Sinds vorige week hebben wij een hondje bij de cantorij-repetitie. Een beagle; ze heet Lisa. De bezitters van deze hond zingen sopraan en tenor bij ons koor en kunnen de hond niet een hele avond alleen laten. Als wij er last van hadden dan moesten wij het maar zeggen, dan zouden ze om en om thuisblijven.
Dat is natuurlijk niet echt een optie; niemand kan gemist worden bij ons ‘kleine maar fijne’ koortje, de hond mag dus mee. Ze wordt ‘de waakhond’ genoemd. En Bello. En ‘lieffie’.
Het geeft een extra dimensie aan onze kooravond. De hond scharrelt gezellig rond, snuffelt onder stoelen en aan tafels, onderzoekt de lessenaar van de cantrix en staat af en toe een beetje in de weg. Halverwege de eerste helft heeft ze alles in zich opgenomen en gaat liggen, maar ze blijft wel opletten. Je weet het met dit koor namelijk nooit. Vorige week was ze een beetje in slaap gesukkeld toen wij plotseling allemaal tegelijk gingen staan. Paniek bij Lisa. Ze schrok, sprong op en, wilde wegrennen, maar het zeil was glad en ze gleed al krabbelend alle kanten op. Dat gaf wel wat reuring, maar daar bleef het ook bij. Onze cantrix (cool is the rule) doet alsof er helemaal geen hond is. Stoïcijns blijft ze dirigeren terwijl Lisa om haar heen snuffelt.
Gisteravond ging het trouwens al een stuk beter, zelfs aan ons en ons gezang kun je kennelijk als hond wennen.
We zijn nu de liederen aan het oefenen voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar, 20 november. Bij één lied hebben de tenoren een aantal heel hoge noten, daarom zingen twee lage alten met hen mee; ik dus ook. Een uitdaging vind ik het. Ook de andere partijen hebben lastige noten, dus we moesten hard werken om het onder elkaar te krijgen. Cantrix deed haar best om er iets positiefs over te zeggen: “Het gaat al beter dan vorige week…!” Naast mij fluisterde iemand: “Dat kan ook al gauw.”
Fijn gezongen gisteravond.
Genoten van de liederen en alle randverschijnselen, o.a. van vileine opmerkingen als “hoezo dromen, dit lijkt wel een nachtmerrie…”.
En van Lisa. Wat een lieffie!