een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2017

10 juni: Werken? Of niet werken?

In 1986 werd onze eerste dochter Frea geboren.
Een geboren moeder was ik niet, maar in de loop van de jaren heb ik het moederschap op mijn eigen manier vorm kunnen geven en kan ik zeggen dat ik er van heb genoten.
In 1986 werkte ik nog bij justitie in Assen.
In ons milieu was het nog niet echt gebruikelijk dat je als vrouw bleef werken, dus ik bleef thuis bij Frea.
Na de eerste onwennige weken ging het steeds beter en toen ze ging lopen en praten hadden we samen een fantastische tijd.

In 1989 werd Harriët geboren. Vlak na haar geboorte verhuisden we van Smilde naar Roden en daar moest ik erg wennen. Ook toen heb ik geen moment gedacht om weer aan het werk te gaan: met de baby en de peuter had ik het druk zat en er was tijd voor de kinderboerderij en samen koffiedrinken met ‘mama-school’.
Gerard had een baan en we konden ons redden van één salaris.

In 1994 kregen we Carlijn.
Drie dochters, een huishouden draaiend houden, vrijwilligerswerk: ik verveelde me geen moment.
Was er een kind ziek: geen probleem, ik was immers thuis.
Een vriendin die wel werkte vond dat altijd het moeilijkst. Want wat doe je dan als je kind ziek is?

Toen Carlijn in groep 3 zat ging ik 8 uur in de week werken bij Beatrixoord.
Twee jaar later werkte ik twee dagen bij Christine Brons in Groningen en in 2008 begon ik bij Lentis voor drie dagen in de week.
Tegenwoordig worden er in de bladen en  op internet verhitte discussies gevoerd over kinderen en opvoeding.
Wanneer ben je een goede moeder? Een greep uit wat ik zoal lees:
“Als ik alleen maar thuis zou zijn en geen werk zou hebben, dan zou ik diep ongelukkig zijn en dus geen goede moeder kunnen zijn”.
“Altijd dat haasten en rennen, geen tijd, op zo’n manier kan ik geen goede moeder zijn.”
“Je moet je kinderen zelf opvoeden en het niet aan de grootouders of de crèche overlaten”.
“Kinderen van moeders die thuisblijven lopen een sociale achterstand op omdat ze niet met andere kinderen leren omgaan.”
“Kinderen van werkende moeders groeien in een veel te drukke en lawaaierige omgeving op, dat is niet goed voor de ontwikkeling.”
“Moeders die thuis blijven voor de kinderen zijn mutsen.”
“Moeders die werken besteden niet genoeg tijd aan hun kinderen.”

De maatschappij is inmiddels ingrijpend veranderd. Als Gerard en ik nu kinderen zouden moeten opvoeden was ik denk ik ook part-time blijven werken. Had ik vast ook heel leuk gevonden. Wat volgens mij vooral belangrijk is dat je doet waar je jezelf goed bij voelt.
Voornoemde werkende vriendin vertelde dat ze op mooie zomerse dagen wel eens jaloers dacht aan mij: met de kinderen in de tuin met een zeemeermin-zwembadje, een kopje thee en een tijdschrift.
En op druilerige dagen met bergen was en een huis vol rotzooi dacht ik wel eens afgunstig aan haar: lekker op kantoor met een grote stapel administratie om weg te werken.

Er is altijd een ene kant en een andere kant.
Het belangrijkst is dat de kinderen genoeg liefde en aandacht krijgen.
Hoe je dat organiseert is een persoonlijke keuze; gun elkaar daarin de ruimte.

Reageren

9 juni: Een regel van Vondel.

In februari bezocht ik met collega Jacquelien het Scheepstra kabinet (zie 3 februari >>>)>
Het is een klein museum dat is gevestigd in de oude Openbare Lagere School op De Brink in Roden.
Als je het gebouw binnenstapt zie je aan het eind van de lange gang boven de deur een groot bord met een tekst.
Kinderen die op die school hebben gezeten kennen de tekst uit hun hoofd.

Het zijn een paar regels van de dichter Joost van den Vondel. 

Dit is de tekst van het hele gedicht:
Laat het kostelijkst van al
U niet reukeloos ontslippen
Dat’s de tijdt, die snel gaat glippen,
zonder dat hij keeren zal.
Och! Hoe dun is dit getal,
dat zijn uren meet bij stippen,
Eer de doodt den draadt komt knippen
van hun leven onverwacht.
Meest verlooren, minst geacht.

Bij dit gedicht uit 1655 horen een aantal voetnoten. 

kostelijkst: kostbaarst, dierbaarst.
reukeloos: zorgeloos.
dun: schaars.
meet bij stippen: dat zuinig te werk gaat met zijn uren.
den draadt komt knippen: beeld ontleend aan de werkzaamheid van de Parcen, die de levensdraad spinnen en afknippen.
laatste regel: Wat het meest verloren gaat (nl. de tijd), wordt vaak het minst geacht.

Laat ik nou altijd gedacht hebben dat de mensen vroeger veel zorgvuldiger met hun tijd omsprongen als in onze tijd. Maar Joost dacht daar kennelijk toch anders over….

Reageren

8 juni: Spookgebouwen.

Zo af en toe zie je ze wel eens: spookgebouwen.
Huizen of gebouwen die leeg staan en niet meer worden gebruikt.
In Hoogersmilde, het dorp waar ik vandaan kom,  staat bijvoorbeeld het pand van Garage Van Dam (zie foto hier linksonder). De auto’s uit de jaren zeventig staan er nog in. De erven hebben onenigheid over de bestemming van het pand en nu staat het al drie decennia leeg.
Het staat inmiddels bijna op instorten.
Mijn vader (die in 2008 is overleden) maakte zich destijds namens Dorpsbelangen al druk om de verwaarlozing van het pand en het zegt iets over de  daadkracht van de gemeente Middenveld dat er nog steeds niets met het pand is gebeurd.
Het is een puist in het aanzicht van Hoogersmilde, dat het moet hebben van het toerisme.
Er is een aanlegplaats voor plezierboten met uitzicht op (je raadt het al…) Garage van Dam.
Update 2024: dit is het laatste nieuws over dit pand dat ik vond op RTV Drenthe.

Toen wij op Koningsdag in Bergen aan Zee incheckten in Hotel Victoria verbaasde ik me over het verpauperde pand dat er naast stond. Aan de Zeeweg, de hoofdstraat in Bergen aan Zee, staat een vierkante kolos, een uitgewoond gebouw. We zetten onze fietsen achter hotel Victoria en kwamen daarbij door een steegje langs het verlaten pand.
Gerafelde gordijnen, kapotte ramen, verstofte rotzooi……. het waren de restanten van wat ooit een mooi hotel is geweest. Op de foto hier rechts zie je uiterst rechts nog de letters HO van Hotel Victoria. Je zal er naast zitten met je nering.
Onvoorstelbaar. In zo’n badplaats pal aan de Noordzee, zo’n krot.
Dat intrigeert mij dan. Eenmaal thuis ging ik zoeken op internet.
Ik kwam er achter dat het ooit Hotel Monsmarem was geweest.
De hele gemeenschap van Bergen aan Zee ergert zich groen en geel aan de bouwval, maar het is in handen van een projectontwikkelaar die niet te bereiken is.
Inmiddels zijn er plannen: in april is er een gemeenteraadsvergadering geweest waarop een voorstel is ingediend. Ik kon niet achterhalen of er nou daadwerkelijk iets gaat gebeuren.

Tijdens ons verblijf in Bergen aan Zee werden mijn ogen als door een magneet toegetrokken naar het spookhotel. Spannend. Eng. Wat is dat dan voor een gebouw. Waarom staat het zo leeg? Ik heb een rijke fantasie en ook al een paar griezelverhalen gelezen over dergelijke leegstaande huizen. Waar vroeger een moord is gepleegd en de ziel van het slachtoffer niet wil dat er nieuwe bewoners komen……
Of waar nog wel één hele rare zonderling woont die zich zo heel af en toe laat zien en de hele gemeenschap de stuipen op het lijf jaagt…..
De echte reden is meestal heel triviaal.
Geld.
Update 2024: in juli waren we weer in Bergen aan Zee en het zag er heel anders uit.
Benieuwd? Lees dan het blog ‘Kerstin aan Zee‘.

Reageren

7 juni: Katten-konten-onderzetters.

In maart kreeg ik van dochter Harriët een plastic zakje. “Dit heb ik allemaal van jou geleend. Weet nog wel? Ik wou haken. Ik heb het geprobeerd, maar het is niks voor mij. Misschien kun jij er nog wat mee?”
In het zakje zaten verschillende bolletjes wol, twee haaknaalden en een paar ‘beginnetjes’.

In één van de beginnetjes zag ik een klein rose  kattenkontje. Dat had ze me namelijk laten zien; ze had rose en zwarte katoen gekocht en liet me een plaatje zien. “Kijk, dit ga ik proberen te maken.” Het was een onderzettertje met een staartje en twee pootjes er aan met in het midden een klein rose rondje: een “cat but”. In goed Nederlands een kattenkont.

Het leek me wel leuk om die  voor haar te maken. Op internet zocht ik het patroontje op en haakte met de door Harriët speciaal daarvoor gekochte katoen zes onderzetters. Begin juni was ze jarig. De onderzetters gaf ik haar als kadootje. Een sigaar uit eigen doos, maar dan anders.

Wil je ook zulke onderzetters?
Klik hier Katten-konten-onderzetters voor een PDF met een haakbeschrijving van deze ‘kattenkonten’.

Reageren

6 juni: 21 oktober 1972

Aan het begin van dit jaar zei ik lispelend tegen iemand: “I’m so sorry about it….”
Daarbij legde ik uit dat dit kwam van een dansje dat vier Engelse mannen vroeger ooit hadden gedaan bij een liedje over een fox. Eén van de mannen deed het steeds verkeerd. In mijn herinnering hadden we er bij ons thuis (toen ik nog bij mijn ouders woonde) ontzettend om gelachen. Met wat speurwerk op internet kwam ik erachter wat dat destijds geweest is. Het was een optreden van ene Denny Willis met drie andere mannen in ‘Eén van de acht’, een zaterdagavond-spelshow van Mies Bouwman.

Zaterdagavond 21 oktober 1972; ik was bijna twaalf. Op YouTube vond ik het fragment terug, met de aankondiging van Mies er bij.
45 jaar later word ik bij het kijken naar dit fragment overspoeld door herinneringen. Zaterdagavonden met het hele gezin voor de televisie. Soms Nederlandse televisie, maar vaker Duitse showprogrammas. Peter Frankenfeld met Musik ist Trumpf. Peter Alexander. Dieter Thomas Heck met de ZDF hitparade. Ilja Richter met Disco ’72. Maar ook de Mounties. Of Zeskamp.
Koffie met een lekkere koek.
Chips en sinas.
Een van de acht was verreweg het leukste, daar verheugden mijn broer en ik ons mateloos op. Het was maar één keer in de maand. “Licht uit, spot aan!” riep Mies bij de finale.
Op het puntje van de stoel zaten we. Als de lopende band geweest was schreeuwden we naar de televisie wat we allemaal hadden gezien. Als kinderen met een bijbehorend scherp geheugen konden we ons niet voorstellen dat die oliebollen bij Mies niet meer dingen konden opnoemen.

Kijk naar het fragment van Eén van de acht >>> en geniet nog eens van het optreden van Denny Willis waar we toen dubbel om lagen. Het is wel even doorbijten: tegenwoordig zou dit nummer tot een kwart van de tijd worden ingekort.
Het is trage televisie, typisch jaren ’70.

Reageren

5 juni: Oma vertelt.

Sinds ik voor en met mijn moeder een levensboek heb gemaakt (zie >>>) heb ik het met haar vaker over vroeger.
Door het praten over vroeger, het ophalen van oude herinneringen en het zoeken naar oude foto’s is er in haar brein kennelijk iets losgewoeld. ‘Vroeger’ is wat meer naar de oppervlakte van haar gedachten gekomen.

Mijn moeder als 14-jarig meisje

Af en toe ga ik een hele dag naar haar toe. De één op één aandacht doet haar goed. Een paar weken geleden kregen we het over de rol die grootouders spelen in het leven van hun kleinkinderen. “Bedenk eens hoe dat was voor jou. Hoe gingen jouw grootouders met jou om? Hoe gingen jouw ouders met ons (hun kleinkinderen) om? En hoe heb je het grootouderschap zelf ervaren? Wat is er dan veel veranderd in pakweg 60 jaar.”

Het duurt dan altijd even voordat mij  moeder iets vertelt. Maar door mijn vragen werd ze aan het denken gezet.
Haar grootouders van vaders kant had ze niet zo goed gekend. Opa en oma Boelen waren al vroeg overleden. Maar opa en oma Alting had ze nog gekend. Oma’s volledige naam was Jantina Alting -Lutjeboer. Het was blijkbaar geen gemakkelijke vrouw. Ze had zelfs een bijnaam: ” Ol’ duvel Jannao”.  Dus.

Deze oma Alting was erg naamziek. De kinderen die naar haar kant van de familie waren genoemd werden voorgetrokken. Het kon gebeuren dat mijn moeder met haar jongere zusje bij oma was en dat het zusje een reep chocola kreeg en mijn moeder niet.
Oma Jantina was gewend dat ze haar zin kreeg. Toen haar man overleed kregen de kinderen allemaal wat geld van de erfenis. Mijn moeder hierover: “Ik kan me nog herinneren dat oma langs kwam met het geld. Wij zaten te spelen in de keuken. Oma legde het geld op tafel en sprak haar dochter toe: “Dit geld is veur die. Daor most doe die wat veur die zelf van kopen. Alting geld, allaint veur die.”

Maar het gezin had het niet breed en samen beslisten ze dat mijn opa een fiets kreeg, beslist geen overbodige luxe. Spinnijdig was Jantina.

Toen mijn moeder later zelf oma werd heb ik geen spoortje van de genen van ‘Ol duvel Jannao’ kunnen ontdekken. Ze waakte ervoor dat ze de kinderen gelijk behandelde en ze heeft ze alle vijf, samen met mijn vader, vooral veel liefde gegeven. Dat is genoeg.

Reageren

4 juni: Mijn allergrootste fan

Lezers van blog weten: ik ben fan van André van Duin van het eerste uur.
De ‘Dik-Voor-Mekaar-Show’, de sketches uit zijn revue’s, zijn verslag tijdens ‘Ter land ter zee en in de lucht” bij het Achteruitrijden en de Caravanrace: hilarisch vond ik het.
Ik was wat minder te spreken over de vreselijke carnavalshits uit de jaren 70 en 80, maar dat is hem vergeven.

Nooit gedacht dat Van Duin ook kon ontroeren.
Dat past niet bij zijn imago in mijn beleving.
Die ontroering overviel me toen ik voor het eerst zijn lied “Mijn allergrootste fan” hoorde.
Hierbij een link naar het lied.

Wat een prachtig lied.
En niet bedacht of opgesmukt: zo was het gewoon.
Het lied beschrijft de onvoorwaardelijke liefde van deze vader voor zijn zoon en de support van ouders die voor mensen zo ongelooflijk belangrijk is.
Je haakt toch altijd bij alles wat je doet naar de goedkeuring van je ouders.
Wat heerlijk dat je dan kunt zeggen dat je vader je allergrootste fan was.

Eerder blogs over mijn eerste idool:
7 januari 2015 >>>
2 januari 2017 >>>

Reageren

2 juni: Romige spinazieschotel met vis, roomkaas en groene pesto.

Wat heb je tegenwoordig toch veel mogelijkheden om vis te bereiden.
Vandaag een vis-schoteltje met spinazie voor twee personen.

Wat heb je nodig:
– 500 gram uitgelekte diepvriesspinazie
– 200 gram kabeljauw, koolvis, tilapila of een andere witte vissoort
– viskruiden
– klein potje groene pesto (hier heb je maar de helft van nodig voor twee personen)
– een kuipje franse roomkaas (Paturain of iets dergelijks)
– beetje bieslook
– 500 gram aardappelen

Wat moet je doen:
– Oven voorverwarmen op 180 graden
– aardappelen schillen en gaar koken.
– De vis kruiden en aan weerszijden aanbakken.
Daarna de vis in stukjes van ongeveer 1 centimeter snijden.
– Spinazie in een pan opwarmen.
– Vermengen met de pesto, de bieslook en de roomkaas.
– Ovenschoteltje invetten met een beetje olijfolie en de helft van het mengel in de schotel doen.
– De blokjes vis over het eerste laagje verdelen.
– Vervolgens de vis bedekken met de tweede helft van het mengsel.
Als het uit de oven komt ziet het er zo uit:

Deze visschotel serveer je bij gekookte aardappelen.
Heel grappig was Gerards reactie toen ik het op tafel zette.
“Wel aardappels, geen jus?”
Het blijft een Waninge….. maar hij vond het wel heerlijk; ook zonder jus!

Reageren

1 juni: Gehaakt haarbandje met een geborduurd bovenkantje.

Vorig jaar op 13 juni >>> schreef ik een blog over een yoga-haardbandje, waar ik een geborduurd bovenkantje voor ging maken.
We zijn nu één jaar verder en ja hoor: het is eindelijk af.

Met yoga ben ik inmiddels al weer gestopt, tenminste, met het yoga in clubverband.
Sinds ik met yoga begon in 2015 heb ik er een gewoonte van gemaakt om iedere dag met yoga te beginnen.
Een minuut of 10, iedere dag.
“Rek- en strek oefeningen” noemt Gerard het.
Men zegt dat als je iets drie weken structureel doet, dat het dan een gewoonte wordt. Van nature ben ik geen ‘beweger’, maar nu ik naar gewoonte iedere ochtend voor het ontbijt die tien minuten yoga doe blijf ik soepeler. Voelt goed.

Ik denk er over om na deze zomer een andere sport te zoeken; of iets op het gebied of yoga, of iets met aquajoggen ofzo.
Nog even over het haarbandje: ik borduurde een soort lange boekenlegger die precies over de bovenkant van het gehaakte haarbandje heenvalt. Het borduurwerkje zit er helemaal aan vast genaaid, als ik hem in mijn haar heb zie je het zwarte gehaakte haarbandje helemaal niet.

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén