Afgelopen week liet een meneer uit de Randstad mij een foto-grapje zien. Op de foto zagen we iemand die door het ijs was gezakt die uit het water werd getrokken door een ander persoon.
In tekstballonnetjes stond er boven:
“Bi’j deur ’t ies zakt?”
“Nee, ik was an ’t zwemm’n en toen begunde et te vriez’n!”

Grappig. De meneer in kwestie vertelde dat hij het grapje eerst niet zo goed had begrepen.
“Ik heb altijd zo’n moeite met dat verbasterde Nederlands.”
Nou ja zeg!
Zullen we de kerk even midden in het dorp laten?
In vriendelijke bewoordingen heb ik uitgelegd dat het Nederlands is afgeleid vNedersaksisch_taalgebiedan het Nedersaksisch/Nederduits.  Onze streektaal die nog gesproken wordt in Denemarken,  Noord Duitsland, en de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland.
(zie kaartje hier links).
Nederlands is dus verbasterd Nedersaksisch.
Dat het maar even gezegd is.

Ik schreef al eens vaker een blog over mijn gevoeligheid op dit punt, zie 3 januari 2015 >>>