Vlak voor de jaarwisseling was ik een dag in Klazienaveen en liep ik met mijn tante een soort Winkel van Sinkel binnen. Zo’n winkel waar ze van alles verkopen wat je eigenlijk niet nodig hebt maar dat je wel graag zou willen hebben. Daar vond ik een soort grote handschoen voor een warmwaterzak. Zo’n platte gummi kruik met een schroefdopje erop. Waar je altijd een handdoek omheen moet wikkelen omdat het anders net te warm is aan je vel. Ik had hem al in mijn handen, bekeek hem nog eens goed en dacht: “Dat kan ik zelf ook wel maken”.
Als basis nam ik het patroon voor het tablet-hoessie (zie 5 november).
Het ligt een beetje aan het soort garen dat je gebruikt hoeveel steken je moet opzetten. In mijn geval was dat een ketting van 35 lossen. De ketting moet net zo breed zijn als je kruik. Op de ene lus van de lossen haak je op de heenweg 35 vasten en op de andere lus van de ketting van lossen haak je op de terugweg ook 35 vasten. Je haakt zo een langwerpig rondje van 35 x 35 = 70 vasten. Zo maak je dus de hoes aan één stuk. Op deze manier hoef je geen naden te sluiten omdat je almaar rond kunt blijven haken. De ketting van 40 lossen is dan gelijk de onderkant van je hoesje. Na twee toeren vasten ga je over op stokjes.
Toen ik de hoes zo hoog had dat ik moest minderen voor de hals heb ik mijn rondbreinaald opgeduikeld en alle stokjes opgenomen als breisteken. Toen heb ik 6 toeren 2 recht 2 averecht gebreid en na die 6 toeren van alle 2 rechten 1 rechte gemaakt en van alle averechten 1 averechte. Daarna heb ik nog 8 cm boordsteek gebreid en alle steken in één keer afgekant. Let er bij het afkanten op dat je dat heeeel los doet, anders wordt de ingang te smal en past je kruik er niet doorheen. Deze hoes is dus deels gehaakt, deels gebreid.
Op ‘Drops’ vond ik nog een ander patroon voor een
kruikenzak >>>. Deze is helemaal gebreid en je kunt hem breien met een ‘gerstekorrel’-steek of met een kabelpatroon.