In het kerkje van Roderwolde ging gistermorgen dominee Hotske Postma voor.
Even bijpraten: rond het jaar 2000 was Hotske Postma verbonden aan de Protestantse Gemeente in Roden. Eerst voor de Hervormde kerk, later gingen we ‘Samen op weg’ met de Gereformeerde broeders en zusters en werden we PKN (Protestantse Kerk Nederland).
Maar zoals haar naam al doet vermoeden: Hotske heeft Friese roots en die wortels begonnen op een gegeven moment te roepen. Spijtig voor Roden, maar ze vertrok met man en kinderen naar Friesland. Een aantal jaren geleden kwam ik haar tegen op het fietspad: ze was terug in Drenthe en woont in de gemeente Noordenveld. Het was erg aangenaam om haar weer als voorganger aan het werk te zien: ze weet me nog steeds te raken. Met haar stem, haar openheid en haar eerlijkheid.
Ze begon de viering met een persoonlijk ‘In memoriam’ voor dominee Hans Greive, de emeritus dominee die zijn loopbaan afsloot in Roderwolde; hij overleed eerder deze week.
Het ‘Onze Vader’ stond gistermorgen centraal in de viering. Hotske begon haar overdenking met een herinnering uit haar kindertijd. Haar moeder had migraine en ze bad voor de genezing van haar moeder. En om dat gebed kracht bij te zetten bad ze het Onze Vader er achteraan. “En voor de zekerheid nóg een keer een Onze Vader…” vertelde ze “want dat hielp vast!”
Toen ze in haar volwassen leven zelf in de problemen kwam ontdekte ze dat ze dat rotsvaste, kinderlijke vertrouwen in het gebed niet kon vinden “Het lukte mij niet om mijn hart te openen voor God” zei ze daarover. “Maar gelukkig waren en toen anderen die voor mij baden.”
En dat was gelijk ook de essentie van de rest van haar verhaal: een mens heeft altijd anderen nodig. Vrienden, familie, bekenden, buren, clubgenoten: het is de gemeenschap, de gezamenlijkheid die je draagt als dat nodig is. De laatste zin van haar preek was: “Wees een vriend; oefen de gemeenschap.”
Wat een waardevol advies. Daarna zongen we het erg bekende én toepasselijke lied ‘Zolang wij ademhalen’, met daarin de zin: ‘Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht, het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht.’
Het gezamenlijk uitgesproken ‘Onze Vader’ had na de overdenking meer zeggingskracht; dit werd nog versterkt door het klokgelui dat tijdens het overbekende gebed te horen was. Soms spreek ik het haast gedachteloos uit, gistermorgen was het een intense beleving.
We gaan de week weer in.
De opdracht ‘oefen de gemeenschap’ neem ik mee uit deze viering.
Daarbij moest ik denken aan wat een andere hervormde voorganger, Bart Elbert, ons voorhield. ‘De kerk heeft alles te bieden wat we als mens nodig hebben: een gemeenschap, morele waarden, sociale steun en een plek voor bezinning, meditatie en zingeving.
In onze maatschappij is de kerk gemarginaliseerd, maar het concept is nog steeds een prima uitgangspunt.
Willem
De naam Hotske, opende meteen een luikje in mijn geheugen van de lagere school; de boeken van Hotse Hiddes. De verhalen spelen in de 80-jarige oorlog en Hotse is een soort verzetsstrijder die sabotageacties onderneemt tegen de Spaanse overheersers en dat zijn lief op een gegeven moment op de brandstapel terechtkomt. Verder weet ik weinig meer van het verhaal, maar in mijn herinnering waren ze spannend.
De herinnering van de dominee uit haar kindertijd bracht een andere herinnering bij mij boven; Als kind was ik een zwervertje en kon urenlang op de hei vertoeven. Ik zal een jaar of 6 geweest zijn dat ik bij zo’n zwerftocht overvallen werd door onweer. Vrij onbeschermd en niet geheel ongevaarlijk. Toen ik kletsnat thuiskwam was het eerst wat mijn moeder me vroeg; waar heb je geschuild voor het onweer. Ik kon alleen maar zeggen dat ik midden op het Holtherveld was en nergens kon schuilen , maar voegde ik eraan toe “Ik heb gebeden dat me niks zou overkomen” Toen kreeg ik van mijn moeder een les voor de rest van het leven “Willy, God is geen automatiek waar je een dubbeltje ingooit en je het rolletje drop eruit pakt. Je moet ook zelf wat doen”.
Anja Van Bunnik
Wat mooi, dat je hierover schrijft!