een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 177 van 264

2 juni: Gramschap.

Vorig jaar, eind augustus, kwam neef Cor een paar dagen bij ons logeren.
We gingen naar DoeZoo in Leens, naar de zeehondenopvang in Pieterburen en we gingen naar het Universiteitsmuseum in Groningen. (zie Griezelen in een museum >>>)

…. ratjes bekijken…..

Toen mijn broer twee dagen daarna zijn verjaardag vierde, nodigde ik nicht Coby (toen 16) uit om ook eens één of twee dagen bij ons te komen, dan zouden we samen een ‘dagje Stad’ doen. Vrijdagmiddag haalde ik haar uit school en gingen we eerst naar Wim en Carlijn om hun huisje én natuurlijk de ratjes te bekijken.
Net als haar broer wilde Coby ook graag naar het Universiteitsmuseum, dus daarna ging ik met haar én Carlijn de stad in.

Op de begane grond bekeken we de tentoonstelling “Healthy aging/ Gelukkig gezond!”.
Een mooi, divers overzicht van hoe er in de loop van de eeuwen over gezondheid is gedacht. Het begint met een paar portretten van mensen die in de 16e en 17e eeuw al honderd jaar werden. Eén van hen was Anton Haeseck, overleden in 1586 op vermoedelijk 125 jarige leeftijd. Hij had een opmerkelijke reden voor zijn hoge leeftijd: “Ick heb mij altijd verre gehouden van vrouwen, drank en gramschap.” Bij mij komt dan de gedachte op: maar heb je dan ook leuk leven gehad?
Bij de dames kwam een andere gedachte op. “Wat is gramschap?” Volgens mij is het een woord dat in de bijbel voorkomt, ik ken het van een regel uit Psalm 138 die we nog wel eens zingen: ‘Maar ziet van ver met gramschap aan, de eigenwaan van trotse zielen’.
Maar de jongere generatie heeft het woord kennelijk al niet meer meegekregen; in het woordenboek staat: boosheid, toorn, verontwaardiging, wrevel.

Boven in het museum is het rariteitenkabinet wat het museum zo bijzonder maakt.
Er waren geen audio-tours meer, maar je kon wel een app downloaden waarop 21 items met een podcast werden toegelicht. Erg  leuk! Zo liepen we het museum door met de bijbehorende verhaaltjes op de achtergrond.

Ook eens naar Groningen? De Van Rossems gingen je voor. Hierbij een link naar de pagina ‘De Van Rossems in het Universiteitsmuseum’>>>> Hierop vind je een kort verslagje van het bezoek en kun je twee korte video-fragmenten bekijken.

Reageren

1 juni: Sporten.

De waarde van de dag is vandaag een noodzakelijk kwaad.
Om 08.15 uur moest ik mij melden bij de afdeling fysiotherapie van het Martiniziekenhuis in Groningen voor de hartrevalidatie. Woensdagmiddag 30 mei had ik een intakegesprek met een fysiotherapeut die kennelijk heel veel haast had, want hij raffelde een vragenlijst af, typte de verkregen informatie ondertussen in en stelde de volgende vraag al door mijn antwoord heen.
“Vrijdagmorgen 1 juni kunt u beginnen!”

Het tempo lag vanmorgen beduidend lager.
Met vier lotgenoten (weer allemaal heren, net als de vorige keer in 2009) begon ik met plakkers op mijn borst op een hometrainer. Fietsen, ongeveer een half uur lang, de hartslag mocht niet boven de 139 komen. Iedereen heeft een eigen programma en je wordt goed in de gaten gehouden. Na het fietsen gingen we nog een half uur oefeningen doen en daarna mocht ik douchen en koffiedrinken.

Mannen zijn altijd competitief. Of het er nou om gaat wie het snelst een parcours aflegt, of wie de bal het hoogst gooit of wie de meeste soorten medicijnen slikt: wie scoort het hoogst? Ik doe er niet aan mee. Kon ook niet trouwens, want ik was na drie kwartier al behoorlijk moe. Alle anderen hebben een stent gekregen, ik herstel van een operatie en dat is een ander verhaal. Al ontelbare keren heb ik de laatste tijd te horen gekregen dat ik het rustig aan moet doen en ook vanmorgen was dat weer de boodschap. “U moet er van uit gaan dat het ongeveer 9 maanden duurt voor u volledig hersteld bent!” vertelde de fysiotherapeut. Waarvan ik er nu dik twee heb gehad.
Na de terugval van vorige week ben ik een gewaarschuwd mens en doe ik braaf.

Twee keer in de week word ik in de sportzaal van het Martini verwacht.
En mensen: wat heb ik een hekel aan dit soort sporten.
Zwemmen, fietsen, wandelen: ik geniet er van. Zelfs de huishoudelijke klussen doe ik met liefde. Maar hardlopen in een zaaltje, ballen gooien, gezamenlijk oefeningen doen: verschrikkelijk. Voor mijn geestesoog verschijnen beelden van de gymzalen waar ik als kind diep ongelukkig was.
Maar gedeelde smart is halve smart; met het groepje hadden we samen lol en niemand is heel goed in sporten. We slaan ons er wel doorheen.

Overigens: ik denk dat ik win met de meeste soorten medicijnen.
“Hest doe den ook van dei dikke blaauw’n? En ook dei je oplössen moen in wotter?”

Reageren

31 mei: In ‘De Krant’.

Gerard ontwaarde afgelopen dinsdag in het streeknieuwsblad ‘De Krant’ een foto waar hij op stond. “Ik sta in de krant!”

Al een poosje draait hij mee met de Wijkbelangenvereniging Centrum Roden en één keer per jaar is er een zogenaamde schouw, dan gaat er iemand van de gemeente met het clubje op pad om te kijken hoe de zaken er voor staan  in het Centrum.

“Door mee te draaien in zo’n belangenvereniging kun je ook daadwerkelijk iets betekenen voor de samenleving in het centrum” zegt Gerard daar zelf over. “Je kunt op die manier meepraten over het parkeerbeleid, over verkeersveiligheid en over huis- tuin- en keukenonderwerpen zoals een verzakte stoep of hinderlijk groen.
De vorige keer had men het gehad over het aanleggen van zebrapaden om de verkeersveiligheid te vergroten. Inmiddels liggen er al een aantal in het Centrum en het heeft het oversteken beslist gemakkelijker gemaakt.”

Heb je een mening over hoe dingen anders kunnen in het centrum van Roden? Of erger je je aan bepaalde zaken? Schakel één van de leden van de Wijkbelangenvereniging in; grote kans dat het in ieder geval besproken wordt. Misschien kunnen ze eens een balletje opgooien over het autovrij (of in ieder geval parkeervrij) maken van de winkelstraten in Roden?

Reageren

30 mei: En voorts ben ik van mening …….

De ‘ik’ in de kop boven dit blog slaat niet op mij.
Oorspronkelijk wordt die tekst toegeschreven aan de Romeinse senator Cato Maior, die iedere toespraak afsloot met de zin: “Voorts ben ik van mening dat Carthago verwoest dient te worden.”(meer weten? Zie Ceterum censeo Carthaginem esse delendam >>>)

Hoe kom ik daar zo op? Gisteren reed ik naar Klazienaveen voor een hele dag kleppen en beppen met mijn tante Trijn. Dan kom je over de N34, die loopt van Zuidlaren naar Coevorden. Langs die weg staan sinds kort nieuwe borden met de naam Hunebedhighway.

Toen ik gisteravond thuis was zocht ik op internet naar de borden met de nieuwe naam en stuitte op een artikel in het Dagblad van het Noorden van 27 april j.l. met de tekst: De N34 krijgt een magische bijnaam: Hunebedhighway. De nieuwe naam moet het toeristisch imago van het Hondsruggebied opkrikken. ,,Het bekt goed en de vlag dekt de lading. Van de 53 hunebedden in Drenthe staan er 47 aan de N34. Zie dit maar als een ludieke toeristische impuls, maar wel met het doel er serieus iets mee te bereiken en meer bezoekers naar het gebied te trekken”, zegt gedeputeerde Henk Brink van de provincie Drenthe.
Benieuwd naar het hele artikel? Klik hier>>>

In dat artikel komt ook Hein Klompmaker, directeur van het Hunebedcentrum in Borger, aan het woord. Hij lanceerde in 2010 al de term Hunebedhighway. Hij was heel fanatiek; in het artikel zegt hij: “Zo’n beetje elke speech sloot ik af met de boodschap: ‘En voorts ben ik van mening dat de N34 Hunebedhighway moet worden.’ Ik moet er aan wennen dat dit niet meer hoeft binnenkort.”

Zo kwam ik er op.
Op de terugweg naar Roden was het hartstikke druk op de Hunebedhighway.
Rijen rijdend blik en vrachtwagens.
De hunebedbouwers moesten eens weten dat hun grafmonumenten nu het toeristisch imago van het Hondsruggebied opkrikken.
Vervreemdend.
Net als wat ik ooit las over de Egyptische farao’s. ‘Zij bouwden piramides om hun lichaam voor te bereiden op het leven na de dood. Wat zij toen nog niet wisten was dat dat tentoonstelling in vitrines in musea zou zijn.’

Reageren

29 mei: Hamburger

Gistermorgen werd ik wakker met Jeroen van Inkel.
Dat wil zeggen: zijn stem was op de radio toen ik wakker werd.
“Goedemorgen mensen, het is vandaag de interrrrrnationale dag van de hamburrrrgerrrr!”

Het was toen nog geen acht uur en ik dacht “Ja hoor, ja”.
In dat ochtendprogramma wordt heel wat afgeouwehoerd, dus ik schaarde de mededeling  onder de rubriek ‘gebruikelijke nonsens van Van Inkel’.
Later op de dag begreep ik dat het echt zo was. Werkelijk waar.
Hierbij een link>>> naar een website met informatie over de 28e mei: Dag van de Hamburger.

Toch heb ik nog wat geleerd over de hamburger gisteren.
Een hamburger is een platte schijf vlees mét een broodje en groenten en/of andere bijgerechten. Dus wat wij gisteravond op ons bord hadden, ik dacht heel toepasselijk op de 28e mei, was géén hamburger. Want wat lag er naast de bloemkool en de aardappelen? Het was een platte gehaktbal zonder broodje en andere dingen, naar het onvolprezen recept van mijn moeder.

Platte gehaktbal á la Ma Vrieswijk:

  • 200 gram mager  gekruid rundergehakt
  • een halve gesnipperde ui
  • een fijngemalen beschuit
  • beetje maggi
  • beetje nootmuskaat
  • beetje kerrie
  • alles door elkaar husselen en twee ballen van draaien.
  • ballen platdrukken.
  • platte ballen gaar braden in een juspan: dan heb je ook nog lekkere jus met stukjes ui.

Op de foto de platte bal voor en na het braden.

Overigens: vandaag, 29 mei, is de internationale dag van het bedplassen.
Echt waar.
Kijk maar >>>
Daar ga ik maar geen blog over schrijven….

Reageren

28 mei: Het huis uit.

Aan onze schuttingmuur naast het keukenraam hangt sinds jaar en dag een nestkastje, een beetje verscholen achter de bruidssluier. Toen Carlijn nog thuis woonde (in 2010 was dat)  heeft het vorige kastje op die plek een keer een mezengezin geherbergd. Toen waren we stomtoevallig getuige van het uitvliegen van de jongen. We hadden wekenlang de ouders heen en weer zien vliegen en op het laatst hoorden we de jongen luidruchtig piepen in het kastje. Op een morgen

   verscheen er een pluizig, dik mezenkopje voor het gat, maar het verdween ook weer in het kastje. Als gebiologeerd stonden we voor het keukenraam  te koekeloeren: regelmatig verscheen er een klein meesje dat achterdochtig de wereld in blikte.
Ineens was het blijkbaar ’time to go’, net op een moment dat wij weer in ‘de koekeloerstand’ stonden. Het fototoestel (toen had ik nog geen telefoon die foto’s kon maken…..) lag al op het aanrecht in de aanslag. De meesjes wurmden zich één voor één door het gat naar buiten en vlogen, zo te zien in paniek, de buurt in. Ze klampten zich vast aan een takje van onze jasmijnstruik, zaten bibberig op de pergola of zochten houvast bij een vensterbank van ons huis. Wij verwachtten eigenlijk dat ze nog weer terug zouden gaan naar het nestkastje, maar dat gebeurde niet. De jongen moeten zich kennelijk vanaf dag één redden in de wijde wereld.  De foto’s op deze pagina laten de meesjes zien vlak voordat ze uitvliegen.
Stel je dat eens voor: je hebt een paar weken in een donker kamertje gezeten met boven je een gat met  één streep licht en als je dan voor dat gat zit zie je ineens onze wereld….ik meen aan hun blik te kunnen zien dat ze het hééél spannend vinden.

Zeven meesjes fladderden hun vrijheid tegemoet en wij stonden met open mond aan de andere kant van glas te kijken. Fascinerend. En toen was het ineens gebeurd met de vogeldrukte naast ons huis. We stonden nog wel te kijken maar er gebeurde niets meer.

Inmiddels hangt er een ander nestkastje naast ons huis, maar vanaf 2010 vonden de mezenparen die rond ons huis woonden het niet de moeite waard om in dat gebruik te nemen.
Tot dit voorjaar. Nu ik veel thuis ben na de hartoperatie zit ik regelmatig met een kopje thee voor het keukenraam. Op dit moment vliegen papa en mama mees nog af en aan. Met gifgroene rupsjes, muggen en dikke zwarte torren. Brrrr. Niet te veel bij nadenken.

Ook dit jaar hoop ik getuige te zijn van het uitvliegen van de jongen, maar ik weet van de vorige keer dat het in een oogwenk gebeurd is en ik zit met dit mooie weer niet de hele dag binnen. Gelukkig hebben we de foto’s nog.
(Als je op de foto’s klikt zie je de kleine meesjes nog groter, zo aandoenlijk, die kleine koppies…)

Reageren

27 mei: Spirituele wisselwerking.

Op de website van onze PKN -gemeente plaatste ik voor deze zondag een plaatje van een brandende braamstruik; dat hoorde bij het verhaal van Mozes uit Exodus. Die informatie over de vieringen haal ik uit Kerknieuws. Maar de lezing van vanmorgen ging over de koperen slang,  het verhaal van Mozes uit Nummeri. Er had dus een plaatje van een esculaap-teken bij gemoeten. Verder was er koffiedrinken na de viering en ook dat stond niet op de site. Dan zit ik aan het begin van de viering al te twijfelen of ik wel de gegevens van de goede zondag heb vermeld. Mijn vader zou in zo’n geval ruimhartig zeggen: “Ach, een kniesoor die daor op let,  het mieste giet ja goed.. ..”

Het zwaartepunt van de viering lag op de lezing uit het nieuwe testament over Nicodemus die in de nacht in gesprek gaat met Jezus.  Dat moeilijke gesprek over opnieuw geboren worden en hoe dat dan moet.  Wanneer word je opnieuw geboren? De voorganger zei er het volgende over: “Dat is voor ieder mens verschillend, je kunt dat vergelijken met de vraag ‘Wanneer is iemand volwassen?’ Bij de een is dat als je gaat trouwen/uit huis gaat,  bij de ander is dat als er een kind geboren wordt en weer iemand anders voelde zich volwassen bij de eerste baan”.
Wat wel duidelijk was vanmorgen is dat ‘opnieuw geboren worden’ iets is wat je van boven gegeven wordt, een ‘spirituele wisselwerking’.

Eenmaal thuis was ik natuurlijk nieuwsgierig of ik nou zo niet goed had opgelet bij het invullen van de gegevens van de zondag. Toen bleek dat ik alleen het koffiedrinken had gemist. De dominee had gekozen voor een andere lezing; toen het verhaal over Nicodemus werd voorgelezen kwamen we daar in Jezus’ woorden Mozes en de slang tegen.  Vandaar. Op mijn werk noemen we het ‘voortschrijdend inzicht’ als dingen anders gaan dan vooraf was afgesproken; daar ben ik wel van.  Zie het plaatje van de brandende braamstruik dan maar als een voorbeeld van ‘spirituele wisselwerking’: past het toch nog bij de viering!

Als je al een tijdje niet op de PKN-site hebt gekeken, dan adviseer ik je om dat nu wel even te doen: PKN Roden/Roderwolde >>>.  Er staat een mooi artikel op over de laatste avond van de maandagavondclub (waar ik wel eens ga zingen,  zie ‘Hoeden met een liedje >>>). Kijk eens naar de foto’s: het plezier spat er af.
Hartverwarmend.

Reageren

26 mei: Zummeraomnd in ’t veurjaor.

Gistermiddag was het rond 16.00 uur nog arg warm; wij leupen nog eem naor de markt, kochten wat fruit en geneuten van een ijssie op een terrassie.
Nao  19.00 uur koelde het lekker of en besleuten we nog even een rondtie te fietsen.
Wij realiseert oons tiedens zu’n fietstocht hoe prachtig het hier in de kop van Drenthe is. Dunderdagmörgen kopte het Dagblad van het Noorden al: “Het leven is bijna een 8 in Drenthe. Noord Drenthe kent hoogste brede welvaart van Nederland.”

Toen FC Emmen ofgelopen weekend promoveerde naor de eredivisie heurde ik het eerste laatdunkende randstedelijke commentaar al weer over Drenthe. Inmiddels kan ik daorover  mien scholders ophalen. Mien va kun dan zo tactvol opmarken: “Ik heb liever dat hij  het zeg as iene met zien volle verstaand”.
Ok Daniel Lohues is d’r hiel duudelijk over: “Maak maor niet te veul reclame veur de schoonheid en de rust van Drenthe; straks komt ze allemaol nog hierhen.”

In de rust van de zummerse veurjaorsaomnd fietsten wij over een bruggie het Lieverense Diepje over,  langs weilanden met pasgemaaid grös en jong vee: veulens,  kalver en laomer. In Foxwolde piepten twee puber-ooievaarties  over de raand van het nöst.
Wij bleem eem staon, maakten wat foto’s en waren het roerend iens: wat een mooie wereld.

Bij de rotonde richting Leek toeterde een auto hiel hard; toen we under het tunneltie deur waren fietst ree de auto toeterend naost oons.  Ik zwaaide enthousiast maor had gien idee wie het waren. Gerard wel; die maakte al koffie-drink-gebaren richting de lawaaipapagaaien. Eem later zaten we met onze vrienden uut Bovensmilde an de koffie op Waninge-plaza.
Het leven  is goed op het Drentse land.
Zeker wel een dikke acht.
En Drenthe zit qua voetbal nou eindelijk in de eredivisie, maor wij woont hier netuurlijk al jaoren in de eredivisie van Nederland!
Niet wieder vertellen……

Reageren

25 mei: Tiara en/of diadeem.

Gistermorgen was het even smullen voor royalty-watchers. Bij het staatsbezoek aan Luxemburg was koningin Maxima dinsdagavond verschenen met het Stuart-diadeem. Het was sinds koningin Juliana het droeg (veertig jaar geleden), niet meer gezien, Beatrix heeft het in ieder geval nooit gedragen.  Ik las al vroeg in de donderdagmorgen op internet (websites van Vorsten, Blauw Bloed) dat het diadeem gespot was en hoe bijzonder dat was.

Bij het EO-programma Blauw Bloed zien we af en toe de eerbiedwaardige juwelenhistoricus Martijn Akkerman, ook bekend van het programma tussen kunst en kitsch; een serieuze man met een fascinatie voor en een fenomenale kennis van juwelen. Gisteravond keken we nog even naar Humberto en daar zat meneer Akkerman. Hij glom al voordat hij aan het woord kwam en toen hij eenmaal aan het woord was spatte zijn ingehouden enthousiasme van het scherm.

Hij legde uit dat het diadeem inderdaad wel het Stuart-diadeem werd genoemd omdat de Stuart, een grote diamant die stadhouder Willem 3 gaf aan zijn vrouw Mary Stuart, daar op had gezeten. Maar die grote diamant, ‘de Stuart’  zat er dinsdagavond niet op. Meer  weten over het diadeem en de bijbehorende juwelen en wanneer ze zijn gedragen? Hierbij een link naar de website ‘Modekoningin Maxima’>>>  waarin Edwin Fellner (ook een kenner) deze materie tot in de finesses bespreekt, rijkelijk voorzien van foto’s.

We mogen zo’n kroontje trouwens ook geen tiara noemen. In koninklijke kringen heeft men het over een diadeem. Als Martijn het zegt zal ik het woord tiara niet meer in de mond nemen.
Ik deelde het heuglijke nieuws over het diadeem met Harriët, waar ik gistermorgen op de koffie was, maar haar interesses liggen duidelijk ergens anders. Ook Gerard praatte gisteravond door Martijn heen. Die kan zich eigenlijk niet voorstellen dat ik het verhaal over zo’n diadeem interessant vind.
Maxima zelf reageerde ook niet alsof er iets wereldschokkends was gebeurd. Dit las ik erover op de website van Vorsten: Koningin Máxima had donderdagmiddag geen zin om uitgebreid stil te staan bij haar keuze het Stuart-diadeem te dragen. Ze had de tiara (fout; mag niet van Martijn!) niet echt met een bijzondere bedoeling uit de kluis laten halen zei ze tegen de pers. Daarna veranderde ze meteen van onderwerp en vertelde ze uitgebreid wat ze tijdens de eerste twee dagen van het staatsbezoek allemaal had geleerd. 

Nu is het wachten op het opnieuw verschijnen van ‘de grote Stuart’.
Dat gaat waarschijnlijk gebeuren bij een heel bijzondere gelegenheid.
Martijn en Edwin zitten al op het puntje van hun stoel!

Reageren

24 mei: Soms valt het mee, soms….

valt het tegen.  Van dinsdag op woensdag had ik een slechte nacht.  Dinsdagavond had ik nog een heerlijke wandeling gemaakt rond de Mensinge, had een ontmoeting met Cees, Geert en de vader van een zondagsschool leerling uit 1994. Ik verjaagde een kat die loerde op de acht kuikens van een moedereend en keek uitgesteld naar twee tv-programma’s  die ik had opgenomen.

De nacht met slaaptekort en piekeren brak me woensdag volledig op. Moe, pijn aan het borstbeen,  geen energie. Alsof mijn lichaam zei: “Vrieswijk, je weet het nog niet, maar vandaag heb je een off-day.” Als je de laatste acht weken dit blog hebt gelezen,  lijkt de revalidatie redelijk probleemloos te verlopen, maar deze keer licht ik een tipje van de sluier op: het valt ook wel eens tegen.  Hoe het komt dat het gisteren zo tegenviel?  Geen idee.  Vandaag was het al weer wat beter. Ik ging koffiedrinken bij dochter Harriet en lunchte met mijn collega’s in Groningen. De bedoeling was dat ik op de fiets zou gaan,  maar ondanks het feit dat ik een e-bike heb durfde ik dat  (na de off-day) niet aan. Het weerzien met de collega’s was heerlijk en beregezellig. Maar op mijn werkplek ging best vaak de telefoon, het was een gepuzzel met agenda’s en toen brak mij het zweet al uit ……voordat ik weer naar huis ging maakte ik een wandeling in het park  rondom het tehuis waar ik werk en langs het kanaal: even de kop in de wind, weg van de drukte.

En dat was het  ook wel weer voor vandaag,  eenmaal thuis ben ik weer even heerlijk gaan liggen.
Nog vaak denk ik aan de Echternachse processie; drie stappen vooruit,  twee stappen terug.  Werk is nog ver weg…..

Reageren

Pagina 177 van 264

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén