Vrijdag had ik eindelijk weer eens een ontmoeting met ex-collega Gineke. Dat zou eigenlijk deze zomer al,  maar toen was het haar veel te warm; in haar bewoordingen was het toen noodweer. Al teutend en giebelend brachten we de middag in Roden door.  Lekker broodje bij Brink 15, ronddobberen bij Het Goed en wandelen over de oude Brink en langs de Mensinge; ook liepen we nog even over de markt,  waar Gineke tot haar verbazing constateerde dat de mensen Gronings met elkaar spraken. In Drenthe? ‘Dat is Westerkwartiers’ vertelde ik haar. Vonden wij in het begin ook toen wij hier kwamen wonen.  De Roners op hun beurt vonden ons taaltje ook ‘maor raor’….

Onderweg kwamen we vluchteling-vrijwilliger Margreet tegen. Zij liep met een groepje van 5 nieuwe Nederlanders door Roden, ik denk in het kader van de inburgering.  Wij werden ook gelijk onderdeel van het programma. “Deze dames zijn aan het ‘wandelen’,  wat wij nu eigenlijk ook al doen”.

Even later kwamen we het illustere groepje weer tegen. Margreet vertelde dat ze net een bok had geschoten.  Ze waren even een snackbar ingelopen om te schuilen voor de regen en ze had iets typisch Nederlands uitgelegd, namelijk wat kroketten waren. Ze had aan de eigenaar van dat etablissement uitgelegd dat ze met de groep aan het inburgeren was en dat ze zelfs een beetje reclame voor zijn zaak maakte. Maar dat was maar ten dele waar… in het inburgergidsje stond weliswaar een afbeelding van de snackbar,  maar er stond ook uitdrukkelijk bij vermeld dat het hier ging om ONGEZOND eten.  Margreet wekte niet de indruk dat ze er heel zwaar onder gebukt ging.

Ik ook niet trouwens.
Op mijn lekkere broodje van tussen de middag lagen zelfs twee kroketten…..