De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

24 september: Koffie of markt?

Ik sta op, nog niet wakker.
Ik wankel door het huis als een stakker, maar ondanks alles haal ik mijn doel, op het gevoel.
Mijn eerste doel op de vroege ochtend is het yogamatje voor de rek- en strekoefeningen.

Iedere Nederlander herkent de eerste zinnen van dit blog, want die zijn niet van mij.
Vroeger heb ik namelijk geleerd dat het niet beleefd is om een zin met ‘ik’ te beginnen.
Het zijn de eerste regels van het lied ‘Eén kopje koffie’ van VOF De Kunst, de hit uit de jaren ’80.
Daar was vanmorgen aandacht voor in het radioprogramma Goeiedag Haandrikman op Radio 5.
Het is vandaag de 4e dinsdag van september en dan vieren we in Nederland Nationale Koffiedag.
En Rodermarkt, maar dat weten ze in Hilversum niet.
Bert had een gesprekje met Erik van Muiswinkel, de schrijver van de tekst van het lied.

In het liedje wordt het koffiedrinken beschreven als een verslaving: het pure spul, dus zonder de suiker, maar de schrijver houdt van beschaving, dus het is een keurig nette verslaving.
Vanmorgen hoorde ik dat het origineel van het nummer een Portugees liedje is van Roberto en Erasmo Carlos uit 1985.
In hun versie heet het Verde e Amarelo, dat verwijst naar de kleuren geel en groen van de Portugese vlag.
Hierbij een link naar het nummer op YouTube; leuk om even te horen!

Ook voor mij is koffie weliswaar een keurig nette, maar toch een verslaving.
Als ik niet mijn dagelijkse hoeveelheid cafeïne krijg, ontstaat er na een paar uur hoofdpijn.
Twee kopjes koffie in de ochtend en het liefst niet voor 10.00 uur, Drentse-huisvrouwen-koffietijd en twee kopjes in de avond, meestal rond een uur of acht tegelijkertijd met het Journaal.
Bij ons thuis werd er ’s morgens vroeg geen koffie gedronken.
Alleen mijn vader dronk ’s morgens altijd het koude kopje koffie op dat nog op het aanrecht stond van de vorige avond.
Dat werd door mijn moeder expres bewaard “want” vond mijn vader (die ’s morgens ook niet op zijn best was) “daor kikker ik dan eem weer van op.”
Daar hield hij trouwens mee op toen de dokter hem vertelde dat dat niet zo goed was voor zijn hart.
“Vrieswijk, stel je voor. Je hebt lekker geslapen en je hartslag is mooi rustig. Dan kom je uit bed en drink je eerst die kouwe koffie van gisteravond. Dan krijgt je hart ineens een optater van jewelste! Daar kikkert je lichaam wel van op, maar voor je hart is het niet zo goed.”
We hebben het nu over de jaren ’70.

Nu ik dit blog zit te schrijven heb ik mijn eerste ‘shot’ nog niet gehad.
Na de yogamat, de kop thee en de sudoku ben ik eerst gaan zitten voor dit verhaal.
Het is nu 09.30 uur.
Gerard komt zo thuis van zijn eerste rondje Rodermarkt.
Even kijken of er ook paarden zijn.
Om 10.00 uur drinken we samen een kop koffie met een plak krentenbrood van de befaamde Rônerbol.
Vanmiddag gaan we ergens een vissie halen en een oliebol eten!

Reageren

23 september: Goed verhaal.

Gistermorgen werkte de Cantorij Roden mee aan de zondagmorgenviering van onze PKN-kerk.
Gerard en ik waren wel in de kerk, maar ik zong niet mee.
Drie weken zaten we immers in Italië, dus ik had drie repetities niet meegezongen.
Maar ook als ik niet op de achterste rij sta kan ik heel erg genieten van de liederen die de cantorij zingt.

Het ging over Paulus en Barnabas, een aan elkaar vastgeklonken evangelisten-duo dat ruzie krijgt en uit elkaar gaat.
Je vindt het verhaal in Handelingen 15, hierbij een link naar de Basisbijbel Online.
Na de dienst sprak ik voorganger Walter Meijles aan de koffie: ik bedankte hem voor zijn inspirerende preek over de eerste grote synodevergadering van de christelijke kerk, want dat is eigenlijk waar het in die schriftlezing over gaat.
Ik vond het een overdenking ‘uit het boekje’: goede achtergrondinformatie bij  het bijbelverhaal waarin de verhoudingen tussen de verschillende groepen christenen duidelijk werden toegelicht, een uitleg over de toepassing van de regels en een schets van de verhouding tussen Paulus en Barnabas.
Waarom ze ruzie kregen.
En hoe ze verder gingen na die ruzie.

Daarna werd heel simpel het linkje naar ons dagelijks leven gelegd: dat wij kerkmensen ook zo gemakkelijk verzanden in discussies.
Dat ‘wij’ vroeger ook zo vast zaten aan de verschillen tussen Hervormd en Gereformeerd.
Dat wij ook oeverloos kunnen zeuren over minieme meningsverschillen.
“En wat leren wij vandaag de dag van dit verhaal?”
De conclusie was: ‘eens zijn dat je het niet eens bent’, niet groter maken dan het is (dus niet te veel anderen er bij betrekken), als het onoverkomelijk is afscheid nemen van elkaar en afzonderlijk verder gaan. Laat het achter je en ga verder met je leven.

De dominee attendeerde ons daarbij op grote dilemma’s die er aan zitten te komen in onze gemeente: de gebouwenkwestie, de krimp en tengevolge daarvan de financiën. Hij drukte ons op het hart om ook dan niet te verzanden in nare discussies maar om te komen tot een compromis waarin rekening wordt gehouden met beide kanten van het verhaal.
“Wij mogen geloven dat de geest met ons werkt en dat we in Gods liefde geworteld zijn.” besloot hij zijn verhaal.
“Dat gaat niet voorkomen dat er discussies zijn of dat we het oneens met elkaar en dat gaat ook niet voorkomen dat er soms besluiten worden genomen die ons tegen de borst stuiten, maar weet dat er daarna een onverwachte toekomst open gaat.”

De kinderen van de kindernevendienst hadden naar aanleiding van ‘discussiëren over regels’ een eigen overzichtje gemaakt van regels waar alle mensen zich aan moesten houden.
Dat wil ik je niet onthouden, een afbeelding daarvan vind je hiernaast.
Klik op de afbeelding (Annelies: bedankt!) voor een vergroting.

Je kunt deze viering Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.
Niet alleen voor ‘de preek uit het boekje’ van voorganger Walter, maar ook om de cantorij te horen zingen en het mooie orgelspel van Arjan Schippers.

Reageren

22 september: Sinds 1964.

Dit weekend is het feest in ons dorp.
30.000 mensen kwamen gistermiddag naar Roden voor de optocht; sinds 1964 wordt de Rodermarktparade al georganiseerd.
Dan kun je ’s morgens in het dorp lopen en iemand horen zeggen: “Eem an de kaante, jonges, der komp een boom an” waarna er een boom voorbijwandelt; figurant bij een wagen….

Vrijdagmorgen gingen Gerard en ik samen naar de winkel en kochten o.a. zuurkool, rookworst speklappen.
“Voor in de snert zeker!” zei Bert-van-de-groente, maar nee.
De traditie in Roden is namelijk dat er rond Rodermarkt een grote pan snert wordt gekookt.
Lekker makkelijk eten dat je al van te voren kunt maken en als je thuiskomt van de Roder-gezelligheid hoef je niet meer te koken.
De ingrediënten voor de erwtensoep zijn in die week in de aanbieding, evenals de roggebrood en de ‘Rônerbol’: een rond krentenbroodje.

Wij doen niet mee aan die traditie (op de Rônerbol na), wij hebben na 35 jaar in Roden onze eigen traditie.
De kinderen komen, ’s morgens bekijken we de versierde wagens die opgesteld staan, ’s middags zien we de Rodermarktparade twee keer vanuit verschillende standpunten en ’s avonds nog twee keer.
We eten een gemakkelijke stamppot, zitten met een heel koor om de tafel, genieten ondertussen van de nodige hapjes en drankjes en natuurlijk beleven we met een aantal van ons het hoogtepunt van deze dagen: muntjesschuiven op de kermis.

…opperste concentratie….

Dit jaar stonden we met z’n vieren om zo’n machine heen te schreeuwen.
We ontdekten dat als je alle vier tegelijk je muntje in het apparaat laat vallen, dat er dan vier muntjes tegelijk tegen de berg aanschuiven, zodat je vaker dat heerlijke geluid hoort van vallende muntjes in het bakje onderaan.
Stonden we met z’n vieren: ‘ENNNNN……JAH!’ en dan vielen er weer vier tegelijk.
En we hadden ook nog vier keer ‘BONUS-spel’, dan klikken er zomaar een aantal extra munten in dat bakje.
Hartslag 89, zweet op de rug van de spanning.
Heerlijk weer.

Dit jaar was er één stel niet, want: corona.
Dat waren we toch al haast weer vergeten, maar door corona is er zelfs twee jaar geen Rodermarktparade geweest!
Maar het is er gewoon nog en nu kon één stel niet meegenieten van één van de leukste dagen van het jaar door het besmettingsgevaar.
Gerard en ik kunnen eind deze week een prik halen, dus wij doen liever nog maar even voorzichtig.
Na de middagoptocht stuurde ik wat filmpjes van de mooiste wagens om toch een beetje in de sfeer te kunnen delen.
Zelfs een video van een muziekkorps, dat hoort er immers ook bij.
Hiernaast een foto van de wagen ‘Magische Wereld’ van de bouwgroep Altena.

Heb je de optocht niet gezien?
Jammer ja.
De grote winnaar was basisschool ‘de Poolster’ uit Nieuw Roden behaalden de 1e prijs in de categorie scholen, de Ereprijs als mooiste wagen van de hele optocht én de publieksprijs. Zij hadden als onderwerp Willy Wonka.
Een terechte winnaar: hieronder een link naar het filmpje dat ik maakte van deze bouwgroep.

Willy Wonka

Op het Instagram-account van deze website zie je een mooie foto van nicht Miranda.
Zij schitterde als figurant bij de wagen Italië van ‘de Hopbouwers’ uit Peize.

Reageren

21 september: Toscane – 1. Roden, Kempten, Florence.

Vorig jaar mocht ik onze vakantiebestemming kiezen; toen ging een langgekoesterde wens in vervulling met de Donaureis.
Daarna zei Gerard: “Dan gaan we volgend jaar naar de nummer 1 van mijn vakantieverlanglijstje: Toscane.”
Drie weken trokken we er voor uit, maar we weten dat de reis ook enerverend is, dus je moet niet zondag terugkomen en maandag weer aan het werk moeten. We begonnen dus op maandag 2 september, dat was de eerste reisdag. We zaten rond 06.00 uur al in de auto en het ging voorspoedig; aan het eind van de dag bereikten we Landhotel Hirsch in Kempten in het zuiden van Duitsland, gehuisvest in een gebouw waarvan de geschiedenis teruggaat naar de 14e eeuw. We zijn dan nog geen dag op vakantie, of ik heb al ontdekt dat Kempten een Romeinse nederzetting geweest en dat het samen met Speyer, Worms, Trier, Keulen en Augsburg één van de oudste steden van Duitsland is.

Maar we gingen niet op vakantie naar Kempten, dus ik liet mijn onderzoek voor wat het was en we gingen die maandagavond op zoek naar een adresje voor de warme maaltijd. We kwamen terecht bij een Grieks restaurant en daarna wandelden we nog even naar de brug, een stukje langs de rivier en toen reden we weer naar het hotel.
Ik reed.
We dachten dat we de weg zo wel weer terug wisten, maar we kwamen aan het dwalen in de stad en wilden de navigatie even instellen.
“Het adres van het hotel staat immers bovenaan….”
Maar er was kennelijk een probleem met de navigatie: het scherm bleef helemaal zwart.
“Ja en wat moet ik nu dan?” vroeg ik me af op het volgende kruispunt.

Even wat achtergrondinformatie: Gerard en ik fungeren als koppel het best als hij achter het stuur zit en ik kaart lees.
Ik ben nogal een paniekvogel als ik de weg niet goed weet als ik rijd en Gerard is niet zo handig met kaarten enzo.
We zaten dus in de verkeerde opstelling in de auto.
“Eerst maar even de auto aan de kant, we pakken de telefoon er bij.”

We zijn weer in Landhotel Hirsch gekomen.
Ondanks het ‘gek draaien’ van het pijltje van Google Maps en het toeteren van mensen achter en naast ons.
We maakten ons wel zorgen over de volgende morgen.
“Hoe moet dat dan als de navigatie het niet doet?”
We bedachten dat we dan maar met Google Maps moesten navigeren.
Hoopvol zei ik: “Misschien doet hij het morgenvroeg wel weer….”, maar Gerard bedacht dat we de volgende morgen voor vertrek maar even naar de autogarage aan de andere kant van de weg moesten.

Het liep goed af.
Toen we de volgende morgen de koffers weer in de auto zetten verscheen de kaart weer in het navigatiescherm.
We tikten ‘Villa La Stella – Florence’ in, kochten een wegenvignet voor Oostenrijk, scheurden met de vlam in pijp door de Brennerpas en checkten aan het eind van de dag in in het hotel.
“U heeft uw bestemming bereikt” zei de Miep van de navigatie.
Toen kon onze vakantie in Toscane echt beginnen!

Hieronder een overzicht van alle blogs die ik heb geschreven over onze reis naar Toscane.

2. Belevenissen in de weelderige stad ‘Florence met de bus
3. Een feest voor de geest: het amfitheater in Fiesole, beschreven in Romeins óp Etruskisch 
4. When in Rome, do as the Romans: ‘Op een terras in Italië‘.
5. Van een hotel in Florence naar een agriturismo op een heuvel in het midden van nergens: ‘Verkassen‘.
6. Natuurlijk bezochten we het bekende plein, maar ook bijzonder waren ‘De roltrappen in Siena‘.
7. Nog volledig ommuurd! Monteriggione en San Gimignano: Twee oude vestingsteden
8. Op vakantie en tóch overprikkeld: ‘Mensch! Wir haben Urlaub!’
9. Over ons Agriturismo appartement bij Collesalvettu: ‘Brunella & Antonio’ – een appartement bij Collesalvetti.
10. Wat doen mensen bij de toren van Pisa? Lees er over in ‘Wat nou scheef‘.
11. Wij vonden het de mooist stad die we bezochten in Toscane:  ‘Op fietse’ naar Lucca
12. De haven en het strand van Pisa ‘Marina di Pisa’
13. Drenten in de vrömde, lees er alles over in het slotblog van deze serie: ‘Tenslotte‘.

Reageren

20 september: Antwoorden.

Blij dat we weer thuis zijn.
Wie we er ook over spreken: iedereen snapt het.
Eigen bed, eigen wc, eigen taal.
Na de eerste opruimronde zaten we gistermiddag intens tevreden met een kop rooibosthee op Waninge Plaza.

Vanmorgen deden we samen de boodschappen en kwamen in de Jumbo jan-en-alleman tegen: gezellig weer.
Na de koffie ging ik achter de computer zitten.
Eerst maar eens de mailbox.
Natuurlijk kon ik op mijn telefoon wel volgen wat er binnen kwam, maar dat is ook het enige: ik reageer nergens op als ik op vakantie ben.
In mijn mailbox zaten twee mails van mensen die reageerden op mijn blogs; leuke reacties, die ik hierbij met jullie deel.

De eerste was van de scriba van PKN-gemeente Lindestreek in Steggerda.
Hij reageerde op mijn vraag in het blog over de klokkenluider van het kerkje in Noordwolde in het blog Drie provincies van 25 augustus. Dit schreef zij:

Het volgende heb ik kunnen achterhalen:
Het graf van Jan van den Berg ligt in vak B11-2. Zijn portret hangt in de hal van de kerk.
Het portret is geschilderd door Jan Bakker, destijds leraar aan de Rietvlechtschool te Noordwolde.
Jan van den Berg (1851-1936) was 70 jaar koster en trouwe klokluider van de kerk.
Het kerkbestuur zette een mooie marmeren steen op zijn graf. 

 Vriendelijke groeten, Hinke Gietema

Wat fijn, zo’n reactie; al mijn vragen zijn hiermee beantwoord.
Bedankt Hinke!

Een andere mail kwam van Albert Koops van de Groningen Archieven.
Hij plaatste een reactie op het blog ‘Straatbeeld‘ uit april 2022.
Dat was een blog over een foto van mijn opa Andries Vrieswijk.
De reactie van Albert ging over de auto die ook op die foto staat.

Beste Ada, 

Een bewerkte versie van de foto bij onze gegevens geplaatst:  https://www.groningerkentekens.nl/kentekens/kenteken/A9603 de auto is een Chevrolet. 

Met vriendelijke groet, Albert Koops, medewerker collectiebeheer Groninger Archieven

Leuk ja!
Als je op de link klinkt die Albert meestuurt zie je foto van opa mét de auto.
Er was al eens eerder een reactie binnengekomen op dat blog, toen bleek dat de eigenaar van de auto Vogt & Co. is, een groothandel in garen en band.

Dit blog sluit ik af met wat foto’s van onze tuin in Rodermarktsferen, waar ik gisteren al over schreef.
Als de bezem buiten staat is de heks thuis’
We zijn er dus weer; zaterdag optocht!

Reageren

19 september: Toscane & de heks.

Vandaag zijn we teruggekomen van een vakantie van bijna drie weken; als dit blog wordt gepubliceerd hopen we weer in Roden te zijn.
Maandag 2 september vertrokken we in alle vroegte en na een overnachting in Zuid Duitsland kwamen we op dinsdag 3 september aan in hotel Villa Stella in Florence. Op vrijdag 6 september verkasten we naar een appartement in agriturismo Cignan Bianco boven Sienna en woensdag de 11e namen we onze intrek in een appartement in agriturismo La Tanna in de buurt van Pisa.

Het was al even geleden dat we zo lang achter elkaar op vakantie gingen. We hadden de fietsen achter op de auto mee en je begrijpt het al: we hebben weer van alles beleefd, want het was één groot avontuur.

Ondertussen las je wel iedere dag een blog, want die had ik voor drie weken vooruit klaargezet. Op onze vakantie in Italië heb ik al weer wat blogverhalen in de grondverf gezet; de komende tijd zul je dus af en toe iets lezen over de prachtige steden, de communicatie met Italianen die over het algemeen geen Engels spreken, de geschiedenis van Toscane, onze belevenissen in de supermarkt én op de fiets en natuurlijk de heerlijke ijsjes en de pizza’s!

Maar eerst: Rodermarkt. Toen we onze vakantie planden hadden we al wel bedacht dat we voor het Rodermarktweekend weer thuis wilden zijn. Als we vanavond thuis komen moeten we eigenlijk nog een heks in tuin zetten en sfeerverlichting er omheen ophangen. De Boskamp doet namelijk weer mee met de straatversiering voor de Rodermarkt en we hebben dit jaar ‘de Efteling’ als onderwerp. Ik had geopperd om onze heksenbezem met de heksenhoed in de tuin te zetten met een bordje erbij ‘De heks is thuis’ 😉, maar de organisatie kon aan mooie, gekleurde borden komen en zouden de heks voor ons reserveren. Ben je benieuwd of het gelukt is? Kom dan vooral even in onze straat kijken: het ziet er vast sprookjesachtig uit!

Reageren

18 september: Tegenstroom.

Meestal als ik een boek van Peter Robinson heb gelezen volgt er een blog met een lofzang over hoe ik er van heb genoten.
Vorige week las ik weer een boek van hem in de Inspecteur Banks-serie, maar die ‘pakte me niet’.
Het is het derde deel in die serie en het speelt in de jaren ’80.
Het boek begint met een grote demonstratie tegen een kerncentrale. Die loopt helemaal uit de hand; er breken ernstige rellen uit en als de rook is opgetrokken blijkt een jonge agent te zijn overleden. Naar later blijkt is hij vermoord.
In eerste instantie zijn er een heleboel verdachten, maar al snel gaan de aanwijzingen richting een alternatieve woongemeenschap, een soort commune.

Banks krijgt hulp van een collega uit de grote stad, Richard Burgess. Zijn bijnaam is ‘Dirty Dick’ en na 10 bladzijden weet je al waarom hij zo wordt genoemd. Het is een seksistische, arrogante en rechtse klootzak met (in de jaren ’80 nog gangbare) griezelige opvattingen over het omgaan met verdachten. Intimidatie Dick zou zijn tweede bijnaam kunnen zijn.
Als je leest hoe hij in zijn positie als politieman omgaat met vrouwen, rijzen de haren je ten berge.
Inmiddels zijn we 40 jaar verder en zijn de omgangsvormen tussen mannen en vrouwen drastisch veranderd, bij het lezen van dit boek weet je het even weer.
Verder worden er in het boek onophoudelijk sigaretten en sigaren opgestoken en wordt er, ook onder werktijd, behoorlijk wat alcohol ingenomen.
Het rare is dat ik zelf die tijd ook heb meegemaakt, maar ik kan me nu niet meer voorstellen dat er bij het verhoren van een verdachte drie van de vier mensen zitten te roken! En als ik lees dat er tijdens een verhoor van een verdachte rijkelijk whisky wordt geschonken denk ik: “Maar dat kan toch niet?”
Dan weet je even weer waar we vandaan komen; vroeger was echt niet alles beter.

En dan het boek: het was dus geen ‘puntje-van-je-stoel’-boek.
Het verhaal kabbelt te veel, er zit te weinig spanning in en de plot is geen verrassing en mijns inziens vergezocht.
Verder ging het overmatige roken en zuipen me op den duur tegenstaan.
Was het dan allemaal bagger? Nee, natuurlijk niet. Het was een leuke misdaadthriller en een mooi verhaal over de sympathieke Inspecteur Banks. Maar als je op basis van vorige boeken een meeslepende thriller verwacht, dan valt het wat tegen.
Daniël Lohues zou zeggen “Ie kunt niet altied zes gooien!”

Benieuwd naar de andere boeken ik al heb gelezen in deze serie?
Hierbij een overzicht met een link naar het blog dat ik er over schreef :

Verdronken verleden  2015

Slachthuisblues  2022

Nasleep  2023

Zondeval 2024

Duivelsgebroed 2024

Onvoltooide zomer 2025

Reageren

17 september: Erfstukje.

In juli schreef ik over het bezoekje dat ik met tante Trijn bracht aan de edeltingieterij in Zuidwolde.
We gingen daar naar toe omdat ze oud theekannetje had dat gerestaureerd moest worden.
Eind vorige maand belde ze me op: de meneer van de Edeltingieterij had gebeld: het kannetje was klaar.
Het was ook al opgehaald en nu was het voor mij.

Op Aaltjedag, toen Ali en ik bij tante Trijn op de koffie zaten, kreeg ik het.
“Het komp nog bij joen oma thuus weg”.
Dat betekent dat het theekannetje uit de familie Pasveer komt; het was ooit in bezit van mijn overgrootmoeder  Aaltje Pasveer- Niemeijer, die ik nog heb gekend en die ik vroeger in Coevorden met mijn ouders meerdere keren bezocht heb. Opoe Pasveer noemde ik haar.
Op de foto zit ik naast haar: vier generaties.
Oma Vrieswijk, ook een Aaltje, staat achter mij en mijn moeder staat achter opoe.
Over mijn naam schreef ik al eens een blog: de vijfde Aaltje in de rij. 
Naar aanleiding van dat blog reageerde Petra dat ik zelfs de zesde Aaltje in rij was; je leest haar reactie onder het blog over de vijfde.

Maar nu even terug naar het kannetje.
Tante Trijn heeft het van haar moeder gekregen, maar zij heeft zelf geen dochters en zij vond dat het naar mij moest.
Ik ben er vanzelfsprekend erg blij mee.
Het tuitje zit er weer aan en het is helemaal uitgedeukt.

Net als tante Trijn gebruik ik het als bloemvaasje.
Het staat nu bij mij op de keukentafel met een klein boeketje van bloemen uit onze tuin.
En nee, het is niet van tin, maar vertind.
Als ik er mee naar ‘Tussen kunst & Kitch’ zou gaan is het niet veel waard.
Maar voor mij wel.
Van de vierde Aaltje, via de vijfde Aaltje en haar dochter Trijntje naar de zesde Aaltje in de rij.
Wies met.

Reageren

16 september: Mathijs Deen met zijn gouden strop

Eind mei werd de winnaar bekend gemaakt van ‘de Gouden Strop’: dat is de prijs voor het beste Nederlandse spannende boek.
Matthijs Deen won de prijs met ‘De duiker.’
Dat is het tweede deel in een serie zogenaamde Waddenthrillers met als hoofdpersoon Liewe Cupido.
In juni, de maand van het spannende boek’, stond ik met mijn in de loop van het jaar verzamelde boekenbonnen in boekhandel Daan Nijman; ik had € 65,= te besteden.
Het winnende boek stond natuurlijk vooraan in de etalage, maar ik vroeg de mevrouw achter de balie of ze het eerste deel, ‘De Hollander’ ook in huis hadden.
“Jazeker!” en zo slokte dit boek al een derde van mijn budget op.

Het is al uit ook.
Wat een mooi boek man.
En wat herkenbaar.
Het verhaal speelt zich af in Noord-Nederland en Noord-Duitsland waar de Eems uitmondt in de Waddenzee: Delfzijl,  Aurich en zijdelings Groningen en Oldenburg.
Er is een wadloper verdronken en aangespoeld op zandplaat De Hond, die is drooggevallen.
Voordat de vloed weer opkomt, bergt de bemanning van een Nederlands patrouilleschip het lichaam en neemt het mee naar Delfzijl.
Het slachtoffer is een Duitser, maar hij ligt op het Nederlandse deel van de zandplaat .
Er wordt gesteggeld over welk land onderzoek moet doen naar dit ongeluk, maar terwijl de leidinggevenden ruziemaken maken wij kennis met Liewe Cupido. Duitser van geboorte, maar opgegroeid op Texel. Hij werkt voor de Bundespolizei See in Cuxhaven, door zijn Duitse collega’s ‘de Hollander’ genoemd.

Al snel wordt duidelijk dat het slachtoffer de ervaren Duitse wadloper Klaus Smyrna is, die de gevaarlijke oversteek van Manslagt naar Borkum wilde maken; dat deed hij samen met zijn vriend Peter Lattewitz, die het avontuur wel heeft overleefd. De twee mannen behoren tot een beroemd drietal Duitse wadlopers, dat al bijna alle eilanden van de Waddenzee heeft belopen.
De derde man van het trio, Aron Reinhard, moest dit keer verstek laten gaan omdat hij in Engeland was, waar hij zijn zieke vrouw verzorgde.

Je krijgt in dit boek een goed beeld van het wadlopen en ook lees je hoe verraderlijk de zee kan zijn.
En hoe prachtig de natuur is in dat deel van ons land.
Liewe doet op zijn eigen manier onderzoek: zwijgzaam en eigenzinnig.
Hij krijgt daarbij hulp van een jonge, Duitse politieagent, die blij is even verlost te zijn van zijn saaie politiepost in Bunde.

Al lezend bedacht ik dat deze serie Waddenthrillers zich heel goed zou lenen voor een televisieserie á la Kurt Wallander.
En dan niet Flikken Delfzijl, want dit is geen ‘grote-stads-politie’, maar een heel eigen genre, waarin we kennis maken met het Waddenzeegebied van Noord Nederland en Noord Duitsland. Met zwijgende, vorsende mannen en een bevolking met een ‘geen flauwekul mentaliteit’, schepen, schippers en havens en prachtige beelden uit een nog niet zo bekend deel van Nederland.
Amsterdam, Rotterdam en Maastricht hebben we nou wel gezien in die politieseries.
Ik ga op zoek naar deel 2!

Reageren

15 september: Mensinge

De zaterdag na Bentheim en Oldenzaal was Cor nog bij ons en ik nam hem mee naar de Mensinge, de havezathe bij ons in het dorp.
Daar ben ik natuurlijk al best vaak geweest, maar Cor nog niet.
We kregen een plattegrondje bij onze kaartjes en daarna werden we losgelaten.
In het koetshuis (waar de kaartverkoop tegenwoordig zit) is ook een ruimte ingericht waar je alles te weten komt over de geschiedenis van de Drentse havezaten. We stonden bij kaart van het oude Drenthe en ontdekten waar de havezathen vroeger stonden en wat er nog van over is.

Mensinge is een authentiek ingerichte havezate: uniek in Nederland. De meubels en de inhoud van de kasten is voor het grootste deel  afkomstig van de bewoners, drie families die er eeuwen hebben gewoond en er staan een aantal heel bijzondere dingen in.
Door die unieke inventaris krijg je een idee van het leven en de rijkdom van de voormalige bewoners van de havezate.
Een gebouw van meer dan 600 jaar oud op een landgoed dat nagenoeg helemaal intact is: het is een fantastische plek om eens te bezoeken.
Meer weten? Klik hier.

We dwaalden door het gebouw en ontdekten allerlei bijzondere dingen (een pruikenhouder, mooi geslepen glas,  oude boeken, jurken van de joffer, weckflessen in de kelder) aan de hand van een QR-code die ons de achtergrondinformatie gaf.
We mochten ook boven kijken: dat was zelfs nieuw voor mij!
Vroeger zaten daarboven altijd kantoren, nu was er de tentoonstelling ‘Cornelis Jetses; meer dan Ot & Sien’.
Hierbij een link naar meer informatie over die tentoonstelling: hij is nog te zien tot en met 5 januari.

Na Mensinge gingen we nog even in de Catharinakerk kijken naar het graf van Coenraad Wolter en Gezina, bewoners van de havezathe in de 18e eeuw en daarna fietste ik met Cor naar Huis ter Hansouwe, even voorbij Peize. Dat is het enige nog overgebleven middeleeuws steenhuis in Drenthe en ligt aan de rand van natuurgebied De Onlanden, waar ik al vaker de lof van heb bezongen omdat ik daar iedere week wel een keer doorheen fiets.
Je kunt het niet bezoeken, maar we konden er wel langs lopen en foto’s maken.

Een weekendje geschiedenis; ik haal er, samen met Cor, mijn hart aan op.
Het gebeurt niet vaak dat ik met iemand op pad ben die net zo geïnteresseerd in in vroeger als ik.
En dat was ook gelijk de valkuil waar ik door mijn enthousiasme in viel, want ik ben niet meer gewend om twee dagen achter elkaar te lopen, te praten, dingen te bekijken en daartussendoor stukken te fietsen. En waar ik natuurlijk ook energie krijg van zoveel leuke oude dingen: na twee dagen was het batterijtje wel leeg……

Reageren

Pagina 15 van 366

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén