een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Haken

28 augustus: Knikkerbuulegie

Knikkeren. Iedereen kan het. Iedereen heeft het ook wel gedaan. Het rare was dat wij in onze jeugd op school niet knikkerden. Er waren wel steeds allerlei rages (elastiek twisten, kaatseballen, klik-klak, tollen, kringspelletjes) maar knikkeren heb ik nooit gedaan. Mijn kinderen gingen naar basisschool “De Haven” in Roden en daar werd wél geknikkerd. Zo af en toe laaide de knikkerrage even weer op. Dan had de Blokker weer ‘hele vette stuiters’ of ‘hele gave gewoontjes’ en dan kwam de tas met knikkers weer tevoorschijn. Onze kinderen hadden een knikkertas: daar zaten alle knikkers in die ze hadden, maar die ging nooit mee naar school. Dan ging er een klein zakje mee, in Drenthe noemen we dat een ‘buulegie’. Een knikkerbuulegie.  Een klein jongetje is bij ons ook een ‘buulegie’.
knikkerbuulegieVoor Carlijn haakte ik ooit een knikkerbuulegie.
Patroon: je begint met een ring van 4 lossen. Ring sluiten met een halve losse in de eerste losse, in de ring 6 boogjes van 4 lossen haken. Vervolgens in ieder boogje twee boogjes van 4 lossen haken, je hebt nu 12 boogjes van vier lossen. Nu steeds in ieder boogje 1 boogje haken tot de gewenste lengte bereikt is. Om de laatste toer in ieder boogje 6 vasten om het boogje haken. Tenslotte een koordje haken van lossen, dit door de bovenste rij gaatjes halen en het koordje sluiten.

Maar ze heeft hem niet veel gebruikt. Dat was namelijk toen (begin van deze eeuw) helemaal niet hip. Toen hadden ze hadden zakjes met Ernie & Bert erop. En Disneyprinsessen. Ook goed. Het bewuste zakje hangt nu nog op haar kamer. Als souvenir denk ik. Wie weet……….

Reageren

26 augustus: Pannenlappen van Oma Vrieswijk

Mijn oma Vrieswijk (zie de bijdrage van 11 augustus) leerde mij dus handwerken. Een jaar of 6 á 7 zal ik geweest zijn. Oma hield de haaknaald in de volle hand (dus in de muis van de hand) en dat nam ik blindelings van haar over. Dat werd een probleem toen ik op de Lagere School handwerkles kreeg van juffrouw De Vink. “We houden de haaknaald als een schrijfpen in de hand, meisjes.”  O? Dat kon ik niet. Ik deed het op oma’s manier. Fout. Maar het resultaat was hetzelfde. En mijn haakwerkjes waren natuurlijk netter dan die van de andere meisjes omdat ik het al kon. Dus mocht ik het op mijn manier doen. Maar het bleef opmerkelijk. Zat ik in de DVM-bus op weg naar Assen gordijnen te haken, zei een mevrouw naast mij: “Ie hold die haaknaald verkeerd vaste!” Nee hoor, zo heb ik het van oma geleerd.

Een mevrouw op een camping in Duitsland probeerde mij ervan te overtuigen dat je zo echt niet haken kon. Ha ha…… zoiets zeg je niet tegen een Vrieswijk.

Dat brengt mij bij het verhaal van oma’s pannenlap. Van mijn tante Trijn (oma’s dochter) kreeg ik een paar jaar geleden een paar haakwerkjes die ze nog had van oma, o.a. pannenlap.

omaspannelap1Daar was natuurlijk geen patroon meer van. Op de bovengenoemde camping in Duitsland heb ik de steken van oma’s pannenlap helemaal uitgezocht en uitgeteld en vervolgens zelf zo’n pannenlap gehaakt. De eerste mislukte, de randjes van de roosjes bleven te plat, maar toen ik dubbele stokjes probeerde ging het goed! Zie hier het resultaat.adaspannelap

Hieronder de beschrijving voor het hake n van ‘de oma Vrieswijk-pannenlap.

Begin met geel en haak een ring van 8 lossen, sluit de ring met een halve vaste.

– toer 1: 1 stokje, 2 lossen dit 8x doen (dus 8 stokjes met steeds 2 lossen er tussen

– toer 2: om elke lossenboog ‘1 vaste 3 stokjes 1 vaste’ haken.
Dit zijn de eerste 8 bloemblaadjes

– toer 3: onder bloemblaadjes een lusje van 5 lossen haken. Je haakt hierbij een vaste op het stokje van de 1e toer

– toer 4: om elke lossenboog ‘1 vaste 5 stokjes 1 vaste’ haken. Dit is de tweede rij bloemblaadjes.

– toer 5: onder de bloemblaadjes een lusje van 7 lossen haken. Je haakt hierbij een vaste op de vaste van de 3e toer.

– toer 6 : om elke lossenboog ‘1 vaste 7 stokjes 1 vaste’ haken. Dit is de derde rij bloemblaadjes.

– toer 7: onder de bloemblaadjes een lusje van 9 lossen haken. Je haakt hierbij een vaste op de vaste van de 5e toer.

– toer 8: om elke lossenboog ‘1 vaste 4 stokjes 5 dubbele stokjes 4 stokjes 1 vaste’ haken. Dit is de vierde (en laatste) rij bloemblaadjes. Je roosje is nu klaar.

– toer 9: de groene blaadjes. Haak aan 4 van de 8 bloemblaadjes (aan de vier hoeken) een groen blaadje. Ga hierbij als volgt te werk.
1 vaste in in het 4e stokje, 6 lossen, 1 stokje in de 4e losse, 1 stokje in de 5e losse, 1 stokje in de 6e losse 1 vaste in het 1e dubbele stokje van het bloemblaadje. Het eerste groene blaadje is nu klaar.
1 vaste in het 2e dubbele stokje van het bloemblaadje, 10 lossen, 1 stokje in de 6e losse, 1 stokje in de 7e losse, 1 stokje in de 8e losse, 1 stokje in de 9e losse, 1 stokje in de 10e losse, 1 vaste in het 4e dubbele stokje van het bloemblaadje.
Dat was het tweede groene blaadje.
Voor het derde groene blaadje haak je dezelfde steken als het eerste, alleen dan 1 vaste in de het 5e en 7e stokje van het bloemblaadje.
Deze drie blaadjes ook aan de andere drie punten haken.

Voor de afwerking moet je even goed naar de foto van de pannelap kijken. Je haakt met wit 1 vaste op een groen blaadje, dan 9 lossen, 1 vaste op het volgende groene blaadje, 9 lossen, 1 vaste op het volgende groene blaadje, 9 lossen, 1 vaste op het middelste van de 5 dubbele stokjes van het bloemblaadje, 9 lossen, 1 vaste op het volgende groene blaadje etc.
Als je rond bent heb aan iedere kant van je roosje 4x 9 lossen.

In de volgende toer haak je op iedere 9 lossen 3 ruitjes,(filethaken). op de hoeken 2 stokjes, 2 lossen, 2 stokjes.

Dat doe je ook in de volgende toer. Nu is de voorkant van je pannenlap klaar. Voor de achterkant maak je een wit lapje van filethaakwerk van 16 ruitjes in het vierkant.
Met een afstekende kleur zet je de twee kanten met vasten aan elkaar.

Reageren

18 augustus: Bureaustoel ‘op kamers’.

Toen Carlijn in Leeuwarden ‘op kamers’ ging nam ze een oude bureaustoel mee met rode bekleding, maar er zaten vlekken op en er zat een lelijk gat in. Kon ik daar niet iets omheen bedenken? 

Het handige aan werken met Granny Square vierkantjes is, dat je je werkstuk zo groot of klein kunt maken als je zelf wilt. Van aan elkaar genaaide Granny Squares (om elk vierkantje een randje zwarte vasten haken) maakte ik een soort hoes. De twee onderdelen maakte ik zo dat ze ruim over de stoeldelen vielen. Om de lappen haakte ik een rand stokjes met om de vier stokjes een gaatje. Daar kon ik een gehaakt koordje doorheen trekken en onder en achter het stoeldeel bij elkaar trekken en vaststrikken (of knopen).
De stoel doet al meer dan een jaar dienst. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je de hoes wel af en toe even weer goed strak moet trekken, omdat de stof door het gebruik wel wat uitlubbert. Maar….. even wassen en het is weer als nieuw.

Reageren

13 augustus: Fifty shades of blue

Als jGroen exemplaarhoesje om een canvas reclametasjee al zolang handwerkt als ik, heb je bergen restjes. Twee grote vuilniszakken vol had ik in de loop van de jaren verzameld. Via internet kwam ik op het idee om die restjes te gebruiken. Ergens in een kast lagen nog wat van die canvas-reclame tasjes, waar ik een soort voering omheen maakte.
Die voering maakte ik van ‘Granny squares’, die ik vervolgens aan elkaar naaide tot de gewenste grootte was bereikt. Deze tassen waren een groot succes. Eerst waren ze nogal bont, maar dochter Frea bracht me op het idee om diverse tinten van één kleur te gebruiken. Zij kreeg een groen exemplaar.
Wat in Engeland een mevrouw de uitspraak ontlokte: “Oh, my dear, I dó like your bag…!” Heeft niemand……
Voor een mevrouw die bij mij op de cantorij zit maakte ik een blauwe variant van de tas. Iedere donderdag verschijnt ze nu op het koor met haar ‘Fifty shades of blue’ vol koormuziek.

Reageren

Pagina 10 van 10

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén