De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

25 juni: Het ouderlijke erf & herinneringen.

Afgelopen zaterdag vierden we de familiedag van Gerards familie op de ouderlijke stee.
De plek waar Gerard vandaag 63 jaar geleden werd geboren.
Het oude huis staat er niet meer, want dat brandde in 1977 tot de grond toe af.
De familie bouwde een nieuw huis en vader en moeder woonden daar tot Roelof en Ali het bedrijf overnamen er er gingen wonen in 1989.
Dat is al weer 35 jaar geleden!
Gerard is getrouwd vanuit dat huis, we vierden er de verjaardagen van de ouders en tegenwoordig komen we er af toe voor de verjaardagen van Roelof en Ali of een andere familiebijeenkomst.
Vader overleed in 1998, moeder in 2016.
Dat tijdperk is al lang afgesloten, maar als je weer een dag in die omgeving doorbrengt komt het allemaal even weer terug: zo’n dag op het erf van het ouderlijk huis brengt altijd veel herinneringen mee.

Tijdens de groepswandeling liepen we het rondje dat we vroeger wel eens liepen toen Gerard en ik verkering hadden.
De televisietoren links van ons, de hoge bergen geel zand van de kalkzandsteenfabriek aan de horizon.
Waar de familie Uitdeflesch vroeger woonde stond nu een nieuw huis, bewoond door vroegere buurjongen Joling.
In zo’n omgeving haal je al gauw wat herinneringen op aan vroeger ’toen va en moe hier nog woonden’.
Over Ceasar, de eerste herdershond die het erf kwam bewaken.
Moeder was er op voorhand helemaal niet voor, maar de hond had maar één echte baas en dat was moeder.
Als moeder in de tuin aan het werk was lag Ceasar voor het hek.
En natuurlijk kwamen ‘de stroopbussen’ ook nog even weer voorbij in de verhalen van de neef en nicht bij wie ik in het wandelgroepje zat.
Moeder bewaarde de overbekende bussen waar de ‘Friesche stroop’ in had gezeten.
Daar konden de kleinkinderen (32 in totaal) mooi mee spelen.
Torens bouwen, lange bussen-slingers maken, doolhoven leggen, dingen er in doen: van alles deden ze er mee.

Moeder Waninge vertelde ieder jaar op Gerards verjaardag het verhaal van zijn geboorte.
Wij konden dat op het laatst wel dromen.
Heb jij dat verhaal nog nooit gehoord? Ik schreef er over in het blog Geboortedag in 2015.

Reageren

24 juni: Roze zaterdag.

Eergisteren was het roze zaterdag.
In de weekend-krant was een hele bijlage gewijd aan dit fenomeen.
Het ging over een vrouwencafé in de jaren ’60, over drag-queens en over acceptatie van lhbtiq+personen.
Op de laatste pagina van die bijlage stond een verhaal van een man wiens broer van 19 was verongelukt toen hij zelf 15 was.
Hij zag het verdriet van zijn ouders en nam zich voor om het zijn ouders zoveel mogelijk naar de zin te maken.
Hij werd verliefd op een jongen uit zijn klas, maar dat kon hij zijn ouders niet vertellen.
Hij trouwde met een meisje waar hij het goed mee kon vinden, kreeg twee dochters en leefde zijn leven waar zijn ouders erg blij mee waren.

Maar.
Rond zijn 40e ging het knagen en vertelde hij zijn gezin dat hij liever met een man wilde samenwonen.
In het artikel werd niet eens zo uitgebreid beschreven wat de gevolgen daarvan waren, maar dat laat zich raden.
Dat zijn ouders toen al overleden waren hielp wel bij het uit de kast komen.

Gistermorgen in de PKN-viering in de Catharinakerk vertelde dominee Sybrand van Dijk een soortgelijk verhaal over een man die al meer dan 40 jaar getrouwd was, kleinkinderen gehad en op training op zijn werk de vraag had gekregen: “Wat houd jij voor iedereen verborgen?”
Toen hij daarover na was gaan denken had hij de knoop doorgehakt en zijn vrouw opgebiecht dat hij verliefd was geworden op een mannelijke collega.

Over de kerkdienst had de voorganger van te voren geschreven dat het in de viering zou gaan over de stelling ‘Wie rechtvaardig wil zijn zal storm over zich afroepen.’
Als je iets helemaal anders wilt gaan doen, zal iedereen daar wat van vinden en dat zal niet gemakkelijk zijn.
Alles bij het oude houden is dan eenvoudiger.

Hoe reageren wij als we horen dat iemand een geslachtsverandering wil ondergaan?
Als iemand besluit om het roer om te gooien, zijn baan op te zeggen en in een derde-wereldland ontwikkelingswerk gaat doen?
Wat doe je zelf?
Wat doe je of zeg je niet omdat het anders zo’n gedoe is? Ben je bang voor de storm of volg je je hart.

Soms brengt een kerkdienst me niet wat ik er van verwachtte.
Vanmorgen zat mijn hoofd nog te vol met de drukte van de vrijdag en de zaterdag.
Het zingen was bijvoorbeeld geen onverdeeld genoegen: onbekende liederen en niet zo mijn smaak.
Kan gebeuren.

Liefde geven, liefde ontvangen….

Verder zat er een spelfout in een couplet van een lied dat we zongen:
God verhoede dat er iemand in de liefde wordt gekrengt, 
ware liefde oordeelt niemand, maar aanvaardt haar als geschenk. 
Van zo’n foutje schiet ik in de lach; het moet toch echt ‘gekrenkt’ zijn….
Maar dit gemuggezift valt natuurlijk onder het hoofdstuk ‘beroepsdeformatie’, want de woorden die we zongen zijn prachtig.

Reageren

23 juni: MPIZAJEDKERN.

Voor ons staat een jongetje van een jaar of zes.
“Zo!  Wat heb jij een mooie schoenen aan!” zegt Gerard terwijl hij wijst naar twee stevige beentjes waar klompen aan zitten.
“Ja. Want ik ben boer.”
Natuurlijk.
Het is Familiedag Waninge en dan kijk je echt niet op van dit soort opmerkingen: het springkussen voor de kinderen is dit jaar dan ook ‘een dikke trekker’.

Er waren wel wat afmeldingen,  maar al met al waren we toch met meer dan 80 man.  We waren te gast bij Roelof en Ali. Zij wonen op de plek waar vader en moeder Waninge altijd hebben gewoond.  “Eigenlijk zouden we ieder jaar hier familiedag moeten hebben”  merkte Ali bij de koffie al op “dan worden het erf en de schuren tenminste ook een keer flink schoongemaakt. ”

Maar als alles eenmaal schoongemaakt en dag is goed voorbereid is hoef je verder niet zo veel meer te doen.
Ieder gezin neemt zijn eigen stoelen, brood, koffie en drinken mee en vanaf 10.30 uur druppelen de familieleden binnen.
Je loopt even bij de groepjes langs, begroet de aanwezigen of je roept één keer heel hard ‘MOI ALLEMAOL!’ en dan is het ook goed.
Zitten, praten, volleyballen, spelen: uren gaan op die manier voorbij.
Midden in een potje klaverjassen met vier schoonzussen wordt Ali door Roelof opgehaald: er moet iets georganiseerd worden.
“O ja. De plicht roept, dames” en weg was ze. Maar dan is er altijd wel weer een andere schoonzus die de kaarten van Ali overneemt.
Een van de schone zussen dronk trouwens Bar le Duc – rood.
Bestaat dat dan? Nee. En in dat koffiebekertje zat ook geen koffie.

Van Roelof kregen we allemaal een papiertje met een nummer en dat was gelijk het nummer van de groep waarmee je pad ging.
Zo krijg je een mooie mengeling van broers, zussen, neven, nichten en achterneven en achternichten, want de familie dijt nog steeds uit: er zijn al kinderen van neven die gaan samenwonen en de naam van die verkering moet je dan eigenlijk ook weten….maar niemand schaamt zich er voor dat je niet ieders naam weet; nu was er weer een neef met een Zweedse vriendin!
De familie maakte in groepjes een mooie wandeling, zocht ondertussen letters bij elkaar voor ‘het woord’, (MPIZAJEDKERN, weet jij het woord?*) ging boogschieten, doelschieten en moeilijke vragen beantwoorden. “Hai jong. Moe’k ok nog naodenken; ’t is mien vrije dag…”
Van te voren maakten sommige mannen zich wat zorgen of er onderweg wel genoeg te drinken zou zijn; gelukkig zitten er zakken in een spijkerbroek.
Natuurlijk werd er ook een groepsfoto gemaakt: Lianne stond op een picknicktafel en maakte een selfie met de groep achter zich.
Toen was men even vergeten dat er nog 15 mensen op het volleybalveld stonden.
Maken we dan een nieuwe foto? Welnee. Wat een gedoe….

Rond vijf uur werd er een Chinees buffet gebracht en toen daalde er even een weldadige rust neer op het erf van de familie Waninge. Al etend brachten we met z’n allen het Drentse spreekwoord ‘As katten moest dan mouwt ze niet‘ in de praktijk.

Dit was de 35e familiedag Waninge, een traditie waar we mee begonnen in 1988.
Benieuwd naar alle edities van onze familiedagen tot nu toe?
Klik dan hier voor het verslag uit 2014, daar onder vind je een overzicht van alle jaren.

* perzikmandje

Reageren

22 juni: Géén broodje kaas?

In februari schreef ik er al eens over in het blog ‘Kladiladi’: het gat tussen ‘mij’ en ‘hip & happening’ wordt steeds groter.
Toen vertelde ik over de lunch tussen de middag op het werk.

Dat merk ik ook op het werk als we met elkaar zitten te lunchen.
Er komen allemaal bakjes op tafel met salades, kwarkjes en wrapjes.

Daar pas ik met mijn dagelijkse boterham met kaas en een beker karnemelk niet meer echt bij.
Maakt me niet zoveel uit; ik bemoei me niet met hun eten, zij zich niet met het mijne.
Maar er wordt wel op gelet, want heel soms heb ik een gebakken ei op mijn broodje.
“Hé! Géén kaas?”

Donderdagmiddag lunchte ik bij dochter Harriët in Almelo.
We wisten niet precies wat we zouden gaan doen.
Ergens lunchen?
Ergens terrasje?
In ieder geval zouden we even Almelo in.
De lunch deden we gewoon thuis had ze bedacht, ‘dan nemen we in Almelo wat lekkers op het terras’.
Prima, ik pas me aan.

“Voor de lunch heb ik een pastasalade voorbereid.”
Even schoot het broodje kaas door mijn hoofd, maar ik zei: “Lekker!”
Eenmaal aan tafel was het heerlijk wat ik kreeg.
Verse sla, kleine staafjes pasta, stukjes geitenkaas, avocado, walnoten, sla en een dressing van courgette en koriander.

Géén broodje kaas dus.
Maar …… kaas zat wel weer op de schaal met nacho’s die we ’s middags bestelden!

Reageren

21 juni: Stienen wordt Stätten.

Vereerd vuul ik mij, want het verhaol dat ik schreef bij het thema ‘Stienen’ is selecteerd veur de Zinnig van juni.
Veurige weke veul het blad bij oons op de deurmatte.

Stienen.
Waor denk ie dan an?
In mien heufd combineerde mien brein de grote stienen van hunebedden met de grafstien van mien va en moe, de stienfebriek Roelfsema waor mien va altied warkt hef en de fossiele stienen die ik van hum kreeg.
Ik schreef het verhaol ‘Olle stienen’ en a’j een vaste lezer bint  van mien blog dan komp het je vast bekend veur, want het giet over mien liefde veur geschiedenis en de rol die mien va daorin speuld hef.

Toen ik bericht kreeg dat het publiceerd zol worden in de Zinnig kreeg ik de vraog of ik aandere titel kön verzinnen.
Bij het thema waren meer gedichten en proza instuurd met een titel waor het woord ‘Stienen’ in zat en dat wollen ze liever niet bij de redactie.
Daorum stiet het verhaol nou under de titel ‘Heilige Stätten’ in het Drentse tiedschrift.
Een persoonlijk verhaol; hierbij een link naor een PDF Heilige Statten

Opschrieven is wat aans as veurlezen.
Toen ik eind mei tiedens ‘het Uurtie Drents’ dit verhaol veur het eerst veurlas overveul mij an ’t einde de emotie.
2008 liekt al hiel lange leden en het verlies van mien olders heb ik al lang verwarkt.
De gevulige snaor zit em in de heimwee.
Kun ik nog maor ien keer……….

Reageren

20 juni: Het Groningse pond

In het volgepropte opkamertje van Jans Brands in het Museum Collectie Brands liet gids Roelof ons een gewichtje zien.
“Weten jullie wat dit is? ”
Ja, een gewichtje.
“Maar wat is hier zo bijzonder aan?”
Dat ging hij ons vast vertellen.

Het was een Gronings pond en het was één van de waardevolle objecten uit de collectie van Jans.
Het was een gewicht dat vóór 1800 gebruikt werd in de gebieden rondom Groningen om dingen af te wegen.
Tot in de late 18e eeuw gebruikte iedere stad zijn eigen maat-eenheden; die ongelijkheid werkte natuurlijk fraude en oplichting in de hand.
Dat veranderde toen Napoleon aan de macht kwam in Frankrijk en in 1790 ook ons land veroverde.
Hij vond al die verschillende maten en gewichten maar een ratjetoe en gaf een aantal natuurkundigen de opdracht om een uniform stelsel voor gewichten en maten te maken; zij ontworpen de liters, meters en grammen.

Slim bedacht, zou je zeggen.
Als iedereen ter wereld dezelfde eenheden gebruikt om mee te meten, wegen en rekenen, dan zou de handel een stuk gemakkelijker worden.
Ook zou het positief zijn voor de wetenschap.
Maar zo dachten de meeste burgers rond 1800 er niet over.
Het invoeren van die uniforme meters, grammen en liters had heel wat voeten in de aarde en er moesten verboden en wetten worden uitgevaardigd om mensen van de oude maten af te krijgen.
De ‘gewone mensen’ hadden nauwelijks leren rekenen en het omrekenen naar nieuwe eenheden kostte gewoon heel veel moeite en ze waren natuurlijk wel heel erg gewend aan hun eigen maten en gewichten.
Ook het feit dat de Franse overheerser met deze maatregelen kwam werkte niet mee bij de acceptatie daarvan.
Toen Napoleon in 1815 in de Slag bij Waterloo zijn nederlaag leed, vonden zijn tegenstanders dat dat rare, nieuwe stelsel wel weer afgeschaft kon worden en kwamen de oude maten die men nog maar al te goed kende weer terug.

Na Napoleon kwam koning Willem I aan de macht in Nederland.
Die was er van overtuigd dat een uniform stelsel veel meer voordelen dan nadelen had en hij bedacht iets slims: hij gaf de nieuwe eenheden oud-Hollandse namen: de meter heette voortaan de ‘Nederlandse el’, de decimeter ‘Nederlandse palm’, de centimeter ‘Nederlandse duim’ en de millimeter ‘Nederlandse streep’. Zo kwam hij van de nare, Franse bijsmaak af en kon hij het ‘Nederlandse metriek stelsel’ – dat eigenlijk  alleen qua naam verschilde van dat van Napoleon – in 1820 officieel invoeren.

We zijn nu 200 jaar verder.
Vanaf 1820 mochten de oude maateenheden niet meer gebruikt worden in Nederland.
Maar hoe komt het dan dat ik, geboren in 1960, in mijn hoofd nog steeds een ons vleeswaren koop?
En dat ik een pond half-om-half gehakt meeneem?
Dat mijn zwager een paar bunder land koopt?
Dat Gerard een mud aardappels haalt?

Meer lezen over deze dag? Hierbij twee links:
15 juni: Wat deden we allemaal op onze jaarlijkse ‘Royalty-gezusters-dag’?
17 juni: Ons bezoek aan de tentoonstelling Een koninklijk leven in het Museum Collectie Brands.

Reageren

19 juni: Over geluk (3) – Gevoelens uiten.

Begin januari schreef ik over onze nieuwe scheurkalender voor 2024.
Het jaarthema  is ‘Geluk’. De tips die we iedere dag krijgen zijn gebaseerd ‘de negen pijlers van geluk’ die uit wetenschappelijk onderzoek naar voren zijn gekomen. In dat blog (hierbij een link) schreef ik dat ik mijn lezers af en toe zal meenemen in onze belevenissen met deze scheurkalender. Daarbij had ik bedacht dat ik er 9 blogs over ga schrijven, met steeds één pijler van geluk als onderwerp; vandaag gaat het over gevoelens uiten.

De kernwoorden die bij dit onderwerp horen zijn ‘een taal vinden voor verschillende emoties’.
Op de kalenderblaadjes stonden in de afgelopen maanden in deze rubriek een aantal teksten die me wel aanspraken:

Als je niet uitkijkt, wordt je masker op den duur je gezicht ( M. Yourcenar, Frans schrijfster) 
Niets laten merken als je je gekwetst voelt, een glimlach opzetten terwijl je verdrietig bent, je tranen wegslikken, kaken op elkaar als je boos bent: we doen het allemaal. Achter ons masker verdwijnen als er een emotie naar boven komt.
Hoe erg is het als een ander ziet of van je hoort wat een situatie met je doet?

– Men verlicht dikwijls zijn ongeluk door het te vertellen (P. Corneille, Frans schrijver)
Praten over je emoties, of dat nou verdriet, angst of boosheid is, helpt enorm.
Ten eerste omdat je letterlijk ‘je hart lucht’ en ten tweede omdat de luisteraar je kan helpen om je ongeluk te relativeren.

– Sommige mensen voelen de regen, anderen worden gewoon nat (B. Dylan, Amerikaans muzikant) 
Emoties zijn persoonsgebonden. Waar de één helemaal van van het padje raakt, daar haalt een ander zijn schouders over op.
Daarom kunnen mensen zich soms niet voorstellen dat ze iemand gekwetst hebben met hun woorden of daden.
“Dat je dáár nou zo van van streek bent……”
Door te zeggen wat het voor jou zo moeilijk maakt, laat je de ander merken wat je voelt aan emotie.

– Rouw is de prijs de we betalen voor de liefde (Elizabeth II, koningin Verenigd Koninkrijk) 
Hoe groter de liefde, hoe intenser de rouw.
Die niet na een jaar over is en dat mag je best zeggen.
Het is fijn om met anderen te kunnen praten over wat het verlies (nog steeds) met je doet.

– We zijn niet langer gelukkig vanaf het moment dat we nóg gelukkiger willen zijn. (W. Savage Landor, Engels schrijver)  
Het gras bij de buren is altijd groener.
Er zullen altijd mensen zijn die het beter hebben dan jij, al valt dat ‘beter’ best vaak tegen als je het goed bekijkt.
Jaloezie maakt heel veel kapot; altijd kijken naar anderen ondermijnt je eigen geluk.

Wat ik uit deze pijler haal is dat het belangrijk is om te praten over emoties.
Dat is soms lastig, want je wilt niet wilt zeuren of je bent bang dat anderen je een watje vinden.
Maar als je niets zegt, vinden anderen ook wel wat van je.

Hierbij een link naar het vorige blog in deze serie: Waarderen.

Reageren

18 juni: Onderzoek.

In april adviseerde mijn huisarts om op zure snoepjes te zuigen.
Daarover schreef ik destijds een blog onder de titel  Van die Napoleon-bollen, weet je wel?
Dat zou helpen tegen de pijn die ik al een half jaar heb bij het slikken aan de linkerkant binnen in mijn keel.
Maar het hielp niet; ik kreeg alleen vervelende, schrijnende plekken aan de binnenkant van mijn mond, dus daar ben ik weer mee opgehouden.
Ze had me ook verwezen naar de KNO-arts in het Martiniziekenhuis en daar zat ik gistermiddag in de wachtkamer.
Net als in het UMCG krijg je nu een nummer en als jouw nummer op de schermen in de wachtkamer verschijnt moet je naar de spreekkamer met het juiste nummer.

In spreekkamer vier zat KNO-arts Hobbel met een ‘meekijker’ die in opleiding was.
Hij wilde van alles weten.
“De logopediste heeft u toch ook een brief gestuurd?” vroeg ik, want Betty had mij dat gemaild.
Nee, had ie zo niet bij de hand.
Maar ik had Betty’s brief voor de zekerheid uitgeprint, dus toen had ie hem wel.
Vervolgens vond het onderzoek plaats.

Op een soort tandartsstoel mocht ik gaan zitten en mijn keel, hals, nek, mond en tong werden onderzocht.
Maar de pijn zat niet aan de oppervlakte, maar binnenin mijn keel.
Om dat te kunnen onderzoeken kwamen er andere potten bij het vuur.
“Nu ga ik met een cameraatje naar binnen via uw neus.”
Denk aan dat wattenstaafje in je neus voor die coronatest, maar dan veel dieper.
De tranen rolden me spontaan over de wangen.

Maar er was goed nieuws.
Toen ik de spreekkamer binnen stapte was ik erg nerveus; ik maakte me zorgen dat er een abces of tumor in mijn keel zat en dat er misschien een vervelende behandeling zou volgen.
Dokter Hobbel nam gistermiddag al mijn zorgen op dat gebied weg: er zit niks verontrustends.
Toen hij met dat cameraatje in mijn keel zat moest ik zingen om te zien wat er gebeurde en hij zag dat ik mijn strottenhoofd dichtkneep als ik de hoogte in ging.
“U moet het zoeken in de ontspanning van het keelgebied. Bij het zingen en bij het spreken. De pijn wordt veroorzaakt door chronische spierpijn aan de linker-achterkant van het gebied waar de tong aan een web van spieren in de keel hangt. Als u al niet onder behandeling was bij Betty Post zou ik u naar haar verwijzen: zij kan u helpen bij het zoeken naar die ontspanning en het weer met plezier zingen.”
Wel zei hij dat ik er rekening mee moest houden dat ik niet meer zo hoog kan zingen als vroeger. “Als die C er niet meer op zit: niet meer doen.”

Tien kilo lichter liep ik de spreekkamer weer uit.
Geen enge dingen, geen vervolgafspraak.
Geen C meer; maar als alten hoeven we die bijna nooit te zingen.
Maar wel weer zingen met plezier!

Reageren

17 juni: Een koninklijk leven

Op vrijdagmiddag 14 juni meldden we ons bij de balie van het Museum Collectie Brands.
Doel: de tentoonstelling ‘Een koninklijk leven’.
Maar we wilden ook graag een rondleiding door het museum.
De ‘gids van dienst’ stond er bij toen we kaartjes kochten en zei wat belangrijk-doenerig dat hij nog niet wist of hij er wel aan toe kwam om ons rond te leiden, hij zou eens kijken of er nog tijd over was.

Toen hij zijn thee op had kwam hij ons toch ophalen. Maar toen hadden wij het er nog niet aan toe: wij zaten inmiddels al met kop en oren tussen de oranje parafernalia en vergaapten ons aan de afbeelding van de rouwstoet van koning Willem III. Schoonzusje Annette had zich ondertussen al geheel in stijl laten vereeuwigen op een troon met een kroon op en een scepter in haar hand.
Verder wilden we wel graag de video zien die bij de tentoonstelling hoorde, maar ondanks het predikaat ‘Roelof weet alles’ kreeg onze gids het ding niet aan de praat.
Maakte ook niet uit, er was verder genoeg te zien op koninklijk gebied.
Dopen, verloven, trouwen en rouwen: bij al die officiële gelegenheden worden er bergen foto’s gemaakt, boeken en tijdschriften uitgegeven en herdenkingsuitgaven gemaakt. Denk daarbij aan borden, kopjes, lepeltjes tegeltjes, blikjes en glazen.
Uit de collectie van aartsverzamelaar Jans Brands*  was een keuze gemaakt voor de tentoonstelling, aangevuld met met bruiklenen van de Jan Menze van Diepen Stichting uit Slochteren, de gemeente Coevorden en Museum Vosbergen uit Eelde.
Mooi hoor.
Wat ook hielp dat we allemaal de televisieserie ‘Het verhaal van Nederland-Oranje Nassau’ hadden gezien, dan weet je nog meer achtergronden.

Na de koninklijke sferen nam Roelof ons mee naar het gedeelte van het huis waar Jans Brands had gewoond.
Hij had Jans Brands nog gekend en was ook betrokken bij de oprichting van het museum.
Hij vertelde over de laatste jaren dat Jans daar nog woonde en hoe men begon met het inrichten van het museum toen Jans nog in leven was. Hoeveel ze hadden moeten opruimen en welke keuzes ze hadden moeten maken.
“Hij was toen zölfs nog ies kwaod op mij” vertelde onze rondleider. “Ie hebt mij dat blikkie varf uut Canada weggooid!”
Links zie je een afbeelding van de kamer toen Jans er nog woonde.
Een heel blog kan ik wijden aan wat we hebben gezien, maar je krijgt een goed beeld van de collectie van Jans als je het videofragment bekijkt van een opname die SBS6 in 1996 maakte van Jans: hierbij een link naar dat programma.

Op de website van het museum vind je in het menu een tabblad Jans Brands: onderaan die pagina kun je doorklikken naar video’s waarop Jans je bijpraat over zijn verzameling op allerlei gebied.

* Vorig jaar schreef ik een blog over ons bezoek aan dit museum onder de titel ‘Alles’.

Reageren

16 juni: Ziet op u zelve.

Doodstil was het in de kerk na het ‘Amen’ van de overdenking.
Zo.
Dat kwam wel binnen.

Nou was het sowieso al een moeilijk thema vanmorgen in de viering van onze PKN-gemeente.
We hoorden het verhaal van Stefanus, de eerste martelaar in de christelijke geschiedenis.
Hij werd gestenigd, omdat hij in een vurig betoog de leden van het Sanhedrin tegen de haren in streek.
Hij noemt ze eigenwijs en ongelovig en verwijt hen dat ze de profeten die God heeft gestuurd hebben vermoord, met als dieptepunt het kruisigen van Jezus.

Aan het begin van de viering had dominee Walter Meijles ons een foto laten zien van Ali B. voor de rechtbank.
“Ik neem aan dat jullie het nieuws volgen en dat jullie weten wie dit is.”
Instemmend geknik.
“Hij is nog niet veroordeeld, maar heel Nederland heeft zijn oordeel al over hem uitgesproken. Hij komt niet meer op televisie, is niet meer ‘de geliefde bekende Nederlander’ en heeft zijn straf eigenlijk al gehad.
Maar.
Wat zegt dit ons?
Wat is onze rol hierin?
Geloven we het relaas van de slachtoffers?
Geloven we in het verweer van de dader?
Wij hebben helemaal geen rol in dit verhaal, want wij zijn er niet bij betrokken.
Wat dit ons leert is, dat we te rade moeten gaan bij onszelf.
Wanneer heb ik ‘nee’ gezegd en werd mij tegen mijn zin iets aangedaan?
Wanneer zei een ander ‘nee’ en heb ik mijn zin toch doorgedrukt?”

In zijn overweging schetste de voorganger hoe Lukas, de schrijver van het boek Handelingen, Stefanus voor het voetlicht brengt en hoe de tegenstanders worden beschreven. Een gekleurd verhaal, om duidelijk te maken hoe het evangelie van Jezus Christus is verspreid over de hele wereld. Als lezer móet je wel sympathie hebben voor Stefanus. Maar is dat wel het hele verhaal? Wat leren wij  van dit verhaal? Wat is de waarheid en hoe ga je een discussie aan met mensen die het niet met je eens zijn?

Wat nam ik mee van deze viering?
Hoe gruwelijk de straf ‘stenigen’ is.
Verder kijk ik nu met andere ogen naar het verhaal over Stefanus en kreeg ik nieuwe blik op het bijbelse spreekwoord: ‘Wie zonder zonde is werpe de eerste steen’.
Want er zijn vaak stenen zat……

Wil je weten wat Walter Meijles ons vanmorgen vertelde voordat hij het ‘Amen’ uitsprak’?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk

Reageren

Pagina 3 van 346

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén