een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: februari 2019

8 februari: Leeftocht in Hoogeveen.

In het seizoen 2017/2018 verzörgde ik veur de PKN in Roden in het kader van ‘Samen-ver-binden’ een aomnd over de muziek, de teksten en de verschilende aspecten van de artiest Daniel Lohues ( zie Zuks bedenk ie van te veuren iet >>>.)
Noar aanleiding van die presentatie in Roden weur ik uutneudigd om ok zo’n aomnd in Beilen en Hoogeveen te verzörgen. In Beilen was dat op 15 januari (zie Ontmoeting en Inspiratie >>>) en gusteraomnd zaten wij om kwart over zes in de auto richting Hoogeveen.

Zaten d’r in Roden en Beilen 25 tot 30 mensen in de zaal, in Hoogeveen waren dat d’r ongeveer 100. Dat was ik ja niet wend…..
Gelukkig huufde ik niet veur een microfoon te praoten, ik kreeg een heuse ‘headset’ woar as ik eigenwies met lopen kun. En eigenlijk was dat ok het ienige dat aans was as in Roden en Beilen, want verder verleup het programma volgens hetzelfde stramien.

Veur zo’n aomnd huuf ik qua enthousiasme hielemaol niet mien best te doen. Zölf ben ik namelijk zo lyrisch over Lohues en zien muziek/teksten, dat ik zölf arg veul plezier beleef an het vertellen over de liedties en over Lohues. Soms moet ik mij bedapperen um niet hardop met te zingen as ik zien muziek laot heuren; maor soms kan ik mij ok niet inhollen, dan doe’k toch stiekem zachies met.

In de pauze trök mij iene an de mouwe. Ik keek uutzied en zag een schoolvriendin van toen ik op de HAVO in Assen zat. Och, wat ja leuk en wat gezellig! Wij mussen natuurlijk eem bijpraoten. Zij vertelde dat zij toen as puber hielemaol klaor was met dat ‘plattelandsgedoe’: zij trök veul liever op met de wichter uut Assen.
Daorin verschilden kennelijk ok toen al van mening: ik vun dat ik as Drent op een schoele in Assen gewoon Drents mus kunnen praoten met mien medeleerlingen en ze mussen mij dat ok niet verbieden. (lees hierbij het verhaal over mien anvaring met de leraar Nederlands van destieds Hier kom ik weg >>>).

Naotied sprak ik nog wat mensen die het arg naor de zin had hadden en mij daormet complimenteerden. Wat mij opvalt is dat de gesprekjes begunt met Lohues, maor al gauw overgaot op het underwarp ‘streektaol’. Mensen die het zölf al niet meer praot, maar zo fijn vind um het nog ies te heuren. Een meneer uut Den Haag die het allemaol prima verstaon haar: ‘Dat valt met Drents zo mee….”.  In zu’n gesprek wordt ok vaak de zörg uutspreuken dat de streektaol niet blef bestaon.

Het liekt d’r inderdaod op.
Maor ik zal het tegen beter weten in toch bliem roepen: “Hier ku’j Drents praoten!”
Daniël helpt mij.
Of ik hum…..

Reageren

7 februari: Wat moet je er mee?

Tot maart 2018 werkte ik voor een manager die niet voorop liep in de digitale ontwikkeling en dan druk ik me voorzichtig uit.
Maar daar hadden we op zich niet zo veel last van; we redden ons prima met mail, digitale agenda, digitaal archiveren etc. maar sommmige dingen bleven we op de ouderwetse manier doen omdat dat nou eenmaal handiger was. Voor ons dan hè?
Met z’n tweeën gebruikten we nog een heel oud systeem voor het uitwerken van verslagen: zij  sprak een bandje in en ik werkte het uit.
We hadden een ‘opneemding’ waar bandjes in konden, een ‘afspeelding’ waar diezelfde bandjes in konden en daarbij koptelefoons en voetpedalen.
Vorige week had ik even tijd om mijn kast op te ruimen en toen stuitte ik op een krat met bovengenoemde apparatuur. 2 complete sets maar liefst.

Wat moet je er mee?
Toen wij het gebruikten veroorzaakte het al optrokken wenkbrauwen bij de collega’s, nu wil er helemaal niemand meer mee werken.
“Wat moet ik met deze krat met spullen doen?’ vroeg ik aan de collega’s op mijn afdeling.
Toen ik had uitgelegd wat het was was hoon mijn deel.
Ze lachten me gewoon vierkant uit.
“Dat moet je naar Zuidlaren sturen, naar die collega van ‘Media en comunicatie’.  Misschien kan hij er wat mee voor in zijn museum.”

Miij bekroop het gevoel dat ik niet serieus werd genomen, maar ik seinde toch voornoemde collega in.
Weet je wat hij schreef?
“Ik kom wel even een keer langs om het op te halen. Misschien kan ik het nog gebruiken in ons media-museum…”

Grote pret bij de mannen. Misschien kon ik er zelf wel bij gaan zitten in die vitrinekast.
Het is maar goed dat wij op het werk niet aan Sinterklaas doen………..anders had ik in december vast een heel vilein gedicht gekregen over museumstukken!

Reageren

6 februari: Très speciale.

Omdat ik graag weer naar de cantorij wilde, is de Franse les nu op de maandagavond.
Als je dertien jaar op dinsdagavond Franse les hebt gehad (en je bent 50+) dan valt zo’n wijziging niet mee. Aan het eind van 2018 hadden we afgesproken dat de eerste les van 2019 op maandag 21 januari zou zijn.
Drie leerlingen kwamen opdagen; zelfs de juf was het vergeten…..

In de herkansing lukte het wel op de 28e januari en afgelopen maandagavond hadden we de tweede les van deze ronde; iedereen was er!
Juf wilde van alles doen deze les en gaf van te voren aan dat we die avond geen ronde ‘petite histoire’ hadden. We mochten alleen iets over afgelopen week vertellen als we iets ’très speciale’ met de groep wilde delen. Na deze opmerking dacht ik “ne personne n’ose” (niemand durft….) maar wij zijn een lichtelijk anarchistisch groepje, dus menigeen stak toch gewoon van wal.

Een van de dames vertelde dat ze naar het ziekenhuis was geweest voor een controle. Alles was  goed  en ze hoefde pas over een half jaar weer te komen.
Inderdaad, goed en speciaal nieuws.
Een andere dame had de kleinkinderen op bezoek gehad en was in het Groninger Museum geweest naar de glastentoonstelling van Chihuly. Een hele speciale tentoonstelling.
Moesten we allemaal heen! Ook heen? Hierbij een link>>> naar de site van de tentoonstelling.
Eén van de mannen was met een clubje op werkbezoek geweest bij twee fabrieken die zich erg nuttig maakten op het gebied van afvalscheiding.
Al deze verhalen worden in het Frans verteld en dit laatste verslag bevatte zoveel ‘speciale’ en ingewikkelde woorden, dat ik het niet helemaal kon volgen.
Maar het was wél speciaal, al was het alleen maar om het woordgebruik.

Toen vond één van de andere mannen dat zijn verhaal ook nog wel kon. Hij had een mooi beeld verkocht, had daar winst op gemaakt en hij was toen met zijn broer naar het casino geweest om een deel van die winst te vergokken.
Zeer speciaal; we hadden het niet willen missen.

De verdere les ging op aan het nakijken van het huiswerk en het ‘ingestudeerd’ discussiëren over de stelling “Onderwijzers hebben veel te veel vakantie!'”
Vorige week was al bepaald dat ik het met die stelling eens moest zijn, maar het discussieert een beetje raar als je iets zit te verdedigen waar je zelf niet achter staat.
Het mooist vind ik altijd het moment waarop iemand heel graag iets met de groep wil delen, maar het Frans op dat moment te moeilijk is. Dan schakelt men gewoon over op het Nederlands, al dan niet met een licht Fries,  Drents of Amsterdams accent.

Aan het eind van de les keek juf spijtig naar de kopieerde vellen met daarop iets wat ze maandagavond met ons had willen doen. “Dat doen we dan volgende keer!”
Er zit maar één ding op juf: snoer ons de mond.

Reageren

5 februari: The Addams Family

In de jaren zestig was er een serie op de televisie in zwart-wit: The Addams Family.
Dat vond ik toen al een geweldige serie; griezelig en grappig tegelijk.
Als je het melodietje hoort weet je het gelijk weer: o jaaa, met die knippende vingers.
Het zit gelijk de hele dag in je hoofd.
(klik hier voor een YouTube-video met het leader van het programma >>>)

Toen ik in december de aankondiging zag van de musical The Addams Family zei ik tegen Gerard: “Daar wil ik graag heen!”
Hij vroeg wat dat dan was, hij had geen idee.
Maar hij wou wel mee, dus we regelden twee kaarten voor Martiniplaza: zondagmiddag  3 februari 15.00 uur, matinee-voorstelling.

Als voorbereiding keken we vorige week naar de film ‘The Addams Family Values’ uit 1993, zo raakte Gerard bekend met alle vreemde personages die de familie rijk is.
Zondagmiddag zagen we de Nederlandse versie van de excentrieke familie in musicalvorm, o.a. Johnny Kraaykamp junior en Pia Douwes. 

Toegegeven: het is een heel slap verhaaltje waar de voorstelling op is gebaseerd, maar de vormgeving is prachtig.
Er waren heel wat meer personages in de musical dan we op het plaatje hiernaast zien.
De familie gaat namelijk nog heel amicaal om met de familieleden die reeds gestorven zijn; het begint met een familiereunie op het kerkhof. De levenden hebben werkoverleg met de doden.
Er is een probleem: dochter Wednesday is verliefd op een ‘gewone jongen’, uit de Achterhoek nota bene  (niets van te horen, trouwens…geen spoortje Nedersaksisch).
Het familieberaad loopt  er op uit dat de overledenen ook hun best gaan doe om te helpen bij het oplossen van het probleem.

Dan snap je natuurlijk wel wat er gebeurt: de gewone jongen komt met zijn ouders op bezoek bij de familie van Wednesday en dat levert nogal wat ongemakkelijke momenten op, regelmatig waren we getuige van wederzijds afgrijzen. Het bijzondere is dat je tijdens de voorstelling de gewone burgers een beetje raar gaat vinden…..
Het leukst vond ik de onverstoorbare, Frankensteinachtige butler Lurch.
Er werd mooi gezongen, al vond ik ook de teksten wel wat zwak, zeker als je het vergelijkt met de vorige voorstelling die wij zagen over Annie M.G. Smidt.
Er zit dan ook geen diepere laag in deze musical.
Het is puur spektakel en wat dat betreft krijg je waar voor je geld: we zagen prachtige speciale effecten.

En verder was het vooral griezelen en genieten.
Op de achtergrond speelt een echt orkest; af en toe zie je ze heel spooky door het schimmige decor heen. Mooie choreografie en werkelijk prachtige belichting: de overledenen, die best vaak aanwezig waren op het podium, zagen er altijd wat grijzig en schimmig uit. Dat kwam puur van de belichting, want aan het eind, toen de hele cast het applaus in ontvangst nam, waren ze heel kleurrijk aangekleed.
En niet te vergeten Pia Douwes; zij draagt de voorstelling.
Dansen, zingen en acteren: ze doet het allemaal met souplesse en overtuiging.
Het was macaber, het was humorisch, maar het was vooral zéér onderhoudend.

Reageren

4 februari: Anders dan anders.

“Ik zie jou viering’ met ‘de Open Hof band’ stond er bij de aankondiging van de kerkdienst van gistermorgen. Zo’n praiseband ligt buiten de comfortzone van een gemiddeld gemeentelid van onze PKN-gemeente, maar ik weet dat er binnen onze gemeente ook heel veel mensen zijn die graag zingen met een band en dat deden we gistermorgen.

De Open hof-band

De begeleiding van de liederen is anders dan met orgel, maar ook de liederen waren gistermorgen anders.  Geen ‘psaalms ‘ maar Opwekkingsliederen.  De kerk zat vol. Er waren heel veel gasten van de Open Hof,  de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt waar de bandleden van gistermorgen bij horen en we beleefden samen met hen een warme viering.

Geluk was het thema. Wat is geluk? Er kwamen verschillende vormen van geluk voorbij.
Geluk hebben als je ontsnapt aan een verkeersongeluk.
Geluk ervaren op je levensreis (partner, kinderen).
Momenten van opperste ‘gelukzaligheid’.
Mensen ervaren niet altijd dezelfde dingen als geluk: waar de één heel gelukkig van wordt, moet een ander misschien om huilen.
Dat kwam ook naar voren in het gesprekje dat ik had met de mensen waarmee ik in de rij zat. Tijdens de vijf minuten die we kregen om het met elkaar over geluk te hebben zei iemand: een leven bestaat nooit alleen maar uit geluk. Je hebt de dagelijkse sleur, het werk, het leven van het dagelijkse leven, waarin je je niet altijd supergelukkig voelt. Het zijn juist die kleine geluks- en genietmomenten die je boven het gewone leven uittillen.
Die momenten moet je koesteren. Maar die moet je ook willen en kunnen zien.

Mijn geluksmoment van de viering zat in het zingen van ‘De kracht van Uw liefde’ >>>. Dat hebben Gerard en ik ooit eens op verzoek gezongen in een viering. Het voelde bijzonder om dit nu in onze eigen gemeente te zingen; anders dan anders is een understatement.
Viering terugluisteren? Dat kan via Kerkomroep >>> (3 februari, Roden, Op de Helte 10.00 uur).

Na afloop sprak ik verschillende mensen.
Eén van hen vertelde dat ze op z’n minst erg moest wennen aan de teksten en de opwekkingsliederen.
“Zelf hou ik meer van een gewone dienst en dan het liefst met Theo van Beijeren.”.
“Ja” vulde ik aan “en Erwin Wiersinga op het orgel”.
Maar liever niet elke zondag.
Wat een voorrecht dat de eredienst in onze gemeente op zoveel manieren ‘gevierd’ kan worden.
Taizé-vieringen.
Ik-zie-jou-vieringen.
Vespers.
Krabbelvieringen voor peuters en kleuters.
Vieringen met een klassiek koor; of het ‘Af&Toe-koor’.
Gewone vieringen met soms een preek waar je voor wil applaudiseren.
En nu kunnen we dus een viering met een praiseband aan dit rijtje toevoegen.

Een ander gemeentelid dat ik tijdens de koffie sprak zei enthousiast: “Kunnen we zo’n band nou niet met eigen gemeenteleden in de benen krijgen? Ik zou daar wel bij willen staan te zingen!” We grapten tegen elkaar dat we een werkgroepje op gaan richten……
maar de onderliggende vraag is: Wie durft? Wie wil? Wie kan? Suggesties zijn welkom.

Bij de uitgang kregen we een gelukshartje.
Mensen, veel geluk.
En Open Hof-band: bedankt!

Reageren

3 februari: Hints

Zaterdagavond kwam de ‘vriendenclub van vroeger’ bij ons aan de Boskamp bij elkaar voor onze jaarlijkse spelavond.
Vorig jaar deden we geen spel, maar genoten we van onze zelfgemaakt stamppotten en toetjes, maar dit jaar stond er weer ouderwets een gezelschapsspel op het programma.
‘Hints’ deden we deze keer.

Niet iedereen is even gemotiveerd om aan zo’n spel te beginnen.
Zitten en teuten met een drankje en een hapje is sowieso al reuze gezellig, dus waarom zou je dan nog een spel doen? “Een ronde maar hoor!” riep iemand, maar dat was tegen dovemansoren gezegd.
Hints wordt net zo gespeeld als vroeger op de televisie. Wij deden gisteravond mannen tegen de vrouwen.
Je hebt verschillende categoriën die worden aangeduid met specifieke gebaren: twee open handen bijvoorbeeld staat voor ‘een boek’. een beweging van met de hand vanaf de mond omhoog is een lied en twee pratende handen staan voor ‘Spreekwoorden en gezegden’.

We hebben allemaal een kerkelijke achtergrond, dus iemand opperde om de categoriën lied en boek samen te voegen tot een geheel nieuwe categorie ‘Liedboek’.
Dan konden we bijvoorbeeld Psalm 42 uitbeelden. Wel in de oude berijming dan. ‘Hijgend hert der jacht ontkomen”. Hij deed het ook gelijk maar even voor hoe dat er dan uit zou zien. Voordat we één opdracht hadden uitgevoerd was de chaos al compleet.  In alle wijsheid werd besloten om deze categorie niet toe te voegen.

Het is nog best moeilijk om dingen uit te beelden zonder daarbij iets te mogen zeggen.
Hoe beeld je een ‘offer’ uit?
Of ‘Willem Wever’?
Bij het boek ‘de vierde man’ ging bij het tellen van de mannen in ons gezelschap bij één van de mannen een lichtje branden. ‘De drie musketiers?”
Eén van de dames wilde een gezegde gebruiken en had het over ‘Ouwe jongens, knäckebrot’.
Twee rondes hebben we gedaan en de dames mochten zich tot winnaars van de avond uitroepen.

Het gastgezin hoeft op deze spelavond alleen te zorgen voor koffie en drankjes: de rest neemt wat lekkers mee. Er was vers gebakken appeltaart (de slagroom stond helaas nog in de koelkast in Beilen), er waren warme gehaktballetjes in satésaus en vier verschillende soorten kaas.

Een avond onbekommerde lol.
En de laatste nieuwtjes uitwisselen en vakantieplannen bespreken.
Iedere maand één keer onze vriendenclub zien: al jaren een vaste traditie.
Het verveelt nooit.

Hieronder vier links naar de blogs over deze vrienden-traditie in voorgaande jaren:

2018 Stamppot>>>

2017 Thirty seconds >>>

2016 Ik hou van Holland>>>

2015 UNO >>>

Reageren

2 februari: Zeurbanen.

Vrijdagmiddag FysiYoLates.
Ik lig op mijn rug op het yogamatje en we moeten fietsen met de benen in de lucht.
“We gaan 1 minuut vooruit fietsen”.
Goed te doen.
“Nu gaan we 1 minuut achteruit fietsen”.
Daar moet ik over nadenken, maar het lukt.
De armen gaan meedoen; die gaan ook fietsen, om elkaar heen.
Eerst vooruit, dan achteruit.
Dan ben je al behoorlijk moe, hè?
De benen en armen worden zwaarder, je gaat je spieren voelen en dan komt de verpletterende opdracht: “Nu gaan je benen achteruit fietsen en je armen vooruit”.
Trijntje weet niet wat ze aanricht.

Ik lag op m’n rug en ik wist het niet meer; deed wel pogingen maar maakte hele rare bewegingen met m’n benen en m’n armen deden wat ze zelf wilden.
Op een gegeven moment blokkeerde ik.
Ik liet m’n armen en benen vallen en dacht ‘Dit gaat Aaltje niet meer doen.”
FysiYoLates is nota bene iets waar ik voor betaal, het is niet de bedoeling dat lichaam en geest er van in de war raken.
Natuurlijk was ik niet de enige die het niet voor elkaar kreeg.
Trijntje vertelde dat de verwarring komt omdat je zenuwen en hersenen altijd in de baan ‘vooruit’ zitten: vooruit lopen, vooruit fietsen, je doet je hele leven niet anders.
De ‘vooruit-baan’ is in je hoofd en je lichaam dus heel goed geactiveerd.
Als je achteruit moet, dan is dat tegengesteld aan wat je gewend bent en dat kost moeite.

Dat deed me denken aan wat mijn vorige manager ooit zei: “Je moet je ‘zeurbanen’ niet activeren”. Dat had ze uit de psychologie. Als je altijd zeurt dan is dat een soort modus waar je in zit. Mijn manager: “Als je dus veel zeurt, dan wordt je daar heel goed in!”
Maar wie wil er nou goed zijn in zeuren? Dus: je moet je zeurbanen niet activeren.

Vanmorgen deed ik trouw mijn 10 minuten dagelijkse yoga-oefeningen.
En wat had ik een spierpijn van dat fietsen op m’n rug.
Maar…….daar hebben we het niet over.
Je moet je zeurbanen niet activeren.
(Lees hierbij ook het blog “Zeur niet!” uit januari 2016>>>  over het fantastische lied dat Annie M.G. Smidt over dit onderwerp schreef.)

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij een link naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

1 februari: Levenskunst.

Al een aantal keren heb ik een week of twee in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Wachten op de uitslagen van onderzoeken of wachten op een operatie. Tijdens zo’n periode ontmoet je heel veel verschillende mensen en soms klikt het, soms niet.
(lees voor bijzondere ontmoetingen de blogs ‘Waar is de draad’ uit 2014>>>men ‘Gien schoenen an in berre’ uit 2018 >>>)

In maart 2018 onmoette ik Gerda. Zij lag net als ik in het ziekenhuis met hartproblemen.  Gerda hoort bij de PKN-gemeente in Roden, dus haar man kwam me destijds opzoeken en vertelde dat ze al een tijdje in het UMCG lag en dat ze na jarenlange operaties en noodgrepen nu uitbehandeld was. Ze zou binnenkort naar huis mogen; de verwachting was dat ze niet lang meer te leven had.
Gerard en ik bezochten Gerda in haar kamer in het UMCG toen ik vlak voor mijn operatie stond; wat een hartelijke positieve vrouw. En ja, ze was uitbehandeld, maar probeerde nog uit het leven te halen wat er in zit.

In het najaar zocht ik haar nog eens op in Roden. En weer viel me op hoeveel levenlust deze vrouw toonde; het straalde haar de ogen uit. Ze vertelde honderduit over haar kinderen, haar kleinkinderen, van wat ze allemaal nog wél kon en van de kleine dingen waar ze, samen met haar man, nog zo van genoot. Voor haar gevoel leefde ze al heel lang in ‘geleende tijd’, omdat ze op 33-jarige leeftijd al was geconfronteerd met borstkanker en de daarop volgende zware chemobehandelingen.

Maandag 21 januari is ze overleden, ze is 73 jaar geworden. Zaterdagmiddag zaten we in Op de Helte voor een dankdienst voor haar leven. Haar dochters haalden herinneringen op aan hun moeder door voor te lezen uit het boek: ‘Mam, vertel eens’.
(meer weten over het boek? Klik hier voor een link naar een artikel erover op RTL-nieuws >>>)
Herinneringen aan het gezin waar Gerda in opgroeide, het gezin dat ze later zelf kreeg en, bijzonder en ontroerend: haar visie op wat geluk is.
Geluk zat voor haar in allerlei kleine dingen, maar o.a. ook in de basis van een veilige, warme jeugd, een bezoek van de kleinkinderen en vlinders en bloemen in de tuin.

De voorganger benoemde in zijn preek het vermogen van Gerda om ondanks haar breekbare gezondheid toch iets van het leven te maken ‘Levenskunst’.
En met haar levenskunst stak ze anderen aan, bood een luisterend oor en wees haar omgeving op bijzonderheden die men anders misschien over het hoofd zou hebben gezien.
Gerda heeft ons laten zien dat ‘vieren van het leven’ niet altijd af hoeft te hangen van een goede gezondheid. Dat je ondanks pech en tegenslag toch kunt genieten van wat je ten deel valt. Als je het maar kunt en wilt zien.

Een voorbeeld voor mij.
Wat een voorrecht dat ik deze bijzondere vrouw, zij het zijdelings, nog heb mogen leren kennen.

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén