plusser nou nog op een picknickkleedje?
Wij eigenlijk nooit meer, maar afgelopen weekend gingen we toch weer op de fiets met eten, drinken en een kleedje richting Groningen: we hadden een picknickafspraak met Yusuf en Salma.
Af en toe komen ze op deze website voorbij: hij was een collega van Gerard, we waren op hun huwelijk, zij kwamen bij ons boerenkool eten en sjoelen en wij genoten bij hen van een ramadanmaaltijd*.

We kozen voor een plekje aan het water van het Hoornse meer.
Waar ik altijd langs fiets op weg van en naar mijn werk.
De Nederlandse zomer plaagde ons wat, want op de heenweg regende het een beetje….. maar gelukkig: het klaarde snel op en na een tijdje zaten we zelfs in de zon!
Eén geblokt kleedje vond Gerard niet genoeg: je hebt immers geen zin een natte kont, dus hij nam het grondzeil mee dat vroeger bij ons in de voortent lag.

Wat was het weer leuk!
En lekker.
Wij hadden een pak vruchtensap mee, zij een thermoskan Iraakse thee.
Een gemengde thee, samengesteld door Yusufs moeder met verschillende Iraakse theesoorten.
Het was heerlijk!
Gerard had een krentenbrood gebakken, zij hadden belegde broodjes mee.
Wij hadden rolletjes gemaakt van eerder door mij gebakken pannenkoeken met kaas & ui, Salma had besbousa gemaakt: een soort Algerijnse cake met kokos.
Wij hadden kaasstengels mee, zij een bak vol oosterse knabbeltjes.
Een multi-culti-picknick: het was een succes.

Wat bijzonder was: we voerden het hele gesprek, meer dan 2 uur, in het Nederlands.
De vorige keer spraken we nog voornamelijk Engels omdat Salma onze taal heel moeilijk vindt, maar ze is met sprongen vooruit gegaan.
Ze vertelde over een groepje met meerdere nieuwkomers; dat ze samen een boek lezen, dat ze de woorden en zinnen die daarin staan met elkaar bespreken en dat ze met elkaar voornamelijk Nederlands spreken.

Inmiddels weet ik ook waarom wij als 60-plussers niet zo vaak meer picknicken.
Na twee uur kleermakerszit, benen links, benen rechts en benen vooruit kreeg ik last van kramp en had ik pijnlijke rug.
En het jonassen?
We hebben het nog even overwogen…….. maar ja, die rug hé?

* Hierbij een link naar een daarover van 19 maart.

Reageren

Pagina 13 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén