“De man die de lach aan z’n kont heeft hangen” wordt hij wel eens genoemd.
50 jaar zit hij dit jaar in het vak. André van Duin. In de kerstvakantie was er een gala ter gelegenheid van dat jubileum dat ik had opgenomen, want dat wilde ik niet missen. En wat heb ik weer genoten.
Toen ik puber was in de jaren ’70 was zijn ster rijzende. In mijn agenda had ik heel wat plaatjes van hem geplakt, ik vond hem onwijs grappig en was tot over mijn oren verliefd op deze komische man.

Pas later ontdekte ik dat hij niet op meisjes viel. Maar toen had ik al weer heel andere idolen zoals Les Gray (van Mud), Boudewijn de Groot en Julien Clerc.
Met mijn broer zat ik op zaterdagmiddag na Los Vast (óók NCRV) aan de radio gekluisterd voor de Dik voor mekaar-show. Als we op vakantie in het buitenland waren was het dat programma dat we het meest misten, naast de Top 40 natuurlijk.
Nog steeds vind ik hem onweerstaanbaar leuk. Heb ik eens een beroerde dag, dan zoek op You Tube een oude sketch van hem op of een aflevering van Animal Crackers en daar knap ik dan weer helemaal van op. Lachen is echt heel goed voor de gezondheid.
Voor de liefhebbers: ik kan je aanraden om eens te zoeken op You Tube naar het filmpje ‘Afscheid van meneer van Swiete’. Het staat er in twee delen op. Het is niet zo bekend als “Er is geen kaas!”, maar minstens zo leuk.
Het allerleukste moment vind ik nog steeds het stukje met Simone Kleinsma bij de lift. En dan vooral het moment waarop hij aan haar vraagt: “Wat doet U eigenlijk voor de kost?” Kijk en geniet >>>.
Natuurlijk is niet alles leuk. In dit stukje met Kleinsma vind ik alleen de eerste vijf minuten grappig. Maar hij blijft mijn allereerste idool. Geen mooie man, maar wel één met humor. In 1983 ben ik getrouwd met een mooie man die ook nog humor heeft. Voor mij een onmisbare eigenschap.

Klik hier voor het vervolg op dit blog: Mijn eerste idool (2).