De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

11 juni: Zingen en bidden

Zondagavond zat ik op het rode pluche (balkon 2, rij 2, plek 26) in de Stadsschouwburg in Groningen.
Samen met Gerard en vrienden Hans en Bea. 
Op het podium stond een vleugel, een traporgel/harmonium en wat gitaren; om twintig over acht stapte Daniël Lohues het podium op.

Hij begon met het lied ‘Een prachtig mooie dag’.
We kennen hem allemaal van zijn bijzondere liedjes, maar de verhalen die hij op het podium vertelt zijn minstens zo bijzonder. 
Als je zoals wij naar al zijn voorstellingen bent geweest, heb je hem in de loop van jaren steeds beter leren kennen, want hij vertelt veel over zichzelf, over zijn jeugd en over zijn belevenissen in Drenthe en daarbuiten.

Ook nu kwam zijn moeder even weer voorbij. Ze is vijf jaar geleden overleden en hij vertelde hoeveel moeite hij daarmee had gehad.
Vier jaar had hij om haar gerouwd “en het is niet over, maor daor kwam een gevuul in de plek dat ik nog niet kende” zei hij daarover. 
Als je zelf iemand hebt verloren die je niet kon missen weet je wat hij bedoelt: heimwee, liefde zonder adres.
Hij speelde speciaal voor zijn moeder ‘As de liefde maor blef winnen’ en hoe vaak ik dat nummer ook al heb gehoord, het blijft prachtig om het hem zelf te horen zingen. Je kon een speld horen vallen in de schouwburg.

Hij vertelde zondagavond over pater Paul, die hem getroost had toen hij heel verdrietig was geweest na een moeilijke rouwdienst waar hij misdienaar was geweest. Die had gezegd: “Zingen is twee keer bidden, jongen, als je naar huis fietst, zing dan maar zo hard je kan”.
En bijzonder voor Lohues: hij zingt het in het Nederlands. 
Hierbij een link naar dat nummer op YouTube. 

Verder vertelde hij over zijn avonturen op het gebied van de liefde. 
Dat hij een keer relatie had met een vrouw waar hij heel verliefd op was.
“Die loekies waoras aans rooie vlaggies uutkomt bleven dichte”.
Hij zag geen rode vlaggetjes totdat hem de schellen van ogen vielen.
“Toen gungen ineens al die loekies lös: het waren allemaol rooie vlaggies!

Had ik nog een zakdoek nodig? 
Ja. En dat was op een moment dat ik het eigenlijk niet verwachtte.
Hij zong het lied ‘Beste Koningin dat hij vroeger schreef voor Beatrix.
Hij pleit in dat liedje voor één provincie in Nederland ‘die plat blieven mag’ en zingt: “Laot het dan Drenthe wezen, oons mooie Drenthe wezen…”
Op de CD Allennig begeleidt hij zichzelf op de piano, maar zondagavond stapte hij achter het traporgel en bij het ‘Laot het dan Drenthe wezen..’ speelde hij een langzame driekwartmaat. De ontroering overviel me. Het is een combinatie van daar in die zaal zitten, het aparte geluid van zo’n antiek orgeltje en de liefde voor Drenthe. 

Deze ‘onderDaniël’ van koning Willem Alexander (die natuurlijk ook nog even aangehaald werd) is de beste ambassadeur die onze provincie zich wensen kan. 
Wij hebben al weer kaarten voor volgend jaar. 
Dan zitten we op rij 2 in de zaal. 

Eerdere voorstellingen die we hebben bezocht: 

2023: Puntje van je stoel verhalen
2019: De Drent Lohues & Holland Baroque

2018: Ik kiek overal, maor ik heur hier
2017: Maak joe waor.
2016: Aosem. Awesome!

Reageren

10 juni: Fietsen met je ogen dicht.

‘Zelfs als je het terugluistert klinkt het mooi…’
Dat dacht ik gistermorgen toen ik thuis de viering terugluisterde en onze cantorij lied 866 hoorde zingen.
Eigenlijk luister ik niet zo vaak terug als we hebben gezongen, want wat ik heb beleefd in het koor komt niet altijd overeen met hoe het klinkt.
Maar gistermorgen dus wel. ‘Zolang als ik op aarde leven zal’ heet het lied (866) en het heeft een ingewikkelde zetting: de partijen zingen door elkaar heen en je moet verdraaid goed opletten wanneer je inzet en op wat voor toonhoogte.

We zongen het lied a-capella en dat maakt het altijd nog weer een beetje spannender.
Over de plek waarop drie stemmen weer tegelijk begonnen  ‘Treurigheid wijke, vrolijkheid blijke’ zei Karel : “Jullie vinden elkaar weer bij de treurigheid”. We vonden elkaar inderdaad, maar van treurigheid was geen sprake, het ging helemaal goed.
Om het ritme goed onder elkaar te krijgen zongen we het lied bij het inzingen even een stuk langzamer.
“Ik vind het zo langzaam eigenlijk veel mooier” stelde één van de alten vast.
Voordat iemand dat kon beamen zei Karel: “Nou, dat vind ik niet.”
We zongen het snel.

Karel had nog wel een punt van kritiek: “Jullie kijken te veel op je muziekblad.”
Hij gaf daarbij gelijk een tip: “Je moet fietsen met je ogen dicht.”
Dan krijg je ongelukken…… maar dat was niet wat hij bedoelde.
“Je kunt best fietsen met je ogen dicht, omdat je hele stukken wel op de automatische piloot kunt fietsen; je moet alleen af en toe even met je ogen knipperen om te zien of je op koers blijft. Zo is het ook met zingen. Je moet kijken naar mij en af en toe knipperen naar de muziek of je nog op koers zit.”

De overdenking van voorganger Walter Meijles werd ingeleid met een blik op het boek ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman*.
De schrijver constateert dat in ons taalgebruik ‘de realist’ synoniem is geworden voor een cynicus, iemand met een somber mensbeeld. Hij vindt dat juist die cynicus wereldvreemd is; op onze planeet zijn mensen ten diepste geneigd tot het goede.
Ik citeer Bregman: ‘Wees dus realistisch. Kom uit de kast. Geef toe aan je natuur en schenk je vertrouwen. Schaam je niet voor je generositeit en doe het goede in het volle daglicht.’
Het deed me denken aan het gedicht over één mens met pit dat werd voorgelezen bij het afscheid van Geert.

We sloten met deze viering het cantorijseizoen 2023/2024 af.
Het was mij een aangenaam genoegen; was het maar weer september!

Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.
Wil je alleen het bijzondere lied horen? Spoel dan door naar ongeveer 31.00 minuten.

* Over dit boek dat ik las in 2022 schreef ik destijds het blog ‘Deugen de meeste mensen?’
Leuk om dat verhaal met de preek van vanmorgen in mijn oren nog eens terug te lezen.

Reageren

9 juni: Door de ogen van Jans.

Vorige week kondigde ik het al aan: zaterdagmorgen deden we mee aan de biodiversiteitswandeling in het Mensingebos, georganiseerd door de werkgroep Groene Kerk.
Om 09.00 uur had zich al een groep van 18 mensen verzameld; Jans Darwinkel, onze gids van die morgen, stelde zich voor en nam ons mee. En dan loop je door natuur in je eigen omgeving waar je al weet ik hoeveel voetstappen hebt liggen, maar dan kijk je om je heen met de ogen van Jans.

Het begon al met de vogels.
Gerard en ik hebben immers de app Merlin waarmee je vogels kunt herkennen aan hun geluiden, maar Jans hoorde zo al wat voor vogel geluid maakte. Wat wij altijd ‘het-Bert-Visscher-vogeltje’ noemen omdat het zo druk is bleek een winterkoninkje te zijn en we hoorden van Jans dat wat voor ons het ‘fietspompvogeltje’ is eigenlijk een tjiftjaf is.
Natuurlijk zetten wij onze app ook aan en we hoorden o.a. de zwartkop en de tuinfluiter.

Het landweggetje aan de overkant van de ijsbaan noemde Jans het sprookjespad.
Hij vertelde dat het de oude weg naar de weilanden was en dat hij zich nog kon herinneren dat er wagens vol hooi over dat weggetje naar voren reden. Verder wees hij ons op een ree die in het veld stond. Wij zagen niks, maar Jans zag oortjes. Oortjes die bewogen en een teutende groep mensen aan hoorden komen. Even daarna hupte de ree elegant naar de bosrand en verdween.
“Kijk” zei Jans en wees ons op een onbegroeid paadje in de boswal rechts van ons.
“Als er ergens niks groeit, dan loopt daar altijd iets langs. Zo kun je zien waar de dieren langs gaan als van het ene stuk naar het andere stuk land gaan. Dit hier is bijvoorbeeld een reeënwissel.”

Hij wees ons op koekoeksbloemen, legde uit waarom de boterbloem zo heet, vertelde over de oorsprong van de dorpsnaam Roden én….. vertelde mij als gids bij de Catharinakerk iets wat ik nog niet wist over het oude Godshuis.
“Waarom staat er een muurtje om de kerk heen?”
Bert dacht omdat er vroeger graven om de kerk heen lagen.
“Half goed” vond Jans.
Vroeger werden de varkens uit het dorp gehoed op de brink, want daar stonden veel eikenbomen en varken lusten graag eikels.
Het muurtje om de kerk was gebouwd om de graven rondom de kerk te beschermen tegen de wroetende varkens.

We zagen bomen, waarvan de schors was beschadigd door blikseminslag en we hoorden dat als een eik en een beuk naast elkaar staan, de eik op den duur het onderspit zal delven, omdat de beuk de eik het zonlicht ontneemt waar de eik niet zonder kan.
Tenslotte nam hij ons mee naar het mooiste plekje van Roden: het paadje achter de Winsinghhof.
“Hier ziet het er nog net zo uit als 200 jaar geleden…..”
Ik wil die ogen van Jans nog wel een keer mee als we gaan wandelen.

Op het Instagramaccount van deze website vind je nog twee foto’s van deze morgen.

Reageren

8 juni: Eén mens met pit….

“……en nu is het vrijdagmiddag.”
Ze slikte haar tranen weg toen ze het zei.

Dat was gisteren, vrijdagmiddag 7 juni.
We hadden in een ontroerende dienst afscheid genomen van Geert Weistra.
Betrokken PKN-gemeentelid, voormalig koster van onze gemeente en werkzaam voor ‘de Laatste Eer’, begrafenis- en crematievereniging in Roden. Hij was ook beheerder van de aula aan de Borglaan.
We waren in gesprek met een collega van hem van Monuta.
Ze vertelde dat ze een aantal weken geleden nog heel druk waren geweest met een aantal begrafenissen in Roden en toen dat achter de rug was had ze tegen Geert gezegd: “Eigenlijk vind ik het nu wel tijd voor een vrijdagmiddag-borrel”. Dat had Geert ook een goed idee gevonden, “maar de rosé heb ik niet koud staan, dus dat doen we een volgende keer op vrijdagmiddag.”
Ze hadden elkaar daarna niet meer gesproken.
“En nu is het vrijdagmiddag. Ik schrok er gewoon van toen ik zag dat de uitvaart op vrijdagmiddag was.”

We kunnen ons niet voorstellen dat Geert er niet meer is.
En ja, we wisten dat hij ziek was, maar Geert was iemand die er altijd weer bovenop kwam en altijd positief was over zijn kansen.
Hij stond ook altijd aan als het ging om zijn werk voor ‘de Laatste Eer’; Geert kon je altijd bellen, die nam ook altijd op.
Strikje om, jasje aan en daar stond Geert weer: een aimabele, innemende man en een geweldige gastheer.

Hij zal ontzettend gemis worden.
Dominee Sybrand van Dijk verwoordde het zo aan het einde van zijn overdenking:
‘En weer is er ‘een leven voor’ en ‘een leven na’ een keerpunt, waarna je je leven opnieuw moet uitvinden.
Wie ben ik? Hoe gaan we nu verder?’
Maar hij stak Didy en haar familie een hart onder de riem met de woorden: ‘Het leven is sterker dan alle tegenslag. Het is de liefde die je draagt, al ervaar je nu dat de liefde van je leven hier een halt houdt. In de kerk moeten wij het hebben over God om tegen elkaar te kunnen zeggen: “Er is een draagkracht die geduldig is totdat jij je weg weer hebt gevonden.”
Hij verwees daarbij naar de tekst die op de rouwkaart stond:

Tel je zegeningen.
Tel de dagen niet, zorg dat de dagen tellen.

Vriendin Ilse benoemde in haar afscheidswoord Geerts opmerkelijke veerkracht.
Dat hij het leven vierde.
Dierbare herinneringen benoemde ze en ze gaf daarmee een inkijkje in een intense vriendschap. Ze besloot haar verhaal met een veelzeggend beeld: “Veel mensen zullen je leven binnen lopen en er ook weer uit lopen, maar alleen echte vrienden laten voetstappen in je hart achter.”

Dit blog sluit ik af met het gedicht dat werd voorgelezen in dankdienst dat zo goed past bij alles waar Geert voor stond:

Eén brandende pit 
verdrijft het duister.
Eén kleine vlam
verlicht de nacht. 

Eén warm gebaar, 
slechts één liefdevol woord…
en hoop vlamt op,
het leven krijgt kleur.

Eén mens met pit
kan het verschil maken
tussen donker en licht. 

En dat kan eigenlijk iedereen: geef licht met je pit!
Het is simpel en het kan elke dag.
Ook zonder strikje en jasje.

Reageren

7 juni: Alles kun je doen met geld!

Ons gezin bewaart warme herinneringen aan de versie uit 2002 van  ‘Ja zuster, nee zuster’, de klassieker uit de jaren ’60.
We hadden een DVD en een CD met liedjes die we allemaal konden meezingen.
Luid en uitbundig.
Daarover schreef ik al eens blog met de titel ‘Stroei…. voei…..’ over de Griek met heimwee.

Als de gesprekken in ons gezin gaan over geld, dan is er altijd wel iemand die uithaalt: ‘Géééld, alles kun je doen met gééld, een heel voetbalbalvééld…..’
Dat lied werd gezongen door buurman Boordevol, die fantaseerde over het hebben van heel veel geld.
Hoeveel kost die auto, tien mille?
Wat een koopje zeg
Nee, hij hoeft niet worden ingepakt
Ik rij d’r meteen mee weg
Naar de Riviejèra, naar de Riviejièra!

Wil je het lied nog eens horen?
Hierbij een link naar de uitvoering van Dick Swedde uit de jaren ’60. Geniet daarbij vooral van de mooie foto’s uit de de oude doos die voorbijkomen.

Waarom moest ik nou ineens aan dit lied denken?
Omdat ik deze week op Instagram een post voorbij zag komen waarin dat geld ook een onderwerp was.

Alles is te koop voor geld.
Is alles te koop voor geld?

Je kunt een huis kopen, maar geen thuis.
Je kunt een klok kopen, maar je kunt geen tijd kopen.
Je kunt een eten kopen, maar je kunt geen ’trek’ kopen.
Je kunt een bed kopen, maar je kunt geen slaap kopen.
Je kunt medicijnen kopen, maar je kunt geen gezondheid kopen.
Je kunt verzekeringen kopen, maar je kunt geen veiligheid kopen.

Er zijn dingen die je niet kunt kopen.
Koester ze.

Reageren

6 juni: Even een dagje weg…..

Je leest op dit blog wel eens iets over mijn collega’s. Sinds drie en een half jaar maak ik deel uit van de secretaressegroep van Team290, maar daarvoor had ik bijna tien jaar een duo-baan met met Jacquelien; vandaag hadden we eindelijk weer eens tijd voor een ex-duo-baan-collega-uitje.
“Ik kom wel naar jou toe” zei ik en zo zat ik vanmorgen om 09.45 uur in de auto op weg naar Veendam.
Deze keer was het haar beurt om het te organiseren en ze nam me mee naar Slochteren, waar we een bezoek brachten aan de Fraeylemaborg.
“Ik heb via internet al kaarten gekocht” vertelde ze.
Maar eerst moesten we natuurlijk een kop koffie en even bijpraten.
De wederzijdse gezondheid.
Texel.
De familie.
De collega’s van toen en nu.
De korte vakantie naar Griekenland.
De reorganisatie binnen Lentis en wat dit misschien voor ons gaat betekenen.
Man, man, wat hadden we wat bij te praten.

Maar terug naar de Fraeylemaborg.
De vrijwilligers van tegenwoordig zijn meestal geen flitsende wizz-kids en toen we met onze digitale kaarten bij de kaartencontrole stonden zagen we lichte paniek in de ogen van de mevrouw achter de balie.
‘Twee barcodes….?”
Er bliepte niks als ze de barcodes scande.
Gelukkig kwam er even later een andere vrijwilliger die volgens de mevrouw ‘alles wist’ en was het maar zo geregeld.
Bliep. Bliep.

“Was je hier al eens geweest?” vroeg Jacquelien mij van te voren.
“Jaren geleden met mijn ouders” meende ik mij te herinneren.
Dat moet eind jaren ’70 geweest zijn.
Wat ik me er nog van wist te herinneren was dat het vooral heel leeg was.
Mijn vader noemde het interieur destijds ‘een bijmekaargeraapt zooitje’ en dat was geen compliment.

Hoe anders was het nu.
Het huis was helemaal ingericht, alsof de bewoners even een dagje weg waren.
Men heeft een aantal stukken van de originele huisraad terug kunnen kopen en verder opgevuld met wat goed bij het huis paste.
We kregen een foldertje met een korte routebeschrijving en zo dwaalden we door gangen, op trappen, zolders, kelders en keken ons de ogen uit. Maar…… ik wil natuurlijk ook altijd graag de geschiedenis van zo’n pand weten. Die namen we tot ons op twee stoeltjes in de trouwzaal: een filmpje van acht minuten waarin álles wordt verteld. Met humor!
Op YouTube vond ik het: hierbij een link, kijk en geniet.

Het huis hangt werkelijk vól met schilderijen en foto’s en ons koningshuis van nu én vroeger is ook ruimschoots vertegenwoordigd.
Ook hingen er een paar mooie oude kaarten, waarop we natuurlijk Veendam, Roden en Hoogersmilde zochten.
Maar dat laatste dorpje bestond nog niet in de 16e eeuw.
Zulke oude kaarten, wat mooi!

Wil je meer weten over de Fraeylemaborg, kijk dan op hun website.
Daar vind je heel veel informatie over het Landgoed.
Tip van Flip: daar vind je ook een video met een interview met Louisa Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren, de laatste bewoonster van het huis die in 1972 het huis verkocht aan een stichting om het te beheren.
Ze praatte nog een beetje ‘daftig’…..

We genoten van een heerlijke lunch in het restaurant bij de Fraeylemaborg en daarna reden we weer naar Veendam.
“Stuur je een Tikkie?” vroeg ik bij het afscheid.
“Nee. Ik trakteer vandaag!”
Dank je wel!

Reageren

5 juni: Ladies-middag in Westerbork.

De moeder van Gerard heeft vroeger ooit met onze twee oudste dochters een bezoek gebracht aan het Knipselmuseum in Westerbork.
Het museum was leuk, maar het allerleukste vonden de meiden toen dat ze zelf mochten knippen.
Oma Waninge vond dat zelf ook verreweg het leukste onderdeel; ze vertelde later nog vaak het verhaal dat ze per ongeluk de verkeerde kant van een papieren kleedje had afgeknipt, waardoor het in vier stukken uit elkaar viel.

Op de zaterdag in het Pinksterdweekend ging Gerard met de mannen een mannending doen: simulatie-racen.
We kregen foto’s van de heren in een grote stoel met een stuur in de handen: een koptelefoon op en gefocusd starend naar een beeldscherm.
De meisjes gingen die middag in de voetsporen van oma Waninge naar het knipselmuseum, dat inmiddels ”Museum van Papierknipkunst’  heet.
Een vriendelijke, vrijwillige heer vertelde ons voordat we het museum ingingen als inleiding iets over de papierknipkunst door de eeuwen heen. We zagen hele oude knipsels, maar ook werk van nieuwe kunstenaars. Een voorbeeld daarvan zie je op de afbeelding rechts: de heilige Franciscus van Assisi.
Ik kan een heel blog schrijven over wat we allemaal gezien hebben, maar ik hou het kort: hierbij een link naar de website van het museum, daar vind je uitgebreide informatie. Neem vooral even de tijd voor het filmpje; je vindt dat bovenin het menu.
Het duurt ongeveer 5 minuten en geeft een heel mooi beeld van wat wij die middag hebben gezien.

Ook nu was het zelf knippen weer het fijnste deel van de middag.
Er zat een vrijwilligster die ons op gang hielp; we kregen allemaal een voorbeeldje waar we mee aan de gang konden.

Mijn voorbeeldje was een vlinder; eigenlijk was het een halve vlinder.
Die moest je op een dubbelgevouwen kaart leggen met het midden van de vlinder op de vouw van de kaart.
Vervolgens ging je met potlood die vlinder omtrekken en daarna uitknippen.
Dat was niet zo moeilijk.
“Klaar!” riep ik, maar dat was te kort door de bocht.
Nu kon je in de dubbelgevouwen, halve vlinder nog weer stukjes omvouwen en daar weer kleine deeltjes uitknippen.
Het was ongelofelijk priegelwerk, maar daar draaien deze wichter hun hand niet voor om: we hadden het redelijk snel onder de knie.
Frea knipte zelfs een bladwijzer met als thema ‘draak’!
Hiernaast zie je wat we allemaal geknipt hebben die middag.
Als je op de afbeelding klikt komt hij groter in beeld; dan zie bijvoorbeeld dat de twee kikkertjes op elkaar lijken, maar dat ze toch heel verschillend zijn.
De mevrouw die ons begeleidde aan de kniptafel zei dat de werken die in het museum hingen ‘Kunst’ waren en dat wat wij deden ‘een kunstje’ was.
Vonden wij niet.
Wij maakten ook kunst!

Rond half vijf kregen we een selfie van de vier mannen: gezellig aan de Radler met een schaal nacho’s.
Toen zaten de dames al met z’n vieren bij Diggels.
Mét borrelplank!

Reageren

4 juni: Rijkdom

In 1966 werd ik 6 jaar en zat ik op de kleuterschool bij juf Idzerda.
Dit even als kader bij het liedje waar ik vandaag op deze website aandacht voor vraag in de rubriek ‘Muziek’.
Het kwam in januari een keer voorbij bij de Arbeidsvitaminen; ik zat met een kop thee voor me een sudoku te maken en hoorde de tekst:

“Ik glinster als een kerstboom want elke diamant is bedoeld als geldbelegging en ik ben je onderpand.
Dit paleis met gouden muren wordt toch nooit mijn huis? Koningin voor alle buren, maar de koning is nooit thuis.”

 

Deze woorden komen uit het lied ‘Paleis met gouden muren’ en gaat over rijkdom.
Maar tegelijkertijd gaat het over armoede, want dat was wat ik dacht toen ik de tekst goed beluisterde: “Wat een armoede.”
Opgesloten in een huwelijk waarin alles draait om de buitenkant.
Een vrouw die zichzelf wegzet als ‘uithangbord, etalage, kerstboom en onderpand’.
Een lied dat bijna 60 jaar geleden is geschreven, maar in deze tijd nog niets aan zeggingskracht heeft ingeboet.

In 1966 werkte mijn vader bij Steenfabriek Roelfsema in Hoogersmilde en wij woonden in een huurwoning in Hoogersmilde.
Uit de fotoalbums en super 8-films die mijn ouders van die tijd maakten komt een beeld naar voren van een gewoon gezin, ouders die van elkaar houden en die het in de loop van jaren steeds beter kregen. Er kwam bijvoorbeeld een auto, een telefoon en een televisie.
We hadden het goed, maar we waren niet rijk.
Mijn moeder woonde niet in een paleis met gouden muren, maar haar koning was, als hij niet aan het werk was, bijna altijd thuis.
Echte rijkdom kun je met geld niet kopen.

Hierbij een link naar het lied ‘Paleis met gouden muren‘.
….ik ben je geldbelegging en ik ben je uithangbord, een deel van je reclame waar ik misselijk van word….

Reageren

3 juni: Fien op Schier.

Soms is de waarde van de dag iets wat mij wordt toegestuurd.
Zaterdag kregen we in de gezins-app een video van Frea.
We zagen het vrouwenkoor Fien (waar zij bij zingt) dat een spetterend openluchtoptreden verzorgde op Schiermonnikoog.
Ben je een koorzanger, dan heb je er vast wel eens van gehoord: het Muziek- en Zangfestival op dat waddeneiland; dit jaar kwamen de koren op zaterdag 1 juni aan de beurt.

Wat zagen we op die video van ongeveer anderhalve minuut?
Vijf vrouwen die het nummer ‘That’s life’ ten gehore brachten.
Het filmpje was gemaakt door iemand die in het publiek stond.
Als kijker word je door de dames het lied ingetrokken. Kijk naar ons! Luister naar ons! Geniet!

Toen ik Frea zondagmiddag sprak complimenteerde ik haar met de bijzondere uitvoering van het lied.
“Wat vond de jury er van?” vroeg ik haar. “Heb je nog iets gewonnen of zo?”
Er hadden 20 koren meegedaan en Fien was vierde geworden; ze kregen een 8.9 als cijfer.
“De jury was onder de indruk. Vond dat we mooi contact met het publiek en met elkaar hadden, met goede arrangementen en gevarieerd stemgebruik. Er waren nog wel wat verbeterpunten qua balans en volume.”

Vandaag wil ik mijn waarde van die zaterdagmiddag graag met mijn lezers delen, daarom plaats ik met toestemming van de vijf dames de video op dit blog. Kijk en geniet:

Mocht je het niet al kunnen zien: die middelste is van ons, zij zingt de bas.
Mama is gewoon trots.
Meer weten van ‘Fien’?
Hierbij een link naar hun  Instagramaccount.

Reageren

2 juni: Niet de hele taart.

“Nu zijn we net Ananias en Saffira” zei ik tegen Gerard toen we 2 puntjes achterhielden van de hartige taart die ik had gebakken voor een lunch met onze PKN-gemeente.
“Nee hoor. Je moet gewoon zeggen dat het niet de hele taart is, maar dat we twee stukjes hebben achtergehouden.”
En dat is de essentie van het verschrikkelijke verhaal waar ik als kind wakker van heb gelegen.
Ken je het niet?
Het wordt verteld in Handelingen 5, je kunt het hier lezen  in de Bijbel in gewone taal.
Vanmorgen hoorde ik het weer voorlezen.
Ananias die dood neervalt en gelijk wordt begraven.
Saffira die drie uur later komt en helemaal niet weet dat haar man is overleden en ook al begraven.
Zijn vrouw nota bene!
Toen moest ik aan mijn vader denken.
Bij hem uitte ik mijn twijfel.
“Pappe! Dat kan toch niet?”
Die antwoordde vaak op mijn moeilijke kindervragen: “De bijbel is geen geschiedenisboek, het is een geloofsboek. Het staat vol met verhalen waar we iets van kunnen leren.”
Dominee Walter Meijles legde het vanmorgen in zijn overdenking ook weer duidelijk uit.
Ben je benieuwd wat hij er over zei?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk

Graag maak ik mijn lezers nog attent op een wandeling waar Gerard en ik ons op verheugen:
a.s. zaterdag 8 juni organiseert Werkgroep Groene Kerk een biodiversiteitswandeling op Landgoed Mensinge.

De wandeling wordt begeleid door Jans Darwinkel.
Deze wandeling heeft twee doelen: genieten van de natuur en verrassende inzichten opdoen over de grote biodiversiteit in onze achtertuin.  Als je in Roden woont is het inderdaad je achtertuin, maar woon je in de buurt (Norg, Leek, Zevenhuizen, Vries, ik noem maar wat) dan kun je natuurlijk ook aanhaken!
Jans zal een aantal leuke wetenswaardigheden rondom landgoed Mensinghe op het gebied van biodiversiteit met de aanwezigen delen tijdens een wandeling. In het kader van: u hoeft niet ver te reizen om bijzondere dingen te zien!

De deelname is kosteloos. De ochtend zal van 09.00 tot 10.30 duren en starten op de parkeerplaats bij het Sterrenbos (eerste parkeerplaats aan de linkerhand na het verlaten van de bebouwde kom (bij de vroegere tennisbaan).  Opgave kan via groenekerk@pkn-roden.nl.

 

 

Reageren

Pagina 16 van 358

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén