De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

19 februari: 30 seconden.

Een zaterdagavond met de oude vriendenclub: geen verjaardag deze keer, maar de jaarlijkse spelletjesavond.
Nou hebben wij in ons leven toch al heel wat spelletjes gedaan, maar gisteravond hadden onze vrienden een voor ons geheel nieuw spel op tafel liggen.
“Thirty seconds’  gingen we doen.

Mannen tegen de vrouwen; dat staat garant voor een verbeten tweestrijd op het scherpst van de snede.
Na een korte uitleg (5 begrippen op één kaartje, aan je medespelers zoveel mogelijk begrippen uitleggen zodat zij het goede woord roepen) begonnen de mannen. Er was een zandlopertje bij: 30 seconden had je de tijd als je aan de beurt was.

Het begon nog redelijk rustig, maar het ontaarde al snel in een enorm geroep en gesteggel. Zoals altijd eigenlijk, maakt niet uit wat we voor spel we doen.
Gerard dacht slim te zijn en omschreef: “Het spelletje dat Ada en ik op zondagavond altijd doen”. Hij bedoelde Kolonisten van Katan. Maar de andere mannen hadden geen idee welke spelletjes wij op zondagavond altijd doen (ha ha)  en wilden zich daar ook geen voorstelling van maken.
Ander begrip: “Sprookje met dwergen!” Prompt riep iemand: “Hans en Grietje!” De rest van de mannen kon vervolgens van het lachen niets meer uitbrengen. Scheelde weer punten voor de dames…..

Al vanaf de eerste beurt was iedereen bloedfanatiek. Het zandlopertje werd met haviksogen in de gaten gehouden en na precies 30 seconden schreeuwde de tegenpartij STOP of HO MAAR! Het antwoord dat soms door het geschreeuw heen nog gegeven werd, werd onverbiddelijk afgekeurd. “Buut’n de tied!”

De toestand in de wereld was eerder op de avond bij de koffie (met heerlijke appeltaart)  al besproken.
Toen één van de mannen bij zijn beurt zei: “Het is een zeikwijf” riepen de andere drie als uit één mond: ” Patricia Paay!” Was goed.
Eén van de dames maakte het wel heel bont.
“Zoiets als Groningen en dan er om heen.”
Wij roepen: Ommelanden. Provincie. Aardbevingsgebied. Was allemaal fout.
Ze bedoelde ‘de randstad’…….
De dames waren ook niet zo goed in voetbalvragen.
“Hij voetbalt en is de zoon van Jan”. Bedoeld werd Youri Mulder, maar één van ons riep: “Jan Jaap…?” (zoon van vriendenstel Jan & Sinet).

De mannen wonnen de eerste ronde, de tweede ronde de dames.
Dat kwam met name omdat de mannen allemaal aan bier of wijn zaten, dus de concentratie werd later op de avond wat minder. Dat ontlokte één van de heren de opmerking: “Hè jonges, waor he’j joen verstaand toch!” Bij voornoemde dranken is het ook helemaal niet meer gek als de halve groep na een vraag over Winny de Poeh spontaan het liedje van Beertje Colargol inzet: “Beertje dat kan zingen…!”

De avond vloog voorbij. Iedereen had iets lekkers meegenomen, we genoten van het spel en van het gedoe en we hadden een heerlijke avond.
Rond middernacht vertrokken wij weer richting de Randstad…
O, wat zal ze dat nog vaak moeten horen!

Reageren

18 februari: Victoria

In deze weken is het Britse kostuumdrama ‘Victoria’ te bewonderen op NPO 2.
Daar doe ik Gerard geen plezier mee, dus die neem ik op en kijk ik op avonden dat Gerard er niet is. Veel van die avonden had ik nog niet gehad, er stonden nog 5 onbekeken afleveringen op de band en toen werd ik ziek. Elluk nadeel hep se foordeel.

Met een kopje thee en een kruik wijdde ik mij aan Victoria. Het heeft wel wat van Downton Abbey, maar het speelt eerder en dit is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Heel losjes gebaseerd, als ik de Britse kritieken mag geloven. (Voor wie het Engels machtig is: ik vond een artikel met de titel “6 things a historian has claimed are inaccurate about ITV’s new drama Victoria”. zie >>>).

Ik liet me meenemen naar het Engeland van  omstreeks 1840. Voordat ik ging kijken had ik me al verdiept in de geschiedenis van Victoria en had ik ook al gelezen wat de Britse pers er van vond.
Het is een prachtige serie, vind ik; maar ik hou ook heel erg van dit genre.
De mooie jurken, de hoeden, sieraden, tiara’s , de beelden van Windsor Castle en Buckingham Palace: als fan van ‘de franje van Oranje’ haal ik m’n hart er aan op.

Als  je vaak naar Engelse series kijkt kom je af en toe acteurs tegen die in een andere serie een heel ander karakter spelen. Woensdagavond bijvoorbeeld keek ik naar de detective Endeavour; in een warenhuis werkte een soort Mr. Humphreys (nichterige homo uit Are you being served) die voortreffelijk werd neergezet door de acteur die in Victoria de eerste bediende Penge speelt.

Dat het historisch niet helemaal (of helemaal niet…?) verantwoord is leg ik naast me neer.
Het is prachtig, bombastisch spektakel waar de Engelsen ontzettend goed in zijn, ik geniet er van.
Weten hoe het wel precies zat met Victoria en Albert? zie >>>

Reageren

17 februari: De wekelijkse boodschappen.

Na vijf dagen ziek thuis zitten had ik het al weer helemaal gehad. Niet beter, maar ook niet meer ziek.
Alle opgenomen Victoria afleveringen gezien. Er stond nog een romcom van begin december op de band: “Pak van mijn hart”.  Dat was een triest dieptepunt in onze Nederlandse filmgeschiedenis. Genoeg voor de televisie gezeten.

Licht huishoudelijk werk lukte alweer. De kamille was op en nog wat andere belangrijke levensmiddelen, dus er moesten boodschappen worden gedaan. Op de fiets of lopend zoals anders kon nog niet, dus met de auto naar de Jumbo.

Druiven. Appels. Bananen. Multivitaminedrank. Zakdoekjes. Verse broccoli. Allemaal goed voor zieke mensen. Verder kocht ik iets dat niet op mijn lijstje stond maar wel heel goed voor dit zieke mens: koninklijke lectuur.

Op de terugweg met de boodschappen sloeg ik gelijk al weer de eerste weg rechts af met het schaamrood op de kaken. Voelt niet goed…… zo dichtbij en dan op vier wielen. Overmacht zullen we maar zeggen.
Eenmaal thuis was ik blij dat ik met de auto was gegaan, want het viel me nog niet mee.
Lekker terug op de bank.
TV uit. Kopje thee.
Hoe zou het met Maxima en Amalia zijn….?

Reageren

16 februari: Keze snieden.

Wij lust graag een stukkie keze.
Op brood, bij de borrel, over de ovenschotels: lekker,
Dat is het ienigste waor ik ok nooit op heb bezunigd, wij hebt iedere week een vers stuk keze in de koelkast liggen.
Vrogger bij oons thuus hadden wij van die kleine ronde keezies, maor ik haar zölf liever zun plat stuk, zoas Kollumer; tegenwoordig Milner.

Die keze snieden is een verhaal apart. Een kaasschaaf of een schillemessie kan daorveur gebruukt worden, maor wat as d’r ok gebruukt wordt: het giet d’r um hoe aj de keze sniedt.
Mien moe snee de keze altied zo, dat het op een bootie leek. De kanten/körsten bleem umhoog staon en het binnenste, zachte gedielte weur dan uutholt.
Mien va argerde zich daor, as hij in ’t weekend thuus was, gruun en geel an.
“Wat he’st weer een bootie van die keze maakt. Most de kanten d’r geliek bij metnemen!” mosterde hij dan an taofel.

Zo as zo vaak: de geschiedenis herhaalt zich. As Gerard en ik met ’n beiden thuus bent wordt de buuten- en binnenkaante van de keze geliekmaotig wegsneden, maor zo gauw as de kinder met an de broodtaofel zit is ’t mis. Hoppa, geliek wordt de keze weer uutholt deur de dames. Ik kan het niet laoten um d’r dan wat van te zeggen. Schoonzeun Wim kan zich niet veurstellen dat wij over zoiets onbenulligs as het snieden van de keze zo ofgemieterd kunt zeuren. “Weet je wat” zee e tiedens de leste gezamenlijke brunch “dan stel je toch gewoon een kaascoach aan!’

Ik hol d’r over op.
As ze vot bint snie ik de kaanten weer recht.
Vrömde ogen dwingt……

Reageren

15 februari: Heb ik nog nooit over Goddard geschreven?!?

Ziek zijn is heel vervelend, maar heeft ook z’n voordelen. Nu heb ik namelijk zomaar een boek uit. Daar was ik in begonnen tijdens de reis naar en van Nottingham twee weken geleden. Van mijn favoriete schrijver Robert Goddard. Tot mijn stomme verbazing staat er nog helemaal niets van hem op deze website. Ik heb namelijk bijna alle boeken van deze Brit gelezen en dat zijn er heel wat.
Na de kerstvakantie kreeg ik van mijn tante Trijn een aantal dozen met boeken mee. Voor de boekenmarkt in Roden. Maar die breng ik natuurlijk niet blindelings weg: eerst even kijken of er nog iets voor Aaltje bij zit.
Blij verrast was ik met de vondst van dit boek; ‘Moorddadig verleden’, een Goddard die ik nog niet gelezen had.

De boeken van Goddard kun je het best omschrijven als ‘meeslepend’. Er gebeurt iets kleins, bijvoorbeeld iemand krijgt een brief, er is een ontmoeting, er wordt iemand vermist of er wordt een simpele vraag gesteld.
Daarna ontvouwt het verhaal zich in veel verschillende lagen en verhaallijnen. Er ligt altijd een drama of een geheim uit het verleden aan ten grondslag.
Gedurende het boek puzzel je met de hoofdpersoon mee. Wat is er dan gebeurd? Wie wil dat weten en waarom? Wie is die opdrachtgever eigenlijk? Langzaam wordt je meegezogen in intriges en spannende toestanden, waarbij je soms compleet verrast wordt door mooie plotwendingen. Ik ben verzot op dit soort verhalen.

In dit boek draait het allemaal om een moord die in 1947 heeft plaatsgevonden. Dat is een fictieve gebeurtenis, maar Goddard gebruikt soms ook waargebeurde aspecten uit de geschiedenis waar hij een verhaal omheen bouwt.
Hij is oorspronkelijk  geschiedkundige van beroep en weet dan het verhaal zo om de feiten heen te draperen dat je helemaal wordt meegenomen in de geschiedenis en een goed beeld krijgt van de maatschappelijke omstandigheden in die tijd.

Pareltjes zijn het, stuk voor stuk. Voor mij dan hè?
Het is met boeken net als met eten: waar de één zijn vingers bij aflikt, daar haalt de ander zijn neus voor op.
Meer interesse in Goddard? Hierbij een link >>> naar een site met al zijn boeken op een rijtje.

Reageren

14 februari: Morgen ben ik er weer….

“Morgen ben ik er weer” schreef ik zondag ik het mini-blogje.
Mooi niet.
Het is lang geleden dat de griep mij zo te pakken had; deze keer houdt het lang aan.
Zo ziek dat ik amper op kan zijn. Kopje thee en beschuitje eten, even stomen met kamille en dan bekaf weer op de bank. Moe.

Het blog schrijf ik in horizontale toestand op mijn tablet.
Geen zin in borduren.
Geen zin in haken.
Lezen, daar zou ik nu lekker tijd voor hebben, maar het hoofd is zwaar en denkt: “Je bent ziek mens. Ga slapen.”
Gerard is er maar druk mee. Hij doet tussen z’n werk door de boodschappen. Hij nam (heel lief) druiven mee……

Waar mijn dagen anders altijd vol zitten met de dagelijkse dingen, de afgelopen dagen kom ik tot niks. Ja, afleveringen van ‘Victoria’ bekijken die ik de afgelopen zaterdagen heb opgenomen. En verder uitrusten. Slapen.
Vreemd hoor; beetje naar de vogeltjes in de tuin kijken. Achter de ramen genieten van het prachtige weer. Anders had ik allang gedacht: “Lekker even naar buiten!” Wandelen of fietsen. Kan nu niet. Ziek zijn is zonde van de tijd. Bezit uw ziel in lijdzaamheid.

Dat kon mijn vader altijd zo komisch zeggen….. waar komt dat eigenlijk vandaan?
Even opgezocht.
Spreekwoorden: (1914) Zijne ziel in lijdzaamheid bezitten,
d.i. gelaten iets dulden; niet toornig worden; ontleend aan Luc. XXI, vs. 19: Besittet uwe zielen in uwe lijdtsaemheyt. Vgl. mnl.: In uwer verduldicheit of gedoochsamheden soo selt ghi uwe sielen besitten (Ruusbr.); Groot-Nederland, 1914, bl. 393:

Ja. Zo voelt het ongeveer.

Reageren

13 februari: Generaties in de kerk.

Eind november vertelde ik over een geheel nieuw soort lied dat we zongen met onze PKN-gemeente. In die viering begeleidden collega-gitariste Piety en ik de Op de Helte-cantorij bij het lied ‘De dag van de Heer’. Het was wel wennen, constateerde ik toen, maar ‘het begin is er!” ( zie >>>).

Gistermorgen stonden Piety en ik er weer met onze gitaren, samen met een gelegenheidskoortje van enkele gemeenteleden, een mini-koortje.
Spannend. Maar het experiment is geslaagd: de mensen in de kerk zongen mee.
Het was een “Ik zie jou-viering”; dan worden expliciet de jonge gezinnen uitgenodigd, zodat ze er allemaal tegelijk zijn en leeftijdsgenoten elkaar ontmoeten.

Het Kyrië-gebed was anders dan anders. We keken naar een uitvoering van het lied Kyrië-e-leison door Herman van Veen.
Als je alle onderwerpen die Van Veen aanroert tot je door laat dringen, springen de tranen je in de ogen.
Klik hier voor een uitvoering op YouTube. 

Op iedere stoel lag briefje; het was de bedoeling dat we daar een onderwerp voor de voorbede op zouden zetten. Er werden heel wat briefjes ingeleverd.
Tijdens die voorbede noemde de predikant vervolgens een aantal dingen die op die briefjes stonden. Eén zin sprong er voor mij uit. “Dat het zo moeilijk is om met meerdere generaties een kerkdienst te vieren.”
Zijn we als generaties zover uit elkaar gegroeid dat we niet meer als één gemeente een kerkdienst kunnen vieren?

Mijn opa Vrieswijk was streng gereformeerd. Hij zong tijdens de gemeentezang nooit meer mee omdat men niet meer op hele noten zong. Verder kan ik mij nog de verhitte discussies herinneren die tussen mijn vader en andere ‘mannenbroeders’ plaatsvonden over de vraag of de kinderen nou wel of niet aan het avondmaal mochten.
Zucht.

Het onbegrip tussen de generaties is van alle tijden.
Het hele scala tussen: ‘Vroeger was alles beter, zo hebben we het altijd al gedaan’ en “die ouwe mensen snappen gewoon niks meer van onze wereld” is er altijd al geweest.
Op dit blog pleit ik vandaag voor wat meer onderling begrip.
Als je een pluriforme gemeente wilt zijn, dan gebeuren er ook dingen waar jij niet achter staat. En jij doet dingen waar anderen zich niet in kunnen vinden.

En om het alleen even toe te spitsen op het onderdeel gemeentezang:
zing gewoon eens mee met een evangelisch lied.
Of met een zwaar liturgisch gezang.
Of een ‘gouwe ouwe’ van Johannes de Heer.
Want wat jij niks vindt kan voor een ander erg waardevol zijn.

Reageren

12 februari: Hardnekkige griep.

Mini-blogje vandaag.
Vanmorgen mezelf opgekalefaterd met asperines voor een viering waar we aan meewerkten.
Rest van de dag ziek…..
Morgen ben ik er weer.

Reageren

11 februari: Wat moet je er mee…?

In het begin van het jaar schreef ik over het project ‘Een kastje per dag’ (zie >>>).
Even een kleine up-date. Het vordert gestaag. In de keuken heb ik nu bijna alle kastjes gehad. In het kastje boven de computer vond ik twee oude boeken die van mijn vader zijn geweest. Die had ik destijds gebruikt om het beeldscherm op te zetten in de toenmalige computerkamer. De boeken zijn meeverhuisd na de verbouwing en lagen nu verweesd en verstoft tussen de liedboeken.

Het zijn twee woordenboeken van Winkler Prins, een uitgave van Elsevier uit 1953.  De boeken stonden vroeger bij mij vader in ‘zijn kastje’ naast ‘zijn stoel’  bij ons thuis in de kamer. We deden samen graag een spelletje Scrabble, maar er was wel eens discussie of het woord dat we hadden aangelegd wel een geldig woord was. Onze regel was: als het in de dikke woordenboeken staat is het een goed woord. Sweet memories.

Op het moment dat de boeken weer tevoorschijn komen zit ik weer met m’n vader aan de kamertafel met het beige pluchen tafelkleed. Kopje koffie, bandrecorder aan. Hij won eigenlijk altijd toen. Hij was fervent puzzelaar en mijn woordenschat kon niet tippen aan de zijne. “Pa, ik heb een Q…”  Pa legde de letters dan wel zo dat ik mijn Q (10 punten) ergens kon aanleggen. Met ‘qua’ ofzo.

Er staat ‘Woordenboek’ op de boeken, maar het is veel meer dan dat, het is een soort encyclopedie met kaarten, plaatjes en tekeningen. Prachtig om even in te bladeren.
Maar in deze tijd van internet en Google geheel overbodig.
Dus, dacht ik, die kunnen wel naar de boekenmarkt.

Vanmorgen heb ik ze weer van het stapeltje ‘boekenmarkt’ afgehaald.
Voor in het eerste boek staat een heel klein zinnetje: Voor Kees van Fre 16-8-58.
Het verjaardagscadeau van mijn moeder voor mijn vader op zijn 28e verjaardag.
De beide boeken staan nu op een boekenplank in de kamer van één van de kinderen.
Wegdoen kan altijd nog.
Maar ik kan het niet.

Reageren

10 februari: Liefde & cadeau’s.

Deze week werden we doofgetoeterd door reclames voor Valentijnsdag.
Sieraden, bloemen, parfums, huishoudelijke artikelen: in naam van de liefde kunnen we ons geld wel weer kwijt en er wordt behoorlijk veel verdiend door de bedrijven die ons laten geloven dat cadeau’s je Valentijnsdag compleet maken.
Geheel conform de subtitel van dit blog doen Gerard en ik niet aan Valentijnsdag.
Elke dag is Valentijnsdag.

Een luxe drogisterij had een pakkende slogan bedacht: “Show your love with a gift!”
“Wat een armoede” denk ik als ik dat hoor.
Alsof je je liefde moet laten zien door het geven cadeautjes.

Als je geen geld hebt kun je je liefde dus niet laten zien.
Als alternatief heb ik zelf een andere slogan bedacht. Gewoon in het Nederlands:

Een waardevolle Valentijn? Geef aandacht. 

Aandacht is gratis en veel meer waard dan cadeaus.
Luisteren naar elkaar. Niet de hele tijd alleen maar naar schermen kijken.
Tijd samen doorbrengen.
Lekker koken en dat samen in alle rust opeten.

Dinsdag is het Valentijnsdag.
Geef eens een origineel cadeau….aandacht.

Reageren

Pagina 309 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén