In Gerard’s kerstpakket zat dit jaar een doosje bakmix.
Kaiserschmarr’n kon je er mee maken.
Ik stond er een tijdje mee in mijn handen,  las op het pak wat ik moest doen,  maar daarmee wist ik nog niet wat Kaiserschmarr’n was.
Op het onvolprezen internet ontdekte ik, dat het een traditioneel, Oostenrijks gerecht is, waar de keizer van dat land,  Franz Joseph (1830-1916) dol op was.
Het is een soort pannenkoek. Het bijzondere aan het beslag is, dat je de eieren die er in gaan moet scheiden en dat je de stijf geklopte eiwitten dan door het beslag roert, waardoor het qua volume nogal uitzet. Je krijgt daardoor een luchtige pannenkoek.

Leuk, dat ging ik uitproberen.
Op tweede kerstdag organiseerden Gerard en ik voor ons tweeën een brunch; toen proefden we voor het eerst Kaiserschmarr’n.
LEKKER!
Dat ging ik ook maken voor de brunch op nieuwjaarsdag met de kinderen.
Het was een groot succes.

Ook maken?
Dit heb je nodig voor 4 personen.
–  4 middelgrote eieren
– 50 gram  kristalsuiker
– 100 gram bloem
– 100 ml volle melk
– 40 gram ongezouten roomboter
–  poedersuiker
– jam die je lekker vindt.

Dit moet je doen:

  • Splits de eieren en doe de eiwitten in een aparte kom.
  • Met een mixer klop je de dooiers en  de suiker licht en romig.
  • Zeef de bloem erboven; dit samen met de melk tot een glad beslag mixen.
  • De eiwitten stijfkloppen. Als het mengsel gaat glimmen roer je het voorzichtig in delen door het beslag.
  • Verdeel de boter over twee koekenpannen, verhit de boter en verdeel het beslag over de twee pannen en zet het gas op half.
  • de pannenkoek 3 minuten laten bakken. Dan snij je de pannenkoek in vieren en draai je de kwarten afzonderlijk om met een spatel.
    Nu nog 3 minuten op laag vuur laten bakken. Verdeel nu met de spatel de kwarten in 4 kleinere stukjes.
  • De stukjes in een schaal doen, bestrooien met poedersuiker en besmeren met jam. Dan nog even flink omschudden en eventueel nog wat poedersuiker en jam er overheen doen.  Zo krijg je de ‘schmarr’n’, de puinhoop, die Kaiser Frans Joseph zo lekker vond.

Dat laatste deed ik niet op nieuwjaarsdag. Ik zette de stukjes kaiserschmarr’n, de poedersuiker en de jam apart op tafel.
Op die manier kon iedereen op zijn eigen bord zijn eigen puinhoop creëren.
Daar zijn sommigen van ons erg goed in.