De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

2 november: Grabbelton.

Een grabbelton-blog vandaag met wat verschillende onderwerpen op bloem- en handwerkgebied:

Herfstmand:
Bij onze voordeur staat sinds mijn moeders overlijden in 2017 haar welkomst-mand.
De hele zomer stonden drie kleuren petunia’s (paars, wit en lila) daarin ontzettend hun best te doen, maar half oktober was het geen gezicht meer, dus ik maakte een herfstmand met wat groen uit de tuin een paar kalebassen van Astrid.

Besteld via internet:
Als ik haak- of breigaren koop, dan doe ik dat eigenlijk altijd in een winkel. Voelen, kleuren in het echt zien, hoe dik is het…..
Op de website ‘Blij dat ik brei’ vond ik een mooie colsjaal die ik wilde haken, maar dat patroon was uit 2012 en het garen dat was gebruikt was niet meer leverbaar. Ik ging op zoek naar geschikt garen, maar bij mijn vaste adresje in Leek, Atelier 6a, was eigenlijk geen goed alternatief, dus ik ging toch op internet op zoek. Daar vond ik wat ik zocht op de website van Hobbii; het heette Magic Sock Wool. De goede kleurencombinatie, de goede samenstelling (70% wol, 30% polyamide) en de goede dikte.
Dinsdagmiddag werd het bezorgd. Kan ik beginnen! Zinnan!

Valse kabelsteek:
Ook op breigebied ben ik met wat nieuws begonnen: ik ga een gilet maken voor mezelf.
Eigenlijk wilde ik wel ‘iets met een kabeltje’ breien, maar dat geswitch met zo’n kabelnaaldje vind ik altijd zo’n gedoe, daar kan ik niet ontspannen een aflevering van ‘Grace‘ bij kijken.
Na wat zoekwerk vond ik de valse kabelsteek: het ziet er uit als een kabelsteek, maar het is gewoon om de vier naalden 4 rechte en 2 averechtse steken afwisselen. Hierbij een link naar de website van Jessica Tromp, die haarfijn, mét afbeeldingen, uitlegt hoe je de valse kabelsteek breit.
Links een foto van mijn achterpand.

Twee boeketten, 1 tafelstuk met kaars.
Voor mijn verjaardag kreeg ik twee mooie, verse boeketten.
Maar je weet zelf vast ook wel hoe dat gaat: na een dikke week is het mooie er wel af.
Ik haalde alle bloemen uit de vaas, gooide de verlepte exemplaren weg en maakte van wat nog wel goed was een tafelstuk met daarin een hoofdrol voor het prachtige kaarshoudertje dat ik ooit bij de Luie Tuinman op de kop tikte. Het ziet er moeilijk uit, maar het is heel simpel.
Op het kleine fotootje hiernaast zie je een grote schaal, met daarop een blok oasis dat volgezogen is met water; daarop zette ik het glazen kaarshoudertje. De bloemen en takjes prikte ik lukraak rondom het kaarsje.
Als je op de foto’s op dit blog klikt, komen ze groter in beeld.

Muziek .
Dit grabbelton-blog sluit ik af met een mooie quote van Hans Schiffers, presentator van de Arbeidsvitaminen: ‘Muziek is het landschap langs je levenspad’.
Deze week is de stemweek voor de Evergreen top 1000 en ik heb al weer heel wat stukjes levenspad voorbij horen komen. Deze bijvoorbeeld. In het Duits én in het Nederlands. 

Reageren

1 november: Eet niks wat je oma niet kent.

Afgelopen zaterdag stond er in het Dagblad van het Noorden een interview met Karin Luiten. Zij verzet zich al jaren tegen het gebruik van ‘pakjes & zakjes’ waar we volgens de voedingsindustrie niet zonder kunnen.
Uit dat artikel licht ik een paar zinnen waar ik graag de aandacht op wil vestigen:

Al jaren voer ik een vrolijke éénpersoons-kruistocht tegen pakjes en zakjes, via kookboeken en columns.
Maar tegen de marketing-miljarden van Unilever, Heinz, Danone en Nestlé is het lastig opboksen.
Die hebben consumenten jaar in jaar uit ingepeperd dat koken moeilijk,  tijdrovend en duur is en dat het zonder hun producten niet te doen is.
Tijdens de Corona-lockdowns was er ineens een hoopvolle opleving.
We gingen massaal brood bakken en stoofschotels maken en zie: dat bleek helemaal niet zo ingewikkeld.
Maar intussen zijn we terug bij het nieuwe normaal en draait het weer allemaal om gemak.
Kijk maar naar de slogan van de kant-en-klaar maaltijden van Iglo: ‘meer tijd voor jezelf!’ of zoals Wageningen-onderzoeker Hans Dagevos stelt: “In de sinds decennia aanhoudende gemakstrend is ultrabewerkt voedsel de spil. We kopen in feite tijd voor andere dingen dan koken en tafelen”.

Dus willen we gemak en offeren daar onze gezondheid voor op?
Kom op nou mensen. Laat je niet indoctrineren door de industrielobby. Lees die kleine lettertjes en laat eens wat vaker producten links liggen.
Zelf een lekkere maaltijd koken is beslist geen ‘rocket science’.
Het hoeft heus niet veel tijd te kosten en is bovendien goedkoper, gezonder en nog lekkerder ook.”

Op een congres in Amsterdam trok de European Society of Cardiology de conclusie dat ultrabewerkt voedsel een fors hoger risico oplevert op hoge bloeddruk en hart en vaatziekten op.
Wat is dan ultrabewerkt voedsel?
Kant-en-klaar maaltijden, snoep, limonade, ontbijtgranen, proteïnerepen, snacks en fastfood, maar ook vleesvervangers en andere samengestelde producten. Daar zit vaak veel zout, vet en suiker in en daarbij ook nog smaak- en kleurstoffen en conserveringsmiddelen. We consumeren met elkaar steeds meer van dit soort eten, wat volgens cardiologen tot ‘een vloedgolf aan ellende’ zal leiden.

Er komen steeds meer van dit soort berichten in de pers.
In 2014 schreef ik al eens een blog over ‘Koken met Karin’ en vanaf die tijd gebruik ik nog amper pakjes en zakjes.
Maar het probleem is veel veelomvattender en het moet dus anders.
De voedingsindustrie gaat ons daar niet bij helpen: we moeten zelf nadenken bij wat we eten.
Dit zegt Karin er over: “Eet écht eten en eet niks wat je oma niet kent.”

Moeilijk hoor.
Mijn oma kende geen Chipito’s en diepvries-pizza’s ……

Reageren

31 oktober: ‘Olle-meinsn-verjaordag’.

“A’j toch overdag je verjaordag gaot vieren, dan wo’j old!” zeeden wij met oonze vriendenclub uut Hoogersmilde vrogger tegen mekaar.
Maor soms is ’t eem niet aans.
Tiedens de leste verjaordag in augustus in Assen hadden wij nog geen vervolgdaotums prikt, want “wij ziet mekaar ja nog met de luchtballonvaort.”
Ie hebt het allemaal kunnen lezen op dit blog: die luchtballonvlucht hef nog niet west.
Te veul wiend, regen, te weinig wiend……het is naor 2024 scheuven.

“Wanneer is de volgende verjaordag?” kwam der op gegeven moment in de groepsapp veurbij.
Niet. Nog niet ofspreuken.
Wij gooiden wat daotums in de groep, maor een aomnd heurde in de eerste twee maonden niet meer bij de meugelijkheden.
Wij kwamen uut op zundagmiddag 29 oktober, dat mus dan toch maor deurgaon.
Zoaterdag stuurde ik nog een berichie over de precieze tied dat wij iederiene verwachten: “Eem over de ‘olle-meinsn-verjaordag’ van mij mörgenmiddag: welkom vanof 15.00 uur.”
Nou bin ik ok de oldste van het cluppie en dat moet ik op zu’n middag ok nog wel eem heuren.

Maor of wij nou op een middag of op een aomnd bij mekaar zit: ’t is altied barre gezellig.
Zundagmiddag begunde Gerard over een zundagmiddag van vrogger bij oons thuis: “….dan zaten wij an de soep met pudding en dan was meester G.B.J. Hilterman op de radio!”
Ien zu’n zinnegie brengt een stroom van herinnerings naor boven.
Over kammeraodties die op zundag met-aten met een groot gezin en zich bedremmeld ofvreugen of ze gien schaoltie kregen veur de pudding. De grote breurs bekommerden zich niet um de tere kinderziel. “Nee. A’j gien pudding met eerappels wilt, moe’j joen bord beter leegeten.”
Over de stort-puddingvorm met een afbeelding van een eend: “Wij kregen allemaol een stukkie eendte op ons bord”.
Over grote gezinnen en op zundagmorgen altied wat lekkers bij de koffie: “Mien moe maakte gewoon een bakplaat vol cakebeslag en daor deu ze appelties op.”
“Mien moe heul de sneeuwster altied net wat te laat uut de diepvries; het binnenste was altied nog een beetie bevreuren…”
Mooie verhaolen, warme herinnerings an een wereld die niet meer bestiet.

Wij geneuten undertussen van het gezelschap van oons cluppie waoras wij al meer dan virtig jaor met optrekt.
Met zölfgebakken appeltaorte, gevulde eier en augurkies met boterhamworst.
Maor ok een uutgebreid käseplankie, een gezellig glassie en goedmoedig geplaog over en weer.

Mien collega’s vreugen maandagmörgen: “Had je een leuke verjaardag?”
Dan zeg ik allent maor: “Jah!”
Gieniene vrag wieder; ik leg niks uut.

Reageren

30 oktober: Zondagse wandeling.

Als de wintertijd ingaat en we er weer een uur bijkrijgen begin ik weer met ‘een ommetje per dag’.
We moeten nog een nieuwe groep aanmaken, maar Gerard en ik zijn gisteren alvast begonnen: wij maakten een wandeling in het Mensingebos. Van te voren bedachten we al dat we schoenen aan moesten die tegen modder en water kunnen; zulke schoenen heb ik niet, dus ik deed mijn rubberlaarzen aan.
Het was ‘ruzig weer’.
Het waaide en het was bewolkt.
Maar het was ook heerlijk.

De herfstkleuren komen dit jaar laat aan de bomen, maar nu is het toch echt begonnen.
Achter de Mensinge stond een kudde schapen te grazen, zie de afbeelding hiernaast. Als je er op klikt wordt hij groter, dan zie je schapen en de mooie herfstkleuren wat beter.
Op sommige plekken sjompten we echt door de modder.
Het heeft best veel geregend de laatste tijd en als je geen goede schoenen aan hebt kom je niet ver.
Er liep een jong gezin met een buggie (!) die kind én wagentje over een modderplas manouvreerden. “Dapper hoor!” riep ik bij wijze van hart onder de riem, maar de jonge vader was duidelijk over wat ze aan het doen waren: “Eerder dom….”

Ook is het nu de tijd van de paddenstoelen. We zagen een paar mooie exemplaren, waar ik vandaag het blog mee afsluit.
Het eerste ommetje van het winterseizoen 2023/2024 zit er op!

Reageren

29 oktober: Brus-dag (2).

Met mijn broer kan ik in zo’n museum (zie blog van gisteren) minutieus alle vitrines bij langs gaan en alle teksten lezen; ook hij is geïnteresseerd in geschiedenis en we hebben immers alle tijd.
Tenminste: dat denk je als de dag begint.
Na het museum gingen we een hapje eten bij ‘Hans en Grietje’ in het centrum van Deventer, en daarna zochten we de Lebuïnus-kerk op.
Daaraan had ik nog goede herinneringen van het stadsbezoek met Jan en Janny in september.

We kwamen van een koude kermis thuis; letterlijk en figuurlijk.
In de herfstvakantie wordt de grote kerk door de gemeente gebruikt als onderkomen voor ‘Kidspret’: een pop-up kinder- speelparadijs. Springkussens in alle soorten en maten, spellen, er is een playzone met games en er is zelfs een mini-disco.
Het contrast met mijn vorige bezoek kon niet groter zijn.
Toen hoorden we in een doodstille kerk de grote voordeur dichtslaan (waardoor we dachten dat we werden opgesloten, (zie Lebuïnus & de vikingen), nu was het een herrie van jewelste en waren we blij dat wij niet de ouders waren van de kinderen waren die daar speelden.
Er was een hele zijbeuk ingericht als café waar koffie, thee, limonade en heel veel lekkers kon worden gekocht.
Ik maakte een korte video van wat we aantroffen; je vindt het onderaan dit blog.
Onze gedachten laten zich raden.
“Doet me denken aan dat verhaal van Jezus die al die tafels omgooit op het tempelplein.”

Grote groepen toeristen (wij troffen een aantal Fransen) dropen teleurgesteld af.
Wij ook.
Jammer ja.
We maakten nog een wandeling door het oudste gedeelte van de stad en verwonderden ons over de zogenaamde ‘Stenen Wal’, de aarden wal die de stad moest beschermen tegen de Vikingen. (Meer hierover weten? Klik dan hier voor een link op de website ‘de Canon van Nederland’.)
En toen…… was het, niet te geloven, al weer vier uur.
We liepen nog een stukje langs de IJssel, zochten het pontje weer op voor de terugtocht; rond vijven zaten we bij een ouderwetse Chinees (houden we allebei erg van) en genoten van een Chinees/Indische rijsttafel voor twee personen.

Die twee personen hadden een geweldige dag.
We maakten al weer plannen voor volgend jaar.
Elburg/Hattem?  Westeremden/Ter Apel?
Maar eigenlijk maakt het niet zoveel uit.
Mann verliert niemals die gemeinsam verbrachte Zeit.

Reageren

28 oktober: Brus-dag. (1)

Op het bonnetje van het voet- en fietspontje over de IJssel stond: ‘Overdrijven is ons vak’.
Gistermorgen rond 11.00 uur stonden mijn broer en ik op dat pontje en lieten we ons overzetten naar Deventer.
Het doel van de dag was het Geert Groote museum.
Maar eerst moesten we koffie. Met iets lekkers.
We ploften neer in een gezellig hoekje in St. Maxime; relaxte Franse muziek op de achtergrond, fijn sfeertje.
Wij waren niet voor 12 uur bij grote Geert.

Geert Groote is geboren in 1340. Hij is de belangrijkste inwoner van Deventer uit de geschiedenis.
Hij is de zoon van een rijke handelaar en tevens burgemeester van de destijds machtige hanzestad.
De jongen is heel slim en gaat studeren aan de Parijse Universiteit Sorbonne en rondt meerdere studies af.
Hij wordt een belangrijk theoloog.
Voordat we de tentoonstelling bekeken zagen Henk en ik een film, waarin acteurs het leven van Geert Groote naspelen.

Afbeelding: Open Monumentendag Deventer

Hij wordt ernstig ziek en gaat twijfelen of hij het in zijn leven (rijk, verspillend, behorend bij de bovenste laag van de samenleving) wel goed heeft gedaan. Uiteindelijk overleeft hij de ziekte; daarna gaat hij steeds meer twijfelen, ook aan de katholieke kerk. Hij ziet dat de kerk zich verrijkt ten kosten van de armen. Die hebben eigenlijk niks aan de kerk; ze krijgen ook niks van de mis mee omdat die in het Latijn is.
Geert Groote gaat zijn preken/missen in het Nederlands houden, net als Luther en Calvijn vele jaren later.
Hij schrijft een pamflet; daarmee probeert hij de kerkleiders de ogen te openen voor de misstanden binnen de kerk en hij sticht de geloofsgemeenschap ‘Broeders en zusters van het gemeene leven’. Dat alles leidt tot hevige kritiek op hem.
Uiteindelijk wordt hem door de bisschop de mond gesnoerd.
Maar intussen ontstaan er in Nederland en ver buiten onze landsgrenzen geloofsgemeenschappen die zijn gestoeld zijn op de Moderne Devotie, waar Geert Groote grondlegger van is.
Hij overleed in 1384, nog maar 44 jaar.
Hierbij een link naar de website van het Geert Groote museum.

Tijdens de film zat ik een meter van de vitrine af, waarin een replica van de schedel van Geert te zien is en een levensechte weergave van zijn hoofd. Af en toe keek ik even naar rechts…..gek idee: iemand uit de 14e eeuw zo dichtbij je.
In de kelder van het gebouw bezochten we tenslotte de tentoonstelling  ‘de kloof’.
Geert Groote kwam op voor de mensen die niet meeprofiteerden van de welvaart die de Hanze bracht. Deze expositie vertelt over de kloven in de samenleving die er in de Hanzetijd bestonden en hoe die waren ontstaan: tussen arm en rijk, tussen macht en onmacht, tussen theoretisch en praktisch opgeleid, tussen gezond en minder gezond en tussen man en vrouw.
En daarmee wordt het verhaal van Geert ook het verhaal van onze maatschappij: theoretisch versus praktisch opgeleiden, migranten en gevestigden en niet te vergeten de digitale kloof: bijna de helft van onze maatschappij kan zich niet goed redden met apps, inlogpagina’s en internet.

Toen was de dag nog maar half om….morgen deel 2 van de Brus-dag.

Op Instagram vind je een foto van de vitrinekast met het hoofd én de schedel van Geert.

Reageren

27 oktober: Slaapliedje.

Aan sommige liedjes hangt een haast tastbare herinnering.
Afgelopen week bij het soppen van de badkamers had ik mijn Spotify afspeellijst ‘Auf Deutsch, bitte’ op de oortjes.
Alle Duitse muziek die ik leuk vind verzameld op één lijstje.
Van Freddy Quinn tot Stephan Sulke
Van Herbert Grönemeijer tot Imca Marina
Van Udo Jürgens tot Peter Maffay.
Sommige liedjes galm ik jubelend mee, bij andere geniet ik van de tekst of de muziek.

Bij het dweilen van de vloer kwam ‘Schlaf mein Kind, schlaf ein!’ voorbij.
Een liedje van de Duitse zangeres Alexandra, die al vaker op deze website voorbijkwam.
(zie ‘Erstes Morgenrot‘ uit 2017)

Het is een slaapliedje, waarin het kind hoort dat het nog maar lekker even in de kinderwereld moet blijven; een wereld zonder nood, oorlog en dood.
Toen onze dochters nog op de basisschool zaten, zong ik bij het naar bed brengen altijd een liedje voor het slapen gaan en dat kon van alles zijn, maar ze vroegen zelf vaak om deze.
Tijdens het dweilen ben ik dan in gedachten even weer in zo’n slaapkamer op de rand van het bed.
Kind op schoot of naast me, arm er om heen.
“Schlaf nun, schlaf, mein Kind, schlaf ein….”

Alexandra is overleden in 1969 en ze is al lang verdwenen uit het collectieve muziekgeheugen van ons Nederlanders.
Maar onze dochters weten nog wie ze is.
Van één van hen weet ik dat ze zelfs ook een Alexandra afspeellijst heeft……

Hierbij een link naar het liedje, hieronder vind je tekst.

Kalt schon weht der Abendwind
und es naht die Nacht geschwind
schlaf und lass das Weinen sein
schlaf nun, schlaf
mein Kind, schlaf ein.

Ach, du kennst noch keine Not
weißt noch nichts von Krieg und Tod!
Deine Welt is hell und licht
bis der Kindheits Traum zerbricht

Morgen schon bist du erwacht
aus der langen Märchennacht
morgen ist die Welt schon dein
halt dein Herz nur ummer rein!
Mmh,mmh,mmh,mmh

halt dein Herz nur immer rein!
Mmh,mmh,mmh,mmh
Schlaf nun, schlaf
mein Kind, schlaf ein.

Reageren

26 oktober: Zandstralen. Echt waar.

De dag na mijn verjaardag staat er in mijn agenda om 10.30 uur een afspraak met Sigrid, mondhygiëniste bij Mondzorg Roden.
Hoe zou het nu met mijn gebit zijn?
Iedere nacht heb ik om mijn bovengebit een nachtbeugel en achter mijn ondergebit zit een spalkje.
In het begin een lichaamsvreemd ding waar je tong last van heeft maar na een maand vast onderdeel van je ondergebit dat je niet meer voelt.
Het schoonhouden van de tanden en kiezen hoort bij een dagelijks ritueeltje; als ik naar bed ga moet ik eerst nog vijf dingen doen.
1. Naar de wc 2. Ragen en flossen 3. Tandenpoetsen 4. Nachtbeugel in 5. Medicijn innemen.
Ook als je die dag je verjaardag hebt gevierd en na een avond met gebak, hapjes en borrels om 00.30 uur naar je spiegelbeeld staat te knipperen.

Sigrid prikt in mijn tandvlees en nergens bloedt het; het was dus goed met mijn gebit.
Ze vertelt precies wat ze gaat doen: eerst gaat ze met een soort mini-slijptolletje de tandsteen aanpakken.
Daarna zegt ze: “Nu ga ik je gebit zandstralen; het spettert wel een beetje….” en legt uit dat ze daarmee de hardnekkige tandsteenrandjes ook wegkrijgt. Ik voel het spetteren en bedenk met mijn ogen dicht hoe ik er nu uit zie met mijn mond opgesperd en het gezicht vol sputters.
Dan maakt ze ‘met de hand’ een rondje langs mijn tanden en kiezen en ze sluit af met het leukste en minst vervelende onderdeel van de behandeling: polijsten. Met een mini-schuurkussentje met pepermuntsmaak.

Eenmaal thuis zocht ik op of ik het nou wel goed had verstaan.
Zandstralen?
Dat was het inderdaad.
Soms wordt er ook gebruik gemaakt van een air-flow (zandstralen) voor de moeilijk bereikbare oppervlakten van de tanden. De mondhygiënist maakt niet alleen de zichtbare plaatsen schoon maar ook onder de tandvleesrand. Dit voorkomt het risico van het ontstaan van tandvleesontsteking.
Goed bezig, Sigrid.
En ik ook.
Iedere avond.
Een goede gewoonte, maar bijna altijd met tegenzin.
Op een dag als vandaag met de complimenten van Sigrid nog in mijn oren weet ik even weer heel goed waarom het een goede gewoonte is.

Reageren

25 oktober: 64e jaargang, bladzijde 1.

Een foto van een pagina uit het 29e deel.

Op het blog over mijn moeder van twee dagen geleden kreeg ik een reactie van Dick die eindigde met de zin: ‘Een nieuwe jaargang is begonnen’.
Een jaargang is een verzameling tijdschriften of kranten die allemaal zijn verschenen in één jaar.
Vandaag begint de 64e jaargang van mijn levensboek.
Ben ik dan vandaag 64 geworden?
Nee.
63.

Het jaar van 0 tot 1 is de eerste jaargang, dus op je eerste verjaardag begint je 2e jaargang.
63 jaargangen liggen achter me, 63 delen van in mijn levensverhaal.
Dat boek is goed gedocumenteerd (vooral sinds ik deze website bijhoud) en voorzien van veel foto’s en video’s; het is al een hele bibliotheek geworden.
Een tikje saai misschien en vooral voorspelbaar.

Maar Gerard en ik weten dat niets vanzelfsprekend is.
Vanavond weet ik hoe de eerste pagina (dag) van het eerste hoofdstuk (maand) van deel 64 (jaar) er uit heeft gezien.
Waarschijnlijk heb ik op mijn werk getrakteerd op tante-Lammie-mandarijntjes-kwarktaart en heeft de familie vanavond genoten van ook zo’n taart en de warme gehaktballetjes met uien á la Ma Vrieswijk.

De 64e jaargang is begonnen!

Reageren

24 oktober: Oh oh Den Haag.

Van onze vrienden uit Peize kregen we voor ons 40-jarig huwelijk een theaterbon én een lidmaatschap van ‘Vrienden van de Winsinghhof’, het theater/de bioscoop van Roden. Nooit van gehoord? Hierbij een link naar hun website. 
Als je vriend bent van zo’n theater moet je daar ook eens naar toe en wij (moet ik tot mijn schande bekennen) zijn daar nog niet vaak geweest.  Wij gaan eigenlijk altijd naar Groningen.

We plozen de gids na die we als vrienden van de club kregen en kozen twee voorstelling uit: eentje in maart (blog volgt tzt) en een klucht op een zondagmiddag in oktober: zondagmiddag zagen we zittend op het rode pluche de klucht ‘Oh oh Den Haag’.
We zaten eerst op de eerste rij (op onze kaarten stond rij I, stoel 5 en 6), maar we moesten naar rij hoofdletter i…….een stukje verderop de zaal in. Achteraf waren we daar heel erg blij om, want een tweetal mensen op de eerste rij werd bij het toneelstuk betrokken. Nu was Ger de klos op stoel 6, anders was Gerard aan de beurt geweest.

Er staan maar drie spelers op het toneel: John (Bas Muijs), een ambitieuze politicus, Patrick (John’s spindoctor) en Emma (Sabine Beens) een zwangere studente die op zoek is naar onderdak.
Voordat de voorstelling begon kwam de acteur die Patrick speelt even voor het doek om paar dingen uit te leggen; je herkent in hem onmiddellijk de sidekick Adje van Nispen uit de programma’s van Paul de Leeuw.

Even kort het verhaal dat zich afspeelt in de huiskamer van de politicus John: hij is vrijgezel (de vergelijking met Mark Rutte dringt zich inderdaad op) en Patrick en hij trekken veel samen op in de periode voor de verkiezingen. Voor de zaal is duidelijk dat Patrick een oogje heeft op John.  Emma klopt aan, komt, ziet en overwint. Ze gaat niet meer weg en na haar komst wordt alles anders.
Het verhaal rolde over ons heen en we hebben ontzettend gelachen. Er wordt zelfs een baby geboren op het toneel met natuurlijk de gebruikelijke grappen en grollen daarom heen. Toen de weeën erger werden bedachten de mannen dat  “er toch zo’n liedje was waar je op moet ademen” en gaven ze een komische versie van ‘HA HA HA STAYING ALIFE!”

Deze politieke komedie bevat veel verwijzingen voor naar de huidige slangenkuil in Den Haag en geeft een knipoog naar de steeds groter wordende invloed van de landelijk pers en sociale media.
Deze voorstelling gaat over de vaderlandse politiek, maar is allesbehalve politiek correct; daarom is het ook een klucht!
Met een hele zaal hikkend van de lach om iets ‘wat eigenlijk niet meer kan’: we hebben er van genoten.
Een heerlijke ontspannen middag gehad.

Aan het einde van de voorstelling werd er een foto gemaakt van de twee mannen met de zaal op de achtergrond bij wijze van ‘bordesfoto’ en zongen de drie toneelspelers met de hele zaal “Oh oh Den Haag…!”
Maar dat zong ik niet mee.
Ik bin ja een Drent…..

Hierbij een link naar de website van Arijan van Bavel   met meer informatie over de voorstelling.

Reageren

Pagina 32 van 352

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén