In de kerstvakantie zagen we in de programma-reeks ‘Recht van spreken’ een interview met Aart Staartjes. Op diezelfde avond keken we ook naar de speelfilm ‘Zij gelooft in mij’ met André Hazes in de hoofdrol.

Beide mannen hoeven in ons gezin niet te worden geïntroduceerd.
Zelf ken ik Aart Staartjes al mijn hele leven, als bijbelverhalenverteller bij de IKON kwam hij bij ons thuis al voorbij. Verder keken mijn broer en ik naar de omstreden ‘Stratenmaker op zee show’ met Wieteke van Dort en Joost Prinsen. Vermakelijk was het verhaal dat Staartjes daar bij vertelde. Hij groeide op in een gezin in Amsterdam; zijn vader had een timmerwerkplaats. Die vader voegde zijn zoon ooit smalend toe ‘dat hij later waarschijnlijk stratenmaker op zee zou worden’. Dat is dus gelukt!
Hij haalde Sinterklaas binnen en bij onze kinderen werd hij onsterfelijk als ‘meneer Aart’ in Sesamstraat.  Als iemand bij ons soep opschepte en daarbij per ongeluk heel veel gehaktballetjes meeschepte, dan werd je onmiddellijk ‘meneer Aart’ genoemd. Ook het ‘hondje’ uit het verhaal dat hij voorlas kwam in ons gezin regelmatig voorbij.

André Hazes hebben Gerard en ik nog een keer zien optreden in Zuid Drenthe in zo’n rokerige feesttent. We hebben een bepaalde entourage (een een paar borrels) nodig om “Ik heb hier een brief….” luidkeels mee te zingen. Heel af en toe gebeurt dat nog wel eens in de Rodermarktfeestweek. Verder is het niet bepaald onze muziek. En helemaal niet de muziek van onze dochters. Het liedje “Bloed, zweet en tranen” werd door hen omgedoopt in “Koek, bier en knakworst!” Soms komt het nog wel eens voorbij. Met een snik in de stem aangevuld met: “Want vrienden, de koek is op!”

Beide mannen waren geen zonnetjes in huis.
Het klatergoud dat artiesten omschijnt geeft vaak een vertekend beeld van de werkelijkheid.
Na zo’n avond realiseren we ons weer dat ‘groots en meeslepend leven’ ook veel kost.
Te veel. Als Gerard en Ada ben je beter af dan André en Rachèl.