Woensdagmiddag reed ik na mijn werk vanuit Groningen naar Hoogersmilde, de weg die ik vorig jaar in het najaar zo vaak reed: eerst naar mijn moeder en later naar haar huis om het leeg te halen en op te ruimen. Op de achterbank lagen mijn gitaar en mijn ‘zangtas’ met mappen en standers. In het voorjaar was ik uitgenodigd door de diaconie van de PKN gemeente om het ouderen-kerstfeest te komen opluisteren.

De eerste keer dat ik mijn medewerking verleende aan deze kerstbijeenkomst was begin jaren ’80, toen was ik begin twintig en nog niet getrouwd. Dat zingen ben ik blijven doen, maar niet ieder jaar. Ook toen we naar Roden verhuisden bleef ik af en toe zingen op het ouderenkerstfeest in Hoogersmilde. Dan ging ik met de kinderen een dag naar mijn ouders; later nam ik de kinderen wel eens mee, dan speelden ze fluit, viool of saxofoon of zongen een refreintje mee.

Maar kleine kinderen worden groot, inmiddels ben ik 58 en toen ik gistermiddag in de zaal rondkeek zag ik dat ook de populatie ouderen nu bestaat uit de veertigers uit mijn kindertijd. Ouders van kinderen die bij ons de klas zaten; die je allemaal bij de voornaam noemt omdat dat in Hoogersmilde heel gewoon is.
Mijn moeder had daar ook bij kunnen zitten.
Nu mijn ouders er niet meer zijn voel ik een lege plek als ik in Hoogersmilde ben.
Niks dramatisch of zo, maar meer iets wat er niet meer is, weemoed is denk een woord dat het gevoel het best omschrijft.

Gistermiddag was ik gewoon weer ‘Ada van Kees en Fré Vreeswiek’.
Jantje, waar we altijd de caravan stalden voor de winter, kwam even bijpraten, ik sprak de moeder van vriendin Nelly, kreeg de groeten van Egbert en van Hilly (van Hosanna) en ik sprak iemand die vroeger nog op mij had gepast.
Of ik al gehoord dat vrouw Sikkema met wat aanpassingen weer naar huis kon.
En er waren weer nieuwe mensen in het Woldhuus (waar mijn moeder woonde) komen wonen.

Kerstverlichting langs de vaart in Smilde

“Hoe ist met Gerard? Hoe ist met de kinder? Kunt ze nog zo mooi zingen?”
Jans ging voor mij op zoek naar een zangkruk maar kwam terug met lege handen.
Er was was één kruk in het gebouw en daar stond de kerstboom op, dus zong ik gewoon zittend op een stoel.

We zongen de oude vertrouwde kerstliederen, we hoorden de bekende verhalen, haalden mooie herinneringen op en hadden met elkaar een fijne middag.
Even weer op het oude nest.

Als bonus mocht ik langs de mooie kerstversiering langs de vaart ‘op de Smilde’ weer naar huis.
(zie RTV Drenthe: De Smildes stralen weer >>>)