een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Geschiedenis Pagina 5 van 21

5 mei: Enkhuizen 2 – Medemblik

Regen als je vakantie hebt is nooit leuk.
De eerste middag van ons weekendje Enkhuizen was het zulk vies weer, dat onze geplande fietstocht van 30 kilometer niet door kon gaan; in de auto op de dijk Lelystad – Enkhuizen zagen we de bui al letterlijk hangen. Als alternatief  kozen we voor een bezoekje aan het stadje Medemblik.
Fietsen in de regen is namelijk echt niet fijn, maar een wandeling kun je, met paraplu, best maken.

Wij waren al eens eerder in Medemblik geweest in 2010, toen nog met ons voltallige  gezin. We hadden dat jaar een arrangement op een camping in Julianadorp; de hele maand mei hadden we de caravan daar staan, dus alle weekenden en de meivakantie waren we daar. Ook toen hadden we een heel koud voorjaar. We gingen wel naar het strand, maar zwemmen….daar kwam het niet van. We bezochten Alkmaar (museum én winkelen) en Medemblik. Dan loop je heel anders in zo’n stad; met 3 dochters in je kielzog is er beslist minder aandacht voor kerken,  monumentale panden en sfeervolle grachten met eeuwenoude tegen elkaar aanleunende pakhuizen.

Het kasteel Radboud sprak nog wel tot de verbeelding, (zie afbeelding: Gerard met de dames achter het kanon), maar  daarna moesten we toch nodig weer een terrasje met een ijsje.  Tot zover 2010.

Medemblik is de kleinste én oudste stad van Westfriesland.
De stad heeft veel gevochten tegen het water, maar vergaarde ook rijkdom en aanzien dankzij het water.
De oude havens herinneren aan de bloeiende eeuwen als havenstad, maar de aanleg van het Noordhollands Kanaal betekende het definitieve einde hiervan. De Afsluitdijk maakte van de woeste Zuiderzee het kalme IJsselmeer.
In de VVV-folders hadden we gelezen dat de stad altijd bruist van grote levendigheid en vele activiteiten; maar daarvoor kwam wij kennelijk op een verkeerd moment. Alleen de regen bruiste; we wandelden door een vrijwel lege stad maar zagen wel mooie oude panden, een oud tramstation waar de historische stoomtram nog langskomt, rondvaartboten, stadswandelingen voor groepen: maar door de coronabeperkingen kon van dat alles niets doorgaan.
We liepen door een anders waarschijnlijk heel drukke winkelstraat, waar een uitbater van een café, kijkend naar zijn druipende parasols, triest in de deuropening van zijn bedrijf stond.
“Mogen de terrassen eindelijk open, heb je dit…..” merkte Gerard op.

…..schril contrast….

Wat wij zagen stond in schril contrast met de wervende teksten op de kleurige website van het stadje.
Eerlijk gezegd: vonden we niet erg.
We liepen rustig een deel van een aangegeven stadswandeling langs grachten en uit het lood staande, oude panden.

Voor Medemblik hoop ik dat het deze zomer weer gaat bruisen: neem maar eens een kijkje op  de website: Medemblik.
Het maakt ook deel uit van de bekende historische driehoek, een route die je aflegt tussen drie steden.
Vanuit Hoorn pak je de stoomtram naar Medemblik, vanaf Medemblik ga je met de boot naar Enkhuizen en ten slotte pak je de trein weer terug Hoorn.
Kan allemaal.
Als het weer mag.

Benieuwd naar de andere delen uit deze blogserie?
Hierbij een overzicht.

1. Niet in Enkhuizen  –  over B&B La fattoria in Venhuizen.
2. Medemblik – Oud stadje in de regen.
3. Boerenkaas – Kaasboerderij Koopman.
4. Hoorn – Bontekoe en Coen in een oude haven.
5. Beatles in Blokker
6. Rijkdom, verval en voorzichtig herstel.
7. Tulpen, stolpboerderijen en wurrumen.

Reageren

24 april: Selwerderhof.

Toen ik een blog schreef over mijn bezoek aan de Zuiderbegraafplaats in Groningen ( zie blog 15 juli 2020) schreef ik dat Carlijn ook wel eens over een kerkhof wandelt.
Deze week nodigde ze me uit voor een wandeling bij haar in de buurt op de Selwerderhof. Ter vervanging van een lunch in een horeca-gelegenheid namen we picknickspullen mee in een rugtas.
Toen ik het adres had ingetypt en de TomTom mij naar Groningen stuurde, had ik eigenlijk geen idee waar ik heen reed.
De Selwerderhof ligt in het noordelijkste deel van de stad Groningen; het  is veel meer dan een begraafplaats.
Natuurlijk, er zijn graven, er is een urnentuin, een strooiveld, een aula en andere zaken die met de dood te maken hebben.

Maar het is ook een prachtig park.
Carlijn wilde me de bloesem aan de bomen laten zien, maar daarvan was het hoogtepunt al een beetje voorbij.
Maar ook zonder bloesem was het heel mooi.

bankje.

Oude bomen, heel pril groen, narcissen, waterpartijen: alles ademt de sfeer van rust en meditatie.
We liepen over een deel van de Islamitische begraafplaats. In 1987 werd deze begraafplaats officieel ingewijd; het ontwerp is tot stand gekomen in overleg met de Stichting Moskee en de gemeente Groningen.
De mensen die daar zijn begraven zijn geheel volgens de islamitische traditie ter aarde besteld en alle graven liggen met het voeteneind richting Mekka.
Carlijn wees mij ook op de ‘gedenkplaats eenzaam overledenen’; we benoemden even het ontstellende feit dat er dan niemand is die je begrafenis kan/wil regelen.

Een klein stukje geschiedenis: in de buurt van de Selwerderhof stond vroeger het versterkte steenhuis Selwerd. (zie Steenhuis Selwerd); ook stond daar in de buurt het gelijknamige klooster (zie Klooster Selwerd).
Meer weten over de geschiedenis van deze begraafplaats? Hierbij een link naar een artikel daarover op de website Focus Groningen

Halverwege vonden we een bankje in de zon, waar we even neerstreken voor onze meegebrachte picknick.
Carlijn had iets nieuws meegenomen: een börek.
Het is een soort Turkse loempia; deze was gevuld met kip en kruiden.
Lekker man!

Toen we de begraafplaats afliepen maakten we nog een wandeling naar het Van Starkenborghkanaal.
Aan de andere kant van de weg bezochten we de Joodse begraafplaats.
Daarachter lag nog een soort begraafplaats met kleine bordjes met namen van mensen die allemaal overleden waren in 1947 en 1948, maar we konden nergens informatie vinden wat dat was.
Daar kan ik mij dan niet bij neerleggen, dus eenmaal thuis heb ik gespeurd op internet.
Het antwoord op onze vragen vond ik op deze website ‘Traces of war’.
Daarna vond Carlijn nog meer antwoorden op deze site ‘Noodbegraafplaatsen/geschiedenis’. 
Het is een noodbegraafplaats die in en na de oorlog gebruikt is. Ook liggen er een aantal Nederlandse oorlogsmisdadigers begraven.

Zomaar een wandeling op een vrijdagmiddag in april.
Een goed gesprek, een gezellige picknick en een prachtige omgeving.
En ook nog een stukje geschiedenis.
Mijn waarde van de dag.

Reageren

14 maart: De pomp in Roden.

Vanmorgen stond in de viering die werd uitgezonden vanuit de Catharinakerk het verhaal centraal van de ontmoeting van Jezus met de Samariataanse vrouw bij de put.
Over de inhoud van de viering zou ik moeiteloos een blog kunnen vullen, maar deze keer kies ik voor een zijweggetje.
Aan het begin van de viering zagen we onze voorganger Walter Meijles in een zelfopgenomen video bij het Julianaplein in Roden.
Hij stond bij het zogenaamde ‘Pomp-monument’, aangeboden door de inwoners van de Limburgse gemeente Velden.

In januari/februari 1945 werden inwoners van grensgemeenten in Limburg door de Duitsers onder dwang geëvacueerd naar de drie noordelijke provincies.
Walter vertelde vanmorgen dat die mensen het hele stuk waren komen lopen, maar dat was niet het geval: de eerste 11 kilometer hadden ze inderdaad moeten lopen, maar van vanaf daar  werden ze met vee- en vrachtwagens vervoerd.
Over die gebeurtenissen heb ik twee interessante artikelen gevonden op internet:
– Een verhaal over de Limburgse evacuees naar Drenthe op de website Drenthe in de oorlog
– Het artikel Roden, monument op het Julianaplein  op de website van Nationaal Comité 4&5 mei.

Zo zag ons huis er uit in de zomer van 1989.

Wij hebben dit verhaal gehoord uit de mond van een Limburger die het zelf had meegemaakt.
Wij wonen vanaf 1989 in het huis aan de Boskamp waar vroeger Mans en Lammie Keun woonden.
In de oorlog stond op deze plek hun oude boerderij met landerijen er om heen. In 1950 verkochten ze een groot deel van hun land aan de gemeente en op het stukje dat ze zelf hielden bouwden ze in 1950 het huidige huis. Ze noemden het ‘Het Olle hof’, omdat het stond op de grond waar vroeger hun boomgaard was, hun ‘hof’.
Dat naambordje heeft tot 2011 op voorgevel van ons huis gezeten.

Op een zonnige zondagmorgen in de jaren ’90, wij zaten met ons gezin buiten koffie te drinken, werd er aangebeld.
Wildvreemde mensen, die schuchter vroegen of hier misschien de familie Keun woonde?
“Nee, maar die hebben hier wel gewoond; maar Mans en Lammie zijn inmiddels overleden. Kom eerst maar even binnen, we hebben koffie.”
Ze vertelden dat ze al een poosje voor het huis hadden gestaan en zich hadden afgevraagd of het wel het goede huis was.
We hadden het destijds al behoorlijk verbouwd: ramen eruit, erker uitgebouwd, garage eraan vast gemetseld en een groot achterhuis er aan gebouwd.
Het houten bordje ’t Olle Hof’ had de doorslag gegeven. “Dit moet het huis wel zijn, zo heette het toen ook….”

De man van het echtpaar had als kind bij Mans en Lammie in huis gewoond in de oorlog.
Dat was toen nog een boerderij en hij had het er fantastisch gehad; als kind beleef je de oorlog heel anders dan volwassenen, dat weet ik van mijn vader.
Na de oorlog hadden ze Mans en Lammie nog regelmatig opgezocht, ze waren ook nog een paar keer in het nieuwe huis geweest.
Ze wisten al dat Mans overleden was, maar de dood van Lammie hadden ze niet meegekregen, dat was in 1990 geweest.
Als ik langs ‘de pomp’ in Roden loop moet ik altijd even aan die vriendelijke Limburger denken die zulke goede herinneringen aan Drenthe had.

Weet je wat we trouwens vanmiddag tijdens ons dagelijkse ommetje zagen?
Rondom de Catharinakerk staan honderden krookjes!
Geplant door enthousiaste gemeenteleden tijdens de startzondag.
Wat een prachtig gezicht.
Het wordt lente mensen.

Reageren

25 januari: Kom moar binn’n, karke is lös…….

Gistermiddag was het mooi weer (tot half vier…), dus wij pakten de fiets en fietsten richting Leek.
Eerst maar even naar Nienoord, misschien daar even wandelen?
Onderweg kwamen we tot de conclusie dat veel meer mensen op het idee waren gekomen om er even uit te gaan, vooral wandelaars.
Bij Nienoord was het zo druk, dat we daar niet gingen wandelen: “We fietsen wel even door naar Midwolde”.
Onderweg van Nienoord naar Midwolde was het ook erg druk met wandelaars; zo druk dat we soms moesten slalommen tussen wandelaars die ons tegemoet kwamen en wandelaars die dezelfde kant opliepen als wij.
Bij de kerk in Midwolde stapten we even van de fiets af: misschien even om de kerk heen lopen?
Tot mijn stomme verbazing was de kerk open.
OPEN. In deze tijd.

De laatste keer dat ik daar binnen was, was met een zogenaamd ‘IN-stapje’ van de Catharinacantorij.
Dat deden we altijd aan het begin van het seizoen, geen uitstapje dus maar een instapje.
De zwager van de secretaresse van ons koor, die bij die kerk al jaren vrijwilliger was, heeft ons destijds heel veel van de geschiedenis van de kerk verteld.
Die geschiedenis is helemaal verweven met de adellijke families die woonden op landgoed Nienoord: even een klein stukje geschiedenis dat ik haalde van de website van de kerk:

Het interieur en de inventaris zijn grotendeels vervaardigd in opdracht van de bewoners van de nabijgelegen borg Nienoord, de families van Ewsum en von Inn- und Knyphausen. Het pronkstuk is de marmeren graftombe door Rombout Verhulst in opdracht van Anna van Ewsum († 1714). Onder het praalgraf bevindt zich een grafkelder. Verder zien we een eikenhouten portaal, een herenbank uit ca. 1660 en een fraai gesneden preekstoel uit 1711, ontworpen door stadsbouwmeester Allert Meijer met houtsnijwerk van Jan de Rijk. Een gebrandschilderd glas herinnert aan 1907, het jaar waarin de familie Van Panhuys uit Midwolde verdronk in het Hoendiep

In 2018 schreef ik al eens blog over het dat ongeluk dat de familie van Panhuys overkwam in 1907 onder de titel ‘Vervlogen tijden’.

In de kerk gingen Gerard en ik even in een bank zitten en lieten het interieur op ons inwerken.
Voor mij het mooiste moment van de zondag. Gistermorgen kerkdienst geluisterd, gistermiddag kerk gevoeld. Cadeautje.
Kom maor binnen, karke is lös; wat kun je je dan welkom voelen.
We zouden nog even naar Tolbert fietsen, maar er trok een dikke bui over, dus we fietsten schielijk in lichte regen weer terug naar Roden.
Daar haalden we bui haast nog in: toen we in de Boskamp reden waren de straten wit van de hagel.

P.S.
Nieuwsgierig geworden naar deze bijzonder kerk? Kijk dan vooral nog even op hun website.
Onder de tab ‘Roerende goederen’ vind je afbeeldingen van bijzondere objecten in de kerk en onder ‘360 panorama’ sta je als het ware midden in kerk en draai je een rondje om je eigen as; op die manier krijg je het hele interieur van de kerk te zien. Let even op de herenbank van de familie van Nienoord (links naar het grafmonument): die staat zelfs nog een beetje hoger tegen de muur dan de preekstoel, zodat de predikant ’s zondags niet boven de familie uitstak. Je moest je plaats weten als predikant.

Reageren

23 januari: TBONTB 16 – Préhistorisch openluchtmuseum.

Voor het boek schreef ik dit blog in de categorie ‘Geschiedenis’.

Begin juli 2020 reden Gerard en ik naar Anloo voor de wandeling ‘Strubben – Kniphorstbos/ wandelen in de prehistorie’.
Van de website van Staatsbosbeheer had ik een brochure met informatie over de wandeling gedownload. “Volg de paaltjes met de groene koppen” stond daarin, maar die konden we niet vinden; wel paaltjes met gele koppen. Als je goed keek (wat we later deden) bleek dat onder de gele kop een klein randje groen zat: ze waren overgeschilderd! Gele paaltjes dus.
Maar met ons en de gele paaltjes kwam het pas goed toen we de helft van de wandeling al gehad hadden.

Maar ook al liepen we niet precies de goede route, we zagen wel bijna alle prehistorische bijzonderheden.
Twee hunebedden maar liefst kwamen we tegen, hunebed D7 en D8; altijd bijzonder, maar als je een maand eerder net de mooie en complete hunebedden in de omgeving van Noord Sleen hebt gezien, zijn deze minder spectaculair. (Meer weten? Lees dan het blog ‘Kerk zonder priester‘ uit juni 2020).

de ‘galgenheuvel ‘.

Wel spectaculair vond ik de Galgenberg. Het is een grafheuvel die in de oudheid aan een belangrijke verkeersroute lag.  In de middeleeuwen zette men er een galg op, vandaar de naam van de heuvel. Bovenop de Galgenberg staat een zogenaamde ‘Markesteen’, die de voormalige grenzen aangeeft tussen Anloo, Schipborg en Zuidlaren.
Verder vonden we in het bos eeuwenoude karresporen. Over de Hondsrug liep een verkeersroute die terug gaat tot ver in de prehistorie en die leidde van Noord(Groningen) naar Zuid (Coevorden).  Ook in de middeleeuwen en daarna reisde men hierlangs richting Groningen.  Je ziet een patroon van golven en dalen, dat is ontstaan door het vele verkeer dat door dit gebied is getrokken.

Het gebied ligt midden in het Nationaal Park Drentsche Aa; het was een heerlijke wandeling van twee uur die geen moment verveelde. Wat was er veel te zien en te beleven!
Wat zeker nog het vermelden waard is zijn de strubben.

Strubben

De naam strubben komt van een bepaalde groei van oude eiken. Deze eiken werden eeuwenlang gekapt in dit gebied. Vanuit het wortelsysteem dat in de grond bleef zitten kwamen weer nieuwe takken omhoog die om de plek heengroeiden waar de vorige, gekapte eik had gestaan. Zo ontstond een cirkelvormig patroon van takken, die vervolgens weer uitgroeiden tot echte eiken, strubben dus. We zagen een paar mooie voorbeelden!

Wandelen in gebied waar al vijftig eeuwen mensen wonen; een bijzondere ervaring, vooral als je van geschiedenis houdt. Het is alsof je in een prehistorisch openluchtmuseum loopt. Meer weten? Hierbij een link naar de website ‘De Hondsrug / Unesco Global Geopark’ 

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

 

Reageren

16 januari: TBONTB 15 – Van ergernis naar ontroering.

Voor ieder hoofdstuk in het boek had ik een nieuw blog geschreven; in de rubriek ‘Sweet memories’ vond ik dit een toepasselijk verhaal.

In deze rubriek vind je verhalen over herinneringen aan fijne momenten die gekoppeld zijn aan muziek, boeken, foto’s en soms zelfs geuren; ik ben mij er van bewust dat ik  tot nu toe zo’n fijn leven heb geleid dat er veel sweet memories zijn.
Wat ik bijzonder vind is dat zelfs de herinneringen aan ergernissen kunnen omslaan in ontroerende momenten.

Daarbij moet ik in de eerste plaats denken aan het lied Junge, komm bald wieder van Freddy Quinn.
Mijn vader en moeder vonden dat prachtige muziek. Zij gingen vroeger naar alle films waar Quinn in speelde en hadden zoete herinneringen bij die muziek. (afbeelding: uit de film ‘Heimweh nach Sankt Pauli’.)
Ik niet.
Oubollig vond ik het in de jaren ’70.
Niet meer van deze tijd.
Zat mijn vader te genieten van die jaren ’50 muziek, dan liep ik daar mopperend bij weg.
Mijn vader overleed plotseling in 2008 en ik herinner me nog de eerste keer dat ik Junge, komm bald wieder weer hoorde. Tranen met tuiten.
Zelfde verhaal met “mijn Jezus, ik hou van U”, een lied dat mijn moeder graag zong.
Not my cup of tea.
Maar nadat het op haar begrafenis is gezongen kan ik er niet meer met droge ogen naar luisteren, laat staan het zelf zingen.

Heel veel dingen die mij als puber zo irriteerden ben ik later als waardevol gaan zien.
Dat alles in huis een vaste plaats heeft: de beruchte ‘organieke plaats’ waar mijn vader ons mee opvoedde. Als je iets kwijt was had je het niet op de organieke plaats gelegd.
De rust en de regelmaat van een schoon en opgeruimd huis die ons door mijn moeder werd voorgeleefd.

Vorige week deed ik een nieuw plastic afvalzakje in het prullenbakje in de douche.
Het was het laatste zakje van de enorme voorraad die ik vanuit mijn moeders erfenis meenam naar huis. Ze overleed half oktober 2017, vorige week was 13 augustus 2020.
“Waarom heb je toch overal zoveel van op voorraad!” mopperde ik vroeger.
Nu kan ik er om glimlachen……ma met haar acht flessen Glorix.
Sweet memories.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

15 januari: TBONTB 14 – Sweet memories.

Onder het tabblad ‘Geschiedenis’ vind je op deze website een submenu met de titel ‘Sweet memories’.
Als je daarop klikt kom je op een pagina waar ik beschrijf wat deze zoete herinneringen voor mij betekenen.
Op dit blog vandaag een paar voorbeelden van ‘Sweet memorie-blogs’ uit de afgelopen zes jaar.

Als puber in de jaren ’70 was ik helemaal idolaat van de glamrockgroep Mud.
Mijn hele kamer hing vol met posters van Les, Rob, Ray en Dave; er hing zelfs een poster van de mannen aan het plafond: dat was het eerste wat ik zag als ik ’s morgen wakker werd.
In april 2015 schreef ik een blog over ‘sweet memories & Mud: hierbij een link naar dat verhaal.  

Aan onze dochters hangen ontzettend veel zoete herinneringen.
Slaapliedjes bij het naar bed brengen, verhaaltjes voorlezen, te veel om op te noemen.
De baby-herinneringen aan hen vallen samen met onze jaren ’60-kinderwagen; een blauw-witte wagen met een ruime bak die mijn ouders in 1960 splinternieuw kochten.
Over die kinderwagen en wie daar allemaal in hebben gelegen schreef ik in 2018 een blog onder de titel ‘Onze oldtimer’.

Rond het overlijden van mijn moeder in 2017 schreef ik destijds blogs over het rouwproces.
Hoe er steeds stukjes werden afgerond en hoe ik dat destijds beleefde.
In januari 2018 schreef ik over een bezoek aan Hoogersmilde. Ik ging even langs bij de nieuwe bewoonster van haar oude appartement en ging naar het kerkhof om het graf te verzorgen, waar toen nog geen steen op stond. Het blog heet Weer een stukje.

Voor het boek schreef ik een blog over hoe ergernis over dingen na jaren overgaat in ontroering.
Morgen in dit theater.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

7 januari: Naar Elba?

“Ze moeten die man net als Napoleon naar Elba verbannen” zei Gerard vanmorgen.

We hadden gisteravond meegekregen dat er extra journaals waren en we wisten dat er ‘iets loos’ was bij het Capitool, maar ik moest vanmorgen weer fris en fruitig om 08.30 uur in Groningen achter mijn computer zitten, dus ik had bewust niet gekeken.
Ik ken mijzelf.
Dan blijf ik maar doorklikken en nieuwssites opzoeken en achtergronden lezen en van alles roepen…..
Dan maalt het de hele nacht maar door in mijn hoofd en dan kan er van fris en fruitig geen sprake meer zijn.

Vanmorgen, nog voor de dagelijkse pilatesoefeningen, ging ik kijken wat er in Amerika aan de hand was gisteravond en ik kon het amper geloven.
Hoe is dit mogelijk in een beschaafd land als Amerika?
Dat vond ik al toen Trump werd gekozen vier jaar geleden en dat heb ik ook herhaaldelijk geroepen in zijn ambtsperiode.
Hoe is dit mogelijk.
Het beangstigt me en het tast mijn gevoel van veiligheid aan.
Dat is ook al behoorlijk aangetast door het coronavirus en alle gevolgen daarvan en ik word er onrustig van.

Vanmorgen in ‘Goeiedag Haandrikman’ (Radio 5) hoorde ik dat ik beslist niet de enige ben die last heeft van bovenstaande gevoelens.
Iemand vroeg een toepasselijk plaatje aan.
Het troostte me een beetje.
Wil je weten welk liedje werd gedraaid? Klik dan hier voor een link naar de YouTube-video.

Als ik gisteravond wel had gekeken had ik gedroomd van een burgeroorlog in Amerika en met kleine oogjes achter mijn computerscherm gezeten vanmorgen.
Eerlijk gezegd denk ik dat Elba niet ver genoeg is; Mars is misschien een idee.
En dan te bedenken dat deze pias ook nog een zoon heeft die ambities heeft om in zijn vaders voetsporen te treden.

Dit is een ongewoon blog van mijn hand.
Over het algemeen vind ik dat er al genoeg meningen worden geventileerd in de media, maar dit nieuws had een grote invloed op de waarde van mijn dag, ik kon het gewoon niet uitzetten.
Als liefhebber van geschiedenis weet ik dat we nu in memorabele tijden leven, er wordt beslist geschiedenis geschreven.
Daarom zet ik dit blog onder de rubriek ‘Alledag’ én onder ‘Geschiedenis’.

Morgen weer gewoon.
Dan behandel ik weer een hoofdstuk in de serie TBONTB, dit keer over de rubriek ‘Geschiedenis’; blijven we toch nog een beetje in de buurt.

Reageren

3 december: Klus geklaard.

Gisteren stond er een foto van mijn overgrootvader op deze website.
Die kwam ik tegen toen ik het foto-archief van mijn ouders onder handen nam.
(Eerdere blogs over dit onderwerp: Foto’s en melancholie en Een baby uit 1932)
Zaterdagmiddag legde ik de laatste hand.
Toen had ik:
– alle foto’s uit alle oude albums gehaald
– alle foto’s op chronologische volgorde gezocht.
– twee albums gemaakt  met foto’s van het leven van mijn ouders: één tot 1980 en één tot 2017.
– alle oude albums uit elkaar gehaald: kaften/omslagen bij het restafval, fotobladen bij het oud papier
– de foto’s die ik niet in de albums hebt geplakt verdeeld over de mensen die er op stonden: het gezin van mijn broer en ons gezin.

Wat een klus mensen; maar wat waardevol om te doen.
Afgelopen weekend kwamen mijn broer en schoonzus op bezoek en samen hebben we de albums bekeken.
Twee levens en één huwelijk in foto’s gevangen.
Verliefd, verloofd, getrouwd, kinderen, schoonkinderen, kleinkinderen.
Gewone levens van gewone mensen, maar voor ons heel bijzonder.
De albums komen straks in het familiearchief, bewaard voor het nageslacht.

Op dit blog twee foto’s die ik zelf al vergeten was: een tweejarige Ada in de tuin van de woning bij de steenfabriek waar wij tot 1963 woonden.
Spelen in de ‘sambak’.
Sweet memories.

Reageren

2 december: Communiceren met brieven.

Toen wij het ooit met onze kinderen hadden over wanneer we vroeger bij ons thuis een telefoon kregen (1968 of zo) vroeg een dochter: “Hoe belde je daarvoor dan?”
Het antwoord was dat we niet belden.
“NIET?!?”

Wij kunnen het onszelf ook amper meer voorstellen, maar vroeger belde je niet.
Bedrijven, fabrieken en rijke mensen (wij niet), hadden een telefoon, maar de gewone man belde in dringende gevallen vanuit een telefooncel. Of vanuit het huis van mensen die wel een telefoon hadden.
Vorige week was ik bij mijn tante Ann; zij was getrouwd met een broer van mijn moeder.
Ze vertelde: “Toen wij trouwden (begin jaren ’60) kon een broer van Henk niet komen. Daar stuurde hij toen een brief over, er was geen andere manier van communiceren destijds”.
De meeste van de brieven zijn verloren gegaan, maar er zijn ook genoeg exemplaren bewaard gebleven.
Ook in ons familiearchief zitten nog een aantal brieven die mijn overgrootvader schreef aan mijn ouders toen mijn broer werd geboren.
Deze ‘olle opa’ (zoals wij hem noemden) heb ik ook nog gekend: hij overleed op 92-jarige leeftijd in 1968.
Begin dit jaar kreeg ik van tante Trijn twee brieven die zij als één-en-twintig-jarige had gekregen van haar grootvader.

Aan mejuffrouw T. Vrieswijk’ staat er in bibberig handschrift op de envelop.
Opa was toen al 91 en uit alles blijkt dat hij zielsveel van zijn kleindochter houdt.
“Geliefd meisje. Ik zet mij ter neder u eenige letteren te schrijven en wel dat wij ons op het ogenblik in een redelijken welstand bevinden…”
Alle woorden in de brief staan achter elkaar aan, opa deed niet aan punten, komma’s en hoofdletters. 
Hij schrijft dat hij blij is met de brief die zij hem heeft geschreven dat ze verkering heeft en tot opa’s grote blijdschap met een jongen van hetzelfde geloof.
….dat is zo mooi Trijntje, als men één lijn trekt als het over het geloof gaat want het is altijd geen voorspoed en voor de wind het is ook wel eens tegenwind en als dan man en vrouw dat is zo mooi dat men samen naar den troon der genade kan gaan en hem om hulp en bijstand te smeken en dat hebben wij nog al eens ondervonden met het verlies van kinderen……

Mijn opa had maar één zus, maar mijn overgrootouders hebben 5 kinderen gehad. Drie dochtertjes met de naam Harmke zijn overleden.
In die paar zinnen (als je wel punten en komma’s zou zetten kom je uit op drie zinnen) legt opa de essentie van zijn blijdschap uit.
Ik vond het ontroerend om te lezen.
In de andere brief wordt mijn vader genoemd. Opa was naar ‘de Smilde’ geweest en had een verkeerde jas meegenomen.
Die woensdagavond daarop zorgden mijn ouders voor een grote verrassing voor opa:
…..daar  kwamen Kees en Freekje woensdagavond in Dedemsvaart achter in met de jas en Trijntje ik was blij dat zij bij ons waren toen hadden wij meteen een avond praters dat vond ik mooi en toen was die avond ook weer weg…..

Hoe belde je dan?
Niet.
Je zocht elkaar op of je schreef brieven.

Reageren

Pagina 5 van 21

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén