Vanmiddag werd ik om 12.00 uur opgehaald van het werk door mijn oud-collega. We gingen samen lunchen aan het Hoornse Meer. En bijpraten.
Twee jaar zaten we samen op één kamer. Twee geweldige jaren. Nooit had ik het leuker met een collega. Met haar had ik net zo’n klik als met mijn ‘boekenvriendin’ die ooit 6 weken mijn collega is geweest…(zie 2 maart >>>)
We konden echt overal over praten, we begrepen elkaar met een half woord en we hadden af en toe onbedaarlijke lol. Onze manager heeft wel eens overwogen om een hinderwetvergunning aan te vragen voor de herrie die we soms met z’n tweeën produceerden. Ze heeft een ijzeren gevoel voor humor en we konden het geweldig goed met elkaar vinden.

Maar halverwege 2013 scheidden onze arbeidswegen. Zij verhuisde naar een locatie aan de Hereweg en ik naar de Henri Dunantlaan, dus toen zagen we elkaar niet meer.
Maar we belden nog wel en praatten regelmatig even bij.

Ze ging eind december 2014 met pensioen. Toen was ik nog aan het herstellen van het infarct. Ik had nog wel sloffen gehaakt voor haar ‘afscheid-cadeau-mand’, we hadden gemaild, ge-appt, maar nu zagen we elkaar dan eindelijk weer life.
“Mis je het werk ook?” vroeg ik. Nee, het werk miste ze helemaal niet. “Maar wat ik wel erg mis is het samen met collega’s lachen.” Dat bleef verder de hele dag in mijn hoofd hangen. Want samen lachen is ontzettend belangrijk. We hebben vanmiddag twee en een half uur in elkaars gezelschap doorgebracht, we hebben van alles besproken, maar we hebben ook weer ontzettend gelachen. En o, wat knapte ik daar van op!

Samen lachen moeten we dus vooral blijven doen. Ook met de boekenvriendin kan ik nog steeds uitbundige lol hebben. Oud-collega en ik hebben afgesproken dat we elkaar in oktober weer ontmoeten. Af en toe moeten we onszelf zo’n bijpraatsessie gunnen, want lachen is gezond! Zie >>>