een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 11 van 15

5 augustus: De noorderzon scheen. Dennis, deel 1

De noorderzon scheen

Dennis
(nog niet gelezen wat hieraan vooraf gaat? zie >>>)

Wij zijn in Alkmaar een beetje ‘bekende Nederlanders’.
Wij waren het gezin waarvan de vader op een dag zomaar verdween.
De vader waar iedereen naar had gezocht. De vader waar naar was gedregd; misschien was hij in het kanaal gevallen? De vader die nooit meer terugkwam.

Het heeft de gemoederen in onze stad behoorlijk bezig gehouden. Het is natuurlijk ook een intrigerend verhaal.
Pap kwam op een avond niet thuis om te eten.
Het was op een maandag, want mijn zus moest die avond nog naar badminton. Mam mopperde, wachtte nog een hele tijd of hij alsnog zou komen en begon toen toch maar met ons te eten.
Man, wat was ik daar blij om: ik had bere-honger!

Toen wij ‘s avonds naar bed gingen was pap er nog niet weer. Mam stelde ons gerust. Er was vast iets op papa’s werk en hij was kennelijk niet in de gelegenheid om te bellen. Ze kuste ons welterusten en ik ging gewoon slapen.
De volgende morgen was er van de rust bij mama niks meer over. Ze was heel erg bezorgd om papa. Ze had de politie al gebeld maar er waren geen meldingen van ongelukken of zo.

Mam bracht Naomi en mij naar school en zei tegen juf: “Peter kwam gisteren niet thuis voor het eten, hij is de hele nacht weggebleven: ik ben vreselijk ongerust”.
“Hij komt in de loop van de dag vast wel weer opdagen met een lul-verhaal. Sterkte hoor!”
Het werd een nare, onrustige week. De politie kwam heel vaak met mama praten. Of ze ruzie hadden gehad? Of mama dacht dat papa ontvoerd zou kunnen zijn?
Mijn kinderbrein ging met al die suggesties aan het fantaseren en daar ben ik eigenlijk nooit meer mee opgehouden. Alle scenario’s zijn honderden keren de revue gepasseerd, maar het meest voor de hand liggend was dat hij dood was. Hij werd na een aantal jaren in ieder geval dood verklaard om dingen als hypotheek en verzekeringen af te kunnen handelen.

In Alkmaar was paps verdwijning the talk of the town. Er is met man en macht naar hem gezocht maar na de hype van de eerste maanden zakte de media-belangstelling voor ons gezin langzaam weg. We kregen ontzettend veel hulp vanuit onze omgeving. Op school werd een actie voor mam en ons gehouden, want qua financiën was het ineens heel moeilijk geworden. Verder waren opa en oma heel veel bij ons en ik begreep later dat die mam ook steunden met geld. Mam is de klap nooit meer te boven gekomen. Ze viel in het begin kilo’s af en die zijn er niet meer bijgekomen. Ze veranderde van een vrolijke, vriendelijke moeder in een stille en zorgelijke vrouw.
Ze vond een baan, ze zorgde goed voor ons, maar je kon goed merken dat de glans van haar leven af was. Er kwam geen nieuwe man in haar leven; ze stond er eenvoudigweg niet voor open.
Voor ons ging het leven ook gewoon door. Als kinderen ben je kennelijk flexibel. Ik fantaseerde over van alles wat er met pap gebeurd zou kunnen zijn, maar legde me er op den duur bij neer dat hij was overleden.
Heel af en toe kreeg ik nog wel eens een vraag “Hé, was jouw vader toen niet spoorloos verdwenen? Ooit nog wel eens iets gehoord?” Nee.  Tot 3 maanden geleden.

Morgen deel 2 van het verhaal van Dennis:
Ik was bij Mam. Die zit altijd stipt om 20.00 uur voor het journaal en ik zat op de bank te pielen met m’n telefoon.
Opeens schreeuwde Mam: KIJK! DENNIS KIJK! PETER! PAPA! 

Reageren

3 augustus: De noorderzon scheen. Anja, deel 2

De noorderzon scheen

(Deel 1 van Anja nog niet gelezen? zie >>>)
Naomi woont samen met Ben, maar door het gebeuren met Peter in haar jeugd vindt ze het moeilijk om een vaste verbintenis aan te gaan.

Eind vorig jaar kwam er weer een brief van Peter, dit keer met een adres, een stad in Brazilië. Hij had goed geboerd vond hij zelf. Hij stond aan het hoofd van een grote onderneming die websites bouwt. De liefde was vlak voordat hij vijftig werd nog weer op zijn pad gekomen in de persoon van de toen dertigjarige Maria en nu woonde zij met hun twee  kinderen bij hem in zijn buitenhuis. Het leek hem een goed idee om zijn twee gezinnen een keer met elkaar te verenigen, dan konden de kinderen hun halfbroer en -zus ontmoeten. Het was per slot van rekening al twintig jaar geleden, zo langzamerhand moesten we maar vergeven en vergeten. Het leven gaat door, niet waar?

De brief werd door de kinderen met hoongelach ontvangen. Ze prakkizeerden er niet over om aan die kennismaking mee te werken; ze wilden hun vader niet eens zien. “Wat denkt die man wel? Hij heeft twintig jaar niet naar ons omgekeken, verwacht hij dat we nu op commando opzitten en pootjes geven? Hallo jongens, dit zijn de kinderen waar ik wel van hou? Idioot!”
Alex en ik schreven een brief terug. We legden uit dat de kinderen hem niet meer wilden zien en dat zijn idee van ‘one happy family” niet door zou gaan. Als hij wilde komen dan was hij in z’n eentje welkom, maar alleen voor een gesprek onder vier ogen; die van hem en die van mij.

Dat gesprek heeft dus gisteren plaats gevonden. Hij had gedacht dat we als vrienden verder konden. Dat wij ook eens naar Brazilië zouden komen en dat we het dan met z’n allen heel gezellig zouden hebben.
Ik vertelde hem van de wurgende onzekerheid in de eerste maand na zijn vermissing, van de teleurstelling, van het immense verdriet van de kinderen, hoe vreselijk ik hem had gemist en hoe ontgoocheld we waren toen bleek dat hij er tussenuit geknepen was.
“Maar Anja, dat is al twintig jaar geleden! En je hebt het immers heel goed gedaan, het is helemaal goed gekomen. Ik kan jullie nu financieel een onbezorgde toekomst geven!”
“Had de kinderen maar een onbezorgd verleden gegeven, daar hadden ze meer aan gehad” beet ik hem toe.
Volgens hem liet ik het heden veel te veel bepalen door wat er in het verleden was gebeurd en bleef ik te veel hangen in negativiteit. “Bij ons in Brazilië leven de mensen heel anders!” Hij was bitter teleurgesteld in de reactie van mij en de kinderen. “Jullie denken hier nog net zo bekrompen als twintig jaar geleden! voegde hij me nog toe.

Nu is hij weer terug in Brazilië. Terug bij Maria, bij z’n tweede huisje-boompje-beestje-geluk.
Alex en ik gaan vanavond met de kinderen uit eten. Ze zijn nieuwsgierig naar hoe de ontmoeting met hun vader is verlopen.
Ze krijgen Peters adres in Brazilië voor als ze ooit contact met hem willen; je weet immers maar nooit.

Ik voel me vandaag wonderlijk licht. De steen die sinds Peters verdwijning op mijn gemoed drukte is weg. Verdwenen. Samen met de dikke, kalende, slecht Nederlands sprekende man. Het was trouwens geen Spaans, maar Portugees accent……

Klik hier De Noorderzon scheen-Anja voor een PDF met deel 1 en deel 2 van Anja in één document.

Zaterdag 5 augustus deel 1 van het verhaal van Dennis. Dat begint zo:
Wij zijn in Alkmaar een beetje ‘bekende Nederlanders’.
Wij waren het gezin waarvan de vader op een dag zomaar verdween.
Klik hier >>> voor een rechtstreekse link naar zijn verhaal.

Zondag 6 augustus  lees je deel 2 van zijn verhaal:
Heel af en toe kreeg ik nog wel eens een vraag “Hé, was jouw vader toen niet spoorloos verdwenen? Ooit nog wel eens iets gehoord?” Nee.  Tot 3 maanden geleden.

Reageren

2 augustus: De noorderzon scheen. Anja, deel 1

Anja
(nog niet gelezen wat hier aan vooraf gaat? zie >>>)

De noorderzon scheen

Gisteren heb ik Peter weer ontmoet. Die tijd was hem niet gunstig gezind geweest. Een dikke, kalende man, poepiebruin en Nederlands sprekend met een zwaar Spaans accent.

Twintig jaar geleden kwam hij niet thuis voor het eten. Je kunt je niet voorstellen wat dit kleine zinnetje heeft betekend in mijn leven. Naomi was 9 en Dennis 6. Ik hield de aardappelen nog een tijdje warm in de snelkookpan, maar na een uur ging ik toch maar eten met de kinderen; Peet zou in de loop van de avond wel komen, ik bewaarde een bord eten voor hem, kon zo even in de magnetron.

Maar hij kwam niet. Die avond niet, die nacht niet, de volgende dag niet…….helemaal niet meer.
Wat me is bijgebleven uit die tijd is de pijn in mijn lijf. Het begon in die eerste nacht toen Peter niet in ons bed lag. Pijn van onzekerheid en angst die langzaam omhoog kruipt naar je keel.

De eerste week beleefde ik als in een roes; ik kwam in een emotionele achtbaan. Aangifte doen, formulieren invullen, vragen beantwoorden: ik fungeerde als een robot. Gelukkig kon ik terugvallen op een groot netwerk van familie, vrienden, collega’s en buren, dat sleepte me door de eerste weken heen.
Na een maand was ik er van overtuigd dat Peter dood moest zijn. Anders had hij toch wel iets van zich laten horen?

En toen kwam De BRIEF.
“Lieve Anja, als je dit leest zit ik in een ander werelddeel.
Omdat ik je niet langer in wurgende onzekerheid wil laten over mijn lot laat ik je weten dat ik ergens anders een nieuw leven ga beginnen. Ik kon er niet meer tegen, ik liep vast in ons ‘huisje-boompje-beestje-geluk’, het is niet wat ik wilde. Hier in dit deel van de wereld ga ik een nieuw bestaan opbouwen. Ik weet dat ik je er mee laat zitten maar ik kan niet anders. Zoek me niet, ik laat me niet vinden.”

Wat een ZAK!  Wat heb ik gescholden, wat heb ik gehuild en wat heb ik me vaak afgevraagd ‘Waarom?’
Na de brief zat ik voor mijn gevoel op de rokende ruïnes van wat mijn ‘Gelukkige Bestaan’ was geweest. Wat een puinhoop. Hypotheek. Verzekeringen. Inkomen. Hoe moest het allemaal?

Achteraf is er niet eens iets echt fout gegaan. Mijn omgeving had na Peters vermissing al heel veel geholpen en na de brief kreeg ik van alle kanten hulp aangeboden in de vorm van geld, oppas, goederen en luisterende oren. Eén paar van die oren was van Alex, de maatschappelijk werker van het wijkteam van de gemeente. Hij werd van hulpverlener heel langzaam een goede vriend en na tien jaar kregen we een relatie. Maar ik was zo teleurgesteld in de mensheid na de streek die Peter me had geleverd, dat ik niet meer wilde samenwonen, dus we ‘latten’: hij in zijn huis, ik in het mijne, samen doen we leuke dingen en we genieten vaak van elkaars gezelschap. De kinderen wonen al een tijdje niet meer thuis. Dennis studeert rechten en heeft een kamer in Leiden, Naomi heeft inmiddels een baan als fysiotherapeut. Ze woont samen met Ben, maar door het gebeuren met Peter in haar jeugd vindt ze het moeilijk om een vaste verbintenis aan te gaan.

Morgen deel 2 van Anja’s verhaal:

Eind vorig jaar kwam er weer een brief van Peter, dit keer met een adres, een stad in Brazilië. Hij had goed geboerd vond hij zelf.

Reageren

30 juli: De Noorderzon scheen. Peter, deel 2

De noorderzon scheen

Peter
(deel 1 nog niet gelezen? Klik hier >>>)

Van één foto was ik even goed beroerd: een trotse opa en oma met Merel. Anja was de oma, maar de opa kende ik niet. Daar had ik moeten zitten.

Na de ontdekking van die foto ging het bergafwaarts met mij. Ik ging steeds minder met mijn vrienden op pad en ging steeds meer drinken. Spijt. Wroeging. Doodziek werd ik er van. Toen mijn werk er onder begon te lijden werd ik naar een zielenknijper gestuurd. Hij gaf mij het advies om terug te gaan naar Nederland om schoon schip te maken. Anders zou ik er zeker aan onderdoor gaan.

Het schone schip heb ik gekregen, maar of het is geworden wat de psychiater voor ogen had weet ik niet.
Inmiddels is het wel duidelijk: voor mij is geen plaats meer in deze herberg.
Opgestaan, plaats vergaan.
Vanuit Canada had ik eerst contact gezocht met mijn broer. Die was geschrokken. Verbaasd. Blij. Boos. Teleurgesteld. En op het laatst verschrikkelijk kwaad. “Of ik wel wist….!?!”
Ja, dat wist ik. Hoe erg het was geweest voor Anja, voor de kinderen, voor hem.
Hoe de wurgende onzekerheid hen jarenlang had geteisterd.
Maar toen hij aan het idee gewend was draaide hij wat bij en vertelde over hoe het  was gegaan na mijn verdwijning. Anja had zich met steun van familie, vrienden en buren door de eerste jaren heen geworsteld. Eén van haar collega’s, de immer rustige Fries Herre had zich haar lot aangetrokken en had zich door zijn liefdevolle zorgen een weg gebaand naar haar hart. Toen ik na jaren werd doodverklaard zijn ze getrouwd, maar toen vervulde hij al jaren de vaderrol voor Naomi en Dennis. Hij was de opa op de foto.
Heel voorzichtig heeft mijn broer Anja, Herre en de kinderen op de hoogte gesteld van mijn bestaan . Dat bracht weer even heel veel turbulentie teweeg in hun levens, ze hadden tijd nodig om het te verwerken. Ik moest geduld hebben.

Vorige week heb ik mijn gezin ontmoet.
Anja met haar nieuwe man Herre.
Naomi met Richard en babymeisje Merel; mijn kleinkind.
Dennis met Anne, al vier jaar zijn vriendin.
We waren vreemden voor elkaar.
Er werden vragen gesteld en beantwoord.
Er waren zeeën van onbegrip, boosheid en teleurstelling.

Ik ga weer terug naar Fergus. Naar mijn andere leven dat niet uitgestippeld ligt.
We hebben afgesproken dat we wel contact houden.
Via Facebook.
Voor Merel zal ik nooit de rol van ‘Opa Canada’ spelen.

Klik hier De Noorderzon scheen-Peter voor deel 1 en deel 2 van het verhaal van Peter in één document.

Volgende week woensdag 2 augustus het verhaal van Peters vrouw, Anja.
Klik hier >>> voor een rechtstreekse link naar haar verhaal.

Deel 1 begint met “Gisteren heb ik Peter weer ontmoet. Die tijd was hem niet gunstig gezind geweest. Een dikke, kalende man, poepiebruin en Nederlands sprekend met een zwaar Spaans accent.

Deel 2 gaat  verder met “Eind vorig jaar kwam er weer een brief van Peter, dit keer met een adres, een stad in Brazilië. 

Reageren

29 juli: De noorderzon scheen. Peter, deel 1

De noorderzon scheen

Peter
(nog niet gelezen wat hieraan vooraf gaat? Zie>>>)

Zestig ben ik nu. Je zou kunnen zeggen dat mijn leven uiteenvalt in drie delen.
In 1957 werd ik geboren in Schagen en mijn jeugd bracht ik door in dit Noord Hollandse  stadje; goede herinneringen.
In 1977 ontmoette ik Anja, een studente uit Leiden die me overrompelde met haar innemende persoonlijkheid. Wat een vrouw. We kregen verkering en toen ze haar studie had afgerond gingen we samenwonen in Alkmaar. Toen ze zwanger werd van onze dochter Naomi zijn we met veel toeters en bellen getrouwd. 1988 was dat, in dat zelfde jaar werd Naomi geboren. In 1991 volgde onze zoon Dennis.
Vanaf mijn veertigste (1997) ben ik weer ‘happy single’ en woon ik in Fergus, Ontario, Canada.
Single klopt nog, happy inmiddels al lang niet meer.

Hoe de laatste twintig jaren van mijn leven (als me die gegeven zijn) er uit gaan zien weet ik niet. Op dit moment weet ik het helemaal even niet meer.
Twintig jaar geleden stapte ik uit mijn toenmalige leven en verliet mijn gezin. Ik was het helemaal zat. De onrust van “is dit alles” greep me naar de keel en ik koos voor mezelf. Ik wou een ander leven dat niet uitgestippeld lag.
Ik werd iemand anders; met 10.000 gulden op mijn spaarrekening zou ik het wel even uitzingen. Ik koos voor een klein Canadees dorp in buurt van Toronto. De ‘ogen in mijn rug’ speelden me in het begin veel parten, maar na een paar weken werd ik rustiger. Na de eerste rommelige maanden met wat hotels en pensions kon ik een appartement huren. Na weer een maand of wat kwam het besef dat er wel brood op de plank moest komen, dus ik zocht én kreeg een baan in de ICT.

Over ’thuis’ dacht ik liever niet na. Als ik dat al wel deed zoop ik me helemaal klem. Dan kwam de vergetelheid en de volgende dag ging ik weer over tot de orde van de dag.
Wat me ook zou overkomen in Canada: ik wilde geen relatie meer. Wel wat los – vaste scharrels natuurlijk, ik ben ook maar een man, maar ik bleef lekker alleen. Ik verdiende goed, ik had een fijn appartement en een mooie auto. Na een jaar genoot ik van mijn nieuwe, vrije leven: avontuurlijke vakanties, op zijn tijd een potje golf met collega’s en regelmatig een avondje stappen met wat vrienden.

Vijf jaar geleden kwamen de dromen.
Anja. Nederland.  Mijn broer. De kinderen. Schagen. Ik ging slechter slapen, mijn verleden hield me uit de slaap.
Mijn maten en mijn collega’s begonnen te vragen wat er aan schortte. Dat kon ik natuurlijk niet zeggen; ik had nooit iemand iets verteld van mijn gezin in Alkmaar.
Ik was op mijn veertigste naar Canada gekomen als vrijgezel die wat anders wilde dan Nederland.
De Nederlandse taal was ik zelfs al bijna kwijt.

Via Facebook en LinkedIn probeerde ik Anja, Naomi en Dennis op het spoor te komen. Contact zocht ik natuurlijk niet, maar ik kwam wel van alles te weten. Naomi had een relatie met ene Richard en ze hadden een kindje: Merel.
Van één foto was ik even goed beroerd: een trotse opa en oma met Merel. Anja was de oma, maar de opa kende ik niet. Daar had ik moeten zitten.

Morgen deel 2 van Peters verhaal: “Na de ontdekking van die foto ging het bergafwaarts met mij. Ik ging steeds minder met mijn vrienden op pad en ging steeds meer drinken….” 

Reageren

28 juli: Maak het verhaaltje af……

“Maak het verhaaltje af en kleur de plaatjes” was vroeger één van mijn favoriete opdrachten op de lagere school. Het leukst vond ik dan het onderdeel dat sommige verhaaltjes werden voorgelezen: dat anderen dan een heel ander einde had bedacht!

Voor mijn blog bedacht ik begin juli de schrijfopdracht: maak het verhaal af van het lied “De Noorderzon scheen”  van Conny Vandenbosch.
Vanaf het begin heeft die tekst mij geïntrigeerd.
Een man die zomaar uit z’n gezinsleven stapt om elders een heel nieuw leven te beginnen.
“Hij wou een ander leven dat niet uitgestippeld lag….” zingt Conny.
Luister hier >>> naar het lied:

Wil je de tekst er bij lezen? Klik hier De Noorderzon scheen  voor een PDF met de liedtekst.

Ik zag die vrouw dan in de keuken staan bij die snelkookpan en heb me altijd afgevraagd: hoe ging het verder? Af toe zocht ik eens op internet of er een vervolg was geschreven, maar ik vond niets.
Wat zou er gebeurd kunnen zijn?
Drie verhalen heb ik geschreven, alle drie met een heel andere afloop.

Ik ben begonnen met het verzinnen van namen voor de hoofdrolspelers in dit verhaal.
Morgen maken we kennis met Peter van den Berg en lees je het eerste deel van zijn verhaal. In de verhalen die ik heb bedacht rondom het lied ‘de Noorderzon scheen’ laat ik één van hen aan het woord in 2017. De man, de vrouw en één van de kinderen vertellen wat er is gebeurd en hoe de situatie nu is, twintig jaar na de verdwijning van Peter in 1997.

Drie heel verschillende scenario’s zijn het dus geworden.
In eentje komt hij terecht in  Noord-Amerika, in een andere versie in Afrika en hij eindigt ook een keer in Zuid-Amerika.
Voor mij was dit een heel nieuwe vorm van ‘schrijven’.
Mijn schrijfsels zijn altijd gebaseerd op iets wat is gebeurd, iets wat in werkelijkheid heeft plaatsvonden.
Nu kon ik mijn fantasie loslaten op het gegeven ‘wat zou er gebeurd kunnen zijn?’

Morgen begint”deel 1 van  het verhaal van Peter als volgt:
“Zestig ben ik nu. Je zou kunnen zeggen dat mijn leven uiteenvalt in drie delen….

Overmorgen lees je dan deel 2 van zijn verhaal:
Na de ontdekking van die foto ging het bergafwaarts met mij…” 

Reageren

19 juli: Teksten en gedichten van Merel.

Mijn collega kwam laatst met een leuke quote: ik laad je met rust.
Om even over na de denken. Ik zette het op mijn aantekeningenschrift dat altijd op mijn bureau ligt.  Als ik iets heb afgehandeld streep ik het door en na een week stond ‘Ik laad je met rust’ als enige aantekening nog niet doorgestreept.

Zou het een Loesje-tekst zijn?

Via Google zocht ik het op en ik kwam uit bij Merel Morre.
Merel Morre is voormalig stadsdichter van Eindhoven en ze heeft een eigen tekstbureau.
Ik las een aantal andere bekende quotes van haar, zoals ‘Hallo leven, trek iets moois aan, we gaan!
Mijn interesse was gewekt en ik zocht naar meer informatie over haar.
Ze zit ook op Facebook en Twitter. Ik niet, dus dat schoot niet op.
Maar ze heeft ook een website, daar las ik nog veel meer moois van haar hand.
Twee gedichten haal ik even voor het voetlicht.

Het eerste heet ‘Thuis ofzo’. Merel heeft het geschreven naar aanleiding van de ramp met de MH17 nu 3 jaar geleden. Hierbij een link >>> naar dat gedicht. Denk daarbij aan die eindeloze rij kisten die uit het vliegtuig werden gedragen en de grote verslagenheid die toen heerste in ons land. Wat ben je dan een kunstenaar met woorden als je daar zo’n mooi gedicht over kunt schrijven.

Voor het tweede gedicht moet je thuis zijn in de Nederlandse spreekwoorden.
Het heet ‘Zo’n dag’ en we hebben allemaal wel eens zo’n dag.

Ik verdronk in haar site; ik bleef maar lezen.
Wat een mooie teksten.
Inmiddels staat haar website ‘Met mijn ogen dicht ik alles heel’ >>> bij ‘mijn favorieten’.
Als je naar die website gaat, scroll dan even naar beneden, naar 18 februari, daar schrijft ze over het overlijden van Dick Bruna.
Ze verkoopt ook heel bijzondere sieraden met haar teksten erop, zie hiervoor de site ‘Dicht op de huid’>>>

En dat allemaal gevonden door één quote van een collega.

Reageren

19 juni: Dit jaar zal het anders zijn.

Als ik in de bibliotheek ben kijk ik altijd even bij de G van Goddard en de B van Binchy. Net als Goddard is Maeve Binchy één van mijn favoriete schrijfsters en heel soms vind ik een titel van haar die ik nog niet gelezen heb.

In april vond ik “Dit jaar zal het anders zijn”, korte Kerstverhalen. Ondanks dat het bijna Pasen was nam ik hem toch mee. Je weet niet of het er in december nog staat……
In twee dagen had ik het uit.

Verhalen over zwoegende moeders die hun best doen om het Engelse kerstfeest helemaal volgens de traditie te laten verlopen.
Maitresses van getrouwde mannen die met Kerst alleen maar zitten te wachten op dat ene telefoontje van hun geliefde die thuis bij zijn gezin is.
Gezinnen met pubers die allemaal meedoen met het toneelstukje ‘o wat hebben we het gezellig’.
Knorrige bejaarden die ieder kerstfeest verpesten en daar mee worden geconfronteerd.

Heerlijk. Tijdens het lezen over die typische Engelse kerstfeesten en kerstgewoonten moest ik denken aan Frea en Jon tijdens hun eerste gezamenlijke kerst. Wij Waninge’s hebben, vooral wat betreft het eten, niet echt een kersttraditie. Alles kan. Alles is ook al eens met Kerst voorbij gekomen. Zalm, gehaktballen, kip, Chinees, Italiaans, wat maar het beste uitkwam.
Maar dat kon niet in Jons hoofd. Het is KERST! Dat moet met kalkoen en spruiten en pudding. En nog een heleboel andere onbegrijpelijke dingen.
Met z’n tweeën hebben ze miniporties gemaakt van allerlei Engelse kerst-heerlijkheden.
Ze stuurden ons foto’s van hun gemutst op eerste kerstdag.
Rare jongens, die Engelsen…..

Reageren

1 mei: ‘De eerste dag’ van David Nichols.

Op mijn verjaardag kreeg ik van vrienden het boek ‘De eerste dag’ (One day) van David Nichols. Het bleef even liggen, maar na de levens van Jan Six wou ik even wat anders en begon aan dit boek over ‘Em & Dex’.
Het was inderdaad heel wat anders.

Het boek beschrijft steeds één dag uit het leven van hoofdpersonen Dexter Mayhew  en Emma Morley, namelijk de 15e juli. Het begint op die datum in 1988.
Ze zijn beiden net afgestudeerd en brengen de nacht met elkaar door. Ze vinden elkaar erg leuk, maar nemen na één dag al afscheid: hij gaat reizen. Ze wisselen hun adresgegevens uit en spreken af om met elkaar in contact te blijven.
Bij het volgende hoofdstuk ben je één jaar verder. Je bent dan benieuwd: hoe is het nu met ze? Wat doen ze nu? Hebben ze iets samen? Na één jaar: nee dus. Ze zijn wel vrienden gebleven maar leiden beiden hun eigen leven.

Iedere keer als er een nieuw hoofdstuk begint stel je jezelf weer dezelfde vragen.
Het was een boek dat ik moeilijk weg kon leggen.
Je bent namelijk steeds erg benieuwd hoe het verder gaat.

Is ze nou samen gaan wonen met DIE vent?
Waaat? Is ’t ie ontslagen?
Huh? Trouwen?
Breekt ze nou eens door?
Wat nou dan? Een kind?

Lachen en huilen, dat deed ik om dit boek.
Je leeft door de jaren heen met Emma en Dexter mee.
Soms zou je ze een schop onder hun kont willen geven en soms zou je een arm om hun schouder willen slaan; je gaat van ze houden, het zijn mensen zoals jij en ik met hoogte- en dieptepunten, lief en leed, domme fouten en successen. Ze hebben relaties met ouders, collega’s, vrienden en doen dat ook niet altijd even  handig……eigenlijk allemaal heel herkenbaar.
Ze kunnen niet zonder elkaar en niet met elkaar.
Ik zal niets verklappen, maar er is een moment in het boek dat je een bladzijde hebt uitgelezen en met stomheid geslagen met het boek in je handen zit. En dan is het nog  niet uit…..

Mooi boek. Nichols schrijft onderhoudend en humoristisch. En realistisch.
Een ander boek van hem heet ‘Wij’.
Binnenkort maar eens op zoek in de bibliotheek.

Reageren

29 maart: Met Geert op de bank.

De afgelopen maanden zat ik regelmatig met Geert op de bank; met een kopje koffie of thee of een glaasje port. Ook zat ik ’s morgens lekker in het zonnetje met Geert of ’s middags met hem onder de pergola als het mooi weer was. Ik ging nog net niet met Geert naar bed, want dat vindt Gerard niet zo gezellig.

Geert is dit geval niet de populist van rechterflank van onze politiek, Geert is de schrijver van het boek ‘de levens van Jan Six’, Geert Mak.
Ik kreeg het boek op mijn verjaardag van de kinderen. Mak was gevraagd om een blik te werpen op het familie-archief van de huidige Jan Six met de bedoeling om daar een klein boekje over uit te brengen. Maar toen hij aan zijn zoektocht door het verleden van de familie Six begon bleek er stof genoeg voor een hééééél dik boek.

Het begint met verhaal van de Frans/Vlaamse familie Six, die door oorlogen en godsdiensttwisten vanuit Noord Frankrijk via Belgie naar Nederland trok. In 1586 kwam de familie Six in Amsterdam terecht. We lezen over grootvader Charles; over zoon Jean die trouwde met Anna Wijmer en samen met haar tot grote welstand komt en dan begint het verhaal van de eerste Jan Six die in 1618 in Amsterdam werd geboren. Mak neemt je mee op een reis door de tijd, je leest hoe het de Sixen de eeuwen door vergaat. Het verhaal gaat over de familie Six, maar ondertussen hoor je van alles over de politieke toestand in Amsterdam/Nederland, over de economische verhoudingen in de wereld en hoe de Amerikaanse Onafhankelijkheid, de Franse revolutie, de 1e en de 2e wereldoorlogen invloed hadden op de levens van de verschillende Jannen.

Het boek las ik met mijn tablet er naast. Beschreef Mak een schilderij, dan zocht ik het met behulp van Google op. Had hij het over een bekende figuur waar ik nog nooit van gehoord had, dan speurde ik op internet naar meer nieuws over deze persoon.
Wat een prachtig boek is dit. Je leest over de schilder Rembrandt die een prachtig portret schilderde van de eerste Jan, over Jan’s schoonvader Nicolaas Tulp, over huwelijken die gesloten worden, kinderen die geboren worden, archiefstukken die verrassende details aan het licht brengen, bijzondere attributen met een eigen verhaal, kortom: genieten als je van geschiedenis houdt.
Op de achterkant van het boek staat: Geert Mak is de geschiedenisleraar die we allemaal graag hadden willen hebben.

Wat Mak in zijn boek meesterlijk beschrijft is de ‘historische sensatie’ die hem regelmatig overvalt. In zijn epiloog schrijft hij daarover: ” .…. het contact krijgen met de verleden tijd, erin overgaan en ermee samensmelten, al is het maar voor de beperkte duur dat men een oude penning in handen houdt, door de ruïne van een middeleeuws kasteel stapt, of naar een lied van Schumann luistert en een déja-vu-ervaring meemaakt, waardoor men zich voelt teruggevoerd naar een plaats en een tijd die herkenbaar zijn, maar waar men toch nooit was.”
Hij maakt trouwens wel lange zinnen ……..

Hier beschrijft Mak precies wat ik ook beleef bij het betreden van oude gebouwen, het bladeren in oeroude boeken of het vasthouden van een stuk prehistorisch gereedschap.
“Iedere liefhebber van geschiedenis herkent dat” zegt Mak hier zelf over.
Hou je niet van geschiedenis, begin dan niet aan ‘de levens van Jan Six’; het is namelijk geen roman.
Maar herken je de historische sensatie uit de vorige alinea?
Snel naar de boekhandel of de bibliotheek!

Reageren

Pagina 11 van 15

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén