een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: februari 2021 Pagina 2 van 3

18 februari: TBONTB 24 -Streektaol

In januari 2015 schreef ik mien eerste blog in oonze eigen streektaol under de titel ‘Hier kom ik weg‘; op dizze website verschient d’r vanof die tied elke maond een Drents blog.
De reacties bint allent maor postitief. Veur iene die de streektaol niet machtig is bent die blogs ok nog goed te volgen.
Ooit vertelde ies iene: “Die Drentse dingen lees ik hardop voor. Dan is het net of ik jou hoor praten!”
A’j in het menu op ‘Streektaol’ klikt ko’j op een pagina waor ik wat vertel over de streektaol.
Daor geef ik ok een paar veurbeelden van eerdere blogs in dizze rubriek.

Vrogger bij oons thuus preuten wij Drents.
Eigenlijk preut iederiene Drents in mien omgeving, behalve de dominee, de meester/juf en ome Albert (die kwam uut Bleiswijk).
Met de buurkinder, in de Vivo-winkel van Jans Meintjes, op de legere schoele: Drents.
Tenminste: op het schoolplein en under mekaar, want de lessen weuden geven in het Nederlands.
Verder heurden wij Nederlands op de radio en op de televisie, zundags in de karke, bij de tandarts en de dokter, wij lazen het Nederlands in de kraante en in de Donald Duck.

In de jaoren ‘70/’80 van de veurige eeuw weur de streektaol wat waor ie joe eigenlijk een beetie veur mussen schamen. Met een Drentse tongval weu j’ geliek as een boertie van buuten wegzet.
Die tendens in oons spraakgebruuk maakte, dat Gerard en ik oonze dochters in het Nederlands opvoed hebt. Toen oonze wichter in Roden hen de legere schoele gungen, was d’r gien kiend meer dat Drents preut, dus in die zin deuden wij ’t niet aans as aandere Drenten.

In de jaoren ’90 gung d’r een aandere wiend weien.
Wij constateerden met mekaar dat het aantal sprekers van de streektaol in rap tempo achteruut gung. Jammer ja.
D’r kwamen neie initiatieven um het Drents under de aandacht te brengen en anno 2020 wordt d’r nog regelmaotig wat in het Drents publiceerd.
Maor praot?
In Roden bint d’r weinig luu waor ik nog Drents met praot.
As ik weet dat meinsn de streektaol machtig bint zal ik altied in het Drents begunnen.
Grunnings, Twents,  Achterhooks,  lukt allemaol prima; allemaol varianten van het Nedersaksisch.
Maor ’t wordt aal minder.
De generatie nao oons prat het niet meer; wij kunt nog zo oons best doen um het Drents te bliem proaten, maar a’j de jeugd niet meer hebt, he’j de toekomst ok niet meer.

Maor ondertussen doet wij dapper deur, met Daniël Lohues as lichtend veurbeeld.
Hier tussen zand en veen
ieken en vlier
ik kiek overal
maor ik heur hier.
Liedtie hielemaol eem heuren? Hierbij een link naor een YouTube-video. 

Bin ie zölf een streektaol machtig? Praot het dan zo gauw as ’t kan.
“Ku’j plat praoten? Ie huuft ’t um oons niet te laoten!”

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naor de verzamelpagina van dizze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

17 februari: Twee! En uiteindelijk drie.

Een stel van onze oude vriendengroep vanuit Hoogersmilde werd grootouders van een tweeling; wat bijzonder, twee kleine baby-jongetjes tegelijk.
Dat het een tweeling werd was geen verrassing, dus ik breide twee vestjes bij het prentenboek dat we gaven als kraamcadeau.
Dat vestje heb ik al in heel veel verschillende uitvoeringen gebreid; deze keer breide ik twee lichtgrijze exemplaren van zachte wol met een beetje acryl.
Ze lijken precies hetzelfde, maar ze zijn een beetje verschillend.
Als je goed kijkt op de detailfoto’s van de vestjes zie je dat op de knoopjes op het ene vestje hertjes staan, op het andere vosjes.
Ook de steken die ik heb gebruikt zijn iets anders: het ene vestje is gebreid met hele kleine blokjes ( twee recht, twee averecht, na twee pennen omwisselen). het andere met schuine strepen (twee recht, twee averecht, steeds eentje opschuiven).
Klik op de foto’s voor een vergroting, dan zie je het verschil beter.
Het breipatroon heb ik in 2014  al eens gedeeld op deze website onder de titel ‘Babyvestje overdwars gebreid’.  Je breit het overdwars; de steekjes staan dus niet rechtop maar liggen horizontaal.

Een derde vestje breide ik voor het dochtertje van een nichtje in Assen.
Zelfde patroon, maar weer andere knoopjes, deze keer met pastelkleurige koalabeertjes. Die knoopjes (ook die vosjes en hertjes) heb ik gekocht bij Sikkes in Groningen. Bij dit laatste vestje heb ik nog een andere variatie op bovenstaande steken gebruikt: blokjes van 3 recht bij 3 averecht.
Ook leuk……..

Reageren

16 februari: Cinnamonroll.

Het klinkt als een toverspreuk uit de Harry Potterreeks, maar het is gewoon gebak.
Cinnamon is het Engelse woord voor kaneel  en een cinnamonroll is eigenlijk een Zweedse ‘Kanelbulle’, in goed Nederlands een kaneelbroodje.
Jon vertelde zeer beeldend hoe hij die had gemaakt en hoe lekker het was: dat ging ik ook uitproberen.
“Stuur mij dat recept even” vroeg ik Frea op donderdag.
Ik kreeg het prompt.
In het Engels.

Gelukkig stuurde ze op vrijdag de vertaling, dus ik kon aan de slag.

Dit heb je nodig:
– zakje gist
– 240 ml melk
– 50 gram suiker (voor door het beslag)
– 112 gram boter
– ¼ theelepel zout
– 408 gram bloem
– 2 eetlepels kaneel
– 100 gram suiker (bruin, wit of een mix) voor de vulling.
– een bakblik + bakpapier

Dit moet je doen:
– melk en een derde van de boter verwarmen en laten smelten. Niet koken.  Af laten koelen tot lauw (badwatertemp…)
– 50 gr. suiker toevoegen en de gist erop sprenkelen en 10 minuten laten activeren.
– Gist erin roeren en zout toevoegen.
– Schepje voor schepje de bloem toevoegen en blijven roeren, tot het te dik is om te roeren. De overige bloem op je aanrecht doen en door het deeg kneden tot het een bal vormt. Hoeft niet heel lang.
– Bal deeg in een kom laten rijzen met folie er over, tot het twee keer zo groot is (ongeveer een uur).
– Wat bloem op je aanrecht strooien en het deeg in een rechthoek uitrollen.
– Een derde van de boter smelten en over de lep deeg kwasten. Strooi daar de 100 gram suiker en de kaneel (gemixed) overheen.
– Vanaf de lange kant je rechthoek oprollen en snijden in plakjes van 2½ tot 3½ centimeter.
– De plakjes op bakpapier naast elkaar leggen in een grote bakvorm of op een bakplaat. Dan het overgebleven deel van de boter smelten en dat over de plakjes kwasten.
– Nu opnieuw afdekken met folie en nog even laten rijzen. (ik deed een half uur.)
– Oven voorverwarmen op 180 graden en de rolletjes er 25-30 minuten inzetten.

Op advies van Frea maakte ik er ook nog icing bij:
– 4 eetlepels boter
– 2 kopjes poedersuiker
– 4 eetlepels roomkaas
– beetje vanille extract.
Dit alles even heel goed door elkaar mixen.
Maar ik had geen roomkaas en vanille extract, dus ik maakte een icing van 2 opgeklopte eiwitten en twee kopjes poedersuiker, aangevuld met een beetje citroensap.
Was ook lekker.

Toen had ik twaalf grote stukken cinnamonroll; veel te veel natuurlijk.
De helft bracht ik naar Groningen (afgegeven bij de deur) en de rest aten wij verdeeld over drie dagen op.
Als je dit ook gaat maken: voor het eten even warm maken in de oven.

Gerard en ik gingen afgelopen zondagmiddag wandelen naar het vennetje in het Mensingebos.
Daar genoten we van de schaatsers en stonden we zelf ook nog even op het ijs. Even weer dat hard bevroren water onder de voeten voelen!
Daarna gingen we uitgebreid brunchen: bacon & eggs, afbakbroodjes, fruitkwark én…….cinnamonroll.
Een aanrader!

Reageren

15 februari: Rottum en de Mixed Media.

Op het blog van 17 januari ‘Wijsheid, rust en hoop’ kwam een reactie van ex-collega Pieky. Dit schreef ze:

Ha Ada, het valt niet mee hè? Het is even niet anders deze en alle andere dooddoeners zullen we nog n poosje horen en zelf ook soms zeggen. Komt vast uit goed hart. Zelf heb ik momenteel een expositie in het kerkje van Rottum, vlakbij buurtschap Bethlehem. Zo mooi daar met al die oude en kleine huisjes . En ’n unieke omgeving voor ’n expositie. Vermoedelijk zou jij uitzoeken hoe dat zit met zo’n dorp, kerk, buurtschap, hehehe ik geniet er van en that’s it. Leuk zoals mensen verschillen. Ada sterkte zo zonder de kinderen enz. Moi

Naar aanleiding van haar reactie heb ik toen inderdaad al opgezocht waar Rottum en Bethlehem lagen en in mijn hoofd een aantekening gemaakt: daar moeten we nog eens heen.
Zaterdag was het heel mooi weer en Gerard en ik besloten het kerkje van Rottum maar eens op te zoeken.
Ik was daar nog nooit geweest; na Kantens zie je het al liggen, een klein dorpje op een wierde in de Groninger vlakte.
Toen we door het dorpje reden richting de kerk konden we niet verder omdat de visboer midden op de weg stond. Een doodlopende weg, dus er zat niks anders op dan samen met de visboer achteruit rijden tot er ruimte was om te keren. Het ontlokte Gerard de uitspraak “Nou hebben ze hier zoveel ruimte op het Groningerland…..”
Maar Pieky had helemaal gelijk: zo mooi daar.

De kerk was gewoon open en we konden in alle rust Pieky’s schilderijen bewonderen. Zij maakt schilderijen in de categorie ‘Mixed Media’; dat betekent dat er meerdere technieken of materialen gebruikt worden voor een werkstuk. Pieky heeft zelf ook een website waar je meer over haar en haar werk te weten kunt komen: www.piekydoornboshilgenga.nl
Oplettende lezers weten dat Pieky ook al eens ‘Lezer van de maand’ is geweest op deze website, je vindt haar bijdrage in de maand december 2018.

En dan Rottum: thuis hadden we ons al even verdiept in de geschiedenis: vroeger stond daar het grote Julianaklooster. Daarover vond ik een mooi artikel op de website ‘de Verhalen van Groningen’, hierbij een link.
We verkenden het plaatsje door er door- en omheen te lopen.
Het was koud en het was prachtig, we maakten een heerlijke wandeling van een half uur.
Twee afbeeldingen deel ik op dit blog: één vanaf het pad om de wierde heen, zodat je heel mooi de verhoging in het landschap kunt zien (links) en een foto genomen met de rug naar de vorige afbeelding toe: het eindeloze vlakke Groningse land.
(klik op de foto’s voor een vergroting.)
Op de terugweg naar de auto kwamen we langs een piepklein huisje, waarvan de deur openstond.
Ik zag een glimp van een vitrinekast; dan kan ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen.
Bleek het een mini-museum, ’t  hoeske van Thais Jaoptje. Meer weten? Hierbij een link naar een artikel daarover op de website van Rottum.

Wil je Pieky’s werk in de kerk in Rottum ook gaan bekijken?
Ze ‘hangt’ daar nog tot 25 maart van dit jaar.

Reageren

14 febrewoari: Harm vertelt, boeit en ontroert.

Vrijdagmiddag 12 februari. Wij wordt  om 13.45 u verwacht in de Catharina karke veur een opname van een biezundere karkdienst: de Preek van de leek,  verzorgd deur Harm Dijkstra. Wat een mooi uutstappie in coronatied en wat een buutenkaans um  dizze helft van het duo Harm&Roelof ‘in levende lijve’ te ontmoeten.

As wij binnenkomt stiet alles al klaor. Koster Gerard hef de karke lekker warm en een blauw oog.  “Te passe west met scheuveln…” Zien humeur hef d’r niet under te lieden: wij bint maor met een paor meinsen, maar ’t is ok al geliek weer gezellig, ondanks de anderhalve meter en de mondkappies.

As de opname begunt het ‘mien Gerard’ Harm welkom en nuumt de commissie Vörming en toerusting ‘de meinsen die oonze  geleufsakkers bewarkt’; daornao gef e het woord an Harm. Die begunde met het vertrouwde  lied ‘Daor  in de verte lig mijn dorp’. Dat ken ik allent maor in de versie samen met Roelof, maor dizze  solo-uutvoering  is ok prachtig   ‘…..men zöt de meul, men zöt de toren…. ‘
Daornao  stelt Harm zöch veur en vertelt wat over zien veurbereidings veur dizze  karkdienst.
Hij is zölf niet met het geleuf opgruid en haar de domnee uut  Slien vraogt naor  de opbouw van een karkelijke viering.
Harm gaf gustermiddag zien eigen invulling an de begrippen  kyrie, gloria en preek bij het thema ‘Heb uw naaste lief’.

Harm vertelt, hij boeit en hij ontroert.
De ontroering zat bij mij vooral in de meziek.
Harm zit achter de piano en zingt.
Over een Syrisch wichie dat as vluchteling in Slien trechtekommen  is. Ie ziet heur fietsen met heur  kleine breurtie achterop.
Over Achmed en Yusuf die staot te vissen an t Oranjekanaal,  die mekaor niet kunt verstaon, maor die mekaor vindt in de universele  ‘visserspraot’.
En dat allemaol in het Drents, waordeur het nog wat dichter bij je ziel komt.

De ‘Preek van de leek’ is een concept  binnen de landelijke PKN-karke, waorbij iene die bekend is uut de media (cabaretier, politicus, schriever etc.) een karkdienst veurbereid en daorin zien visie gef, gebaseerd op biebelteksten. In Harms visie kun ik mij ok prima vinden, hij maakte indruk met zien verhaal en zien kiek op de karke en de biebel.

Nou bi’j netuurlijk allemaole slim neisgierig naor dizze karkdienst.
Het goeie neis is da’j de hiele opname kunt beluusteren en/of bekieken.
Dat kan via Kerkomroep (14 februari 09.52 ) of via het YouTubekanaal van de Catharinakarke, hierbij een link: Catharinakerk Roden.
Het duurt eem veurdat het begunt, de eerste tien minuten is tekst/informatie.
Wo’j reageren op dizze ‘Preek van de leek’? Dat kunt Harm en wij (van de PKN) arg waarderen: reacties ku’j sturen naor het emailadres webmasters@pkn-roden.nl of via het reactie-formulier onder an dit blog.

Reageren

13 februari: TBONTB 23 – Het nieuwe lezen

Zoals ik als kind uitkeek naar de dag dat ik naar de eerste klas van de Lagere School mocht waar ik zou leren lezen, zo keek ik in 1994 uit naar de eerste computer die Gerard en ik kochten.
In 1986, toen ik stopte met betaald werken, werkte ik bij Justitie in Assen al met een computer/tekstverwerker, dus ik wist wat er allemaal mogelijk was.
De computer is voor mij één van de zegeningen van deze tijd.

Lezen. Vroeger las je boeken, tijdschriften en kranten.
Voor het laatste nieuws was je aangewezen op radio en tv; ik vond teletekst destijds al geweldig.

Met de computer kwam ook de toegang tot internet ons huis binnen en kon je schier eindeloos informatie verkrijgen over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Mijn vader (hij overleed in 2008) vond dat internet een werelduitvinding. Hij kon zich helemaal verliezen in het switchen van de ene naar de andere website en heeft wel eens verzucht: “Eigenlijk ben ik te vroeg geboren.”
Als kind van mijn vader is mijn nieuwsgierigheid ook bijna niet te bevredigen. Hoe zat dat dan? Hoe kwam dat dan? Wat is er dan precies gebeurd?

Zie ik een documentaire over ‘the Windsors’ met het verhaal van Edward VIII  op televisie, dan zoek ik alle achtergrond-informatie op over Wallis Simpson. Dan wil ik weten hoe het verder met die twee ging en of zo ook gelukkig waren. Dat soort vragen kun je tegenwoordig allemaal opzoeken op internet; vaak begin ik mijn zoektocht op Wikipedia en van daaruit kom ik bijna alles te weten.
Zo gaat het ook met boeken die ik lees. Gaat het over een grote ramp in de wereldgeschiedenis? Dan zoek ik de informatie er bij. Lees ik iets over een beroemd schilderij? Ik zoek met ‘afbeeldingen’ het plaatje er bij.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over alle andere dingen die ik al turend op mijn beeldschermen (computer, telefoon, tablet) al lezend tot mij neem.
Nieuws op Nos.nl, royaltyverhalen op Vorsten.nl, herkenbare 50+-verhalen op Saarmagazine.nl, handwerkinspiratie op Blijdatikbrei.nl, kerkelijke informatie op PKN-Roden.nl.
Het lezen is heel langzaam verschoven van papier naar beeldscherm, maar de nieuwste vorm van informatie opnemen wint ook steeds meer terrein: de podcast. Daar maak ik ook al gebruik van, al heb ik het idee dat er op dat gebied nog heel wat valt te ontdekken.

Van vrienden hoor ik dat je tegenwoordig bijna alle boeken ook digitaal kunt kopen en dat je die dan kunt lezen met je E-reader.
Dat zal best, maar dat gaat Aaltje niet doen; die schermen zie ik namelijk al veel te veel, o.a. op mijn werk. Voor mijn ogen en voor mijn geest is het beter om voor de broodnodige ontspanning te genieten van een papieren boek.
Rustig één voor één de bladzijden omslaan, jezelf een beeld vormen van de personages en hun entourage en opgekruld op de bank meeleven met de hoofdpersonen.
Heerlijk even met kop en oren ‘in een boek zitten’.

Inmiddels heb ik een manier gevonden om alle bovenstaande vormen van lezen te combineren, waarbij ik nog steeds moet oppassen dat ik het ‘schermlezen’ voor mezelf begrens.

Door 6 jaar ‘Waarde van de dag’ lees ik niet alleen, maar word ik ook gelezen.
Een bijzondere ervaring!

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

12 februari: TBONTB 22- Lezen

Vandaag weer een hoofdstuk uit het boek, dit blog gaat over het onderwerp ‘Lezen’. Op de introductiepagina van dit onderwerp, te vinden in de menubalk, vertel ik over hoe ik het lezen als kind beleefde.
Vaste waarde in mijn kindertijd was de Donald Duck, die iedere week bij ons thuis op de deurmat viel.
We hebben ze zoveel gelezen dat de jaargangen die ik had bewaard niet veel meer opbrachten: beduimeld, soms gescheurd, losse bladen en ezelsoren.

Als we op vakantie gingen lag er vaak een hele jaargang ‘Duckies’ tussen mijn broer en mij in.
Het mooist waren de lange ‘avonturen-verhalen’ (over een spook in Schotland of een geest in een Inca-ruïne) die in drie of vier afleveringen werden geplaatst, die kon je dan op zo’n lange reis allemaal achter elkaar lezen.  Sommige verhalen met Zwarte Magica die op slinkse wijze oom Dagobert zijn geluksdubbeltje probeerde af te pakken kan ik me nog zo voor de geest halen.

Eén van mijn favoriete schrijvers is Robert Goddard; waarom dat zo is schreef ik in 2017 in een blog.
Hij schrijft boeken waarin je langzaam wordt meegezogen in intriges en spannende toestanden, waarbij bijna altijd iets uit het verleden een rol speelt en waarbij je soms compleet verrast wordt door mooie plotwendingen. Ik ben verzot op dit soort verhalen, die bijvoorbeeld ook worden geschreven door Peter Robinson.

In de loop van de jaren ben ik nogal eens door anderen op het spoor van bepaalde boeken gezet.
Als mijn vader vroeger zei: “Dit is misschien ok wel wat veur die” dan had hij meestal gelijk.
Andersom was dat ook zo, maar één keer was er een boekenserie die ik prachtig vond en mijn vader helemaal niet: de Harry Potter reeks. Fantasie-boeken vond hij helemaal niks.
Ook ik heb een genre dat ik nooit lees: science fiction.
Aliens, raketten, andere planeten; het is aan mij allemaal niet besteed.

Het laatste jaar heb ik me mee laten slepen door de verhalen over de Zeven Zussen.
Ik las ze niet allemaal achter elkaar; steeds als ik een deel uit had, las ik even een ander boek voor de broodnodige variatie.
Soms koop ik boeken, soms krijg ik ze en soms geeft iemand mij een boek te leen “Dit moet je lezen!”

Lezen.
Je even terugtrekken in een andere wereld.
Lezen is dromen met je ogen open.
Meer weten over lezen in het algemeen?
Hierbij een link naar ‘Lezen.nl’.

Ook voor deze categorie zocht ik een paar blogs uit het verleden:

Wie weet nog wie Vrouw Holle is?
Een blog uit 2014 over mijn liefde voor sprookjes en over hoe Gerard de kinderen per ongeluk een gruwelijk sprookje voorlas.

Filistijnen en Romeinen
Een verhaal over voorlezen, de boeken van Asterix en Obelix en hoe in ons gezin strip- en bijbelverhalen soms door elkaar heen liepen.

Wat is zich encanailleren?
Een blog uit 2019 over Joop ter Heul, een boek van meer dan honderd jaar uit en hoe onze maatschappij is veranderd.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

11 februari Voeg leven toe aan de dagen (8) – Hulpmiddelen. Ook voor jou.

Deel 8 van deze blogserie behandelt de ‘Hulpmiddelen‘.
Veel mensen besluiten veel te laat om gebruik te maken van een hulpmiddel.
Bij hulpmiddelen moet je denken aan een bril, een gehoorapparaat, een rollator.
Of van die handgrepen in de WC/douche.
Of een traplift.
Het bijzondere aan hulpmiddelen is dat iedereen vindt dat een ander ze zou moeten gebruiken.
Mijn moeder in 2015: “Ik snap niet dat Jan Stadman die rollator niet gebruukt, hij löp nou haost hielemaol niet meer buuten.”
Mijn moeder in 2017: “Ik gao toch niet met zu’n rollator bij de pad lopen!”

Als je zelf aan zo’n hulpmiddel toe bent vind je het altijd te vroeg.

… een leesbrilletje….

Hulpmiddelen worden geassocieerd met ‘oud en gebrekkig’ en dat wil niemand zijn.
Dat begon bij mij eigenlijk al halverwege de veertig, toen ik in de Jumbo het boodschappenbriefje steeds verder van me af moest houden om te kunnen lezen wat ik mee moest nemen.
“Wat ga je doen?” vroeg iemand toen aan mij “Laat je je armen verlengen of koop je eens een leesbril.”
O.
Ha ha.
Maar ondertussen denk je: Leesbril? Zo oud ben ik toch nog niet…..
Na drie jaar had ik wel 10 van die dingen.
Voor iedere ruimte één (zie afbeelding).
Inmiddels heb ik al drie jaar een vaste bril met varifocus glazen.

En over bovenstaande rollator: de eerste gedachte is “Nee toch! Ik toch niet!”
Maar als je bijna niet meer kunt lopen zonder rollator kom je soms weken niet meer buiten.
Als die rollator dan toch eindelijk wordt ingeschakeld is de algehele lichamelijke conditie al behoorlijk achteruit gekacheld.

Ander voorbeeld: wanneer schaf je een gehoorapparaat aan?
Als je het gevoel hebt dat je het allemaal niet meer zo goed meekrijgt?
Of wacht je tot niemand je meer bij een gesprek betrekt, want je verstaat het toch niet.

Stel het dus niet uit!
Geef je er aan over, maak er grapjes over, maar maak er wél gebruik van.
Ook als je eigenlijk vindt dat het voor jou nog niet aan de orde is.
Hulpmiddelen maken je niet oud.
Juist het geen gebruik maken van hulpmiddelen, waardoor je lichamelijk en/of geestelijk achteruit gaat maakt oud.

Levensquote 8:

Één van de moeilijkste dingen,
die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,
om hulp te accepteren.
(gedicht: Martin Gijzemijter

Klik hier voor de andere delen van deze serie:
1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.

Reageren

10 februari: Waarom moet dat van Erik?

Gisteren schreef ik al: wij moeten iedere dag een ommetje maken van Erik.
Die Erik is Professor Scherder; hij geeft je tips en opdrachten als je de ‘Ommetje-app’ van de Hersenstichting download.
Dit staat erover op hun website:

Maak wandelen nog leuker met de Ommetje-app.
Wandelen houdt je hersenen gezond. De Ommetje-app motiveert je om dagelijks een ommetje te lopen. 
Start met vrienden, familie of collega’s een eigen wandelcompetitie of ga de uitdaging aan tegen de rest van Nederland. Zo motiveer je elkaar om dagelijks een ommetje te maken. De app is ontwikkeld met hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder. Hij deel regelmatig een hersenfeitje. Loop je mee? 

Hierbij een link naar meer informatie op de website van de Hersenstichting.

Wij zijn een competitie gestart met ons gezin.
Net als bij sjoelen, kegelen, klaverjassen en noem alle andere spelletjes maar op wil iedereen winnen, lees: bovenaan staan in het klassement.
Je bent een Waninge of je bent het niet.
De app is een groot succes; dat komt natuurlijk vooral omdat we nu in coronatijd leven en we veel te veel binnen zitten.

Gerard en ik proberen nu iedere dag in ieder geval één ommetje te maken, wat dus resulteerde in een ommetje met frisse tegenzin in de sneeuwjacht op zondagmiddag.
KOUD! Snijdende WIND!
Maandagmiddag liepen we even naar de Mensinge, toen was het niet veel beter.
Van nature hou ik niet van kou, sneeuw en ijs. Wintersport en schaatsen zijn aan mij niet besteed.
Het bijzondere is dat ik voor Erik tegen heug en meug naar buiten ga en na een half uurtje ‘ganz und gar erholt’ (om met wintersporttermen te spreken) weer binnen stap.
Lekker fris om de kop en even stevig bewogen door het geploeter in de sneeuw.

Wat ik leuk vind aan deze app is niet bovenaan staan in de competitie (in ons gezin win ik dit soort dingen nooit), maar het onderdeel ‘Hersenweetjes’.
Na ieder gelopen Ommetje ontvang je een willekeurig Hersenweetje van Erik Scherder. Net zoals met flippo’s krijg je soms een dubbele. Je kunt deze weetjes allemaal verzamelen om de medaille te behalen. Ik kreeg bijvoorbeeld weetje #4: Regelmatige beweging kan je weerstand verhogen. Dat verkleint de kans op ziektes en infecties, zoals diabetes, virussen en hart- en vaatziekten. 
Na drie dagen elke dag een ommetje heb ik de Bronzen medaille verdiend.
Het maakt alle ontberingen goed……. ik had ook al een zwak voor sleutelhangers, speldjes en flippo’s.

Reageren

9 februari: Wij kriegt ander weer……

Toen ik nog bij mijn ouders  thuis woonde kon mijn vader zo maar out of the blue zeggen: “Wij kriegt ander weer, ik vuul het an mien voet”.
Hij had een ongeluk gehad, waarbij hij een deel van zijn grote teen was verloren en het litteken van die wond speelde af en toe op.
Als er een weersomslag aan zat te komen voelde hij dat; wij konden ons daar niet zoveel bij voorstellen en deden er een beetje lacherig over.
“Mien va kan met zien tienen het weer veurspellen…!”

In 2018 heb ik een hartoperatie ondergaan, waarbij er groot litteken ontstond op mijn bovenlichaam.
Inmiddels begrijp ik wat mijn vader bedoelde; als er een weeromslag aan zit te komen voel ik het ook.
Meestal is het een licht trekkerig gevoel, maar eind vorige week, toen de winter er aan zat te komen, was het erger.
Het leek alsof de huid strakker om het litteken zat en voelde echt vervelend.
Het heeft te maken met de luchtdrukverschillen; ons hele lichaam reageert daarop.
Daar merk je gewoonlijk niets van, maar rondom een litteken zijn de zenuwen en de huid wat gevoeliger omdat het weefsel daar stuk is geweest.

En we kregen ander weer!
Wat een sneeuw kregen we en wat een spectaculaire duinen ontstonden er door de harde wind.
We bekeken het natuurverschijnsel grotendeels vanuit ons warme huis, maar we gingen er zondagmiddag ook nog wel even uit voor een ommetje.
Moest van Erik. Daarover morgen meer.
Je hebt vast al een heleboel foto’s gezien van de sneeuw en de duinen; een groot verschil met 1979 toen niemand een mobiele telefoon had en ook geen digitaal fototoestel.
Vandaag op dit ‘weerblog’ twee afbeeldingen. De eerste is van onze tuinkabouter, Gradus. Ken je hem niet? Hij heet officieel Gradus van de Lansbulten; hij is in 2019 op camping de Lansbulten door mij persoonlijk gered van vereenzaming en verval. (zie: Een nieuw sprookje…). Gradus heet nu even officieel ‘Gradus van de Sneibulten’.
De andere foto maakte ik bij Havezathe Mensinge, gistermiddag.
Toen moesten we weer van Erik een ommetje maken, daarover later meer.
Mij trof het beeld van die Drentse veldkei, waar de wind een wonderlijke sneeuwvorm omheen had gewaaid.
(klik op de foto’s voor een vergroting.)

 

Reageren

Pagina 2 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén