Gistermorgen stapte ik met prachtig weer rond kwart voor elf op de fiets voor een buitensocparadijselijke fietstocht langs Peize en Paterswolde naar de Buitensociëteit >>> aan de Meerweg in Haren. De reden was minder fijn: het was een herdenkingsplechtigheid voor een ex-collega die twee jaar geleden met vervroegd pensioen ging. Ze had een hersentumor en heeft maar twee jaar van haar pensioen mogen genieten.
De laatste rouw-bijeenkomst die ik bijwoonde was de begrafenisdienst van mijn schoonmoeder (zie 12 april >>>). Het contrast had niet groter kunnen zijn.

Vrijdagmiddag was de crematie al geweest, alleen bijgewoond door haar gezin.
Familie, vrienden, collega’s en andere gasten waren zaterdag welkom. Er waren toespraken van haar man, haar kinderen en een collega.
Er was muziek van o.a. The Rolling Stones.

Uit die toespraken kwam naar voren hoe ze was geweest als echtgenote, moeder en collega. Hoe schrijnend het was dat ze maar 63 mocht worden. Hoe dapper ze was en hoe ze haar best heeft gedaan om alles nog uit het leven te halen wat er in zat. En vooral: hoe vreselijk ze gemist zal gaan worden. Daarna was er voor iedereen een glas wijn (of jus d’orange ). Daarmee brachten we een gezamenlijke toost uit op de overledene: “Salut”.
Synoniemen hiervoor zijn : groet, heildronk, vaarwel.
Tenslotte kreeg iedereen een broodje kroket en kon je alleen schriftelijk je condoleances overbrengen aan de familie.
Toen ik wegfietste zag het er gezellig uit. Als je niet beter wist…

Op de rouwkaart stond het gedicht ‘Sub Finem’ van Vasalis:

En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten –
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen – en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

Op terugweg mijmerde ik op de fiets over deze voor mij zo andere vorm van afscheid nemen. Ook mooi. Want alles werd met liefdevolle aandacht gedaan en er werd haar met deze herdenking echt recht gedaan.
Ze heeft veel liefde en warmte gegeven en ook gekregen.
Het was een voorrecht om haar gekend en met haar gewerkt te hebben.