De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

1 december: Noten op zang.

“Mag ik dan even bij jou in de map kijken?”
“Nee. Dat mag niet van Karel.”
Karel is de cantor van onze cantorij en heeft nogal wat noten op zang.
Dat hoort ook zo.
Als je op internet zoekt naar waar een goede dirigent aan moet voldoen, dan vind je deze zin: tot de vereisten voor een goede dirigent behoren een ijzeren wil, grote stressbestendigheid, grote algemene cultuurkennis, overredingskracht, verbeelding, en, naast een goede dirigeerslag (al dan niet met dirigeerstok), een uitstekende conditie.”
Dit vond ‘de Dirigentenacademie’ op 28 aug 2017.
Onze cantor voldoet aan alle criteria, dus wij boffen.
Wij hebben het op de achterste rij met een glimlach over ‘het evangelie van Karel’.
Ik citeer een paar verzen:
Allemaal je eigen muziek, geen afgekijk bij de buurvrouw.
Rechtop zitten zodat je ieder moment kunt gaan staan.
Bij hoge noten je denkbeeldige koepel (boven je hoofd) open zetten. “Zet de deur naar die zolderkamer maar open!”
Durven te zingen, niet van dat gemompel.
Kom op tijd: als we kwart voor negen afspreken zit je om die tijd met je map op de goede plaats in het koor.

Dat was vanmorgen dus.
08.45 uur aanwezig.
In voorgaande jaren was ik dan in de vroegte alleen op pad, maar deze maanden zingt Gerard tijdelijk als bas met ons mee, dus we wandelden om 08.30 u naar de kerk.
Stond ik bij het afscheid van Klaas nog naast Gerard, vanmorgen was mijn buurman Wim: fijn dat we een nieuwe bas mogen verwelkomen!
Het is vandaag de 1e zondag van Advent; de eerste kaars van het adventsbloemstuk werd aangestoken en er was een liturgische schikking bij het Adventsproject waar de kinderen dit jaar aan meedoen, je ziet het op de afbeelding hiernaast.
De kinderen hebben een koffer en gaan op weg naar Bethlehem. Iedere week staat er een ander Bijbelverhaal centraal, deze week was dat Ruth.
We zien een wegwijzer met daarop Bethlehem en het aantal dagen tot Kerst, een koffer met daarin een paars kleed (de kleur van Advent)  een wandelstok en klimop, want Gods trouw gaat altijd met je mee.
Graan staat voor het verhaal van Ruth: met lef en doorzettingsvermogen kan er wat moois opbloeien.

Beetje vreemd: we hebben in de viering van vanmorgen verder helemaal niets over Ruth en Naomi gehoord.
Het leek alsof het adventsproject helemaal los stond van de 1e adventsdienst.
Dat werd nog versterkt door een werkelijk onzingbaar lied dat bij het project hoorde, waarvan ik dacht “dít had de cantorij moeten instuderen.”
Het was vanmorgen een viering met een hoog liturgisch gehalte met heel veel liederen én de viering van het heilig avondmaal: eerlijk gezegd vond ik het wat veel allemaal.
Maar het zingen ging goed:  toen we thuis waren kregen we een appje van Enny, een alt van ons koor die niet mee kon zingen vanmorgen, maar ze had wel geluisterd/gekeken.
“Het was een mooie dienst en jullie hebben mooi gezongen, vooral het lied ‘Danken wij de goede God’ met Karel als voorzanger!”
Zoals ik al schreef: een cantor met nogal wat noten op zang.
Ook letterlijk dus. Wies met.

Je kunt deze viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

30 november: Over uitstel, geen afstel en trage december-inspiratie.

Halverwege deze week stuurde ik een mail naar degene die ons tijdschrift ‘de Waarde van de dag‘ gaat drukken.
Dit was de strekking van de inhoud: “We hebben steeds ingezet op de uitgave van ons tijdschrift eind 2024, maar door de gebeurtenissen van de afgelopen weken ben ik niet de beste versie van mezelf.  Verhuizing op het werk, sterfgevallen in mijn omgeving: het is te veel en daardoor kost alles veel meer energie dan anders.
Een aantal dingen laat ik doorgaan, zoals zingen in de cantorij en mijn werk, maar daarnaast zeg ik dingen af en daar hoort ook mijn tijdschrift bij.
Het is iets wat ik zelf heb bedacht en het is ook een cadeau voor mezelf, maar op dit moment heb ik er geen ruimte voor in mijn hoofd.
Met onze dochters heb ik afgesproken dat we het over de jaarwisseling heen tillen: we willen graag inzetten op week 2 in de hoop dat het in mijn hoofd dan weer wat minder druk en vol is. ”
We hebben al een proefdruk exemplaar om even te zien hoe het er uit komt te zien en we zijn erg tevreden, maar het is nog niet klaar.
Nog even wachten dus.

Maar ondertussen gaat dit blog wel door met iedere dag een verhaaltje van Aaltje, vandaag bijvoorbeeld over de inspiratie voor de maand december die in het teken staat van Sinterklaas en Kerst.
Dit jaar duurde het allemaal wat langer voor ik met de voorbereidingen van de feesten aan de gang kwam.
Als we anders lootjes trekken ben ik al weken van de te voren aan het bedenken wat ik zal kopen en wat ik ‘er bij’ zal doen, dit jaar moet ik op het moment dat ik dit schrijf bijna alles nog doen.
En dan het adventsbloemstuk. Meestal begin ik half november al te bedenken wat ik ga maken, maar ook dat moest dit jaar op het laatste moment: vandaag. Rechts een afbeelding van hoe het is geworden, links een detailfoto van het middenstuk.
Gewoon vier witte kaarsen, sparrengroen van de boom bij onze kapper (onze Koreaanse zilverspar is er immers niet meer), een hortensiabol, wat ‘opvul’ uit de tuin zoals rozenbottels en skimmia enzo: de versie van 2024 lijkt veel op die van 2023, ik heb alleen een andere kleur kaarsen gebruikt.

Vind je het leuk om terug te kijken naar de Adventstukken van voorgaande jaren?
Geen bloemstuk is namelijk hetzelfde.
Andere schaal, andere vorm, andere kaarsen, ander groen: hierbij de links naar de betreffende pagina’s:
2023>>>
2022>>>
2021>>>
2020>>>
2019>>>
2018>>>
2017 >>>
2016 >>>
2015 >>>
2014 >>>

Reageren

29 november: Schone zang uit Amsterdam.

Op zondag 20 oktober werd in de serie ‘Volle zalen’  de aflevering met Diederik Ebbinge uitgezonden.
Daarin vertelde hij over de musical ‘Onze Jordaan’ die hij had geregisseerd ter gelegenheid van het 750 jaar bestaan van Amsterdam.
Hij vertelde over de belcanto-zangstijl die we kennen van Willy Alberti, Johnny Jordaan en Tante Leen; belcanto is een Italiaans woord;  het betekent ‘schone zang.
Smartlappen, gezongen met zo’n mooi vibrato gecombineerd met stukken uit de Italiaanse opera.
“O wat zou ik daar graag heen willen!” zei ik tegen Gerard, maar ik dacht dat het alleen in Amsterdam te zien was en dat vond ik te veel gedoe.
Maar.
Een dag later ontdekte ik dat de musical ook op tournee ging: ze kwamen op 28 november in Martini Plaza in Groningen.
Onmiddellijk bestelde ik twee kaarten en zo zaten deze twee Drenten gisteravond op rij 12 op balkon Oost in een uitverkocht Gronings theater te kijken naar een musical over de Jordaan in Amsterdam.

Dit staat er over op de site van het ‘De La Mar’-theater:
In Onze Jordaan blikt Greet (Ellen Pieters) op haar 80ste verjaardag uitgebreid terug op haar tijd in deze bekende Amsterdamse wijk. Op de uittocht van de echte Jordanezen en de komst van de yuppen en studenten. Op het missen van haar man Jopie, haar leven als alleenstaande moeder en de saamhorigheid onder de buurtbewoners, die nog sterker werd door de komst van het buurtkoor ‘de Belcanto’s’. Een verhaal vol van humor, emotie, melancholie en verbittering, maar vooral ook van hoop en verzoening. Onze Jordaan wordt muzikaal ondersteund door de typische belcanto-zangstijl, zoals we die kennen van Willy Alberti, Johnny Jordaan en Tante Leen. In nieuwe arrangementen passeren heerlijke meezingers de revue, zoals De parelvissers, Bij ons in de Jordaan, La donna è mobile en De glimlach van een kind.

Het was één van de mooiste voorstellingen die ik ooit heb gezien (de mooiste was Anatevka met Henk Poort).
Op het podium stond een orkest op een soort verhoogde stellage en daaronder zag je het verhaal zich afspelen.
Je wordt er in meegezogen en betoverd.
Wát een mooie muziek!
En wat een ontwapenende, Amsterdamse humor.
De Turkse verpleegster die Greet verzorgt heet Aisha.
Als dochter Loes de naam niet goed verstaat zegt Greet: “Aisha! Van Aisha mekaar niet meer vertrouwe kan!”
Die humor kwam ook mooi naar voren toen een clubje oude Jordanezen in hun kroeg een moderne ober vraagt om “een pikketanussie”.
Huh? “Een krakertje.” Wat? “Een kijkertje-over-het-IJ.”

De scenes wisselen elkaar snel af; het ene moment zit je bij Greet en haar kinderen thuis, dan is er weer een scene in de kroeg of op straat.
Ook zit je even een moderne woonkamer in Almere, waar dochter Loes een ontroerend lied zingt over heimwee naar Amsterdam.
We beleefden een avond vol nostalgie en melancholie; je wordt als publiek verwend met dans, zang en meeslepende muziek.
Eigenlijk wil ik hem nog wel een keer zien…..

Hierbij een link naar de website van de musical én een link naar de aflevering van Volle Zalen met Diederik Ebbinge.
Dan snap je misschien ook waarom ik dit gewoon móest zien.

Reageren

28 november: …. de asch van hem…….

Op 1 november was ik door neef Cor uitgenodigd voor een middagje geschiedenis.
We begonnen met een stadswandeling in en rond Assen.
Daarna nam Cor mij mee naar een hunebed dat ik nog niet had gezien: D16 dat ten noordwesten van het dorp Balloo ligt. Je kunt er alleen  komen via zandwegen.
Het ligt op de Ballooër-es, aan de rand van het natuurgebied Kampsheide.
Het is één van de grootste hunebedden: bijna 16 meter lang en bijna 4 meter breed.
In de buurt van dit hunebed is een nederzetting van de Trechterbekercultuur gevonden.
De dingen die zijn gevonden zijn te zien in het Drents museum.
Verder vond men daar celtic fields en er zijn ook diverse grafheuvels.
Die heuvels ontstonden na de hunebedperiode doordat de as van de doden in een kringgreppel en later (vanaf de 6e of 5e eeuw v.Chr.) in een vierkante greppel werd gedeponeerd. Over de crematieresten werd een lage plaggenheuvel opgeworpen, een brandheuvel. Deze liggen vaak in groepjes bijeen, zoals bij 38 grafheuvels van het Tumulibos bij Ballo-Rolde nog te zien is. De grafheuvels dateren uit de Nieuwe Steentijd, Bronstijd en IJzertijd.
Cor en ik liepen er langs, maakten wat foto’s en bekeken het informatiebord dat ons alles vertelde over dit tumuli-bos.

Daarop stond een mooi gedicht ‘Het tumulibos bij Assen’, geschreven door L. Koops.
Vond ik mooi. Mijmeringen van een mens uit de 20e eeuw bij eeuwenoude grafheuvels.
Je vindt het hieronder; let vooral op de laatste regels.

Geen pracht en praal, geen marmersteen
geen keur van bloemen om U heen
geen opschrift met Uw roem en lof
geen rustplaats in een weidschen hof
een nietig hoopje hei en aarde
is alles wat de tijd U spaarde.
En berk en den en gouden brem
staan zwijgend aan Uw zij
en stormwind zingt op het oude graf
het lied dat eens u vreugde gaf:
het lied van Drenthe’s hei.
Waar leefdet Gij? Hoe en wanneer?
Voor hoeveel duizend jaar?
Hoe stierft Ge? Strijdend of in vree?
Wie droeg U naar Uw laatste stee?
Wie maakte Uw heuvel klaar?
Geen antwoord klinkt, doch heiwind zingt.

Doch zeker weten wij: Gij leefdet eens op Drentschen grond
en zwierft in ’t oude Drenthe rond
en vondt Uw graf op de hei.
Slaapt rustig voort, door niets gestoord
en zullen eeuwen gaan, gij kleine hoopjes aarde
vervallen, zonder waarde, zult onberoerd hier staan.
Geen ploeg zal U ooit schenden, geen spa zij hier gebracht
Wij willen u bewaren voor ’t verre nageslacht
omdat wij eerbied voelen voor ’t graf dat hier omvat
de asch van hem die Drenthe het eerst heeft liefgehad.

Reageren

27 november: Iets ‘mit Zwiebeln’ (2)

…… nog niet helemaal ingericht……

Na ons bezoek aan de kerk met de tentoonstelling over wat heilig voor ons was (zie deel 1)  liepen we naar het marktplein waar die andere kerstmarkt moest zijn.
Maar die was nog niet helemaal ingericht en viel qua kramen wat tegen, maar het sfeertje was leuk.

We dronken samen nog een kop koffie in de lounge van het hotel en spraken af dat we elkaar om 22.00 uur nog even zouden ontmoeten op de kamer van één van ons.
Wij namen wat wij nog over hadden mee (wat drinken en een halve zak Joppie chips) maar er waren ook nog wat boodschappen gehaald, dus er was genoeg.
Met z’n zessen op een twee-persoonshotelkamer: wanneer doe je dat nou? Het was één van de leukste onderdelen van het weekend.

Ontbijten in een hotel is sowieso altijd al een feestje; zaterdagmorgen de 23e hadden we om 09.00 uur afgesproken en schuifelden we zoekend en genietend langs een Frühstück-buffet.
We zouden niet de hele zaterdag in Oberhausen blijven, (want sommigen van ons hadden ’s avonds ook nog wat in de agenda staan) maar we besloten dat we na de koffie aan het eind van de ochtend nog even op die grote Weihnachtsmarkt gingen kijken.
Het had nog wel wat voeten in de aarde om de auto kwijt te raken bij het Centro.
Er zijn daar 7 grote parkeerplaatsen waar je gratis kunt parkeren; er is plaats voor zo’n 15.000 auto’s!
Maar op zaterdagmorgen na elven is het daar ontzettend druk, dus we stonden wel even in een file en eenmaal binnen in P7 was het ook best nog even zoeken naar een parkeerplaats. Denk hierbij aan Schiphol, waarbij een groen lampje betekent dat er een vrije plaats is, alleen werkte dat systeem niet naar behoren….. bij ieder groen lampje stond toch al een auto.
Maar we hebben het gered en toen konden we toch nog een tweede keer langs de kraampjes.
Het was wel een stuk drukker dan vrijdag en we hoorden ook best veel Nederlands om ons heen. Ook niet gek, want Oberhausen ligt nog geen honderd kilometer van Arnhem.

Als kerstaandenken aan Oberhausen kocht ik natuurlijk de lelijke beker waar we glühwein in kregen. Die kun je gewoon meenemen als je geen statiegeld (€ 2,=) terug vraagt.
Verder kocht ik een LED-Stern: een houten sterretje met een lampje er in ‘die mann am Fenster kleben kann’.
Met zo’n zuignapje.
En ook nog iets ‘mit Zwiebeln’?
Jazeker.
Bratwurst.

Eenmaal thuis plakte ik het sterretje zaterdagavond op het grote raam van de tuindeuren in onze woonkeuken.
Nog geen kerstboom, want dat vind ik nog veel te vroeg, maar wel alvast een klein sterretje.
A.s. zondag is het al 1e advent!
Ik zal mijn ‘Kerst-afspeellijst’ op Spotify alvast weer opzoeken.

Vorige blogs over kerstmarkten:
2016 Kerstmarkt in Bremen
2018 Die leute brauchen ein Polonaise um raus zu kommen….
2022 Over de grens : Weihnachtsmarkt in Münster

 

Reageren

26 november: Het oerwoud in ons kippenhok.

“Is dit ook allemaal meegekomen? Daar had ik anders geen sticker opgeplakt! Wat moeten we nog met deze ouwe zooi!”
Deze zin werd maandagmorgen uitgesproken door mijn collega bij het uitpakken van de zoveelste doos.
Het had onze werkgever in zijn/haar oneindige wijsheid behaagd om het kantoor van Team290 te verhuizen van de Laan Corpus den Hoorn naar de Hereweg 80.
Van de rand van de stad Groningen naar de binnenstad.
Die verhuizing heeft vrijdag plaatsgevonden.
Met een andere collega had ik afgesproken dat wij er maandagmorgen om 07.30 uur zouden zijn om alvast een werkplek te creëren.

We meldden ons gistermorgen bij de balie en maakten kennis met de baliemedewerkster die ons een sleutel gaf: eenmaal aangekomen op de tweede etage konden we naar binnen.
Er stonden weliswaar 5 bureaus, maar er was nog geen sprake van 5 werkplekken.
Eigenlijk kon je haast nergens komen, want overal stonden grote verhuisdozen.
We hingen onze jas op en begonnen eerst maar met uitpakken.
Langs een zijwand van ons nieuwe kantoor staat een hele kastenwand die we konden gebruiken om al het materiaal weer in te zetten.
Om 08.30 uur ging de telefoon weer op ‘aan’ en waren we zover ingericht dat we twee computers en twee telefoons konden bevrouwen.

Halverwege ochtend stond meer dan de helft van de verhuisdozen alweer in een kar op de gang en konden we aan de gang met het inrichten van de andere werkplekken.
Maar dat viel nog niet mee!
Geen goede kabels, geen goede verbindingen, wel goede computers maar niet de juiste stekkers, problemen met wachtwoorden en wifi.
“Waar is dat kleine gaatjesprikding?”
“Waarom kan ik niet printen? Doet die printer het eigenlijk wel?”
“Wie heeft die adresstickers ergens gezien?”
“Waar is dat dingetje voor het aansluiten van de head-set?”

Aan het begin van de middag kwam er een jongen van de afdeling Automatisering naar ons ‘kippenhok’.
Wat kun je dan blij zijn met iemand met verstand van zaken.
Waar wij met een rood hoofd onder het bureau zitten en van alles proberen (“Heb je nu dat zwarte kabeltje? Ja? En waar moet die in?”) weet deze ICT’er moeiteloos de weg in het oerwoud van stekkers en kabels, plugt hier er daar wat in en zegt na 20 minuten: “Volgens mij is het zo wel klaar.”

Inmiddels staat bijna alles in de kasten en heeft iedereen een werkplek.
We zijn nog van alles kwijt en er staan nog een paar dozen met ‘onbestemde zooi’ die van ons niet mee had gehoeven.
Het goede nieuws is dat we allemaal een hoog-laag bureau hebben, dus je kan staan en zitten.
En verder was het gistermiddag al weer bijna normaal.
Een meneer belde omdat hij zich zorgen maakte om zijn rijbewijs.
“Wij maken een terugbelbericht, u wordt daarover in de loop van de middag  door uw casemanager teruggebeld.”
Vervolgens belde die meneer nog twee keer met hetzelfde verhaal.
Wij blijven vriendelijk en geven hem weer dezelfde informatie.
Als je bij Team290 werkt weet je dat een cliënt wel eens wat vergeet.
Onze verhuis-zorgen verbleken bij de echte zorgen van het leven.

Reageren

25 november: Ootmoedig.

Drukke dagen, verdrietige dagen.
Veel aan het hoofd.
“Gaan we morgenvroeg naar de kerk?”
Die vraag bleef in de lucht hangen toen we zaterdagavond na een verjaardag bij vrienden nog even in de keuken stonden.
“Wat mijn betreft niet” dacht ik, want ik was moe, maar ik zei het niet.
We gingen toch.
Het volle hoofd maakt dat ik me niet zo goed kan concentreren.
Op het werk niet, in gesprekken niet, maar ook bij een kerkdienst niet.
En de somberheid na de tumultueuze weken die achter ons liggen maakte dat ik bij één lied dat we zongen gewoon niet meezong.
Dit was de tekst die we moesten zingen:
 Voor hen die ons regeren, de hoofden van het land, bidden wij God de Here, om ootmoed en verstand, dat zij bewaren hecht en recht…..
Ja joh, toe maar! Bidden voor Wilders en consorten! dacht ik opstandig.

De preek heb ik beluisterd, maar ook nu kostte het moeite om de draad van het verhaal vast te houden.
Zomaar wat quotes uit de overdenking van dominee Sybrand van Dijk van zondagmorgen:
‘Dat mensen mensen doden is niet de verantwoordelijkheid van God.’
‘God tilt niet de verantwoordelijkheid van mensen af, God is een spiegel waarin wij onze verantwoordelijkheid zien.’
‘Haat is de taal van macht geworden.’
‘God is machtig omdat hij zo kwetsbaar aanwezig is’.
Zefanja, de profeet uit wiens boek wij vanmorgen een klein gedeelte lazen, roept, naast het uiten van zeer oorlogszuchtige taal, de ootmoedigen op om God te zoeken.
“Jullie, ootmoedige mensen, zoek de menselijkheid in je naaste.”
Over het woord ‘ootmoed’ zei voorganger Sybrand van Dijk vanmorgen het volgende:
“Het is een teken van de tijd dat wij het woord ootmoedig in het Nederlands nergens meer gebruiken, behalve in de kring rondom het woord van God.
Wat betekent ootmoedig? Het woord is samengesteld uit de Middelnederlandse woorden ode (gemakkelijk) en moed (in de betekenis ‘gemoed, gezindheid’). Een gemakkelijk gemoed is inschikkelijk en ten opzichte van anderen of God betekent dat ook ‘nederig’.

De dominee zei daar vanmorgen over: ootmoedig zijn de mensen die zich bloot durven te geven. Mensen  die zeggen: dit ben ik als mens en die durven te geven wat ze te geven hebben.
Mensen die zichzelf niet opblazen maar die zichzelf in hun kwetsbaarheid laten zien.
Daarbij citeerde hij Job Cohen: ‘Laten we een beetje zorgzaam zijn voor elkaar; laten we een beetje op elkaar letten.”
Dat zijn de woorden waarop het aankomt.
Niet de hele preek kunnen volgen, toch veel aan gehad.
Dank Sybrand.

Je kunt deze viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

24 november: Iets ‘mit Zwiebeln’. (1)

In oktober kreeg ik voor mijn verjaardag van Gerard ‘een Duitse Weihnachtsmarkt’ cadeau.
Hij had ontdekt dat in Oberhausen een hele grote kerstmarkt is (nummer 3 in de top 10 van heel Duitsland), dat wilden we wel eens zien.
We boekten een kamer in het Elaya hotel in het centrum van Oberhausen voor 22 op 23 november.
“Waar zitten jullie dan? Dan boeken wij ook een kamer” en zodoende waren we dit weekend met twee dochters en twee schone zonen in Duitsland.

Die grote Weihnachtsmarkt was langs de Promenade bij het Centro, een enorm winkelcentrum buiten de stad.
“Hoe gaan we daar heen? Is het te lopen?” Google weet antwoord op alle vragen: het was ongeveer een uur lopen.
“Nee, dan gaan we met de bus, we zitten hier vlak bij het hoofdstation”.
Meestal zoek ik dat soort dingen altijd op, maar onze twee dochters liepen al tetterend richting de dichtstbijzijnde bushalte en een half uur later liepen we langs de kraampjes.
En natuurlijk deden we wat we anders ook doen op zo’n markt, alleen nu verdeelden we het over twee dagen!
Op zaterdag genoten we met z’n zessen om een statafel  van zo’n lelijke beker glühwein en vergaapten we ons aan de grootte van het geheel overdekte winkelcentrum én de prachtige, overdadige kerstverlichting.
Eenmaal buiten ontdekten we dat het stroomde van de regen en vluchtten we eerst naar de bushalte en daarna naar ons hotel, waar we bedachten wat we gingen eten.
“Dit lijkt met het type restaurant waar we naar op zoek zijn” appte één van de dochters.
‘Zum Uerige Treff’ heette het.
Niet duur en typisch Duits; ik had Zwiebeln-Schnitzel mit Bratkartoffeln.
Geen sterrenrestaurant, maar man, wat lekker.
“Hoe kom je nou aan dit adres?” vroeg ik na het eten.
“O, gewoon op Google ‘Halbes Hähnchen Oberhausen’ intypen…..
Tuurlijk.

“En wat heerlijk dat we nu niet nog naar huis hoeven te rijden!”
Er strekte zich nog een avond voor ons uit.
We gingen nog kijken op de markt in het oude stadshart van Oberhausen, want daar zou ook een kerstmarkt zijn.
Op weg daarnaar toe kwamen we langs de Herz Jesu-kerk die nog open was, daar moesten we natuurlijk wel even naar binnen.
Daar stuitten we op de tentoonstelling Heilig. Heilig? Heilig!; we namen de tijd om die even te bekijken. Onder het motto ‘Mens, jij bent heilig!’ moedigt de tentoonstelling bezoekers aan na te denken over de vraag wat heiligheid in hun eigen leven betekent – ​​en of ieder van ons niet op zijn eigen manier ‘heilig’ is.  Het was een oproep aan iedere bezoeker om zichzelf als waardevol en uniek te zien. De tentoonstelling biedt ruimte om na te denken over wat er werkelijk toe doet in het leven en wat wij als ‘heilig’ ervaren.
Een fijn, meditatief moment op zo’n kerstmarkt, waarin alles verder alleen maar draait om zoveel mogelijk verkopen in kerstsfeer.

Wat nam ik mee als kerstaandenken aan Oberhausen?
Daarover meer in deel 2 van dit blog dat a.s. dinsdag wordt gepubliceerd.

Reageren

23 november: Over geluk (5) – Open geest

Begin januari schreef ik over onze nieuwe scheurkalender voor 2024.
Daarover schreef ik al een viertal blogs* , waarbij steeds één ‘pijler van geluk’ wordt uitgelicht; vandaag gaat het over ‘een open geest’.
De kernwoorden die bij dit onderwerp horen zijn ‘nieuwe ervaringen opzoeken en bijleren’.

Wanneer je met een open geest in de wereld staat, sta je open voor nieuwe ideeën, ervaringen, theorieën, mensen en levenswijzen. Met een open geest kun je de wereld optimaal ontdekken. Je kunt eenvoudig contacten leggen, nieuwe dingen ontdekken en zo gaandeweg je leven verrijken.
Er kunnen heel wat dingen in de weg staan als je met een open geest de wereld in wilt kijken.
Wat heb je van huis uit aan ideeën meegekregen en hoe ben je gevormd?
Welke overtuigingen en vooroordelen heb je in de loop van je leven ontwikkeld?
Hoe bepalend is voor jou de mening van andere mensen in jouw omgeving?

De zinnen die op onze gelukskalender stonden bij deze pijler waren heel divers.
Eén van de mooisten vond ik die van de Amerikaanse kunstschilder Georgia O’Keeffe: ‘Wat telt is echte interesse. Geluk is tijdelijk. Interesse is blijvend.’

Verder was er een quote van Paul Simon:
‘Als ik denk aan al de onzin die op school moest leren, is het een wonder dat ik nog gewoon kan denken’.
Die kennen we natuurlijk allemaal in de Engelse versie van het lied Kodachrome.
‘When I think back on all the crap I learned in highschool, it ’s a wonder I can think at all’.

Deze uitspraak komt van de Duitse filosoof T. Adorno:
– Voor geluk geldt hetzelfde als voor waarheid. Je hebt het niet, je zit er middenin.

De Britse mode-ontwerper P. Smith zei:
– De grootste uitdaging in het leven is om het kind in jezelf te bewaren en een vrije geest te behouden.

Deze heeft een poosje bij ons het prikbord gehangen:
– Studeer alsof je eeuwig leeft.
Leef alsof je morgen sterft.
Het werd gezegd door de Amerikaanse wetenschapster M. Mitchell die leefde in de 19e eeuw.

De Sloveense dichter A. Grün schreef deze zin op:
– Bloemen zijn langs elke weg te vinden, maar niet iedereen weet er een krans van te vlechten.

Een Amerikaanse futuroloog wijst ons op de noodzaak om te blijven leren:
– De analfabeet van de 21e eeuw is niet wie niet kan lezen of schrijven, maar wie niet kan leren en bijleren.

Deze van de Amerikaanse componiste N. Sleeth vond ik veelzeggend:
– De deuren van het geluk gaan naar buiten open.

Dit is er ook wel eentje om over na te denken; hij komt van de Duitse filosoof Nietzsche:
– Een man die het heel druk heeft, verandert zelden van mening.

Dit blog sluit ik af met een waarheid als een koe van de Britse schrijver S. Johnson.
Dit zei hij al in de 18e eeuw:
– Als je alles wilt veranderen behalve je eigen positie, zul je nooit geluk vinden.

* Hierbij een link naar het eerste blog in deze serie, vandaar uit kun je linken naar de eerdere delen die al gepubliceerd zijn.

Reageren

22 november: Boekwinkel voor gebroken harten

Op vakantie in Italië las ik het boek van Robert Hillman: ‘De boekwinkel voor gebroken harten.’

Op de zijkant van dit bibliotheekboek stond het pictogram dat bij ‘Geschiedenis’ hoort, maar er hadden wel 2 tekentjes bij op kunnen staan : een hartje voor een roman een tank voor een oorlogsboek.

Het speelt zich af in de jaren 60 Australië waar Tom Hope woont: een sterke,  grote,  vriendelijke boer van begin 30 die per ongeluk met de wispelturige  Trudy is getrouwd.  Trudy verlaat hem, maar komt toch weer terug als ze zwanger is van iemand anders. Het jongetje, Peter, wordt geboren en Tom is als een vader voor het kind. Maar Trudy verlaat hem weer en ze neemt haar zoontje met zich mee.
Tom is een gebroken man. Niet om het vertrek van zijn vrouw, maar om het gemis van de jongen.

En dan arriveert Hannah Babel in het dorp: een kleurrijke vrouw die als een wervelwind het leven van Tom binnenstormt omdat ze een boekwinkel wil beginnen.  Tom helpt haar met zagen en timmeren en al snel zijn die twee als een blok voor elkaar gevallen. Het dorp vindt er wel wat van, want Hannah is minstens 10 jaar ouder dan Tom en Jodin, maar eigenlijk zijn ze ook wel blij dat ze ‘hun’ Tom weer zo gelukkig zien.

Maar ook Hannah’s hart is gebroken. Haar eerste man Leon is overleden in Auschwitz en de tweede, Stephan, kwam om bij de Hongaarse opstand in 1956. Maar het grootste verdriet in haar leven is het overlijden van haar zoontje dat Auschwitz ook niet overleefd heeft. In flashback lees je over hoe het leven van de Hongaarse Hannah tot dan toe is verlopen: de treinreis naar het concentratiekamp, de gruwelijke omstandigheden daar, de vreselijke toestanden na de oorlog, het overleven van de bittere armoede en tenslotte het vluchten uit Hongarije na de opstand.
“Nooit meer kinderen in mijn leven” Dat is wat ze tegen Tom zegt als ze trouwen en Tom accepteert dat.

De boekwinkel wordt geopend: Hannah Boekhandel.
Dat die nog een tweede naam heeft weet verder niemand; in het Hebreeuws staat op de deur ‘de boekwinkel voor gebroken harten’.

En dan komt Peter terug in Toms leven.
En als gevolg daarvan gaat Hannah weg.
Wat een verdriet.
Hannah is kwaad op God en vecht in haar eentje de innerlijke strijd uit.
Tom is zielsgelukkig dat Peter er weer is, maar ook diepongelukkig omdat Hannah hem heeft verlaten.

Auteur Robert Hillman beschrijft het allemaal op een Maeve Binchy-achtige manier: meeslepend met af en toe een traan, maar ook zeker een lach!
Ik was danig onder de indruk van dit boek.
Wat een impact heeft wat wij ‘geschiedenis’ noemen gehad op de levens van mensen.
En ik realiseer me daarbij terdege dat mijn generatie de eerste is die is opgegroeid in een tijdperk van relatieve rust in de Europese geschiedenis.
Daar zouden we wel wat meer bij stil mogen staan.

Reageren

Pagina 3 van 361

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén