een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: april 2021 Pagina 1 van 3

30 april: Blogbouwstenen (2) – Afscheid

Een heel simpel versje van Toon Hermans had ik ook bewaard in de ‘bouwstenenmap’.
Het heet ‘Afscheid’.

Ga nooit weg zonder te groeten,
ga nooit heen zonder een zoen.
Wie het noodlot zal ontmoeten,
kan het morgen niet meer doen.

Loop nooit weg zonder te praten,
dat doet soms een hart zo pijn.
Wat je ’s morgens hebt verlaten,
kan er ’s avonds niet meer zijn.

Hermans schreef het al in de jaren ’70 en toen heb ik het ook al ontdekt.
Het stond een keer in de Libelle die ik destijds samen met mijn moeder las.
De tekst sprak me toen al aan; het staat nog in mijn oude zangmap, ik heb er toen zelf nog een melodie bij geschreven.

Eigenlijk is het een heel eenvoudig versje, maar heel veelzeggend.
We zijn allemaal bang voor die laatste twee regels.
Ooit had ik met één van de kinderen een moeder-dochter ruzie gehad met boze woorden; ’s avonds kreeg ik een hartinfarct en werd ik opgenomen in het ziekenhuis.
Het liep gelukkig goed af, maar het weerzien de volgende dag was erg emotioneel. Stel je voor als….. we durfden het allebei niet onder woorden te brengen.
We hebben er wel van geleerd; hoe vervelend de situatie ook is, we proberen hoe dan ook altijd ‘goed’ uit elkaar te gaan.

Toen mijn vader overleed hadden we elkaar die zondag daarvoor nog in voltallig gezinsverband gezien; mijn ouders vierden die dag hun 48-jarig huwelijk met een etentje bij Van der Valk in Assen. De woensdag daarop is hij onverwacht overleden.
Achteraf heb ik ervaren hoe belangrijk het is dat je goed uit elkaar gaat. Als iemand zo plotseling overlijdt is er geen tijd meer om nog iets te zeggen.
Of goed te maken.
Dan is het vooral belangrijk dat je van elkaar weet dat je ondanks de vele meningsverschillen veel van elkaar hebt gehouden en dat er geen losse eindjes zijn.
Dan kun je, ondanks het grote verdriet, met een gerust hart afscheid nemen.

Toon Hermans heeft grote roem vergaard als grappenmaker, maar maakte minstens zo veel indruk met zijn gedichten.
Hij had bijvoorbeeld een heel eigen visie op geluk: hij leerde ons dat geluk in kleine dingen zit en niet in haute couture, poeha en blabla.
Nog een gedichtje van Toon Hermans lezen? Lees dan het blog  ‘Hooguit een ballonnetje’.   uit 2017.

Op de achterkant van het kalenderblaadje dat ik had bewaard stond een ander gedichtje over afscheid, daarmee wil ik dit blog afsluiten.

Zul je voorzichtig zijn?

Ik weet wel dat je maar een boodschap doet
hier om de hoek
en dat je niet gekleed bent voor een lange reis. 

Je kus is licht, je blik gerust
en vredig zijn je hand en je voet.

Maar achter deze hoek, een werelddeel
achter dit ogenblik, een zee van tijd.

Zul je voorzichtig zijn?

Adriaaan Morriën
Uit ‘Oogappel’, De Bezige Bij, 1986.

Benieuwd naar andere ‘Blogbouwstenen?’
Hierbij een link naar het overzicht.

Reageren

29 april: Begraafplaats-toerisme?

Soms schrijf ik een blog waar een reactie op komt.
Niet vaak hoor, mijn lezers zijn kennelijk niet zo reageerderig, maar af en toe zoekt iemand contact met mij naar aanleiding van wat ik heb geschreven.
Dat gebeurde ook toen ik het verhaal schreef over de Selwerderhof. (zie blog 24 april 2021).
Twee dagen daarna belde Jan Hofman. Hij was al een tijdje met pensioen, maar tijdens zijn werkzame leven was hij hoofd van de sectie begraafplaatsen van de gemeente Groningen.
Hij kon al mijn vragen over de Groninger begraafplaatsen beantwoorden; wist alles over de Joodse begraafplaatsen in de gemeente Groningen, over de noodbegraafplaatsen, over de gefusilleerde oorlogsmisdadigers en vertelde over de Javaanse Islamieten die niet op het Islamitische kerkhof begraven kunnen worden omdat die in de richting van Java ter aarde besteld willen worden.

Dan zit ik zo drie kwartier met iemand aan de telefoon.
Bere-interessant.
Hij was ook actief betrokken geweest bij de Stichting Oude Groninger kerken en had veel oude begraafplaatsen in kaart gebracht.
Net als mijn vader huldigde hij het standpunt: ‘Op het kerkhof vind je de geschiedenis van de streek’.
Hij vond het ook helemaal niet raar dat ik graag op een begraafplaats wandel; er zijn veel meer mensen die dat doen.
Hij vertelde dat er mensen zijn die zoeken naar bepaalde symbolen op grafstenen of mensen die bepaalde teksten zoeken.
Of stamboom-uitzoekers die oude graven van familieleden zoeken.

Maar even zo gemakkelijk hadden we een heel gesprek over de streektaal (hij Gronings, ik Drents), over de klasse-verschillen in onze maatschappij voor de 2e Wereldoorlog en over geschiedenis in het algemeen.
Wat een onverwacht cadeautje: een gesprek met een gelijkgestemde ziel als het gaat over geschiedenis.
Hij had erg van zijn vak gehouden en kon er prachtig over vertellen.
Hij genoot er van dat het zogenaamde ‘begraafplaatstoerisme’ steeds gewoner wordt.
Als je je veel hebt bezig gehouden met kerkhoven, grafstenen en daar veel energie in hebt gestoken, dan is het fijn als anderen dat waarderen en er informatie uit halen.

Zoals Carlijn en ik dus.
Binnenkort maar eens kijken op de Noorderbegraafplaats.

Reageren

28 april: Ruinen 8 – Van landgoed naar plaggenhut.

Na Koekange wilde ik graag naar Echten.
Daar staat de havezate ‘Huis te Echten’, daar wilde ik even kijken.
Toen ik op een lastige kruising al was overgestoken, stond Gerard nog aan de andere kant van de weg te wenken: hij had een kroeg ontdekt waar ze ‘koffie to go’ hadden.
En ‘warme apfelstrudel to go’.
Met ‘vanillesaus to go’.
Het ‘bolletje ijs to go’ dat er eigenlijk bij hoorde namen we niet: het was al koud zat…..
Maar dat was lekker!
We namen het niet mee op de fiets, maar we dronken onze koffie bij een statafel op het terras en genoten van het warme appelgebak.
Wat een traktatie op zo’n koude dag.

Het ‘Huis te Echten’ was mooi, maar je kon er niet naar toe.
Het bedrijf ‘Visio’ is daar gevestigd en heeft de hekken in deze coronatijd op slot.
Het bevestigde maar weer eens wat ik altijd roep: “Mensinge in Roden vind ik de mooiste havezate van Drenthe. De inrichting is nog net zo als de laatste bewoonster het achterliet: in de kasten staat nog het servies dat door de VOC naar Nederland werd gebracht.”

Echten is maar klein, maar er was toch nog meer te zien dan het landgoed.
Midden in het dorp staat een plaggenhut.
Je kunt er zelfs in en zo zien en ervaren hoe het was om in zo’n hut te leven.
Zo’n plaggenhut werd bewoond door veenarbeiders  in gebieden waar veen ontgonnen werd.
Deze veenarbeiders waren eigenlijk de ‘slaven’ van de veenbazen. Eind 1800, begin 1900 werd het heel gewoon om de arbeiders in zulke woningen onder te brengen. De leefomstandigheden waren erbarmelijk; slecht te verwarmen, het was er vochtig en er was ongedierte. Het bouwsel bestond uit houten planken en het dak werd gemaakt van afgestoken heideplaggen die dakpansgewijze op elkaar werden gelegd.
Na de tweede wereldoorlog werd een grootschalig woningbouwprogramma opgestart, waarmee de laatste bewoonde plaggenhut verdween.

De plaggenhut in Echten werd in 1981 gebouwd door bewoners van het dorp als versiering tijdens het 800 jaar bestaan van het dorp.
Later wilde niemand de hut kwijt en werd het een toeristisch trekpleister.
Een soort gedenkteken voor al die arme, hardwerkende veenarbeiders en hun gezinnen die werden uitgebuit door de veenbazen.

T0en we Echten uit fietsten kwamen we langs de stallen van de familie Zoer.
“O ja, die springruiter Albert Zoer komt natuurlijk ook uit Echten” merkte Gerard op.
Hij steekt al zijn geld kennelijk in de paarden, de stal en de ruiterij, want het was een bescheiden woonhuis.

Een knooppunten-fietstocht met hier en daar een opsteekpunt: voor ons een heerlijke manier om onze vrije tijd door te brengen.
We kijken uit naar het moment dat de consumpties niet meer ’to go’ zijn, de musea weer open kunnen en we de ‘anderhalve meter’ niet meer in acht hoeven te nemen.
Tot die tijd maken we er wat van.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

27 april: Vlag. Maar niet zoals het hoort te zijn.

Voor het tweede jaar op rij geen traditionele Koningsdag.
Waar ik vorig jaar nog oranje slingers ophing, hield ik het vandaag alleen bij de vlag.
Ook de tompoucen waren niet oranje, maar roze…..we hadden er nog twee in de diepvries van onze trouwdag.
Natuurlijk heb ik het hele programma vanuit Eindhoven bekeken; iedereen doet ontzettend z’n best om er iets van te maken, maar het is zoals WA al zei: “We willen het liefst gewoon weer naar de mensen toe!”
Het is geen feest en het wordt ook geen feest.

Koningsdag vieren we anders met ons gezin, maar ook dat zat er dit jaar nog niet in.
We hadden vanmorgen op tijd al discussie over wanneer we elkaar digitaal zouden ontmoeten.
Op het nationale tompoucen-moment bij de koffie ’s morgens?
Of het nationale toastmoment met de koning om 16.30 uur?
Het werd einde middag.
Iedereen miste het officiële toast-moment: ik zat alleen met de koning en hief met hem het glas op zijn verjaardag.
Volgens onze kinderen maakte dat geen bal uit: het ging er om dat we met z’n achten toastten en dat deden we.
Wij zaten toen nog aan de thee, maar dat hebben we met z’n tweeën nog wel ingehaald.
Mét pistachenootjes.

Dit jaar had ik maar niet meer gevraagd of ze de vlag ook uit hadden gestoken: vorig jaar kreeg ik nog een foto met een getekende vlag er op.
In de loop van de ochtend kreeg ik een afbeelding van Frea en Jon; “Upgrade ten opzichte van vorig jaar.” (zie foto rechts).
Wel rood, wit, blauw, wel een vlag, maar het is niet zoals het hoort te zijn.
De foto staat voor mij symbool voor deze dag: wel tompoucen, wel ‘koning’ op televisie maar het is niet zoals het hoort te zijn.
Net als de kerkdiensten.
De zoomvergaderingen met collega’s.
De online-ontmoetingen met kinderen, vrienden en familie.
Wel communicatie, maar het is niet zoals het hoort te zijn.
De rek is er uit, ik merk het aan iedereen om me heen.

Maar wat wij als ‘nadeel en gemis’ ervaren staat in schril contrast met het zorgpersoneel in de ziekenhuizen en met name op de IC’s: die werken zich al een jaar een slag in de rondte, kunnen amper vrije dagen opnemen en staan onder constante druk.
Veel ‘gewone’ operaties worden uitgesteld vanwege de overvolle IC’s, wat een stress veroorzaakt dat niet bij veel patiënten.
Het helpt mij om mijzelf dit af en toe onder de neus te wrijven.
Niet zeuren en vooral niet zwelgen.

Volgend jaar hopelijk weer een gewone Koningsdag met een gewoon volksfeest.
Waar de IC-verpleegkundigen ook weer gewoon aan mee kunnen doen.
Dan realiseren we ons misschien des te meer dat ‘gewoon’  helemaal niet zo gewoon is.

Lees hier onze belevenissen op Koningsdag in voorgaande jaren.
2015  Tompoucen met een vorkje?
2016  Wortelstamppot & Klaverjassen.
2017  Géén oranje tompoezen?
2018  Koningsdag in Enschede
2019  Koningsdag & wortelstamppot
2020 Willem-Alex-Anders-dag.

Reageren

26 april: En dat is twééé….

Gistermiddag moesten we ons weer melden in het UMCG: Gerard kreeg zijn tweede prik.
Het was al veel minder spannend; geroutineerd liepen we naar de ruimte waar de prik gezet zou worden.
Het was een stuk rustiger dan in maart; we maakten een ontspannen praatje met de ‘surveillant’ die de mensen die geprikt waren een kwartiertje moest observeren.
Het was een gepensioneerde anesthesist, die het eigenlijk wel heel gezellig vond allemaal.

Na de prik lieten we de auto nog even in de parkeergarage staan en maakten ons dagelijkse ommetje in de binnenstad van Groningen.
Altijd mooi.
De zon scheen af en toe en we zochten een paar ‘highlights’ op: het Martinikerkhof, de Grote Markt, de Prinsentuin en de Stadsschouwburg.
Zomaar een zondagmiddag lekker even ‘ien Stad’.
Bij een Italiaanse ijssalon kochten we een schepijsje dat we oplepelden onder toeziend oog van ‘de Olle Grieze’.
Yoghurtijs met passievrucht en een arm met prik twee: de waarde van onze dag.

Reageren

25 april: De goede herder? Of de goede manager?

Een overbekend bijbels beeld stond vanmorgen centraal in de viering vanuit de Catharina kerk.  Jezus als goede herder, als tegenhanger van de huurling die niet goed is voor de schapen.

Tegenwoordig zou die ‘huurling’ een uitzendkracht zijn of een ZZP’er, merkte voorganger Walter Meijles daarover op.
Hij sloeg ons in zijn overdenking om de oren met de realiteit van onze huidige maatschappij.

Het vak van herder zijn is iets dat zich maar moeilijk laat inpassen in onze economische principes. Want bij ons gaat het om een kosten-batenanalyse en daar wordt alles op afgewogen.
Alles.
Wat brengt het op?  Wat kost het?
Hoe zorgen we voor een maximale opbrengst, waarbij het het zo weinig mogelijk kost?
Kosten moeten geminimaliseerd, de opbrengst moet gemaximaliseerd, het productieproces moet geoptimaliseerd en de concurrentie? Die moet worden uitgerangeerd.

Herder? Manager? Politicus? Jurist?

Hoe zou Jezus zichzelf in deze tijd noemen? Jezus, de goede manager? De goede jurist? De goede politicus? Goed staat dan tegenover de huurling die er vandoor gaat als het spannend wordt, die zichzelf verrijkt en onbetrouwbaar is in zijn werk.
Een goede manager/jurist/politicus zet zich in voor het grote belang, is zorgzaam en heeft oog voor de ander, voor het kwestbare individu.

Onze wereld is vol met huurlingen. Onze wereldeconomie  is gebaseerd op het principe van de huurling.
Valt voor jou als individu de balans van jouw kosten/batenplaatje in je nadeel, dan heb je het nakijken.

Hoe staan wij daar in?
Ook huurlingen? Hoe fungeren wij op ons werk? In de buurt? Hoe gaan we om met onze leefomgeving?
Kijken wij in ons dagelijks leven ook vooral naar de kosten/baten?
“What’s in it for me?”
Over de antwoorden mogen we deze week nadenken.

Gerard was vanmorgen ouderling van dienst; wij gingen dus vanmorgen weer eens samen ter kerke.
Omdat we met z’n tweeën aanwezig waren mochten we een aantal liederen zingen; niet met gitaar, maar met pianobegeleiding van Arjan.
Voelde heel luxe….. kon ik me helemaal op het zingen richten en hoefde niet te letten op lastige akkoorden.
Het was voor ons een feest om aan deze kerkdienst op zondag Jubilate (Jubelt) mee te werken.

Toen we na afloop nog even stonden na te praten bleek dat er een onderdeel in de kerkdienst was vergeten.
Het filmpje van Dolly de logeerduif was niet afgespeeld: we hadden de avonturen van Dolly van deze week gemist.
De video is al wel te bekijken op de PKN-website (klik op deze link)  en volgende week: dan hebben twee filmpjes van Dolly!

Wil de viering nog terugkijken? Kerkomroep of YouTube
Twee ’tips van Aaltje’: de video ‘Lente in Drenthe’ tijdens het lied Breek aarde uit in jubelzangen en het stuk dat Arjan speelde tijdens de collecte.
Zo mooi; Aaltje zat al weer in tranen.

Reageren

24 april: Selwerderhof.

Toen ik een blog schreef over mijn bezoek aan de Zuiderbegraafplaats in Groningen ( zie blog 15 juli 2020) schreef ik dat Carlijn ook wel eens over een kerkhof wandelt.
Deze week nodigde ze me uit voor een wandeling bij haar in de buurt op de Selwerderhof. Ter vervanging van een lunch in een horeca-gelegenheid namen we picknickspullen mee in een rugtas.
Toen ik het adres had ingetypt en de TomTom mij naar Groningen stuurde, had ik eigenlijk geen idee waar ik heen reed.
De Selwerderhof ligt in het noordelijkste deel van de stad Groningen; het  is veel meer dan een begraafplaats.
Natuurlijk, er zijn graven, er is een urnentuin, een strooiveld, een aula en andere zaken die met de dood te maken hebben.

Maar het is ook een prachtig park.
Carlijn wilde me de bloesem aan de bomen laten zien, maar daarvan was het hoogtepunt al een beetje voorbij.
Maar ook zonder bloesem was het heel mooi.

bankje.

Oude bomen, heel pril groen, narcissen, waterpartijen: alles ademt de sfeer van rust en meditatie.
We liepen over een deel van de Islamitische begraafplaats. In 1987 werd deze begraafplaats officieel ingewijd; het ontwerp is tot stand gekomen in overleg met de Stichting Moskee en de gemeente Groningen.
De mensen die daar zijn begraven zijn geheel volgens de islamitische traditie ter aarde besteld en alle graven liggen met het voeteneind richting Mekka.
Carlijn wees mij ook op de ‘gedenkplaats eenzaam overledenen’; we benoemden even het ontstellende feit dat er dan niemand is die je begrafenis kan/wil regelen.

Een klein stukje geschiedenis: in de buurt van de Selwerderhof stond vroeger het versterkte steenhuis Selwerd. (zie Steenhuis Selwerd); ook stond daar in de buurt het gelijknamige klooster (zie Klooster Selwerd).
Meer weten over de geschiedenis van deze begraafplaats? Hierbij een link naar een artikel daarover op de website Focus Groningen

Halverwege vonden we een bankje in de zon, waar we even neerstreken voor onze meegebrachte picknick.
Carlijn had iets nieuws meegenomen: een börek.
Het is een soort Turkse loempia; deze was gevuld met kip en kruiden.
Lekker man!

Toen we de begraafplaats afliepen maakten we nog een wandeling naar het Van Starkenborghkanaal.
Aan de andere kant van de weg bezochten we de Joodse begraafplaats.
Daarachter lag nog een soort begraafplaats met kleine bordjes met namen van mensen die allemaal overleden waren in 1947 en 1948, maar we konden nergens informatie vinden wat dat was.
Daar kan ik mij dan niet bij neerleggen, dus eenmaal thuis heb ik gespeurd op internet.
Het antwoord op onze vragen vond ik op deze website ‘Traces of war’.
Daarna vond Carlijn nog meer antwoorden op deze site ‘Noodbegraafplaatsen/geschiedenis’. 
Het is een noodbegraafplaats die in en na de oorlog gebruikt is. Ook liggen er een aantal Nederlandse oorlogsmisdadigers begraven.

Zomaar een wandeling op een vrijdagmiddag in april.
Een goed gesprek, een gezellige picknick en een prachtige omgeving.
En ook nog een stukje geschiedenis.
Mijn waarde van de dag.

Reageren

23 april: Slagroom. Met voorbedachte rade.

Als je een beetje bekend bent in Roden, dan weet je waar de foto rechts is genomen.
Het is een beeldje van de buurkinderen Ot en Sien uit de kinderboekenserie van Scheepstra/Jetses; het staat op de Brink in Roden.
Ot en Sien gaan met hun tijd mee…..

Als je een beetje bekend bent in Roden weet je ook dat mijn vaste supermarkt Jumbo gaat uitbreiden en dat ze daarom een poosje in een ander pand zitten om hun eigen gebouw flink te verbouwen. Het afgelopen weekend waren ze dicht, dus op maandag ging ik naar Albert Heijn.
Gewoontegetrouw wilde ik een scanner pakken, maar dat kon alleen als je een bonuskaart had; dan staat Albert bij mij al weer met tien punten achter.
Op woensdag ging de Jumbo weer open op de tijdelijke locatie.

Als je een beetje bekend bent met mijn hang naar structuur, dan begrijp je dat ik niet blij word van een supermarkt waar dingen ineens allemaal ergens anders staan.
Daarom had ik een strategie bedacht: op donderdagmorgen ging ik boodschappen doen met maar 8 dingen op mijn lijstje, dan kon ik op mijn gemak de nieuwe winkel verkennen en mij alvast voorbereiden op een nieuwe winkelvolgorde.
Jumbo heeft kennelijk meer klanten zoals ik, want er lagen al plattegrondjes klaar.
Er stonden geen dwingende pijlen meer op de grond die de looproute aangeven, dus ik mocht zelf bepalen waar ik langs liep.

De meeste dingen kon ik vinden, maar ik moest zoeken naar groene pesto.
Onderweg daar naar toe kwam ik Willem tegen: zuchtend, zoekend en turend over zijn bril.
“Als je 60+ bent worden deze dingen alleen maar moeilijker. Waar liggen de wraps nou, weet jij dat?”
Nee, maar ik liep er toevallig langs en wees ze hem aan.
Plusje verdiend bij Willem.
Toen ik de pesto uiteindelijk had gevonden was ik m’n boodschappenkar kwijt…..

Bij de kassa had ik net geen € 25,= gescoord, dus ik verwachtte dat ik het gratis appeltaartje bij die besteding zou missen, maar ik kreeg er toch een.
Lekker ja! Kon ook best in de diepvries volgens ex-buuf bij de kassa.

……aangepast aan de plattegrond…

Vanmorgen ging ik op pad voor de rest van de boodschappen.
Het standaard boodschappenlijstje had ik aangepast aan de volgorde op het plattegrondje.
Het tijdelijke pand is kleiner dan de vorige Jumbo, dus het is krap in de gangpaden.
Zonder dwingende looprichtingpijlen doet ieder wat goed is in zijn ogen: als er een kar aan de linkerkant én aan de rechterkant van het pad staat kan er niemand meer door.
Dus iemand die zoekend naar een artikel bij zijn kar staat, staat al gauw in de weg.
Ook even met iemand bijpraten die je een tijdje niet gezien hebt leidt al snel tot irritatie bij andere winkelaars.
De eigen slagerij is niet mee verhuisd en de eigen bakkerij ook niet; dat leverde veel teleurstelling op, maar ons werd verzekerd dat dit maar voor een half jaar is, in de nieuwe winkel zijn bakker en slager weer present.

Kom Kees, het is maar tijdelijk.
Het personeel doet ontzettend zijn best; ik realiseer me maar al te goed dat het voor hen ook niet meevalt.
Ik ben na een uur weer weg, maar zij zitten de hele dag in het gemopper, het gezoek en steeds dezelfde opmerkingen.
“O, wat is’t ja aans allemaole, wat ja vervelend!”

Ja. Niet zeuren, je doet maar een beetje je best.
Daarom krijg je ook een gratis appeltaartje; het werd wederom in dank aanvaard.
Er lag ook een bekertje slagroom in mijn kar.
Met voorbedachte rade meegenomen.

Reageren

22 april: Gastblog Hennie – De waarde van de dag voor mij.

Mijn waarde van de dag is dat ik van plan was om te gaan fietsen met wat schoonzussen, maar die helaas niet konden.
Dan heb je zeg maar “een vrije dag” en dan kun je alleen gaan fietsen of wandelen, maar uiteindelijk ging ik nog wat spullen opruimen, er ligt nog genoeg, dan kom je weer leuke dingen tegen.
Allereerst wil ik graag vertellen dat we (lees Harrie en ik en de kinderen) begin dit jaar hebben besloten om de camping weer te openen.
Nou dat heeft toch heel wat voeten in de aarde. Je moet allerlei aanvragen doen en op goedkeuringen wachten en naar de KvK samen.
De kinderen helpen waar ze kunnen. Zo doet dochter Anita de website en dochter Harma facebook etc.
Dochter Marja en Jolanda helpen met meedenken en reserveringen en de mannen helpen buitenom en binnen opknappen; met binnen bedoel ik dan de kantine en accommodatie.
Al met al een hele onderneming. Inmiddels hebben we al gasten mogen ontvangen en beseffen we weer hoe leuk het is om mensen te laten genieten van hun vrije dagen/vakantie in ons mooie Drenthe.  Wil je meer weten?  Kijk op onze website ‘Minicamping ‘het Hijkerveld’.

trouwbijbel

Om weer terug te komen op het opruimen: het begon er eigenlijk mee dat m’n schoondochter in de app met de vraag kwam: “Hebben jullie nog oude bijbels die jullie niet gebruiken? Die worden dan gebruikt bij de ontwikkeling van de Geo Tour als (mogelijke) cache. Mocht je iets hebben liggen, wat anders de prullenbak in gaat, ik houd me aanbevolen.☺ (ontwikkeling/geocoachen/kopvandrenthe/ontstaan van Assen – klooster).”  Tja, ze heeft jaren  bij VVV in Assen gewerkt en nog wel, maar nu grotendeels voor de kop van Drenthe.

Ik wist dat ik wel meerdere bijbels had liggen, maar moest nog verder dus met opruimen; bij elke bijbel zit wel een verhaal, die ga ik niet allemaal noemen, maar de bijbels die van mijn ouders waren zijn wel heel bijzonder. In elke bijbel zit wel een spreuk of tekst of krantenknipsel en bladwijzers wat ik graag wil delen.
In de kinderbijbel van Anne de Vries bijvoorbeeld lagen 4 bladwijzers tussen bepaalde verhalen in het boek, wat aangeeft waar ze mee bezig waren met voorlezen.
Ook lag er nog een liturgie in van zondag 15 september 1996 van de doop van één van de kinderen van mijn jongste broer Roelof. Toch erg leuk om dat terug te vinden in de kinderbijbel.

Dan een bijbel die ik opende waar een stempel in stond van de Gereformeerde kerk Amersfoort: geen idee hoe, wat en waarom, maar het wekt wel verbazing op! Daarin vond ik een krantenknipsel van ‘de sportman en sportvrouw’ van het jaar 1976; heel bijzonder.

Maar wat me toch het meest doet is de gouden bijbel en de trouwbijbel; zo noem ik het omdat de bladzijden  aan de buitenkant goudgekleurd zijn.
Met het openslaan ontdek ik gelijk al een apart briefje met een tekst en gevolgd door meerdere kleine zeer sprekende teksten. Erg bijzonder om dat te lezen;  een aantal van die tekstjes gaan als afbeelding bij dit blog.

Verder heb ik nog veel boeken etc. gevonden; ik realiseer me dat ik toch wel actief ben geweest in en voor de kerk: zondagsschooljuf, diaken, jeugdouderling, TVG-cursus*, ouderling en nog een aantal jaren leidster van Rock Solid, een jeugdclub en nu nog alleen de zondagsbrief.
Al die boeken die ik nu in de kast zie staan en denk: “Wat doe ik er nog mee?”
Maar goed: de waarde van de dag was groot vandaag. Hennie☺

*Theologische Vorming Gemeenteleden

Benieuwd naar de andere gastblogs die Hennie schreef?
Hierbij een overzicht:

september 2020: Een nieuwe gast! Hennie introduceert zichzelf en vertelt over haar peren en haar perenschilmachine.
november 2020:  Belevingsconcert. Een blog over de jaarlijkse familiedag en een belevingsconcert in de tijd dat moeder Waninge in het Beurtschip zat.

Reageren

21 april: Stroei…….voei…..

Zondagmorgen.
Voor de kerkdienst aan luister ik naar Radio 5 waar Jacques Klöters het programma ‘de Sandwich’ presenteert.
Het is week van de jaren ’60. Jacques draait altijd al muziek die anders is dan wat je normaal gesproken hoort op Radio 5 en ook nu horen we geen Rolling Stones, Cats en Beatles.
Hij draait ‘In oktober’ van Ramses Shaffy en Liesbeth List.
Ook vertelt hij het verhaal van de bijzonder televisieshow van Rudi Carell, waar Esther Ofarim als zeemeermin ten tonele verschijnt en laat daarbij ‘Split personality’ horen. Vind je het leuk om die veertig minuten televisie eens terug te zien? Hierbij een link naar de hele show op  YouTube. Hij won er in 1964 ‘de zilveren Roos van Montreux’ mee.

Zo geniet ik van heerlijke zondagmorgenmuziek. We horen het thema van de film Dr. Zjivagho en dan vertelt hij over beroemde componisten uit de jaren ’60.
Harry Bannink wordt met name genoemd, die samen met Annie M.G. Schmidt legendarische liedjes schreef.
“Stroei…..voei…..” klinkt uit de luidsprekers, gezongen door Hans Boskamp.
Een liedje uit ‘Ja zuster, nee zuster’, een serie die van 1966 tot 1968 op de televisie was.
Als kind heb ik daar nog stukjes van gezien, maar ik kende vooral het lied ‘Niet met de deurn slaen’, de tune van serie.

In 2002 kwam er een film uit van ‘Ja zuster, nee zuster’; die was bij ons gezin populair.
Er werd een CD uitgebracht en die kochten we.
We konden alle liedjes die daarop stond meezingen en dat deden we dus ook af en toe uitbundig, vooral in de auto.
Het liedje ‘Stroei, voei’ was erg populair, want daarbij kon je zo heerlijk mee meeblèren en uithalen.
Hilarisch was het moment waarop wij met ons hele gezin in de auto zaten en een campingterrein opreden waar ons een plaatsje was toegewezen om de caravan op te zetten.
Onze dames op de achterbank zaten net middenin de uithaal ‘STROEI….VOEI….!” toen Gerard en ik tegelijk de autodeuren openden.
‘KARREKARREKIRA, NOTTEKIRA…!”
Het Griekse gezang tetterde over de camping en alle hoofden van de mensen in de buurt draaiden zich naar onze auto.
De toon was gezet…..ietwat zorgelijk werden we bekeken; zouden die lawaaipapagaaien op ons veldje komen?
Wij bleken achteraf mee te vallen, maar muisstil waren onze dochters natuurlijk ook niet.
Wie ze kent zal dat ongetwijfeld beamen.

Op dit blog vandaag twee uitvoeringen van het bovenbeschreven lied.
Hierbij een link naar de uitvoering van Hans Boskamp uit de jaren ’60. Geniet daarbij vooral van de mooie foto’s uit de de oude doos die voorbijkomen.
Deze tweede link is naar een video van de trieste Griek uit de film met o.a. Loes Luca.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén