De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

14 oktober: Uitgerust en opgeladen.

De afgelopen week hebben Gerard en ik genoten van een weekje vakantie.
Deze keer een stuk minder vermoeiend dan de fiets-cruise langs de Donau; we woonden van 6 tm 13 oktober in Westerbork.
Op zondagmorgen 8 oktober besloten we om eens een PKN-dienst in de Stefanuskerk mee te maken.
Bij de ingang kregen we een orde van dienst en twee liedboeken mee: geen beamer in deze kerk.
We hadden geluk, want de cantorij werkte mee aan deze viering.
De cantor studeerde voor aanvang van de dienst een vierstemmig ‘Amen’ in met de hele gemeente.
“Vrouwen: als je graag wat lager zingt, zijn in de bovenste notenbalk de onderste noten voor jou.”
Ook met de tenoren en bassen werden de nootjes even apart ingestudeerd; dat zou van mij in Roden ook best mogen.

Alles wat in zo’n viering gebeurt vergelijk ik met Roden.
Bij ons komt niet de hele kerkenraad op het podium als nieuwe ambtsdragers bevestigd worden.
Bij ons dragen de cantorijleden geen zwarte kleding met een accent in de liturgische kleur.
Zag er echt mooi uit trouwens: wegens die nieuwe kerkenraadsraadsleden was de kleur rood; op deze manier straal je als koor eenheid uit, zonder uniform te zijn.
Maar veel dingen waren ook hetzelfde: de mooie muziek die de cantorij zong, de goede preek van voorganger Melle Leffers en een oud kerkgebouw dat stamt uit de 15e eeuw.
Meer weten over deze kerk? Hierbij een link naar de pagina over het kerkgebouw op de website van de Protestantse Gemeente Westerbork.

Fietsen langs het Oranjekanaal in de najaarszon.

Zondagmiddag zouden we de beloofde ballonvlucht maken, maar wederom ging het niet door. Nu was er niet genoeg wind en was de luchtvochtigheid te hoog. Het hele evenement is uitgesteld tot voorjaar 2024.
En verder was het gewoon een heerlijk weekje Casa Grada.
Een hele ochtend heb ik zitten knippen, vouwen en lijmen met theezakjes: binnenkort een blog over wat ik maakte.
Kerstkaarten gemaakt.
Geborduurd en gehaakt.
Dagje gefietst richting Noord Sleen.
Met Gerard een middag de hort op om ons te oriënteren op nieuwe wasbakken met kastjes eronder voor in Westerbork en in Zuidwolde een grote ‘crea-bea’-winkel gevonden met heel veel soorten garen, fournituren en knutselspullen.
En een snackbar waar ze Sundea’s met advocaat verkochten.

Hoofd leeg, uitgeslapen, gewandeld, spelletjes gedaan en midden in de nacht bij kaarslicht bij het meer op ons terras gezeten.
Kortom: uitgerust en opgeladen.

We namen een paar dingen mee die we vonden tijdens onze wandelingen en fietstochtjes: een maiskolf langs de weg, tamme kastanjes die uit een boom waren gevallen op de de weg naar Noord Sleen, rode besjes van een struik langs de Börkerstroom en rose hortensia’s uit de struiken bij Casa Grada.
Daarvan maakte ik gistermiddag (samen met wat spullen uit de tuin in Roden) een herfststuk voor op tafel; het heet ‘Vakantie in Westerbork’.
Gisteravond brandden de kaarsjes en keken we weer op de bank in Roden naar Twee voor Twaalf.
Ineens was het gisteren herfst.
Lekker weer thuis!

Het instagram-account van deze website leidt tot nu toe een sluimerend bestaan; dat ga ik activeren.
Vanaf vandaag bijna iedere dag een foto die past bij het blog van die dag. Meer foto’s zien van het bloemstuk? Naar Instagram.

Reageren

13 oktober: An der schönen (12)- Melk en druiven.

Vandaag een blog over het laatste traject van onze Donau-reis: van Krems naar Melk; dan fiets je door de Wachau. In dit dal werden de hellingen langs de rivier in de 8e eeuw na Christus  al gecultiveerd door de verbouw van druiven.
Op dit traject fietsten we een stukje van de Donau af door kleine dorpjes met wijnmakerijen; tussen de dorpen in zijn uitgestrekte wijnstokterrassen.
Mooie route, lieflijke uitzichten.
De laatste grotere stad die we aandeden was Melk.
Het stadje is beroemd om het ‘Stift Melk’, het kloostercomplex dat majestueus op een rotsplateau langs de Donau troont.
Je ziet de twee gezichtsbepalende torens en de koepel van de abdijkerk al van verre opdoemen.
Hier werken en wonen Benedictijner monniken al sinds de 11e eeuw.

We hebben het stift opgezocht, maar we kochten geen kaartje.
Als je in zoiets moois en ouds bent, dan wil je ook de tijd nemen om het goed te bekijken en net als bij Schönbrunn heb je daarvoor niet genoeg tijd. Maar wat we er van hebben gezien was al prachtig. We maakten een mooie wandeling door het voorste gedeelte en ik ontdekte een zuilengalerij waar de hele geschiedenis van het stift in woord en beeld voorbijkwam.
Daar las ik ook dat het stift weliswaar prachtig is, maar dat het ook een financieel blok aan het been is voor Oostenrijk: het is gigantisch duur om het gebouw te onderhouden. Met ‘voor-en-na’ foto’s liet men zien hoe het gebouw er uit ziet als er niets gedaan wordt aan bepleistering en onderhoud. Een voorbeeld daarvan vind je hier links.
Wil je meer weten over dit eeuwenoude klooster? Ik vond een mooi artikel op de website ‘Bezoek Oostenrijk’; hierbij een link
Als je op die website komt zie je ook gelijk hoe groot het hele complex is.
Op de afbeelding hier rechts zie je wat wij er van zagen toen we er naar toe liepen.

Maar Melk is niet alleen maar ‘stift’.
Het is een mooi, oud stadje waar we op de ‘Rathausplatz’ in het centrum op een terras genoten van een pot thee. Dat is dan echt de beste dorstlesser, want het was warm en we moesten nog een stuk fietsen.
Op één van de muren zag ik een fresco met een bekend beeld: iemand die met zijn haar aan de takken van een boom hangt. Alsof je een oude bekende tegenkomt: “Hé. Absalom!”
Maar het was hem wel! Zijn naam stond er zelfs onder.
Zo’n reis wordt een stuk interessanter als je bent opgevoed met de bijbel.

Van Melk fietsten we na de thee naar Pochlarn.
Met dat plaatsje begon deze blogserie: we zaten onder een kastanjeboom te wachten aan de oever van de Donau want de boot was er nog niet.
Dit is het één na laatste verhaal in de serie, maar wel het laatste blog over de Donau. Het laatste blog gaat namelijk over de terugreis. Wordt nog één keer vervolgd dus.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

12 oktober: Kussentjes op de barkruk.

Toen we ons huis hadden verbouwd in 2011 (nieuwe keuken en een woonkeukengedeelte met schuifdeuren naar de tuin) had ik een groot stuk extra aanrecht waar je aan kunt zitten.
Een soort huisbar. We kochten bij IKEA drie barkrukken en als iemand staat te koken en we hebben bezoek, dan zit het erg gezellig aan de bar in de keuken. Toen mijn moeder nog leefde zat ze graag bij mij ‘aan de bar’ te teuten.
Kopje koffie er bij, klep-klep-bep-bep.
Op die barkrukken liggen dus al jaren van die ronde, platte kussentjes, zwart in ons geval.
En op den duur worden ze lelijk.
Valig.
Met vlekken die er niet meer uitgaan.

Op internet vond ik een plaatje van een gehaakt, rond kussen overtrek.
Kon je kopen, maar ik wilde het zelf maken.
Het patroontje was nergens te vinden, dus ik vergrootte het plaatje een beetje en maakte een printje.
En dan is het vooral een kwestie van goed kijken welke steken zijn gebruikt en hoeveel stokjes/lossen/boogjes in het patroontje voorkomen.
Uitproberen. Prutsen. Tellen. Uithalen en opnieuw beginnen.
Gerard kan dan zo olijk zeggen: “Zo schiet het niet op, hé?” als ik weer een gedeelte moet uittrekken.
Maar dit is waar ik plezier aan beleef, vooral als het lukt.
En het lukte!

Inmiddels liggen er drie rode kussentjes op de stoelen; ze passen goed bij de andere rode accenten in onze keuken.
Wil je ook zo’n kussentje haken?
Hierbij een link naar een PDF met een patroonbeschrijving: 2023.09 Kussenovertrek rood
Lukt het jou ook?
Laat het me even weten.
Vinnikleuk.

Reageren

11 oktober: Blogbouwstenen (11) -Tijd geven.

“Wat wil je hebben voor je verjaardag?”
Mijn moeder kon dan zo heerlijk nuchter zeggen: “Niks. Ik heb alles al.”
Op haar verjaardag kwamen haar broers en zussen (voor zover nog in leven), de buren en wij, haar kinderen en kleinkinderen.
Voor haar was het grootste plezier op zo’n dag dat iedereen er was.
Stond ze met haar zus Trina te giechelen in de keuken met een glaasje advocaat met enorme toefen slagroom er op.
Samen aan tafel (stamppot met twee soorten worst of lekker wat van de Chinees) en genieten van het gezelschap van iedereen die haar lief en dierbaar was, de mensen bij wie ze zich op haar gemak voelde.
En dit alles natuurlijk in haar eigen streektaal waarin ze zich het gemakkelijkst uitdrukte.

Wat geef je iemand die alles al heeft?
Van de ‘Time-management-kalender’ die wij vroeger ooit eens als scheurkalender in de wc hadden hangen vond ik laatst het blaadje van 19 april van dat jaar terug.
Daarop stond een hele leuke tip die ik nog eens in praktijk ga brengen.

Een mevrouw die Ellen heet zegt “Ik vind het elk jaar weer moeilijk om te bedenken wat ik hebben wil voor mijn verjaardag. Dit jaar wist ik het wél: ik heb aan al mijn vriendinnen wat TIJD gevraagd. Daar heb ik namelijk een enorm gebrek aan: ik loop altijd te jakkeren. Het perfecte cadeau dus. 
En wat was ik blij  met de tijd die ik kreeg. 
Mijn ene vriendin heeft een fotoalbum van mijn vakantiefoto’s gemaakt, iets waar ik zelf maar moeilijk aan toe kom. Een volgende heeft me geholpen een kast in te richten en weer iemand anders heeft mijn planten verpot. Het werd een soort klusmiddag, maar wel een hele gezellige. Aan het einde van de dag zijn we samen uit eten gegaan. Ik zou het zo weer doen!”

Ik heb mijn moeder destijds ook vaak tijd gegeven.
Een dagje met haar naar haar schoonzus.
Samen naar het tuincentrum voor zomerbloemen op haar platje.
Zomaar een middag naar Beilen of Assen, even winkelen en een patatje eten.
Even naar Meintjes en de slager, samen koffiedrinken en genieten van oude foto’s kijken.
Het kan zo simpel zijn; cadeaus  als tijd en aandacht zijn onbetaalbaar.

Dus als ooit eens iemand in jouw omgeving geen cadeau weet te bedenken: geef hem of haar een stukje van jouw tijd!

Reageren

10 oktober: 50 jaar Superstar

Op Radio 5 wordt reclame gemaakt voor de podcast-serie ’50 jaar Superstar’ van de KRO/NCRV.
Dit staat in de aankondiging:

Vijftig jaar geleden zorgde de film Jesus Christ Superstar voor een hoop ophef.  
Je hield ervan, of je haatte het.
Wat bracht deze hippie-vertelling over de laatste dagen van Jezus teweeg?  
In de podcast 50 jaar Superstar onderzoeken we het.  
Van het verhaal achter de wereldberoemde soundtrack, de transformatie van Jezus naar superster, tot een unieke blik achter de schermen.

De rock-opera ‘Jesus Christ Superstar’ van Andrew Lloyd Webber en Tim Rice werd voor het eerst opgevoerd in 1970.
De gelijknamige film kwam uit in 1973.
Toen was ik 12; in oktober werd ik 13 en in dat jaar ging ik voor het eerst naar de MAVO.
Niets heb ik er toen van meegekregen; niet van het spektakel zelf, maar ook niet van de ophef die het teweegbracht.
Het liedje ‘I don’t know how to love him’ stond op mijn repertoire, ik kon het zingen met begeleiding van mijn gitaar.
Maar de film had ik toen nog niet gezien.

‘Mijn’ Jesus Christ Superstar is de filmversie uit 2000.
Was de versie uit de jaren ’70 geschreven in de hippie-tijd, deze film kwam uit omstreeks de milleniumwissel.
Het was de eerste versie van JCS die onze dochters zagen en ze waren diep onder de indruk.
Ieder jaar rondom Pasen keken we die film; ze kennen de muziek dus goed.
Toen ze later beelden zagen van het origineel uit 1973 vonden ze dat helemaal niks……

Hierbij een link naar een stukje uit die film uit 2000: het beraad van de farizeeërs en schriftgeleerden onder leiding van Kajafas.
De hogepriester werd gespeeld door Frederick B. Owens.
Angstaanjagend in zijn uitbeelding van de haat tegen Jezus.
En die stem. Laag, mooi, maar venijnig.
‘We need a more permanent solution to our problem…..’
En die Pilatus was ook zo’n lekkertje; brrrrr.

Nog even terug naar de podcast, want daar draait dit blog per slot van rekening om.
In deel 1 komt Leo Blokhuis aan het woord, die veel vertelt over de achtergronden bij de de rockopera en de film.
In deel 4 wordt uitgelegd dat de Matthäuspassion van Bach en deze rock-opera van Webber meer overeenkomsten hebben dan je op het eerste gezicht zou denken.
Ik geniet ervan bij het doen van de ‘bovenboel’ en andere vervelende huishoudelijke klussen.

Je kunt de podcast vinden op Spotify enzo, maar je kunt ook luisteren via de website van Radio 5.
Hierbij een link naar die pagina.

Reageren

9 oktober: Hoeveel weegt een ziel?

“Hoeveel weegt een ziel?”
Dat was een vraag op het kalenderblaadje van zaterdag 23 september.
Niks natuurlijk, was mijn eerste gedachte.
Hoe definieer je eigenlijk een ziel?
De ziel van een wezen is zijn niet-materiële, spirituele component van het leven. 

Op het afgescheurde blaadje stond dat de Amerikaanse arts MacDougall in 1907 een medisch experiment uitvoerde, door een aantal patiënten van hem, die leden aan tuberculose, te wegen op hun sterfbed. Hij plaatste de bedden op een industriële weegschaal.  Op die manier kon hij het gewicht van de stervende voor, tijdens en na de dood meten. Alle patiënten wogen na hun overlijden 21 gram minder. “Dus” concludeerde MacDougall “de ziel van de mens, die bij het sterven het lichaam verlaat, weegt 21 gram.”
Moderne onderzoekers zijn van mening dat dit onderzoek geen enkele wetenschappelijke waarde heeft. Het eventuele gewichtsverlies dat kan optreden bij het overlijden van een mens is waarschijnlijk het gevolg van lucht, die uit de longen ontsnapt of verlies van vocht door transpiratie.

Dat weet je dan maar mooi weer als je terugloopt van het toilet naar de huiskamer.
Daar kauw ik dan nog even op door.
De mens is altijd al geïntrigeerd geweest door de ziel; het woord komt best vaak voor in ons taalgebruik, denk maar eens aan zielsverwanten, zielig, zielsgelukkig en zielsveel van iemand houden en aan de vraag “Wat bezielt je?”
En kijk eens naar alle spreekwoorden en uitdrukkingen die we in het Nederlands hebben met woord ziel er in.

Wat zie je precies in die ogen bij het spreekwoord: de ogen zijn de spiegel van de ziel?
Wat doen die twee zielen als ze één gedachte vertegenwoordigen?
En wat heb je onder je arm als je er met je ziel onder loopt?
Wat verkoop je als je naast je zaligheid ook je ziel verkoopt?
En wat heb je als je je ziel in lijdzaamheid bezit?
Waar gaat iets heen als het ter ziele gaat?
Waar gaat het mes doorheen als iets je door de ziel snijdt?
En wat heeft de ziel van je moeder er eigenlijk mee te maken als jij moederziel alleen bent?

Het begon met één vraag op een kalenderblaadje; in mijn hoofd kwamen er alleen maar vragen bij….
Tijdens mijn zoektocht naar de ziel voor dit blog kwam ik een mooi spreekwoord tegen dat ik nog niet kende:
Met een goed geloof en een kurken ziel drijft men de zee over’.
Het betekent: met vertrouwen en optimisme kan men alles aan.

Bij een ziel van kurk kan ik me die 21 gram dan ook nog wel weer voorstellen.

Reageren

8 oktober: An der Schönen (11) – Kerken en heiligen.

Gerard en ik hebben een structureel verschil van mening over het van binnen bekijken van een kerk; ik wil in elke kerk naar binnen, Gerard vindt twee op één dag meer dan genoeg. Geen is ook goed.
Op onze Donaureis sloeg de weegschaal heel erg mijn kant op: Passau, Linz, Wenen, wat een kerken, kapellen en kathedralen!

Op de eerste dag  stopten we voor een picknick in het kleine dorpje Feldkirchen.
De kerk was open; op het bordje naast de deur las ik dat de kerk gebouwd was in 1250.
Hé. Dat is in dezelfde periode als onze Catharina in Roden.
Toen ik binnenstapte trof me het beeld.
Net zo’n kerk als die van ons in Roden, maar dan katholiek ingericht, met een hoofdaltaar in het koor en een Maria- en Jozefaltaar in de zijbeuken. (zie afbeelding links, er op klikken voor een vergroting).
Zo zag de kerk op de Brink in Roden er dus voor de reformatie ook uit!
Minder rijk versierd waarschijnlijk, maar toch.

In Hainburg bezochten we de Philippus&Jacobus-kirche.
Een klein kerkje, waar niemand was, alleen wij; daar brandde ik een kaarsje voor mijn ouders.
Een mooi, intiem moment om even stil te staan in de tijd (zie afbeelding links).
De dag daarna waren we in Wenen, waar we naar binnen gingen in de beroemde ‘Sint Stephansdom’.
Als je hele kerk wilde zien, moest je entree betalen.
In een kerk.
Doe ik nooit; ik geef een gift voor het onderhoud van het oude gebouw. Een kerk is geen verdienmodel.
Verder was het daar heel erg druk: mensen stonden in een rij te wachten om een kaarsje aan te steken….
Natuurlijk: de dom was prachtig. Bombastisch, rijk versierd en indrukwekkend groot.
Maar ik heb meer met een klein godshuis, waar de papieren ketting met de namen van de laatste dopelingen aan het doopvont hangt, waar het kussentje van Frau Heinrichs nog in de hoek van de kerkbank ligt en waar het bidprentje van herr Fischer, die vorige week is overleden, nog op het prikbord zit.

Jezus in de hof van Getsemané.

In Krems stond de Piaristen-kirche bovenaan een steile trap.
Amechtig kwamen we boven en we ontwaarden een beeld.
Langs de zijmuur van die kerk was aan de buitenkant het hele lijdensverhaal in beeldengroepen vorm gegeven; een soort stripverhaal als je om de kerk heenliep, inclusief kruisiging en graf.

En dan de heiligen. In het blog over Enns benoemde ik al het verhaal van de heilige Florian die in die streek erg belangrijk is, maar bij een  grote rivier zoals de Donau is de heilige Christoffel ook alom aanwezig: op muurschilderingen, beelden, schilderijen, in kerken, overal zie je de heilige met het Christuskind op zijn schouders.
Op de afbeelding links zie je een muurschildering boven een oude poort in Passau.
Meer weten over deze heilige? Hierbij een link naar een artikel over hem.

Drie blogs zou ik nog wel over dit onderwerp kunnen vullen.
Goed idee, doen we niet.
Er zijn vast ook lezers die er net zo over denken als Gerard in de eerste alinea.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

7 oktober: Een soort familiedag.

Dinsdagmorgen viel er een envelop met een grijs randje op onze deurmat.
Een eenvoudige kaart met een mooie foto van Tjalling op de voorkant en naast de aankondiging van het overlijden, informatie over het afscheid en de namen van Marrie, hun kinderen en kleinkinderen alleen de tekst ‘Abba Vader, U behoor ik toe’.

Tjalling was de man van Gerards oudste zus.
Hij was al een paar maanden ernstig ziek en is van vrijdag 29 op zaterdag 30 september ’s nachts overleden. 
We gaan deze zwager missen in onze kring.

Woensdagavond zaten we in de auto op weg naar Marrie voor het condoleance-bezoek.
“Hoe oud was jij eigenlijk toen Tjalling en Marrie verkering kregen?” vroeg ik aan Gerard.
Er volgde een mooi verhaal over een jongetje van 12 dat de vriend van zijn grote zus op Catweazle vond lijken.
Dat was een jeugdprogramma destijds over een tovenaar uit de de middeleeuwen die in 1970 terecht kwam.
Helblauwe ogen, eerder mager dan slank, half-lang, blond haar, een snor en een sikje……hij had er inderdaad wel wat van.
Tjalling was niet opgegroeid op het platteland en keek zich op de boerderij van mijn schoonouders de ogen uit.
Legendarisch waren zijn woorden toen hij had gezien hoe het er aan toe ging als een varken bij de beer gebracht werd: “Ik geloof dat ik eerst maar met kippen begin…”.

Gisteren namen we afscheid van hem met een dankdienst voor zijn leven in Urk en daarna gingen we naar Ens waar de plechtigheid werd afgesloten op het kerkhof.
Het was een grote begrafenis, want een groot deel van de familie Waninge was aanwezig.
Later, aan de koffietafel in ‘het Wapen van Ens’ zei één van onze dochters: “Dit is eigenlijk ook een soort familiedag.”
Die opmerking deed mij denken aan het liedje ‘The Family tree” van Venice*.
Lees dit artikel maar eens Ik mis je dan lees je waarom en kun je ook het liedje beluisteren.

Muziek veroorzaakte gisteren ook de meeste emotie: Tjalling had de liederen die we in de kerkdienst zongen zelf uitgezocht en met het gezongen ‘Abba, Vader’ werd hij door zijn zes kinderen de kerk uitgedragen.
Op het kerkhof was er iets bijzonders: toen we met de stoet aankwamen stond het orkest waar Tjalling bij speelde al te wachten. Tijdens de plechtigheid speelden ze ‘Nader mijn God tot U’ en ‘Blijf mij nabij’, maar voor en na de ter aardebestelling speelden ze Egerländer muziek, waardoor er niet zo’n zware, verdrietige sfeer hing.
Van Marrie en de kinderen hoorden we dat Tjalling had gezegd dat ze wat hem betreft niet in het zwart naar zijn begrafenis hoefden. Hij had een goed leven gehad en hij wist zich geborgen bij zijn Vader in de hemel. “Jullie hoeven om mijn overlijden niet verdrietig te zijn.”
Toen we wegliepen van het kerkhof hoorden we Tjallings muziek waar die woorden in doorklonken.

*Op dit blog kwam een reactie van Lies; zij noemt daarin de Twentse vertaling van ‘The familytree’.
Als service van de zaak hierbij een link naar een artikel over dit lied op de website van Crematoria Twente
Je vindt daar de YouTube-uitvoering van dit lied en de tekst, met o.a. de zin ‘Noe wiej dan een van oons veurgood mut loaten goan……’

Reageren

6 oktober: Nederlands maar dan anders. (32)

We zijn al weer toe aan nummertje 32!

Neef Jan vertelde over een sollicitatieprocedure waarin iemand iets niet helemaal goed had gedaan.
Daar had diegene zelf veel last van gehad. “Ja, dan moet je zelf op de zure druiven zitten.” vond Jan.

Een collega van Gerard vond dat er kordaat moest worden opgetreden tegen een partij waar hun bedrijf zaken mee deed.
Als we die bedrijfsleider binnenkort spreken, dan moeten we die eens goed de oren scheren.”

Essina las in het Dagblad van het Noorden bij Miniman een bijdrage van iemand uit Nieuw-Schoonebeek.
Dit is opmerkelijk genoeg om er kond van te maken.

Op zaterdag 9 september zei Gerard: “Herman heeft er één voor jouw rubriek!”
In het Dagblad van het Noorden wordt de dagelijkse column ‘Ogenblik’ verzorgd door Herman Sandman.
Die zaterdag schreef hij een verhaal over de oeverloze discussies die zij als ouders voeren met hun puberkinderen.
De laatste zin was: “Zij (de zoons) worden natuurlijk ook gek van ons. Wij vinden overal wat van.
Eens, vindt mijn vrouw. We kunnen ook niet van alle slakken zout maken.

Via de reacties op deze website kregen we over datzelfde zout nog een mooie van Sinet: “Onlangs sprak ik een mevrouw die niet op alle slakken zout legt maar op eieren.”
Nou is eieren en zout op zich geen verkeerde combinatie, maar het is geen spreekwoord…..

Ik zag ook weer zo’n lachwekkende Engelse tekst op een raam van de plaatselijke schoenenwinkel staan.
Fall into de herfst.
Wat wil meneer Ziengs ons vertellen?
Dat we in de herfst moeten vallen?
Of is het alleen maar interessant-doenerij met het Engelse woord voor najaar ‘fall’?
Maar waarom moet het Nederlandse ‘herfst’ er dan bij?

Deze kreeg ik uit ‘de derde hand’ van iemand op het werk: een manager was flauw van een andere, drammende en om de klip-klap ‘MAAR’ roepende manager in een overleg. Ze had tegen de dwarsligger gezegd: “Ik ben liever een bruistablet dan een zuigtablet!”
Die houden we er in!

Van een andere afdelingswerkvloer kreeg ik deze door: iemand had te veel geld uit de ‘lief en leed-pot’ gehaald, maar dat was te laat opgemerkt om er nog iets van te kunnen zeggen. Een collega: “dan komt zij er mooi bekaaid mee weg!”
Diezelfde collega ergert zich aan de vele anderen buiten de afdeling die iets te zeggen hebben over hun werkproces: “daar hoeven die toch niet allemaal een pisje overheen te gooien?”

Deze kreeg ik van een vriendin.
Voor een familiefeest had iemand overal mensen vandaan moeten halen: ” toen heb ik overal vandaan mensen moeten optroggelen”.
Diezelfde meneer greep een kans met beide armen aan. 

Sinet zat bij een bevriend stel in de auto.  Van de groep waren die vrienden het enige stel dat nog niet wist waar ze naar toe gingen op vakantie in 2024. “Wij vallen weer buiten de toon.

Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 31, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Ook ergens een heel nieuw spreekwoord gehoord? Of een leuke verspreking? Welkom!
Iets grappigs wat kinderen zeggen mag natuurlijk ook altijd.
Oudste dochter Frea mocht in Smilde met mij mee naar het stembureau; ze was toen bijna 3.
Toen ik het stembiljet in de daarvoor bestemde container deed zei ze: “Heb je Lubbers daar nou in gedaan?”

Reageren

5 oktober: Waarde op het werk.

Aan het einde van de dag kijk ik vaak nog even terug: wat was vandaag de waarde van mijn dag?
Gisteravond opende ik de foto-galerij op mijn telefoon en ik zag een doos gebak.
Oh ja; dat was vanmorgen!

Een gewone werkdag, woensdag 5 oktober.
We zijn met meer secretaresses dan anders, want ’s middags is er een werkoverleg, waar we voor het eerst met ons voltallige en nieuwe secretariaat aan zullen deelnemen.
Het is wel een beetje vol op kantoor: alle bureau’s zijn bezet en het is haast een beetje te gezellig voor op de werkvloer.
Maar die gedachte druk ik gelijk weer weg, want we hebben in de maanden die achter ons liggen hard moeten buffelen om het secretariaatsschip op koers te houden.
Rond een uur of tien drinken we koffie en Anita (die in een andere functie voor Team290 werkt) komt binnen met een grote, witte doos.
“Ben je jarig?”
“Nee, de uren zijn op!”
In de krappe tijden sprong zij 8 uur in de week bij, maar dat hoeft niet meer.
Zij vond dat wel een reden voor gebak en wilde dat graag met ons vieren.

Als ik mijn beugel nog had, had ik hem er hiervoor uitgehaald.
Vers slagroomgebak van banketbakkerij Bloem uit Delfzijl.
Wat een heerlijk moment: met het hele team even een kop koffie met zo’n luxe traktatie!
Het voelde als een soort nieuw begin.

Maar dat was niet het enige dat gisteren voor mij van waarde was.
De morgen begon met grote irritatie omdat er een laptop die in Winschoten afgeleverd had moeten worden bij het Heijmanscentrum in Groningen was gebracht. En dat was mijn schuld. Maar dat was niet zo, dus dat ben ik de mensen in het Heijmanscentrum zelf gaan vertellen. Goed gesprek, lucht geklaard, volgende keer beter, laptop meegenomen en gezorgd dat die in Winschoten kwam.

Maar in het Heijmanscentrum werkt ook Rien, mijn collega van vroeger.
Die ik al tijden niet gezien had, want zo gaat dat tegenwoordig, dus ik stak nog even mijn hoofd om zijn deur.
Och, wat gezellig even weer.
We missen elkaar nog steeds een beetje en het is heel fijn om dan even weer bij te praten en herinneringen op te halen aan vroeger.
Maar het wordt niet meer zoals vroeger.
We doen inmiddels allebei iets anders en zijn blij dat we op onze nieuwe plek binnen de organisatie onze draai weer hebben gevonden.

Twee fijne momenten op een werkdag: ook dat kan de waarde van de dag zijn.

Reageren

Pagina 34 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén