Mijn oma Vrieswijk (zie de bijdrage van 11 augustus) leerde mij dus handwerken. Een jaar of 6 á 7 zal ik geweest zijn. Oma hield de haaknaald in de volle hand (dus in de muis van de hand) en dat nam ik blindelings van haar over. Dat werd een probleem toen ik op de Lagere School handwerkles kreeg van juffrouw De Vink. “We houden de haaknaald als een schrijfpen in de hand, meisjes.” O? Dat kon ik niet. Ik deed het op oma’s manier. Fout. Maar het resultaat was hetzelfde. En mijn haakwerkjes waren natuurlijk netter dan die van de andere meisjes omdat ik het al kon. Dus mocht ik het op mijn manier doen. Maar het bleef opmerkelijk. Zat ik in de DVM-bus op weg naar Assen gordijnen te haken, zei een mevrouw naast mij: “Ie hold die haaknaald verkeerd vaste!” Nee hoor, zo heb ik het van oma geleerd.
Een mevrouw op een camping in Duitsland probeerde mij ervan te overtuigen dat je zo echt niet haken kon. Ha ha…… zoiets zeg je niet tegen een Vrieswijk.
Dat brengt mij bij het verhaal van oma’s pannenlap. Van mijn tante Trijn (oma’s dochter) kreeg ik een paar jaar geleden een paar haakwerkjes die ze nog had van oma, o.a. pannenlap.
Daar was natuurlijk geen patroon meer van. Op de bovengenoemde camping in Duitsland heb ik de steken van oma’s pannenlap helemaal uitgezocht en uitgeteld en vervolgens zelf zo’n pannenlap gehaakt. De eerste mislukte, de randjes van de roosjes bleven te plat, maar toen ik dubbele stokjes probeerde ging het goed! Zie hier het resultaat.
Hieronder de beschrijving voor het hake n van ‘de oma Vrieswijk-pannenlap.
Begin met geel en haak een ring van 8 lossen, sluit de ring met een halve vaste.
– toer 1: 1 stokje, 2 lossen dit 8x doen (dus 8 stokjes met steeds 2 lossen er tussen
– toer 2: om elke lossenboog ‘1 vaste 3 stokjes 1 vaste’ haken.
Dit zijn de eerste 8 bloemblaadjes
– toer 3: onder bloemblaadjes een lusje van 5 lossen haken. Je haakt hierbij een vaste op het stokje van de 1e toer
– toer 4: om elke lossenboog ‘1 vaste 5 stokjes 1 vaste’ haken. Dit is de tweede rij bloemblaadjes.
– toer 5: onder de bloemblaadjes een lusje van 7 lossen haken. Je haakt hierbij een vaste op de vaste van de 3e toer.
– toer 6 : om elke lossenboog ‘1 vaste 7 stokjes 1 vaste’ haken. Dit is de derde rij bloemblaadjes.
– toer 7: onder de bloemblaadjes een lusje van 9 lossen haken. Je haakt hierbij een vaste op de vaste van de 5e toer.
– toer 8: om elke lossenboog ‘1 vaste 4 stokjes 5 dubbele stokjes 4 stokjes 1 vaste’ haken. Dit is de vierde (en laatste) rij bloemblaadjes. Je roosje is nu klaar.
– toer 9: de groene blaadjes. Haak aan 4 van de 8 bloemblaadjes (aan de vier hoeken) een groen blaadje. Ga hierbij als volgt te werk.
1 vaste in in het 4e stokje, 6 lossen, 1 stokje in de 4e losse, 1 stokje in de 5e losse, 1 stokje in de 6e losse 1 vaste in het 1e dubbele stokje van het bloemblaadje. Het eerste groene blaadje is nu klaar.
1 vaste in het 2e dubbele stokje van het bloemblaadje, 10 lossen, 1 stokje in de 6e losse, 1 stokje in de 7e losse, 1 stokje in de 8e losse, 1 stokje in de 9e losse, 1 stokje in de 10e losse, 1 vaste in het 4e dubbele stokje van het bloemblaadje.
Dat was het tweede groene blaadje.
Voor het derde groene blaadje haak je dezelfde steken als het eerste, alleen dan 1 vaste in de het 5e en 7e stokje van het bloemblaadje.
Deze drie blaadjes ook aan de andere drie punten haken.
Voor de afwerking moet je even goed naar de foto van de pannelap kijken. Je haakt met wit 1 vaste op een groen blaadje, dan 9 lossen, 1 vaste op het volgende groene blaadje, 9 lossen, 1 vaste op het volgende groene blaadje, 9 lossen, 1 vaste op het middelste van de 5 dubbele stokjes van het bloemblaadje, 9 lossen, 1 vaste op het volgende groene blaadje etc.
Als je rond bent heb aan iedere kant van je roosje 4x 9 lossen.
In de volgende toer haak je op iedere 9 lossen 3 ruitjes,(filethaken). op de hoeken 2 stokjes, 2 lossen, 2 stokjes.
Dat doe je ook in de volgende toer. Nu is de voorkant van je pannenlap klaar. Voor de achterkant maak je een wit lapje van filethaakwerk van 16 ruitjes in het vierkant.
Met een afstekende kleur zet je de twee kanten met vasten aan elkaar.