een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 4 van 21

26 maart: Weefsteek? Of Keltische steek?

Nadat ik alle restjes  haakgaren had opgehaakt voor kussenhoezen was het tijd voor iets nieuws.
“Wat zal ik nu eens gaan haken?”
Het werd een sprei in combinatie met een gordijn.
Even uitleggen.

De oude slaapkamer van Harriët is opnieuw behangen.
Gerard gebruikte die kamer al een tijdje als kantoor; hij koos groen als basiskleur.
Op die kamer is een soort nis. Rond kerst kwamen we op het idee om in die nis een twee persoons-opklapbed neer te zetten.
Het werd geen opklapbed, maar een bed dat je rechtop tegen de muur kunt zetten.
Het is de bedoeling dat er een gordijn komt voor het bed in opgeklapte staat; als het bed naar beneden wordt gehaald en gebruikt, kan het gordijn dienen als sprei.
Gerard had ook een idee hoe dat moest: je brengt een stangetje aan tussen de twee muren dat fungeert als gordijnrail.
Dat stangetje kun je er ook af halen en dan kun je het gordijn als sprei gebruiken.

Leuk idee!
Hoe het er precies uit gaat zien weet ik nog niet, maar ik ga er mee aan de gang.
Zaterdagmiddag fietste ik naar Leek, bracht een bezoek aan Atelier 6a en vroeg eigenaresse Ria om advies.
Ik had twee stalen van het behang meegenomen.
“Als het als gordijn gaat hangen, moet je het in ieder geval niet van katoen haken, want dat gaat uitzakken. Je kunt het beste Stylecraft gebruiken.
Niet precies dezelfde kleur groen als het behang nemen; het leukste zijn vaak tinten die er bij in de buurt komen.
En niet te los haken! Het liefst met een haaknaald kleiner, dan worden de steken steviger.
Ga je het zelf ontwerpen? Het liefst niet te veel gaatjes of dubbele stokjes, daar wordt de structuur minder stevig van.
Wel eerst een proeflapje haken met verschillende soorten steken.”
Dit is de reden waarom ik liever geen garen via internet bestel; dank je wel Ria, voor dit uitgebreide advies.
Drie kleuren zocht ik uit en ik nam van iedere kleur 2 bollen mee.
Dan kan ik eerst vooruit.

Toen ik thuis kwam zocht ik mijn oude haakstekenboek op.
Waar zal ik mee beginnen?”
Eerst een ketting van lossen met haaknaald 4, verder haken met haaknaald 3.5.
En dan de weefsteek? Of een Keltische steek? Of alleen vasten? Of de granietsteek?
Ik hou je op de hoogte.

Op de afbeelding zie je de twee kleuren behang, de drie kleuren garen, haaknaalden en het oude haakstekenboek.

Reageren

14 maart: Als een oud dametje?!?

Er moet me even iets van het hart over handwerken.
Vorige week keken we naar ‘Met het mes op tafel’.
Herman vraagt ook altijd even naar de hobby’s van de kandidaten en één van de vrouwen hield van breien.
“Dan zit ik als een echt oud dametje te breien…!” riep ze quasi verontschuldigend.
“MUTS!” riep ik tegen het scherm.
Hoezo ‘als een oud dametje’? Hou toch op!
Je zit gewoon te breien, dat is leuk en daar heb je plezier in.
Dat heeft helemaal niks met oude dametjes te maken!
De beeldvorming over handwerken als iets oubolligs is zo hardnekkig, dat krijgen we maar moeilijk anders.
Het helpt niet als breisters over zichzelf praten als ‘échte oude dametjes’…….

Deze jonge blom* die heel graag breit en haakt schrijft vandaag een blog als vervolg op het verhaal over het auto-kussen dat ik haakte van restanten garen.
Dat besloot ik met:
De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.

Inmiddels is dat kussen, ‘maar dan anders’, ook klaar.
De de restjes haakte ik helemaal op: op de afbeelding links  zie je dat ik soms maar één toer meer met een bepaalde kleur kon doen; dan vulde ik het vierkantje aan met de kleur waar ik nog wel genoeg van had.
Verder ging ik net zo te werk als bij het autokussen, alleen de ene kant van het kussen kreeg een donkerrode buitenrand en de andere kant kreeg een donkergrijze rand.

Bij het aan elkaar zetten gebruikte ik alleen de buitenste lussen van de stokjes.
Op de afbeelding rechts zie je hoe het grijze en het rode aan elkaar zijn gezet.
Hieronder vind je afbeeldingen van de twee kanten van het kussen.

* HAHA!

Reageren

26 februari: Auto-kussen.

Sinds 2010 ben ik in het bezit van een eigen auto.
Hoe dat zo kwam schreef ik al in 2014 in het blog onder de titel ‘Auto met een gehaakt kussentje’.
Sinds 2010 ligt er op de hoedenplank van mijn auto een gehaakt kussentje van vrolijk gekleurde granny squares;  over dat kussentje gaat dit blog.
Gedurende die bijna 12 jaar op de hoedenplank werd het kussentje uitbundig beschenen door de de zon; het was heel vaal geworden en van de vrolijke kleuren was niet veel meer te  zien.
Deze week haalde ik het uit de auto, want ik ging er een nieuw hoesje omheen haken.
Toen ik het hoesje er af knipte kwamen aan de achterkant de originele kleuren weer tevoorschijn: wát een verschil!

Er was nog wat grijs garen over van de stoelkussenhoes die ik maakte voor de buitenstoelen bij ons achter het huis (zie het blog Niet aan beginnen) dat ging ik gebruiken.
Verder waren er ook nog wat roze/rode/paarse tinten over van de sprei waarover ik schreef in ‘Een chique vierkantje deel 3‘).
In mijn enthousiasme had ik zelfs vier vierkanten te veel gehaakt, van al die restanten ging ik dus een kussenhoes haken.

Dan verzin ik maar wat.
Ik haakte kleine vierkantjes, waarvan er precies twee langs de kant van de grote Victorian Lattice Square pasten.
Met 12 kleine vierkantjes kwam er een hele rand om het grote blok heen.
Daarna haakte ik nog twee toeren stokjes: klaar.
Ik maakte een paarse en een oud-roze versie en naaide vervolgens de twee delen aan elkaar.
Het kussentje ligt nu weer in mijn auto.
Niet op de hoedenplank maar op de achterbank.
Zon is fijn, maar niet op een gehaakt kussentje.

De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.

Reageren

10 februari: Alpaca sokken?

Een collega van Frea heeft een boerderij waar ze onder anderen een alpaca heeft.
Een poosje geleden had ze gevraagd wie er belang had bij een zak alpacawol, want het beest was geschoren.
Frea wist wel iemand.
Jon.
Die heeft een spinnewiel op de kop getikt en is al een paar maanden in de weer met wol: wassen, kaarden en spinnen.
Ze hebben bij hen in huis inmiddels zelfs een zelfbedachte ‘wolwiemel’: een visnetconstructie die boven in de keuken hangt waar de gewassen wol kan drogen.
Bedenk het maar. Waar bij oude boerderijen de droge worsten en de rookspek hingen te drogen hangt bij hen de wol.

Tijdens het februari-weekend in Westerbork kreeg ik van Jon een strengetje van zijn eerste zelfgesponnen alpacawol.
Hij was er zelf erg enthousiast over: het was heel fijn om met die wol te spinnen, want de vezels zijn veel langer dan schapenwol, dus het garen dat je spint breekt veel minder snel.
Het garen is niet gekleurd, het heeft gewoon de kleur van de alpaca.

Of ik wel eens wat wilde uitproberen met die wol
Tuurlijk; leuk!
Het is wel even wennen.
Ik ben natuurlijk gewend aan die machinaal geproduceerde, in keurige bolletjes met papieren wikkels afgeleverde bollen garen.
Waar op staat op welke pen je het moet breien, hoe groot een proeflapje moet zijn en hoe de verhoudingen in centimeters op dat proeflapje dan zijn.
Mijn opdracht was: zoek het uit.

Uit mijn voorraad breinaalden haalde ik de pendiktes 2,5 tm 4,5 en begon maar gewoon te breien met de tricotsteek.
Ik zat al snel op 3,5, daarmee breide ik een paar centimeter en vervolgens ook op 4 en 4,5.
Daarna probeerde ik nog de boordsteek op 4,5 en liet het vervolgens aan Gerard zien en voelen.
Als ik sokken wilde breien moest dat volgens hem op pen 4.
‘Op 4.5 is veel te los, daar waait het zo doorheen, daar krijg je koude voeten in.’
Ok.
Pen 4 dus.
Op het broddellapje hier links is het stukje na de boordsteek met pen 4 gebreid.

Nu kan ik aan de hand van een matentabel uitrekenen hoeveel steken ik moet opzetten voor een paar sokken.
Het eerste paar ga ik breien voor de spinner van het garen.
Alpaca-sokken voor Jon.
Wordt vervolgd.

 

Reageren

4 februari: Een chique vierkantje, deel 3.

Eén van de populairste blogs op deze website is de haakbeschrijving van de Victorian Lattice Square, een chiquere uitvoering van een Granny Square.
Ik kon destijds geen Nederlandse haakbeschrijving vinden, dus ik heb het patroon zelf vertaald, uitgetekend en uitgeschreven.
Over dit onderwerp schreef ik in 2018 deel 1, daar vind je die patronen; in 2019 schreef ik deel 2 over de afwerking.
Toen ik de sprei die ik destijds maakte af had vond ik het haast jammer dat ik de vierkantjes niet meer hoefde te haken; het patroontje kon ik uit het hoofd en zo’n handwerkje neemt zo lekker mee, je stopt het gemakkelijk even in je tas.
Begin vorig jaar bedacht ik dat ik nog wel zo’n sprei kon haken, maar dan met heel andere kleuren.
Ik koos voor rood, oud-rose en paars; zo ontstaat een ’ton-sur-ton’-effect.  (zie foto links)

Deze keer deed ik twee dingen anders: ik haakte de blokken niet aan elkaar, maar met een stopnaald naaide ik ze aan elkaar.
Met de meest donkere kleur haakte ik om elk vierkantje een toer halve vasten in de buitenste steek van de vorige toer.  (zie foto rechts)
Vervolgens naaide ik de blokken met diezelfde kleur aan elkaar, zodat er tussen alle blokken een paarse ‘naad’ ontstaat. (zie foto links)
Als afwerking van de buitenste rand van het sprei haakte ik 1 toer vasten in donkerpaars, 1 toer vasten in oud-rose en vervolgens weer 1 toer donkerpaars.
Ook die steken haakte ik, net als om de afzonderlijke blokken, in de buitenste steek van de vorige vaste.
Zo krijgt het sprei een twee-kleuren randje van een halve centimeter breed, dat geeft weer een heel ander effect als 1 toer vasten.  
(zie foto rechts). Kun je de details niet goed zien? Klik op de foto voor een vergroting.

De sprei is bijna klaar, maar ik had net geen garen genoeg, dus ik moet nog één bolletje katoen ophalen.
Maar het blog kan ik alvast wel schrijven: die missende toer denk je er dan maar even bij!

Reageren

1 februari: De mooiste tijd van het jaar….

Bepakt en bezakt stapte ik vanmiddag om 13.45 uur op de fiets, op weg naar de 1e ‘Holy Stitch‘ bijeenkomst van 2022.
Een tas met boeken die ik kreeg van Enny, een tas met borduurspullen van Gerda  en mijn eigen handwerkspullen: breiwerk, borduurwerk en een sprei.
Met de tien aanwezige vrouwen gingen we in een grote kring zitten. Op verzoek stelden we ons nog even kort voor, want
a. het was al weer 4 maanden geleden dat we elkaar hadden gezien door de lockdown en
b. we zijn allemaal 60+ en dan hoor je niet meer bij de geheel-onthouders.
Bij het voorstellen had ik gevraagd om een handwerkproduct van jezelf uit het verleden te benoemen dat helemaal mislukt is.

Leuk, zulke verhalen.
Het ijs is dan ook meteen weer gebroken: als handwerksters onder elkaar begrijp je maar al te goed hoe erg sommige mislukkingen kunnen zijn.
Een gebreide trui met ingewikkelde patronen en dure wol die na een wasbeurt als een kindertruitje uit de wasmachine komt.
Een handwerkje steeds maar weer aftrekken omdat je niet tevreden ben over het resultaat.
Een gebreide poef die er op het plaatje heel mooi uitziet, maar in het echt wat miezerig oogt.
Een trui die nooit wordt afgebreid omdat je garen had gekocht op een jaarmarkt en aan twee bollen toch niet genoeg had.
Over dat toerloos aftrekken van wat je hebt gemaakt merkte iemand op: “Dat is helemaal niet erg. Je begint opnieuw, het is een omkering ten goede!”
Herkenbaar en heerlijk om met elkaar te delen.

We zijn al anderhalf jaar op weg met de ‘Holy Stitch’-groep, maar door de corona-lockdowns tussendoor duurt het wat langer voor het echt op gang komt, maar vanmiddag gebeurde wat ik met de opzet voor ogen had.
Twee dames zaten naast elkaar en de één leerde de ander hoe je een voor- en achterpand van een trui aan elkaar kunt breien.
Ook de anderen gingen bij elkaar zitten, bekeken en bespraken wat een ander aan het maken was en de boeken van Enny en de borduurspullen van Gerda vonden gretig aftrek.

De volgende bijeenkomst op 8 maart zal in het teken staan van Pasen: de eerste Holy Stitch met een thema.
Iedereen kan ideeën inleveren of gewoon die middag meenemen: kuikentjes, eieren, narcisjes, haasjes, eiermandjes, kom maar door met die paasattributen.
Het is de bedoeling dat we dan ideeën opdoen voor Paas-handwerkjes. Begin maart heb je nog tijd genoeg voor het echt Pasen is.

Geke had lekkere koeken meegenomen voor bij de koffie/thee, want zij waren eind vorig jaar 50 jaar getrouwd; gefeliciteerd!
Henny had in de lockdownperiode die achter ons ligt voor iedereen een kaart of zo willen maken, maar de winkels waren dicht en we kwamen in december niet bij elkaar.
Daarom had ze voor deze eerste bijeenkomst in 2022 een kleine attentie gemaakt met ‘wat voor handen was’.
Wat een leuke verrassing.
De tekst die ze er op had gezet was hartverwarmend: ‘De mooiste tijd van het jaar is tijd met elkaar’.
Bij ‘Holy Stitch’ draait het om handwerken, maar daarnaast staat de ontmoeting, tijd met elkaar en aandacht voor elkaar centraal.
En je ‘stitcht’ er ook nog wat van op!

Reageren

29 januari: Hang een vis voor je raam!

Het eerste weekend van februari staat in onze PKN-gemeente in het teken van het ‘Ik zie jou-weekend’.
In de week daaraan voorafgaand kunnen de kinderen in het dorp speuren naar vissen die de mensen voor hun raam hangen.
Je kunt natuurlijk een vis tekenen, kleuren en uitknippen, maar als je een handwerkster bent dan ga je een vis breien of haken, net als met de ‘engelen-speurtocht’
eind 2020.

Van Holy Stitch-deelneemster Jansje kregen wij als leden een leuke tip:

Hallo allemaal,

Ik heb gisteren nog een leuk patroon van gehaakte visjes gevonden voor de speurtocht komend weekend.
Zo klaar en ze zien er leuk uit. Je vindt ze op deze link naar de pagina met een beschrijving en een haakpatroon op de website ‘Hollandse Haaksels’

De foto links kreeg ik van Jansje: de vijf visjes zoals ze bij haar voor het raam hangen.
LEUK!
Dat ging ik ook doen.
Gisteravond tijdens Twee voor Twaalf haakte ik een lichtoranje visje met donkeroranje staart en vinnen.
Mijn visje ziet er wat frivoler uit dan die op het plaatje, toch heb ik de aanwijzingen exact opgevolgd.
Döt ok niks.
Morgen hang ik hem voor het raam.

Toen we gisteravond de boel opruimden voor het naar bed gaan hadden we allebei een liedje in ons hoofd.
Gerard neuriede een peuterspeelzaalversje:  ‘Visje, visje, in het water’ en ik ‘Zet een kaars voor je raam vannacht’
Hang een vis voor je raam vannacht…..

 

Reageren

12 januari: Vreedzaam. Maar niet altijd.

Het eerste doel van mijn vakantie is gehaald: mijn handwerkkast is helemaal opgeruimd.
Dat was een aardig rotzooitje geworden.
De kast heeft vier planken:
– haken
– breien
– borduren
– naaien & overig.

Regelmatig zoek ik naalden, garen, patronen, van alles en nog wat; dan moet je nadat je gevonden hebt wat je zocht eigenlijk alles weer opruimen.
Maar je raadt het al: dat gebeurt niet.
Dozen blijven half open staan, inhoud door elkaar gerommeld.
Op de planken liggen losse breinaalden, restanten garen, uitgeschreven aantekeningen die ik ‘eerst even wegleg’, dat zoek ik nog wel eens uit.
Er ligt iets op de trap, dat moet naar boven in de map ‘haakpatronen’.
Het is al fijn als het vervolgens op de goede plank komt te liggen, maar in de map gebeurt eigenlijk nooit.
Het is zelfs al eens gebeurd dat ik een vierrings-multomap nodig had, alle borduurpatronen uit de map haalde en de map vervolgens in gebruik nam.
De borduurpatronen lagen los op een plank; bij het zoeken naar iets anders viel een deel op de grond. Ook dat kwam weer door elkaar op de plank.
Dat zoek ik nog wel eens uit.

Al met al kostte het niet eens één middag.
Als ik genoeg tijd heb vind ik het een heerlijke klus.
Rommelen met garen, naalden, patronen, het ophalen van herinneringen, opdoen van nieuwe ideeën en het resultaat: een opgeruimde kast.
Als je goed kijkt zie je op de ‘borduurplank’ het groene kistje van Gerda staan.

Bij handwerken denk je aan vreedzame type’s die lekker zen op de bank zitten, zoet bezig met een haak-, brei- of borduurwerkje.
Maar handwerken levert ook frustraties op; één project waar ik jaren geleden de stoom van uit de oren kreeg heb ik vanmiddag weggedaan.
Wordt hem niet meer.
Ieder jaar bij het opruimen kom ik het weer tegen en ieder jaar voel ik die stoom weer.
Weg er mee.

Verder is het opzetten en tellen van steken ook wel een dingetje, vooral als je steeds gestoord wordt.
“……94, 96, 98 ….”
“Wat eten we vanavond?”
“…126, 128, 130….”
“Zullen we die detective vanavond even opnemen?”
Grrrrrr.

Toen Frea in Engeland woonde kreeg ik van haar een heel toepasselijk cadeautje.
U bent gewaarschuwd.

Reageren

9 januari: Van Gerda.

In maart 2018 belandde ik in het ziekenhuis met hartklachten; die opname mondde destijds uit in een hartoperatie.
In die maand maart lag ook Gerda Valkema in het ziekenhuis. Wij kenden haar en haar man Roel van de kerk.
Toen ik herstelde van de operatie kreeg ik bezoek van Roel, die voorstelde om, als ik weer van de afdeling mocht, Gerda op te zoeken.
Zo gezegd, zo gedaan.

Voor Gerda zag het toen al niet zo goed uit.
Ze was zwak, haar hart werkte niet goed en in het ziekenhuis was ze eigenlijk uitbehandeld.
Voor onze ontmoeting in het ziekenhuis had ik Gerda nog nooit ontmoet, maar we konden het gelijk goed vinden.
We deelden ook een passie: handwerken.  Zij was dol op borduren.
We spraken af dat we elkaar weer zouden ontmoeten als we allebei weer in Roden waren.

Bij die ontmoeting in de zomer kreeg ik te zien en te horen wat ze allemaal al had gemaakt op borduurgebied, wat voor technieken ze gebruikte en hoe ze genoot van het maken van zo’n borduurwerk.
Wat herkenbaar! In het ziekenhuis was er een verpleegkundige die over mijn borduurwerk zei: “Als je het al niet aan je hart hebt, dan krijg je het daar toch van!” en nu sprak ik met iemand die het net zo beleefde: heerlijk ontspannen, genieten van wat je met je kruissteekjes tot stand brengt.
Niet lang na mijn bezoekje is Gerda overleden.

Op 5 juli van dit jaar blogde ik over het borduurwerk waar ik nu mee bezig ben onder de titel: ‘Oude motieven bij het klaverjassen.
Daarop kreeg ik een reactie van Roel, de weduwnaar van Gerda.
Hij had nog een doos borduurgaren; we spraken af dat ik die zou komen ophalen.
Vrijdagmiddag fietste ik naar hun huis.
Op de tafel stond al een groen kistje, met daarin nog een restant van het borduurmateriaal van Gerda.
Roel had ook al veel weggeven, maar was door mijn blog op mijn spoor gekomen: ik mocht het kistje meenemen.

Mijn eigen borduurspullen heb ik gesorteerd in dozen zitten; patroontjes bij elkaar, garen, stramien en naalden apart, als ik iets zoek, kan ik het meestal vrij vlot vinden.
Het is een bijzondere ervaring om zo’n doosje met borduurspulletjes van iemand anders te krijgen.
Haar handen hebben het zorgvuldig uitgezocht en opgeborgen, de naalden op grootte op een klein stukje stramien, het laatste borduurwerkje nog niet helemaal af.
Het doet me wat, het ontroert me.
Als ik uitpak wat er allemaal in het kistje zit, komt Gerda me als het ware tegemoet.

Er zit best heel veel borduurgaren in, dat ga ik allemaal niet gebruiken, want ik ben meer een haakster/breister.
Dat garen neem ik mee naar de eerstvolgende bijeenkomst van ‘Holy Stitch‘, evenals de tas vol handwerkpatronen die ik kreeg van Enny.
Een aantal spulletjes van Gerda bewaar ik; het groene kistje krijgt een ereplaatsje in mijn handwerkkast op de plank met mijn borduurspullen.
Als tastbare herinnering aan Gerda, die net als ik van borduren hield. 

Reageren

18 december: Gehaakt klokje.

Engeltjes, sterren: van alles heb ik al gehaakt bij het thema kerst.
Deze week stortte ik mij op een gehaakt kerstkransje, maar daar durf ik geen foto van te laten zien.
Het mislukte keer op keer en het zag er nooit zo uit als op het plaatje: na drie pogingen gooide ik mijn prutswerk aan de kant.

Op zoek naar een ander klein haakwerkje kwam ik uit bij een gehaakt klokje.
Dit lukte wel in één keer.
Ik haakte twee klokjes met ecru en met groen katoenen garen.
Toen ik ze klaar had zocht ik er twee kleine kerstballetjes bij en een klein stukje zilverslinger.
Daarmee maakte ik de klokjes en de balletjes aan elkaar vast en hing het als versiering in onze kerstboom.

Ook zo’n klokje maken?
toer 1.  haak 5 lossen, sluit met een halve vaste tot een ring.
toer 2.  10 vasten in de ring.
toer 3.  2 vasten in iedere vaste (20 in totaal)
toer 4 tm. 11: 1 vaste in iedere vaste (20)
toer 12. 1 vaste, 2 vasten in 1 vaste, steeds herhalen (30 vasten in totaal)
toer 13: 1 vaste in iedere vaste.
toer 14: 1 vaste in iedere vaste. Deze toer deed ik met zilverkleurig garen.
Losse draadjes afhechten.
Voor het lusje bovenop haal je een steek uit toer 2, dan haak je 12 lossen en vervolgens haak je weer een halve vaste in de eerste steek en hecht je de draadjes af.

Nog meer kerstdingetjes haken?

Op 20 december 2018 schreef ik dit blog: Engeltjes haken
Daarop vind je twee patronen voor platte engeltjes.

Verder hierbij nog twee links naar tutorials waarin 3D-engeltjes worden gehaakt:
handwerkles: op deze link vind je een patroon van zo’n engeltje en Mirte (van de website) maakt er hele duidelijke filmpjes bij.
Dit engeltje heb ik gemaakt achter het beeldscherm van de computer met het patroon en de bijbehorende filmpjes bij de hand.
– De andere 3D-variant vind je op Miranda’s workshops.

Tenslotte nog een link naar het patroon van een gehaakt kerst-sterretje . Daarvan heb ik een PDF gemaakt, klik hier haakpatroon-kerststerretje  om het te downloaden.

Reageren

Pagina 4 van 21

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén