Al een aantal keren heb ik een week of twee in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Wachten op de uitslagen van onderzoeken of wachten op een operatie. Tijdens zo’n periode ontmoet je heel veel verschillende mensen en soms klikt het, soms niet.
(lees voor bijzondere ontmoetingen de blogs ‘Waar is de draad’ uit 2014>>>men ‘Gien schoenen an in berre’ uit 2018 >>>)

In maart 2018 onmoette ik Gerda. Zij lag net als ik in het ziekenhuis met hartproblemen.  Gerda hoort bij de PKN-gemeente in Roden, dus haar man kwam me destijds opzoeken en vertelde dat ze al een tijdje in het UMCG lag en dat ze na jarenlange operaties en noodgrepen nu uitbehandeld was. Ze zou binnenkort naar huis mogen; de verwachting was dat ze niet lang meer te leven had.
Gerard en ik bezochten Gerda in haar kamer in het UMCG toen ik vlak voor mijn operatie stond; wat een hartelijke positieve vrouw. En ja, ze was uitbehandeld, maar probeerde nog uit het leven te halen wat er in zit.

In het najaar zocht ik haar nog eens op in Roden. En weer viel me op hoeveel levenlust deze vrouw toonde; het straalde haar de ogen uit. Ze vertelde honderduit over haar kinderen, haar kleinkinderen, van wat ze allemaal nog wél kon en van de kleine dingen waar ze, samen met haar man, nog zo van genoot. Voor haar gevoel leefde ze al heel lang in ‘geleende tijd’, omdat ze op 33-jarige leeftijd al was geconfronteerd met borstkanker en de daarop volgende zware chemobehandelingen.

Maandag 21 januari is ze overleden, ze is 73 jaar geworden. Zaterdagmiddag zaten we in Op de Helte voor een dankdienst voor haar leven. Haar dochters haalden herinneringen op aan hun moeder door voor te lezen uit het boek: ‘Mam, vertel eens’.
(meer weten over het boek? Klik hier voor een link naar een artikel erover op RTL-nieuws >>>)
Herinneringen aan het gezin waar Gerda in opgroeide, het gezin dat ze later zelf kreeg en, bijzonder en ontroerend: haar visie op wat geluk is.
Geluk zat voor haar in allerlei kleine dingen, maar o.a. ook in de basis van een veilige, warme jeugd, een bezoek van de kleinkinderen en vlinders en bloemen in de tuin.

De voorganger benoemde in zijn preek het vermogen van Gerda om ondanks haar breekbare gezondheid toch iets van het leven te maken ‘Levenskunst’.
En met haar levenskunst stak ze anderen aan, bood een luisterend oor en wees haar omgeving op bijzonderheden die men anders misschien over het hoofd zou hebben gezien.
Gerda heeft ons laten zien dat ‘vieren van het leven’ niet altijd af hoeft te hangen van een goede gezondheid. Dat je ondanks pech en tegenslag toch kunt genieten van wat je ten deel valt. Als je het maar kunt en wilt zien.

Een voorbeeld voor mij.
Wat een voorrecht dat ik deze bijzondere vrouw, zij het zijdelings, nog heb mogen leren kennen.