een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 160 van 264

12 januari: Opa Boelen.

Twee oma’s en één opa heb ik op deze website al voorgesteld.
Onderaan dit blog vind je links naar die pagina’s.
De laatste van mijn vier grootouders die ik nog niet heb benoemd is opa Boelen, de vader van mijn moeder. Hij heet Hendrikus Boelen. Een deel van zijn leven staat al beschreven in het blog dat ik schreef over oma Boelen.
Hij was een zachtaardige man, maar ooit zo onheus bejegend door de boer waar hij in de jaren vijftig voor werkte, dat hij met zijn gezin van pure ‘grammieterigheid’ uit Zuid-Drenthe vertrok naar Zuid-Holland.
Emigreren was het voor dit gezin. Ze spraken alleen maar Gronings, want ze kwamen oorspronkelijk uit de omgeving van Onstwedde. Ze pasten zich aan en hebben het best goed gehad in Zevenhuizen onder de rook van Rotterdam.

Een weekend naar ‘opa en oma Zevenhuizen’ betekende voor mijn broer en mij: een voorraadje nieuw ‘leesvoer’: opa werkte in een loods voor oud papier en alle stripboeken, kinderboeken en tijdschriften die hij vond waren voor ons.

Als opa en oma bij ons in Hoogersmilde kwamen, bleven ze meestal een paar dagen; opa ging dan altijd bij ons aan het werk. Kozijnen en deuren verven en kamers behangen. Mijn moeder bakte dan altijd een enorme kip, want daar kon ze hem een groot plezier mee doen. Dan kloof hij de botjes helemaal af en zat met vet van oor tot oor te glimmen bij ons aan tafel.
Opa was een echt familiemens, hij hield van feestjes en gezelligheid. Toen ze een keer bij ons waren op mijn broertjes verjaardag wilden ze voor hem slingers ophangen. Als hij dan die middag uit school kwam zouden er slingers hangen. Maar mijn ouders hadden geen slingers, die waren daar niet van. Onbegrijpelijk vonden opa en oma. Met z’n tweeën togen ze naar de Vivo in Hoogersmilde, kochten drie kleuren crêpe-papier en maakten zelf slingers. Ze vlochten repen papier, knipten er franje aan en hingen ze op.
“Kind mot toch slingers hebben; hij ’s jaorig!'”
Opa was ook van de raadseltjes: “Ie gooit het recht op ’t dak en het komp d’r kruus weer of!” Wij hadden geen idee. ‘Een scheere!”

In tegenstelling tot opa Vrieswijk was opa Boelen geen scherpslijper op geloofsgebied,  hij was gematigd Hervormd.  Hij kon met een kleine kwinkslag de angel uit verhitte discussies halen en verhief bijna nooit zijn stem.  Hij was een gevoelig man; als kind zat ik ooit bij hen aan tafel toen hij moest huilen bij een bijbelgedeelte dat hij voorlas.  Het bleek te maken te hebben met hun tweede kind,  dat overleed toen hij nog geen jaar was.

Toen opa met pensioen ging kwamen ze weer terug naar Drenthe; ze konden een aanleunwoning krijgen bij het Holtingerhof in Emmen. Ze hebben er nog heel wat fijne jaren samen gehad te midden van hun kinderen en kleinkinderen.
Met Gerard heb ik hem nog regelmatig opgezocht in Emmen; hij heeft tot zijn dood zelfstandig zijn huishoudentje gerund.
Opa liet ons dan de cassettebandjes zien en horen waarop hij muziek opnam die hij mooi vond; altijd van de omroep EO.
Mannenkoren die Johannes de Heer zongen.
“En Bert en Hermien vin ik ok zo mooi!”

Opa Boelen was mijn laatste grootouder die overleed. Hij was nog aanwezig op onze  trouwdag en heeft zelfs de doopviering van Harriët in 1989 nog meegemaakt.
Op hoge leeftijd lag hij op die dag nog op de grond samen met de twee-jarige Frea met Duplo te spelen.

Er zijn twee uitspraken van opa Boelen die ik nog wel eens aanhaal in een gesprek.
De eerste is: ‘Al die lui die niet huufden te trouwen hebt gewoon geluk had”.
De tweede had te maken met de hoge leeftijd die hij bereikte.
Hij miste mijn oma, zijn broer, zwagers en schoonzussen en zijn leeftijdsgenoten.
“D’r is gieniene meer die mij Rieks nuumt.”
Verder kwam er nooit een klacht over zijn lippen.

Deze blogserie over mijn grootouders sluit ik af met een bijbeltekst uit Spreuken 17 vers 6
‘Kleinkinderen zijn voor grootouders de kroon op hun leven, kinderen zijn trots op hun voorouders’.

Oma Vrieswijk>>>
 Oma Boelen >>>
Opa Vrieswijk >>>

Reageren

11 januari: Nederlands maar dan anders (9)

Mijn aantekeningen onder het kopje ’taalblog’ gaven alweer aanleiding voor deel 9 uit deze blog-serie:

Over de breedsprakige wasmachine-monteur (zie 2 november: Scheiden >>>) met zijn gekwek had ik wel twee blogs kunnen schrijven, maar dat is niet aardig. Eén opmerking stond nog niet in het blog. Hij vertelde met het oog op zijn scheiding dat hij en zijn ex redelijk goed met elkaar omgingen, in tegenstelling tot anderen. Daar zei hij over: “Sommige echtparen maken het elkaar bij een scheiding erg moeilijk, die vechten elkaar de pan uit. …..”

Collega Menco, de ICT’er bij mij op de afdeling, is bij de oudere bewoners zeer geliefd; hij sluit CD-spelers en televisies aan, regelt snoeren en helpt bij computer- en tabletproblemen. Regelmatig staat er iemand met een rollator in de gang die bij de deur van onze kamer vraagt naar Menco. Eén oudere heer zorgt voor een glimlach op ieders gezicht: hij haalt de provider en de hulpverlener door elkaar: “Is Ziggo d’r ok?”

Schoonzoon Jon gaat steeds beter Nederlands spreken, maar af en toe verwisselt hij wat woorden. Hij hield twee vingers naast zijn bierglas en zei: “Twee vingers schimmel!” Het bleef even stil en menig wenkbrauw werd opgetrokken. Hij vervolgde: “O. Schimmel en Schuim is zeker niet diezelfde ding…..”

Schoonzoon Cees deed een race-spelletje met zijn zoontje van 5. Een ander autootje haalde hem in, waarop het jongetje riep: “Hij kruipt me in!”
De broer van Cees heeft een nieuwe hond.
Daarover werd gezegd: “Er zit geen vlieg kwaad in die nieuwe hond!”

In ‘de slimste mens’ zagen we twee weken geleden Roxanne Hazes. Zij wilde aangeven dat er bij een bepaalde plaats veel toeristen kwamen. “Het is een echte toeristenpleister” volgens Roxanne.

Van iemand uit het onderwijs hoorde ik het volgende verhaal.
Ze heeft een  jongetje in de klas dat heel erg in beelden denkt omdat hij dyslectisch is.
Hij had thuis verteld dat er één kindje bij hen in de klas zat dat niet van hun kerk was, maar van de kerk van de schelpen.
Niemand begreep het. Schelpen? Bij wat voor kerk horen nou schelpen?
Het bleek dat dat ene kindje moslim was. Het jongetje had moslims geassocieerd met mossels. Schelpen dus.

Op de Arbeidsvitaminen hoorden we een band, waarvan de presentator zei dat het met de leden niet goed was afgelopen. Ze waren op het criminele pad geraakt en werden zelfs verdacht van ‘dood en moordslag’.

Jeroen van Inkel bedenkt de uitdrukkingen ter plekke volgens mij.
Deze week draaide hij naar eigen zeggen hele mooie muziek, ‘muziek om je oren bij af te likken’.
Verder vertelde hij iemand die alvast wilde reageren op iets dat in het volgende uur  besproken zou worden: “Vooruitzien is regeren.”

Klik hier >>> voor het blog Nederlands maar dan anders deel 8, daar vind je ook linken naar de delen 1 tm 7. Kijk ook nog even op het instagram-account Treintaal. ze zijn weer mooi. Waar moest ik om lachen? “Ik zat daar een beetje voor voor spek en bonus bij!”

Reageren

10 januari: Op LinkedIn!

Begin november schreef ik het blog ‘Skills. En tools’>>>. Over een secretaresse-workshop van mijn werk. Aan het eind kondigde ik aan dat ik op LinkedIn een profiel ging aanmaken.
Vandaag had ik vrije dag met weinig verplichtingen, dus ik ben er voor gaan zitten. 
En Aaltje staat d’r op!
(Klik op de foto voor een vergroting, dan kun je lezen wat ik heb geschreven).

Eigenlijk vond ik het nooit zo nodig om een profiel aan te maken op LinkedIn; ik heb een vast contract bij Lentis en het werk vind ik erg leuk, dus waarom zou ik?
Maar in het najaar kwamen er ineens verontrustende berichten voorbij over onze afdeling en moest er worden nagedacht over ‘hoe nu verder’.
Inmiddels behoort die onzekerheid tot de verleden tijd, want sinds november verleen ik hand- en spandiensten aan een manager van de afdeling Control. Heel ander werk dan wat doe voor de afdeling Ouderenpsychiatrie, maar minstens zo leuk. Op vrijdag zit ik nu op een flex-plek in Zuidlaren. Kwam het toch nog weer goed; maar misschien niet verkeerd om toch even na te denken over zo’n profiel op LinkedIn.

Wat zet je daar nou op?
Je kunt allerlei dingen invullen, maar ik eigenlijk vind ik het niet nodig om mijn profiel helemaal up-to-date te maken.
Daarvoor ben ik teveel Drent: eerst maor eem kiek’n hoe ’t giet.

Inmiddels heb ik al twee connecties: Gerard en Carlijn!
Er stonden heleboel suggesties bij van mensen die ik kon aanschrijven/uitnodigen, maar ook daar wacht ik nog even mee.
Zit jij ook op LinkedIn? Kijk dan eens op mijn profiel: misschien kunnen we ‘connecten’……

Reageren

9 januari: Heimwee naar de cantorij.

Op 23 mei 2017 schreef ik het laatste blog over de Catharinacantorij (Lezen? Zie Waardig afscheid van de cantorij >>>).
Samen met Ilse zou ik na de zomervakantie in 2017 aanschuiven bij de nieuw te vormen Cantorij Roden, waar zowel leden van de Op de Helte-cantorij als leden van opgeheven Catharina-cantorij bij zouden zingen. De repetities waren op vrijdagavond van 19.00-20.30 uur.

Na die zomervakantie bleek dat de repetitieavond op verzoek van cantrix Thysia was verplaatst naar de dinsdagavond.
Mijn Franse les avond.
Probleem.
In eerste instantie koos ik voor de Franse les.

Maar het ging wringen mensen.
Als de Cantorij Roden meewerkte aan een viering zat ik met heimwee in de kerk te kijken naar het koor en te genieten van hun vierstemmige gezang.
Daar hoorde ik ook bij. Het zingen, de repetitielol, maar ook een bijdrage leveren aan een kerkdienst en de beleving van een viering als koorlid: ik miste het.
Het knopje ging om toen ik ’toeristen-dienst’ had in de Catharinakerk op de Open Monumentendag in september 2018 (zie 10 september: Hier ligt mijn voorvader >>>).
De cantorij verzorgde ’s middags een gastoptreden en ik zou er zo wel weer bij willen staan. Op dat moment heb ik besloten om met mijn medeleerlingen van het Franse klasje te gaan praten, met als resultaat dat we met ingang van 2019 naar een andere avond gaan.

…. bijna drie kilo in je rugtas……

Zo kwam het dat ik gisteravond om 19.30 uur op de altenrij van de Cantorij  Roden zat. Naast Ilse, met bassen Jaap en Joop achter ons; wat heerlijk vertrouwd was het weer. De drie dikke liedboeken zaten weer in mijn oude ‘Cantorij-rugtas’. Die wegen per stuk bijna een kilo (A4-formaat) dus dan heb je alleen aan liedboeken al bijna drie kilo op je rug.  En ja hoor: we zongen drie liederen, allemaal uit een ander boek. Het grote geheister kon weer beginnen. Dat geheister was ik na anderhalf jaar alweer een beetje vergeten. We hadden trouwens maar een halve repetitie want de tweede helft hadden we nieuwjaarsborrel. Gezellig.
Wat een goed begin van het nieuwe jaar.
Toen we naar huis gingen zei Ilse: “Het was mij een aangenaam genoegen!”
Het had mijn tekst kunnen zijn; het genoegen was geheel wederzijds.

Reageren

8 januari: Vakantie? Of ‘seniorenmoment’…..

Vanmorgen was mijn eerste werkdag na bijna drie weken kerstvakantie.
Toen ik vanmorgen mijn computer aanzette leek die laatste werkdag (19 december) een eeuwigheid geleden; de term ‘vorig jaar’ was hier goed op zijn plaats zeg maar.

Er was nog niemand, dus ik verwachtte al even wat mail te kunnen wegwerken, maar dat lukte niet; ik moest namelijk eerst mijn wachtwoord intypen om überhaupt in het systeem te komen.
tap-tap-tap-tap-tap-tap-tap-tap-tap-tap.
“Uw inlognaam en wachtwoord komen niet overeen. Toegang geweigerd”.
Huh?
Nog een keer hetzelfde aantal taps met hetzelfde resultaat.
Ik wist toch zeker……

Lang verhaal kort: ik was mijn wachtwoord vergeten.
Haalde de wachtwoorden van ’thuis’ en ‘werk’ door elkaar.
Zucht. Ben je mooi op tijd, kun je nog niks doen.
Maar gelukkig kwam Menco de kamer binnenwandelen. Hij is de ICT’er van het Heymanscentrum en regelde voor mij bij zijn collega’s van Automatisering een code waarmee ik mijn wachtwoord kon wijzigen.
Toen ik weer in mijn mail kon waren er al meerdere collega’s en moest er eerst even bijgepraat worden, dus van die eerste vroege ‘mailwegwerk-actie’ kwam vandaag niet veel terecht.
Was niet erg. Het was fijn om weer op het werk te zijn; om 11.00 uur was ik al weer helemaal ingelezen én bijgepraat.

Zelf dacht ik dat het vergeten van mijn wachtwoord te maken had met mijn leeftijd.
Maar collega Rien verzekerde mij dat dat niet zo was.
“Als je je wachtwoord bent vergeten heb je dus in de kerstvakantie thuis niet op je werkmail ingelogd en heb je écht vakantie gehad!”

Zo is het.
Het nieuwe wachtwoord staat nu ergens in mijn papieren administratie, zodat ik het in ieder geval terug kan vinden als ik weer eens écht vakantie heb gehad.
Of als de gevolgen van de ouderdom onverhoopt toch toeslaan…….

Reageren

7 januari: Taolgrens

Nao de stadswandeling in Appingedam gungen Gineke en ik even koffiedrinken bij Gerard en wij  maakten kennis met een aantal van zien collega’s.  Iene kwam uut Klazienveen en wij teuten in het Drents zo een einde vot: femilie, geschiedenis, taol, kwekkwekkwek. Gezellig.
Ok een aandere collega uut Stadskanaol kwam d’r bij stoan en hij praotte ok in zien eigen streektaol, het Veenkoloniaols.

“Dat wij zo verschillend praot en dat wij mekaar toch verstaot hé? In Klazienaveen praot ze toch hiel aans as het Veenkoloniaols dat ok in Zuud-Oost Drenthe proat wordt?”
Collega uut Klazienaveen wus d’r meer van.
“Dat komp umdat bij het uutgraven van de knaolen van de Veenkoloniën de Grunnigers van boven kwamen, zij preuten Grunnings under mekaor. Vanuut het zuuden kwamen de Twenten en die namen het Sallands met. Deur de jaoren hen is het allemaol wat verbasterd, maor ie kunt de taolgrens nog precies anwiezen: Zwartemeer”.

O?
Nou ja zeg! Wus ik ja niet.
Nog nooit haar ik mij ofvraogt hoe het kun dat mien femilie in Klazienaveen (de Vrieswijken) zo aans preuten as de femilie in Emmerkepas (de Boelens). Ik was d’r van uut gaon dat dat kwam umdat de Vrieswijken zolang in Oldenzaal woont hadden (daor bin ik ja ok geboren) en de Boelens oorspronkelijk uut Onstwedde kwamen.
Klazienaveen en Emmerkepas ligt eigenlijk vlak bij mekaar en toch is taol compleet aans.

Veur de taolpuristen: dit vun ik d’r over op internet.

De Drentse dialekten uut de gemiente Emmen bint underling stark verschillend. In
de indieling van ’t Woordenboek van de Drentse dialecten weur het dialekt van de plaots Emmen en heur direkte umgeving (Weerdinge, Noord- en Zuidbarge, Westenesch, Willemsoord) tot het ZuudOost Zanddrents rekend. Dat geldt ok veur  het dialekt van Schoonebeek, wat eigenlijk veul zuudelijker van karakter is en daorum soms tot het Sallands rekend wordt.

In het noorden van de gemiente Emmen praot ze Veenkoloniaols dialect wat tot het Grunnings heurt. Het WDD rekent daor de dialekten van Nei Weerdinge, Roswinkel en Emmer-Kepas en umgeving bij, alhoewel  het Roswinkels daor feitelijk nie bij heurt: dit dörp is van veur de vervening en ’t dialekt is ’n vrumde eend in de biet, Het past eigenlijk beter bij het Westerwolds van Oost Grunn’n.

De rest van de gemiente Emmen vörmt ’t Zuud-Oost Veendrents. De dialekten van Nei Amsterdam, Erica en Klazienaveen liekt stark op de taol van ’t Drents-Overiesels  grensgebied (Dedemsvaort/Slagharen waor de eerste verveners ok wegkomt) en ok op dat van Coevern. Ok de taol van Nei Dordrecht liekt daor wel op. ’t Dialekt van Barger-Oosterveld liekt nogal op Veenkoloniaols, de dialekten van Barger-Kepas, Zwartemeer en Weiteveen klinken as het Emslands van over de Duutse grens, daor kwamen de kolonisten ok vot.

Allemaol vormen van het Nedersaksisch; mien va gung in gesprekken over op de streektaol zo gauw as e vernam dat iene een noordelijk accent haar.
“Wij bint tenslotte Nedersaksen under mekaar”.
Zo ist.
Ku’j plat praoten?
Doe dat dan!

Reageren

6 januari: Wat nou mythe….. mieters!

De titel van dit blog is uit de Disneyfilm Aladdin, een animatiefilm over het aloude sprookje van de geest in de lamp. De geest roept dit aan het eind van  de film; Aladdin en Yasmin hangen samen gelukkig over de reling van het paleisbalkon en de geest vindt het mieters!

De wijzen uit ‘de Bijkeuken’.

Vanmorgen ging het in de viering van de PKN-gemeente ook over een mythe.
Het was immers 6 januari: Drie Koningen.
Voorganger Meijles had drie wijzen en een kameel op de tafel op het podium staan.
Het waren de wijzen die horen bij de kerststal die in de Bijkeuken staat.
Ook het verhaal van de drie wijzen hoort in de categorie ‘mythen’ volgens de predikant.
We weten namelijk niet zeker of die wijzen/koningen wel bij Jezus geweest zijn.
Mattheus is de enige evangelist die daarover vertelt.
Waren er drie wijzen? Staat nergens in de bijbel; wel dat ze drie geschenken meenamen.
Waar kwamen ze vandaan? In nevelen gehuld.
Wat was dat met die ster? Hoe wisten ze waar ze moesten zijn? Kan niet worden bewezen.

De dominee noemde ons in onze tijd ‘verstandelijk gehandicapt’; hij gebruikte deze term om aan te geven dat wij alles willen beredeneren. “Is dat wel zo? Kun je dat bewijzen?” En als we het niet kunnen bewijzen is het niet zo.
Wij zijn de kracht van een goed verhaal uit het oog verloren door alles te willen beredeneren.
En als iets niet kan, dat is het niet gebeurd.
Maar een verhaal wil ons iets vertellen. De bijbel staat vol met verhalen, waarvan een deel wel valt te bewijzen, maar ook een groot deel niet.
Mijn vader leerde ons al: “De bijbel is geen geschiedenisboek. Het is een geloofsboek”.
Het is de bedoeling dat wij iets doen met die verhalen, daar gaat het om; dat wij uit die oude verhalen, mythe’s zo u wilt, lering trekken en de lessen toepassen in ons dagelijks leven.

Tot zover de viering van vanmorgen, die overigens weer voortreffelijk werd ‘omspeeld’ door Erwin Wiersinga.
Toen Gerard en ik na de viering thuis nog een kop koffie dronken, zei Gerard: “Ik moest vanmorgen ook even denken aan die serie “In de voetsporen van Jezus van Nazareth” die we rondom de kerstdagen hebben gevolgd op NPO2″. Dat had ik ook.

NPO 2, In de voetsporen van……

Het is een documentaire gemaakt door Kefah Allush.
Hij gaat in vier afleveringen op zoek naar de echte Jezus van Nazareth. Hoe zag hij er uit? Wat at hij? Hoe sprak hij? Welke sporen kunnen we terugvinden van de echte Jezus uit het begin van onze jaartelling? Een fascinerende serie waar we erg van hebben genoten en waar we veel van geleerd hebben. Gemist? Je kunt hem nog terugkijken, klik hier >>>.  (onderaan beginnen voor de 1e aflevering)

Interessant.
Maar het gaat om het verhaal; en dat is mieters!

Reageren

5 januari: Het drama van Appingedam.

Vrijdag, de laatste dag van mijn kerstvakantie, had ik afgesproken met vriendin Gineke om ‘iets gezelligs’ te gaan doen.
Het werd Appingedam.
“We moeten eerst naar de VVV voor een plattegrond, anders weten we de weg niet” zei Gineke, dus toen we de auto in het centrum hadden geparkeerd volgden we de richtingaanwijzers en kwamen bij het VVV-kantoor.
We kregen een plattegrondje en een folder met de beschrijving van een stadswandeling van 1,2 kilometer. Dat durfden wij nog wel aan.

Het werd nog even gezellig in het VVV-kantoor. Gineke had in Appingedam twee jaar op de MULO gezeten en toen de mevrouw achter de balie de naam van de directeur noemde dacht ik even dat het er op zou uitkomen dat ze samen in dezelfde klas hadden gezeten, maar dat was niet zo.
Ergens in mijn geheugen zat het verhaal van burgers van Appingedam die in de Nicolaikerk waren omgebracht door de Groningers.
“Wat is er waar van dat verhaal?”
Het was echt gebeurd. De vriendelijke medewerker (die Sibo  bleek te heten) vertelde dat de steden Appingedam en Groningen rond 1500 even sterk waren, maar dat de Groningers de macht naar zich toe probeerden te halen door te eisen dat in hun stad ‘stapelrechten’ werden betaald. De Damsters waren het daar niet mee eens. Dit staat er over op Wikipedia: In 1514 werd Appingedam ingenomen door Georg van Saksen. De bevolking, die voor een deel zijn toevlucht had gezocht in de Nicolaikerk, werd uitgemoord. Bij dit bloedbad kwamen  meer dan 1000 mensen om het leven, waaronder ook ouden van dagen, vrouwen en kinderen.

Sibo mopperde dat er nota bene een straat in Appingedam naar deze Georg van Saksen was vernoemd, “alsof hij een grote held was in onze geschiedenis”, maar die discussie wordt de laatste tijd wel over meer namen gevoerd……
Hij vertelde ons nog iets over de beroemde Hangende Keukens in Appingedam.
“Als je die stadswandeling straks doet en je slaat na dat bruggetje linksaf de Solwerderstraat in, dan kun je op nr. 14 aanbellen. Daar mag je vaak wel even naar binnen om zo’n hangende keuken van binnen te bekijken”.
Zo gezegd, zo gedaan. En zo stonden Gineke en ik enkele minuten later in de gang bij Paul Roelofs die ons vervolgens het interieur van zijn Hangende keuken liet zien. Op internet vond ik een video >>> over de Hangende Keuken waar we Paul vanuit zijn keuken over deze bezienswaardigheid horen vertellen.

We dronken koffie in ‘het Hof van Daam’,  lunchten in ‘croissanterie The Fifties’ en wandelden langs de verschillende bezienswaardigheden.
Van Sibo mochten we nog wel eens terugkomen, want we konden nu niet in de kerk en ook niet in het stadhuis. Dan zou hij als gids een stadswandeling voor ons verzorgen; verder moesten we dan ook een rondvaart door de grachten maken én het stadmuseum bezoeken.
Op het kaartje dat ik kreeg van keukenman Paul stond dat hij vrijwilliger is van de Groninger Zilverkamer (klik hier >>> voor een link met info) in Appingedam; dat museum hebben we ook nog niet gezien.
En toen we Gerard opzochten in zijn kantoor bij BBC aan de Fivelpoort riep hij uit: “Ben je dan niet in de haven geweest?’

Nee man.
Ook gemist.
Je bedenkt toch van te voren niet dat er zoveel te zien is in een klein stadje in  Oost-Groningen?
We’ll be back for more. 

Reageren

3 januari: In de ‘blog-stand’

Het nieuwe jaar is al weer even aan de gang; de kerstvakantie ervaar ik als een weldaad. Fotoboek bijgewerkt tot en met december, heel veel gezellige dingen gedaan met gezin en familie, genoten van het uitslapen ’s morgens en genoten van het feit dat ik niet steeds op de klok hoef te kijken en even niet naar mijn werk hoef. Ruhe im Zelt.

Toch betrap ik mij erop dat ik ondanks mijn vakantie eigenlijk altijd in de ‘blog-stand’ sta. Als ik ergens ben spelen er in mijn achterhoofd al woorden en zinnen die ik zou kunnen gebruiken in een blog. Eerste kerstdag bijvoorbeeld had Walter Meijles zo’n bijzondere preek dat ik na het ‘Amen’ dacht: “Die man moet een applaus”. Maor dat doe’j ja niet…..

Vertrokken om 06.20 uur, binnen om 19.20 uur!

Op de dag dat neef Adriaan (zie blog 5 december >>>) ’s morgens om 05.45 uur bij ons huis wegfietste om de Drenthe 200 te fietsen, had ik ’s middags een crematie van een oude vriend van mijn ouders. Nu zij er niet meer zijn vond ik dat ik hen moest vertegenwoordigen. Deze vriend had in 2005 al de diagnose ‘Alzheimer’ gekregen en woonde de laatste jaren van zijn leven in een beschermde woonvorm.
Ondertussen fietste Adriaan zich het snot voor de ogen voor zijn vader, mijn ome Wim, die in De Weegbree zit en ook Alzheimer heeft. (Meer dan € 3.600,= heeft zijn deelname trouwens opgeleverd voor de bewoners van het huis).
Wat een rotziekte. Afscheid nemen doe je op het moment dat je vader/je man er eigenlijk al lang niet meer is.
Voor en na de crematieplechtigheid werd ik als vanzelfsprekend opgenomen in de kring van oude buren en bekenden; even weer als Smildigers onder elkaar, het blijft vertrouwd.

Frea en Jon waren er niet van 17 tm 30 december: zij gingen met z’n tweeën kerst vieren in Engeland. Het huis was vreemd leeg, maar tegelijkertijd was het ook wel even heerlijk met z’n tweeën. We puzzelden op Dr. Denker uit het Dagblad van het Noorden en op de keukentafel lag een Disney-puzzel van 1000 stukjes waar we met z’n allen twee weken over hebben gedaan. We bakten een grote voorraad knieperties en oliebollen want we  vierden met ons voltallige gezin de overgang van 2018 naar 2019.  We sjoelden,  deden ‘Wie ben ik’ en zaten op 1 januari met z’n achten aan een heerlijke brunch.
Een vredig einde van 2018, in tegenstelling tot andere delen van Nederland.
Op de radio attendeerde Jeroen van Inkel ons op een internetfilmpje: ‘de Nederlandse jaarwisseling door de ogen van buitenlanders’>>> . Om over na te denken.

Op oudejaarsavond gingen Gerard en ik traditiegetrouw naar de viering van de PKN-gemeente. Voorganger Tineke de Kleine had de liturgie opgebouwd rondom Psalm 90.

Op oudejaarsavond staan we even stil bij de tijd; ‘uren, dagen, maanden, vliegen als een schaduw heen’.
Er ligt een nieuw jaar voor ons met 365 dagen, waar er trouwens al weer drie van om zijn….
365 waardevolle dagen.
Wat gaan we er mee doen?

Reageren

24 december: Populaire kerstmuziek.

Aan het eind van het jaar stuur ik ‘mijn netwerken’ traditiegetrouw een digitale kerstgroet.
De lezers van ‘de Waarde van de dag’ zijn eigenlijk ook een netwerk (ook al kennen we elkaar niet allemaal), daarom plaats ik vandaag die digitale kerstgroet op mijn website.

Dit jaar heb ik gekozen voor een foto die we maakten in 2011.We waren dat jaar met Frea op bezoek in de Spaanse stad Granada en logeerden in een pension vlak bij de kathedraal.
In die oude kerk stonden grote vitrines met daarin handgemaakte, levensgrote boeken met vellen perkament met daarop muzieknotatie, latijnse teksten en afbeeldingen.
Eén daarvan was kennelijk een kerstlied, want er stond een afbeelding van een kersttafereel bij.
Die grote boeken (meer dan een meter hoog) gebruikten de monniken om samen te zingen; je had toen immers nog geen liedboeken.

Op de foto hiernaast (klik op de foto voor een vergroting) zie je het grote perkamentvel, ik heb er destijds met open mond bijgestaan; in mijn verbeelding zag ik die monniken in de middeleeuwen om zo’n boek heen staan en samen zingen.
“Dit was populaire kerstmuziek in de middeleeuwen” vertelde Frea er nog bij.
Daar moet ik nog wel eens aan denken als Mariah Carey en Bing Crosby uit de luidsprekers schallen.

Met deze digitale kerstgroet sluit ik mijn blogs van 2018 af. Mijn kerstvakantie is al een paar dagen aan de gang en vanaf vandaag neem ik ook even vakantie van de website.
Fijne feestdagen en een gezond 2019!

P.S. Vakantie of niet: ik kon het niet laten.
Op kerstavond was ik bij het kinderkerstfeest in Op de Helte.
Hierbij een link >>> naar het verslag op de website van onze PKN-gemeente.

Reageren

Pagina 160 van 264

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén