Zondagmorgen om 11.00 u verzamelden zo’n 20 leden van de Cantorij Roden zich in Op de Helte voor een ‘koordag’.  In maart 2020 waren de  repetities abrupt gestopt. We hebben ‘hier en daar en af en toe’ wel wat gezongen in kleine groepjes,  maar gisteren was een voorzichtig nieuw begin met het hele koor.

Er was koffie/thee met een bijpraatmoment en een praatje van voorzitter Wiecher. En toen: samen zingen.  We hadden allemaal een verzoeknummer op mogen geven en we begonnen met  ‘De vreugde voert ons naar dit huis’.  Ik vertel het maar eerlijk: dat het zo mooi klonk kwam niet van mij.  De emoties speelden mij parten; ‘kloet’n in de haals’ zoals Groningers dat zo mooi zeggen. Anderhalf jaar is best lang en ik heb het koor vreselijk gemist. Dat we weer met elkaar stonden te zingen zorgde voor onverwachte ontroering.

Gelukkig duurde dat maar kort en heb ik van de rest van de dag alleen maar genoten. Bij de soep met broodjes was er ruimte genoeg om met deze en gene een praatje te maken en daar werd ook goed gebruik van gemaakt.  Lid zijn van de Cantorij Roden is namelijk meer dan samen zingen. Een van onze leden, Jantje,  is overleden, twee leden verloren hun partner en  een sopraan nam afscheid van het koor vanwege gezondheidsproblemen. Goed om even bij stil te staan.  Maar ook goed om weer vooruit te kijken en plannen te maken. Gaan we meedoen aan het startweekend?  Aan welke kerkdiensten  gaan we meewerken?

Wat hebben we heerlijk gezongen.  Zelfs nog twee nieuwe liederen ingestudeerd. Had ik het vorige week nog over een waakvlammetje als het ging over mijn eigen ‘heilige vuur’,  op zo’n dag wordt dat vuur weer behoorlijk opgerakeld. Fijn!

Het slotlied was ‘De dag door uwe gunst ontvangen’.
Zo’n mooie zetting en zo’n mooie tekst.
Bij de laatste twee coupletten had ik toch weer last van de Groningse kloeten…. zingen in de cantorij is veel meer dan zingen.