een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 14 van 53

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

19 juni: Wat een geluk….

Gisteren schreef ik al over het oefenen met het ‘Af&Toe-kleinkoor’; vanmorgen werkten we met z’n achten mee aan de ‘Ik Zie Jou’-overstapviering.
Waar het anders wel eens spannend is of allemaal goed gaat qua meerstemmigheid, deze morgen hadden we het ons wat dat betreft gemakkelijk gemaakt.
Een kinderlied uit het liedboek, een Taizé-lied en de responsie ‘Houd mij in leven’ tijdens de gebeden; die laatste twee weliswaar wel vierstemmig, maar niet moeilijk.
Wat we nu spannend vonden was onze bijdrage aan het begin van de viering, waarbij wij als koor ruzie maakten met de dominee over welke liederen over geluk het beste bij de viering pasten.
‘Wat een geluk….’ van Rudi Carell was niet geschikt en ‘Ik ben gelukkig zonder jou’ van Conny van den Bosch ook niet.
Het moest stemmig, religieus.
“Gelukkig is het land” was veel te ouderwets, het moest moderner.
“Ik geloof in geluk’  van Guus Meeuwes was ‘wel aardig’…. maar we kwamen in gezamenlijkheid uit op “Voor mij is geluk’  een vrolijk kinderlied uit ons eigen liedboek.
Als je de viering terug kijkt op YouTube zie je hoe we genoten van dit ongebruikelijk begin van een kerkdienst.

Wat een geluk dat de kampleiding het weekend heeft overleefd!
Het zag er vrij dramatisch uit toen ze vanmorgen binnenkwamen: één had een verband om haar hoofd en een ander zat gewond in een rolstoel…..
Het viel mee, begrepen we later. Eigenlijk hadden ze gewoon geluk gehad!
Dat er verband en pleisters genoeg waren en dat er een reserveluchtbed voorhanden was bijvoorbeeld.

Wat een geluk dat we zoveel jonge mensen in Op de Helte hadden vanmorgen. We zagen aanstekelijke foto’s en video’s van het kampweekend dat vrijdag en zaterdag werd gehouden in de tuin van Toos en we zongen met het elkaar het lied ‘Kom laat ons zingen vandaag’ dat ook tijdens het kamperen was gezongen.
Er waren een tweetal bijzondere aandachtsmomenten vanmorgen.
Twee kinderen maken deze zomer de overstap van de basisschool naar de middelbare school en namen afscheid van de kindernevendienst.
De ouders kwamen daarbij ook op het podium. Na het toespraakje deden de kinderen een stap vooruit en de ouders deden een stapje terug.
Een symbolisch moment. Tijdens de koffie vertrouwde één van de moeders me toe dat het haar echt iets had gedaan; het is toch een speciaal moment dat wordt gemarkeerd in de tijd.

En wat een geluk dat we al die jaren als PKN-gemeente gebruik hebben mogen maken van de diensten van Sijcolien.
Zij nam vanmorgen, na minstens dertig jaar jeugdwerk en kindernevendienst, afscheid als leidster.
In de danktoespraakjes werd aangehaald dat ze er ‘gewoon altijd was’ en overal aan dacht.
Het welgemeende applaus zei genoeg: bedankt voor je jarenlange inzet, Sijcolien!

Wat kwamen we nou te weten over geluk?
Geluk is een reis, een richting, niet het punt waarop je eindigt.
Wat kunnen we onderweg doen, wat zegt Jezus daarover?
Wees zachtmoedig, barmhartig, durf nederig te zijn en zoek de vrede: laat je licht zo maar schijnen.
Geen moeilijke opdracht, voor iedereen te doen.
Dat is mazzel hebben!

Reageren

12 juni: Balans.

Ambivalente gevoelens had ik zondagmorgen onder de preekstoel.
Aan de ene kant…..  aan de andere kant…

Aan de ene kant hoorden we het verhaal van Ruth, die zich op aandringen van Naomi aanbiedt aan Boaz; hij neemt daarop zijn rol als ‘losser’ voor de familie.
Ruth brengt daarmee een offer voor Naomi, voor de familie.
Aan de andere kant zijn we in Nederland nog niet zo heel lang af van het idee dat de vrouw ondergeschikt is aan de man, zich hoort te voegen naar zijn wensen.
Uit het verleden van van mijn familie klinken nog de verhalen van de zichzelf wegcijferende vrouwen.

Aan de ene kant zagen we een opgewekt en kleurrijk filmpje over een jongeman die vanuit zijn dorpje in Oeganda hoopvol vertrekt naar de grote stad, daar een bestaan probeert op te bouwen en uiteindelijk  met een kerkgemeenschap uitbundig een loflied staat te zingen.
Aan de andere kant was de collecte voor het project van Kerk in Actie voor de straatkinderen van Kampala die juist vanuit de stad, waar ze worden uitgebuit en een marginaal bestaan leiden, weer teruggebracht naar hun dorp waar er beter voor hen gezorgd wordt.
Dit staat er over het project op de website: In de Oegandese hoofdstad Kampala leven duizenden kinderen op straat. Ze worden hier door volwassenen neergezet om te bedelen. Ze gaan niet naar school, worden uitgebuit en mishandeld. Kerk in Actie werkt samen met drie Oegandese organisaties die dit probleem aanpakken. Zij vangen de kinderen tijdelijk op en herenigen hen met familie in hun geboorteregio. Ze zorgen dat de kinderen daar weer naar school gaan of een vak kunnen leren. Ook doen ze er alles aan om migratie van nieuwe kinderen naar de stad te voorkomen.* 
Van toegevoegde waarde waren voor mij de foto’s van Diede.
Zij is zelf in Oeganda geweest; ze heeft Kampala en ook de Dwelling  Places die horen bij het project bezocht.
Jammer dat we die foto’s pas zagen na de viering,  toen er al veel mensen weg waren.

Een kerkdienst als het leven zelf.
Het onderliggende thema was namelijk: een ander tot zijn recht laten komen.
De preek eindigde met de constatering dat ons geluk afhangt van het geluk van de mensen die aan ons zijn toevertrouwd.
Daarbij moet je de balans zien te vinden tussen ‘er zijn voor de ander’ en ‘jezelf wegcijferen’ voor de ander.

* Meer weten over dit project en hoe je kunt doneren?
Hierbij een link naar de website van Kerk in Actie. 

Reageren

7 juni: Zou zo’n bel nou weten…..

Dominee Sijbrand van Dijk die aan het eind van de viering bellenblazend op het podium staat  terwijl de gemeente ‘Geest van hierboven’ zingt: dat beeld zal me bijblijven van het einde van de kerkdienst op 1e Pinksterdag.
Dat zingen met een mooi gevulde kerk (de stoelen weer in lange rijen) met mensen die bijna allemaal iets roods aangetrokken hadden was sowieso een feest! Vanaf de achterste altenrij in de cantorij had ik een mooi uitzicht op de eerste paar rijen: zie afbeelding.
Wat zo’n kleur dan doet met de sfeer in de kerkzaal!

Op 19 mei schreef ik al over het lied dat we aan het instuderen waren voor Pinksteren. (meer weten? Lees dan ‘Polyfonie‘) Dat lied had onze cantor Karel zelf geschreven en zondagmorgen werd het voor het eerst uitgevoerd door onze cantorij; met Erwin op het orgel en samen de gemeente.
Wat een belevenis!  Voor ons,  maar vooral ook voor Karel.

Hoe ongrijpbaar de Heilige Geest is legde de voorganger aan de kinderen uit door bellen te blazen.
Even een klein stukje uit het gesprekje: “Kijk. Bellen maken met je adem. Zou zo’n bel nou weten wanneer hij los moet laten? Welnee. Zo’n bel laat het gewoon gebeuren:  je blaast en hij laat los. Soms zou je willen dat het leven net zo gemakkelijk was….:

Hoe waait de geest? De dominee drukte ons op het hart niet steeds de nadruk op het kwade te leggen (wat je de hele dag al om je heen hoort aan nieuws en geroddel uit de media) maar om de goede verhalen te lezen en door te vertellen.
Soms weten mensen ineens wat ze moeten doen: iemand uit het water redden bijvoorbeeld.
Maar dan moet je het wel zien; hou je ogen open, lees en spreek het goede en bidt het goede.
De geest van God blaast mensen aan; zaai het goede voor een grote oogst.

Nog even over onze cantorij. Bij het inzingen zondagmorgen konden wij als alten de sopranen niet horen. Dat kwam enerzijds omdat er maar 4 sopranen aanwezig waren, anderzijds omdat de bassen (4) en de tenoren (5) tussen ons en de sopranen in staan. Stuk voor stuk goed zingende bassen en tenoren, maar ze overstemden samen met ons alten (7) onbedoeld de sopranen.
Natuurlijk, niet alle sopranen waren er, maar we zouden wel wat meer sopranen kunnen gebruiken bij onze cantorij.
Ben je of ken je iemand die met onze sopranen zou willen meezingen? Van harte welkom! We repeteren op dinsdagavond van 19.30 tot 21.30 uur in Op de Helte.

Eigenlijk was het een gedoe om in Roden te komen zondagmorgen. We verbleven het hele weekend met dochters en aanhang in Casa Grada in Westerbork; om 07.30 uur zaten Gerard en ik in de auto om om 08.30 uur in Op de Helte te zijn. Maar het was ruimschoots  de moeite waard: ik had het niet willen missen!
Wil je de viering beluisteren? Hierbij een link naar kerkomroep: 5 juni, 09.30 uur Op de Helte, Roden.

Reageren

24 mei: Ik pak eerder de krant….

Afgelopen zondag ging er een gastpredikant voor in onze kerk: Eelkje de Vries, vroeger lid van onze gemeente.  Fijn om haar weer even te zien, te spreken én  te horen.

Ze begon haar overdenking met een zin,  uitgesproken door een 90jarige man uit haar huidige gemeente. Met een schuldbewust lachje had hij gezegd: “Ik pak tegenwoordig eerder de krant dan de bijbel.” De voorganger vond dat heel herkenbaar. Onze leefomgeving en ons dagelijkse en zondagse leven zijn wel heel erg veranderd ten opzichte van vroeger. Ook ik pak eerder de krant; niet dat ik daar heel blij van wordt,  maar je kunt je ook niet onttrekken aan wat er allemaal in de wereld gebeurt.

Als je me  vraagt naar wat me bij zal blijven van deze zondagmorgen, dan zijn dat niet de mooie liederen die we zongen (waar ik overigens wel blij van werd)  en ook niet iets anders uit de kerkdienst, maar een gesprekje na de viering. Eigenlijk werd dat gesprekje pas gevoerd na het koffiedrinken met de fiets al aan de hand.  Ik kwam aan de praat met Margreet die vertelde over haar kleinkinderen. Die moeilijke vragen stelden.  “Als er zoveel eeuwen al mensen naar de kerk gaan, waarom zien we daar dan zo weinig van in de wereld?”
Als antwoord had Margeets man HarmJan een verhaal verteld; daarvan geef ik nu een verkorte versie. Wat gebeurt er als je een theezakje in een groot meer houdt?  Dan wordt het water er omheen een beetje bruin. Als je het zakje daarentegen in een theekopje met water houdt,  ontstaat er een geurig kopje thee.  Dus als je de zaken klein houdt heeft het meer effect.  Dat is de kracht van de kerk: de kracht van het kleine.

Even terug naar de viering.
Zondagmorgen waren er een aantal gemeenteleden in de kerk die we al heel lang niet meer hadden gezien.  Het was mooi om te zien hoe blij ze werden begroet door andere gemeenteleden: “Fijn dat jullie er weer bij zijn, we hebben jullie gemist!”
Over die verbondenheid ging het ook in de overdenking. Te midden van alle kwaad waarover we lezen in de krant, alle boosheid en machteloosheid zijn we als gemeente verbonden met elkaar, met God en met de geest; onze opdracht is heb lief, doe recht en behoud het goede.  In het licht van dit blog: zet kleine kopjes thee. Veel kopjes vormen samen een meer.

Reageren

19 mei: Polyfonie.

Het is alweer gewoon geworden: op dinsdagavond cantorij-repetitie.
In deze weken zijn we druk bezig met het instuderen van de liederen die we zingen op 1e Pinksterdag.
Onze cantor Carel is een ambitieuze jonge man die vindt dat we de lat niet te laag moeten leggen.
Hij studeert aan het Prins Claus Conservatorium en had bedacht dat hij voor het pinksterfeest zelf een stuk ging schrijven.
Het begint met een couplet in het Latijn, daarna een deel in het Duits en het laatste stuk wordt gezongen in het Nederlands.
Zingen in tongen én talen!
Hij stuurde ook gelijk maar oefen-files mee, want het zingt niet gemakkelijk zo maar weg.
Pittig hoor.
Het stuk zingen vinden wij al lastig: hij heeft het nota bene zelf geschreven!
Wij mogen als cantorij onze handjes dichtknijpen met zo’n enthousiaste jonge gast als dirigent.

Verder heeft Carel ons nog ‘een uitdaging’ aangereikt: If Ye Love Me, Keep My Commandments vanThomas Tallis.
Een Engels muziekstuk waarin alle partijen door elkaar heen zingen.
Past ook goed bij de talen en tongen van Pinksteren.
“Dat heet polyfonie” “legde hij ons uit.
“Meestal zingen wij homofoon, dat is als iedereen tegelijk dezelfde woorden zingt maar met andere noten.”
Toen wij na het doorzingen van de verschillende partijen het stuk in zijn geheel probeerden te zingen was het polyfonie noch homofonie: het klonk als kakafonie.
Carel blijft optimistisch en was al blij dat we tegelijk eindigden.
Het goede nieuws is dat we nog een aantal weken te gaan hebben.

Het is alweer gewoon geworden, schreef ik in de eerste zin van dit blog.
Dat neemt niet weg dat ik meer dan voorheen geniet van het zingen met elkaar.
Toen ik begin deze week op het nieuws hoorde dat we in de herfst weer rekening moeten houden met nieuwe lockdowns dacht ik als eerste aan de cantorij en de kerkdiensten.
Het zal toch niet weer….
Andere jaren stoppen we al met de cantorijrepetities na Pinksteren, maar we zijn nog gevraagd voor een kerkdienst op 3 juli.
Fijn; dan zingen we nog even door!

Reageren

9 mei: Hoe vrij ben je?

Gistermorgen was er weer koffiedrinken in De Deel na de viering in de Catharinakerk.
Toen ik de hal in liep en mijn jas ophing realiseerde ik me dat ik daar twee jaar niet was geweest.
Twee jaar ‘mocht het niet’.
In het licht van het onderwerp van de voorafgaande kerkdienst triggerde me die gedachte: het thema van die viering was namelijk ‘vrijheid’.
De voorganger had ons iets verteld over het begrip vrijheid.
“Is vrijheid dat je altijd kunt doen wat jij zelf wilt? Heb ik de vrijheid om met een rotgang van 300 kilometer per uur door Roden te rijden?”
Nee. Ook al zou het kunnen, de veiligheid van anderen komt daarmee in gevaar.
Dus je individuele vrijheid wordt altijd beperkt door maatschappelijke regels en het welzijn van anderen om je heen.

Deze week werden we bepaald bij 77 jaar vrijheid in ons land.
Misschien heb ik het me verbeeld, maar ik vond dat er dit jaar meer vlaggen werden uitgestoken dan andere jaren.
Door de gebeurtenissen in Oekraïne krijgt de vrijheid, die wij altijd vanzelfsprekend vonden, een nieuwe dimensie.
Het is bijzonder dat wij in Nederland al zo lang in vrijheid mogen leven.
Dat in coronatijd de inperking van onze vrijheid werd vergeleken met de bezetting in de Tweede Wereldoorlog, is met terugwerkende kracht een belediging voor de inwoners van Oekraiïne die zo te lijden hebben onder de agressie van Rusland.

Voor de overdenking kwam organist Arjan Schippers van boven achter het orgel vandaan en nam plaats op de piano-kruk.
Hij speelde virtuoos en ontroerend het thema van de film ‘Schindlers list’; de overdenking begon vervolgens met een beschrijving van wat Oskar Schindler in de oorlog had gedaan: hij had met  zijn emaille-fabriek als dekmantel zo’n 1300 Joden van de dood kunnen redden.
Hij had de vrijheid in nazi-Duitsland om rijk te worden met die emaille pannen en zich niets van het lot van de Joden aan te trekken.
De predikant wees ons er op dat vrijheid dus ook verantwoordelijkheid met zich mee brengt; dat je altijd moet nadenken over de vraag: “Wat betekent mijn vrijheid om dit te doen voor een ander?”

Hoe vrij ben je?
Mijn moeder (op de afbeelding hiernaast zie je haar als 14-jarig meisje) vertelde ooit het verhaal van een NSB-boer in de omgeving waar zij als kind woonde.
Die boer stopte mijn grootvader met zijn grote gezin af en toe wat toe.
“Dat was eigenlijk een NSB-er….” zei mijn moeder, maar het gezin was wel erg blij met zijn goede gaven.
In 2017 schreef ik een verhaal  over dit gegeven onder de titel ‘Hoe vrij bi’j?’, dat destijds werd gepubliceerd in de Zinnig: hierbij een link.
Hierbij een link naar een PDF.

Hoe vrij ben je in het maken van goede en slechte keuzes?

Reageren

2 mei: O tempora, o mores.

Zondagmorgen zouden we naar de kerk gaan, maar ik werd wakker met een dikke keel en een loop- c.q. snotneus.
Nee hè.
Gerard komt maar niet van zijn verkoudheid af en daardoor ik ook niet; het is even een paar dagen weg en dan begint het weer van voren af aan.
Vroeger zou ik dan gewoon wel ter kerke gaan, maar tegenwoordig staan we er toch wat anders in; we bleven thuis en bekeken de viering vanuit Op de Helte op het TV-scherm.
Eigenlijk heb ik daar geen zin meer in. Nu we weer met z’n allen naar de kerk mogen wil ik er ook gewoon weer zijn.

Het thema vanmorgen was ‘getuige zijn’.
Dominee Walter Meijles haalde in het begin de viering de oude kerkelijke gewoonte aan dat als een jong stel moest trouwen, dat er dan een openbare schuldbelijdenis afgelegd moest worden in de kerk, op de knieën, voor het oog van de hele gemeente die dan getuige was van die schuldbekentenis. Zonder schuldbekentenis geen zegen van God over je huwelijk.
De voorganger liet vanmorgen met een knipoog in het midden of het nou God was die zijn zegen niet wilde geven of de kerkenraad/dominee.
Hij bezigde daarbij de Latijnse uitdrukking ‘O tempora, o mores‘, (Ach tijden, ach zeden) waarmee wordt bedoeld dat normen en waarden wijzigen in de tijd.

De predikant vertelde ons dat Paulus een kind van zijn tijd was; hij vond dat als je niet de opstanding geloofde, dat dan je hele geloof waardeloos was.
Twee eeuwen later kijken we heel anders naar de inhoud van de bijbel. Walter Meijles was wel nieuwsgierig naar onze geloofsbeleving: het was de bedoeling dat we het tijdens de koffie zouden hebben over de vraag: Wie denk jij dat Jezus is? Welk aspect is voor jou net zo belangrijk als voor Paulus ‘de opstanding’?
Dan is het natuurlijk wel jammer dat je daar met je loop- c.q. snotneus niet over kunt meepraten na de viering.

We hoorden vanmorgen dat de apostel Paulus vindt dat we getuigen van Christus moeten zijn.
Bij het woord ‘getuige’ komt in mijn hoofd onmiddellijk het woord  ‘Jehova’s-getuige’ op.
En ‘getuigen van het evangelie’ hangt nog heel erg samen met kolonisatie en onderdrukking van andere volken en hun culturen.
Het roept negatieve associaties op.

Maar je kunt alleen getuigen van wat je zelf hebt gezien, gehoord en beleefd.
En als je al getuigt van je geloof of van je Christen-zijn, dan ben je daarbij ook afhankelijk van de luisteraar: staat die er wel open voor?
Op deze website komen af en toe geloofszaken aan de orde; de reacties daarop zijn heel verschillend, van ‘zo fijn dat je dat ook met ons deelt‘ tot ‘dat geneuzel over die kerkdiensten lees ik allemaal niet‘.
Toch zal ik er over blijven schrijven, want geloof en kerkgemeenschap horen bij mij, dus ook bij mijn ‘Waarde van dag’.

Reageren

17 april: Met ons.

Toen we vanmorgen aan kwamen fietsen bij de kerk stond er een groepje koperblazers van ‘Oranje’ dat ons verwelkomde met paasmuziek.
Wat een feestelijk begin van de paasviering!

Aan het begin van de viering werd de nieuwe paaskaars binnengedragen.
Vrijdagavond was de oude gedoofd; daar maakte ik toen een foto van voor deze website.
De stomp van de oude kaars gaat altijd naar iemand in de gemeente die het het afgelopen jaar zwaar heeft gehad.
Op de nieuwe paarskaars staat dus het jaartal 2022; die zal dienst doen tot Goede Vrijdag in 2023.  (zie afbeelding).

In de overdenking vertelde voorganger Walter Meijles dat één van de namen van Jezus ‘Immanuel’ is.
‘God met ons’ betekent dat.
We allemaal geneigd om die woorden op onszelf te betrekken.
Met ons. Onze groep, ons land.
Maar God is met de Romeinen en met de farizeeën en schriftgeleerden.
Met Judas en met Petrus.
Met de Russen en met de Oekraïners.
God is mét ons tegen het kwaad; dat kwaad dat er altijd al is geweest en ook altijd zal blijven en dat alleen bestreden kan worden door het goede te doen.
Dat is de opdracht die ik meeneem uit de viering van vanmorgen.

Gerard was vanmorgen ouderling van dienst en gaf de dominee voor het eerst weer een hartelijke handdruk aan het begin van de viering.
De kerkzaal was goed gevuld en we mochten weer uit volle borst zingen.
Aan het eind zongen we ‘U zij de glorie!’; ik zag dat ik niet de enige was die het niet droog hield.
We kregen de zegen mee in nieuwe bewoordingen:

Moge jouw leven anderen tot zegen zijn
dat je ogen met mildheid kijken,
je handen open zijn om op te bouwen,
dat je luistert tot in het zwijgen 
en dat je woorden oprecht zijn en je in je hart en nieren bewogen bent om de mens op jouw weg.
Zo zegent God je levenspad en is je nabij zolang je leeft.

In het collectemandje bij de uitgang deed ik twee collectebonnen.
In de loop van de jaren was dat haast een routinegebaar geworden.
Vanmorgen deed ik de twee collectebonnen in de collecte die ik in maart 2020 in mijn tasje had gedaan.
Twee jaar geleden.
Niet dat we ondertussen niks gaven, we konden gewoon geld overmaken, maar die bonnen bepaalden me bij de onvrijheid van de laatste twee jaar.

Na de viering was er gezamenlijk koffiedrinken en ontmoette ik Matthijs, een basisschoolvriendje van Carlijn.
Ik moest wel drie keer kijken: hij is nu ook achter in de twintig en ‘mooi opdreugd’, zoals we dat in Drenthe zeggen.
Het was fijn om even met hem bij te praten: wat doe je nu, waar woon je nu en weet je nog…..

We hebben elkaar als gemeente de afgelopen dagen weer kunnen ontmoeten en de Stille Week en Pasen kunnen vieren zoals we dat voor COVID gewend waren te doen.
Samen zingen, bidden, luisteren en elkaar ontmoeten.
Dat is niet vanzelfsprekend; dat het voor de meeste mensen weer kan, daar ben ik dankbaar voor.

Reageren

16 april: Niet zeuren.

Het avondmaal dat we op Witte Donderdag vieren in de kerk is voor mij bijzonderder dan op een zondag.
Het is de viering waarin we het laatste avondmaal herdenken dat Jezus met zijn discipelen hield op de avond voordat hij gevangen werd genomen.
Donderdagvond voelde het nog specialer, omdat we de afgelopen twee jaar alleen digitaal de vieringen konden meebeleven.

Voor COVID dronken we om de beurt een slokje wijn uit de mooie, zilveren bekers van het avondmaalservies dat bij de Catharinakerk hoort.
Na iedere gebruiker werd de bekerrand afgeveegd met een doek.
Donderdagavond had men gekozen voor iets anders.
Er stonden dienbladen met hele kleine bekertjes met een beetje avondmaalswijn er in;  iedereen kon na het stukje brood zo’n klein bekertje nemen en een paar meter verderop op een dienblad wegzetten.
Natuurlijk begrijp ik het en het is een goede oplossing, maar voor mijn gevoel ontstaat er iets meer afstand: je drinkt niet meer uit één beker.
“Een kniesoor die daor op let!” zou mijn vaders tekst zijn in dit geval. Waar zeur je over? Wees blij dat je weer met elkaar live avondmaal mag vieren.

Nog iets om over te zeuren: de Cantorij Roden zong en ik stond er niet bij.
Dat had ik zelf zo geregeld en toch voelde het stom.
Een schrale troost was dat ik niet van toegevoegde waarde was geweest als ik had meegezongen, want ik ben nog steeds licht verkouden en mijn stem is nog niet weer op orde. Maar naast deze twee pietluttigheden was het een mooie en indringende viering, waarbij ik vooral genoot van het feit dat we dit weer samen met zoveel gemeenteleden  mochten beleven.

Gisteravond was de Goede Vrijdag viering; die staat in het teken van de kruisiging en de dood van Jezus.  Deze keer lazen we dat gedeelte uit Johannes met op de beamer afbeeldingen van de kruiswegstaties van Ted Felen.
Als we de passage lezen dat Jezus sterft wordt de paaskaars gedoofd,  gevolgd door stilte. Altijd een indrukwekkend moment.  Gisteravond nog versterkt door wat organist Arjan Schippers daarvoor speelde: het gedeelte uit de Mattheüs Passion bij die verzen,  gevolgd door het koraal ‘Wenn ich  einmal sol scheiden’. Mijn oren horen de noten van het overbekende recitatief en mijn hoofd zet daar onmiddellijk de woorden bij. Voor mij was het een ontroerend moment in de viering.

Daarna kregen we de gelegenheid om een witte  bloem te leggen bij een bloemstuk, opgebouwd rondom een kruis. (klik op de afbeelding voor een vergroting)
Het zijn de rituelen die je stil laten staan bij wat er vroeger gebeurd en de impact daarvan in onze tijd.  Toen ik mijn bloem legde was ik met mijn gedachten bij de toestand in Oekraïne: het onrecht dat mensen wordt aangedaan, de schijnprocessen tegen tegenstanders van Poetin,  het lijden dat mensen overkomt en de machteloosheid die je soms aanvliegt.

Met de melodie van het laatste lied in ons hoofd gingen we naar huis.
Nu valt de nacht.
Het is volbracht:
de Heer heeft heel zijn leven
voor het menselijk geslacht
in Gods hand gegeven.

Reageren

11 april: Vesper over de liefde.

Um kwart over vief gustermiddag pakten Gerard en ik de gitaar, de geluudsbox en de tassen met mappen, standers en snoeren in.
Niet meer ziek, nog wel verkolden en de stembanden niet in goeie conditie duurden wij het toch an um hen de streektaolvesper te gaon.
Dat ik kun ik netuurlijk ok niet missen….het was mien activiteit veur de PKN en mien Nedersaksische Af&Toe-koor; ik haar het echt verschrikkelijk vunnen as ik daor deur ziekte nie bij had kunnen wezen.
Nog niks over lezen? Op 31 meert schreef ik daorover: hierbij een link.

En wat heb ik d’r van geneuten.
Van de verschillende aspecten van het thema ‘Gods liefde hef gien einde en gien grenzen’ dat zo mooi belicht weur in schriftlezings en liederen.
Van het zingen met de koorleden die zo heur best deuden in een veur heurzölf soms onbekende streektaol.
Zölf stun ik bijveurbeeld Grunnings te zingen, wat best wel aans is veur een Drent, maor wij hadden zölfs zangers die niet iens uut het noorden komt….
Geneuten van het Twents, Drents en Grunnings dat deur de verschillende veurlezers praot weur: wat een diversiteit!
Van het gevuul dat het allemaol lukt is wat ik drie jaor leden bedacht haar.
En geneuten van de deelname van mensen die wij aans niet zo vake bij karkelijke activiteiten ziet, maor gisteraomnd een actieve rol speulden.

Nao de vesper was d’r koffie en thee op verzuuk van een aantal koorleden.
Van te veuren weur d’r al zegd: “Nao zu’n vesper giet iederiene geliek naor huus en dan giet het as een nachtkeersie uut. Wij vindt het fijn as wij dan nog eem wat naopraoten kunt; het is altied spannend zat!”
En wat was ’t nog eem gezellig.
Dan heur ie ok wat de meinsen in de karke d’r van vunnen.
En dan ku’j ’t ok nog eem hebben over wat d’r fout gung, want netuurlijk gung niet alles goed. Maor het mieste wel en ik was slim trots op oons ‘Nedersaksisch Af&Toe-koor’.

Misschien bi’j beneid hoe ’t was?
Ie kunt die viering truggeluusteren via kerkomroep: zundag 10 april, Op de Helte, 18.53 uur.
Ien ding wil op dit blog graag nog dielen en dat is een bekend gedicht, waorvan ik weet dat het hiel veul meinsen troost gef.
Dat gedicht is vertaold deur Sjoukje en in heur eigen Rôners gusteraomnd prachtig veurdraogen.

Mien dreum

Ik dreumde dat ik kuierde laangs ’t Zuudlaordermeer.
‘k Was d’r neit allennig, want naost mij leup de Heer.
Wij leupen deur ’t zaand en hadd’n ’t over ’t leev’m,

en op de grond waar’n duudelijk oonze voetofdrukken bleev’m.
Mor toen ik achterom keek, zag ik heul mien leev’mspad,
tied’n van bliedschap, tied’n van hoop, maor ik heb ’t ok stoer had.
Ik prakkezeerde hoe of dat wel kun
dat daor waor ik het ’t stoerste haar maor ein stel stappen stun!
Ik vreug toen: ‘Heer hoe kan dat nou bestaon,
dat toen ik joe het neudigst haar, mien aigen weg mus gaon?”
Vol van leifde keek Hij mij an en zee: “Zo heb ik ’t niet wilt,
mien kiend, toen jij het stoer hadd’n heb ik je optild”. 

Reageren

Pagina 14 van 53

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén