Gistermiddag hebben Gerard en ik al een half uur gewandeld en vanmiddag heeft hij lampjes opgehaald bij Blokker en ze gelijk in de buitenkerstboom gehangen.
Toen was hij ook wel moe, maar we kunnen toch concluderen dat het iedere dag een stukje beter gaat. Morgen gaan we voor een controleafspraak naar het ziekenhuis, dan horen we meer over hoe het nu verder zal gaan.

Vanavond wandelde ik naar de Deel op de Brink, waar ik niet moest zijn.
De cantorijrepetitie was namelijk in Op de Helte, dus ik moest snelwandelen door het dorp, maar dat is in deze kersttijd beslist geen straf.
Het zijn drukke tijden voor de Catharinacantorij. Tijdens de repetitie vanavond zongen we liederen voor drie diensten de komende periode. Veel bekende liederen, dus het zingen is erg plezierig.

Het lastigst is nog steeds het al eerder genoemde Eer zij God in onze dagen/Gloria dat we volgende week gaan zingen in de Noorderkroon.
Nadat we het een keer hadden gezongen vroeg cantrix: “Wat doen die tenoren daar nou?” “Ja, in excelcis!” antwoordde een tenor naar waarheid. Maar de ene excelcis was niet gelijk aan de andere excelcis dus dat gaf wat verwarring. Het kwam goed gelukkig. Naast mij merkte iemand op ” Hier zullen ze nog lang over spreken bij de Noorderkroon!”
Ik waag het te betwijfelen…

Voor de pauze legt een sopraan altijd haar bril op de stoel, die vervolgens na de pauze altijd gered wordt door de bassen vlak voordat ze er op gaat zitten.
Eén lied vinden we eigenlijk niet zo leuk om te zingen.
Maar dat zeggen we niet.
Een alt roept daarover tegen een bas “We zingen je lievelingslied!”  waarop de bas in kwestie bromt dat hij meerdere lievelingsliederen heeft, maar dat die over het algemeen niet in het liedboek staan.

Eigenlijk was ik moe toen ik vanavond om 19.00 u richting centrum Roden liep.
Maar zingen doet iets wonderlijks met je: samen zingen maakt blij.
En daar knapt een mens van op! Dit mens tenminste wel.