een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Muziek Pagina 24 van 37

4 november: Cantorij met een beagle.

Sinds vorige week hebben wij een hondje bij de cantorij-repetitie. Een beagle; ze heet Lisa. De bezitters van deze hond zingen sopraan en tenor bij ons koor en kunnen de hond niet een hele avond alleen laten. Als wij er last van hadden dan moesten wij het maar zeggen, dan zouden ze om en om thuisblijven.
Dat is natuurlijk niet echt een optie; niemand kan gemist worden bij ons ‘kleine maar fijne’ koortje, de hond mag dus mee. Ze wordt ‘de waakhond’ genoemd. En Bello. En ‘lieffie’.

Het geeft een extra dimensie aan onze kooravond. De hond scharrelt gezellig rond, snuffelt beagleonder stoelen en aan tafels, onderzoekt de lessenaar van de cantrix en staat af en toe een beetje in de weg. Halverwege de eerste helft heeft ze alles in zich opgenomen en gaat liggen, maar ze blijft wel opletten. Je weet het met dit koor namelijk nooit. Vorige week was ze een beetje in slaap gesukkeld toen wij plotseling allemaal tegelijk gingen staan. Paniek bij Lisa. Ze schrok, sprong op en, wilde wegrennen, maar het zeil was glad en ze gleed al krabbelend alle kanten op.  Dat gaf wel wat reuring, maar daar bleef het ook bij. Onze cantrix (cool is the rule) doet alsof er helemaal geen hond is. Stoïcijns blijft ze dirigeren terwijl Lisa om haar heen snuffelt.
Gisteravond ging het trouwens al een stuk beter, zelfs aan ons en ons gezang kun je kennelijk als hond wennen.

We zijn nu de liederen aan het oefenen voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar, 20 november. Bij één lied hebben de tenoren een aantal heel hoge noten, daarom zingen twee lage alten met hen mee; ik dus ook. Een uitdaging vind ik het. Ook de andere partijen hebben lastige noten, dus we moesten hard werken om het onder elkaar te krijgen. Cantrix deed haar best om er iets positiefs over te zeggen: “Het gaat al beter dan vorige week…!” Naast mij fluisterde iemand: “Dat kan ook al gauw.”

Fijn gezongen gisteravond.
Genoten van de liederen en alle randverschijnselen, o.a. van vileine opmerkingen als “hoezo dromen, dit lijkt wel een nachtmerrie…”.
En van Lisa. Wat een lieffie!

Reageren

29 oktober: Niemand weet hoe laat het is.

youpIn mijn zomervakantie hoorde ik op een avond in het programma ‘Volgspot’ van Hylco Span het lied “Niemand weet hoe laat het is” van Youp van het Hek.
Dat lied kende ik al, het komt uit zijn oudejaarsconference van 1989.
Toen heb ik het ook gehoord.
“Goed lied” vond ik toen.
Maar toen was ik achter in de 20 en in die zomer bevallen van onze tweede dochter.
Dan sta je heel anders in het leven dan halverwege de vijftig met een erfelijke vaatziekte.

Later hoorde ik nog eens flarden van het lied tijdens een documentaire over Van het Hek.
Ik was bezig met het levensboek van mijn moeder (foto’s scannen) toen het lied voorbij kwam. Aandachtig luisterde ik er naar; dat kwam wel binnen.
Vandaag plaats ik de tekst op mijn blog; afgelopen week gebeurde er weer iets in mijn omgeving dat me weer deed denken aan dit lied.
Om nog eens over na te denken en me steeds weer in te prenten: vier het leven!

Vannacht in m’n slaap word ik plots overvallen
straks komt een auto en die rijdt me kapot.
Wanneer zal de dood zijn fiets bij mij stallen?
Wat zal mijn clou zijn? Hoe is mijn plot?
Misschien zegt de dokter: ‘Meneer,  nog twee maanden’
en word ik door een slepende ziekte gesloopt.
Men zegt dat dat beter is voor nabestaanden
maar twee maanden pijn is toch niet wat je hoopt….
“Deze dag is de eerste van de rest van mijn leven!”
dat denken er velen bij hun ontbijt,
terwijl ik altijd denk: “Ik heb nog maar even
dit wordt de laatste van een prachtige tijd.”
Dus moeten we dansen en moeten we vrijen,
moeten we lachen en drinken vol vuur.
Lief hou me vast want nu ben ik nog bij je
tijd is toch geld, dus het leven is duur
en ik merk elke dag dat ik me vergis
en dat er dan nog een uur over is.

Jij mag niet doodgaan en ik wil niet sterven,
laat staan onze liefste, denk niet aan ons kind.
Zijn dood zal ons leven voor altijd bederven
terwijl ze misschien een hemel daar vindt.
Niemand mag doodgaan, niemand verdwijnen,
maar je weet net als ik, er gaat steeds zoveel mis
met auto’s en veerboten, vliegtuigen, treinen,
niemand weet hoe laat het is.
Is het vijf voor twaalf of net half zeven?
Hoeveel uur heb ik nog of rest mij een kwartier?
Hoelang mag ik doorgaan nog doorgaan met leven?
Ik heb echt geen idee en ik grijp het plezier.

Dus moeten we dansen en moeten we vrijen
moeten we lachen en drinken vol vuur.
Lief hou me vast,  want nu ben ik nog bij je
tijd is toch geld dus het leven is duur.
En ik merk elke dag dat ik me vergis
en dat er dan nog een uur over is.

Ik weet als ik later groot ben
en ook bijna dood ben,
dan is al die angst niet nodig geweest
maar altijd de bangste, altijd die angsten
maakte mijn leven tot een schitterend feest!
Want we hebben gedanst en we hebben gevreeën,
we hebben gelachen en gespeeld met het vuur.
God verbood wat we allemaal deden
leef toch je leven als je allerlaatste uur!

Klik hier >>> voor een filmpje op You Tube.
Een uitvoering met een klassiek strijkje.
De man kan niet echt mooi zingen; maar wat een prachtig lied.

Reageren

28 oktober: Meisje uit Nazareth.

Woensdagavond woonde ik een lezing bij van Sytze de Vries, weer zo’n fijn item uit het paarse boekje met activiteiten van onze PKN-gemeente.
Sytze is een veelzijdig man; predikant, theoloog, tekstschrijver, dichter en publicist.
En ook zanger, zo te zien aan de foto’s op zijn website >>>.
Het onderwerp van de avond was ‘Maria, de vrouw met de vele sluiers’.
In de aankondiging stond o.a.: de traditie heeft dit Joodse meisje met vele sluiers omhangen. Wat vertellen die tradities? En welke plaats geeft de bijbel haar?

Ik hoorde veel nieuws woensdagavond. Opgevoed in de Hervormde traditie hielden wij ons verre van ‘de aanbidding van de heiligen (met Maria als super-heilige) zoals de katholieken dat doen’. Woorden van mijn vader.
De Vries bracht gelijk al een nuance aan in die woorden; katholieken aanbidden de heiligen niet, ze vereren ze. Dat is iets anders.
Eerst liet hij ons in woord en beeld zien hoe en wanneer Maria in ‘onze’ bijbel voorkomt. mariaDaarna vertelde hij over het evangelie van Jacobus >>>, een apocriefe tekst van het nieuwe testament. Het vertelt over Joachim en Anna, de ouders van Maria en over de geboorte van Maria (die ook zonder geslachtsgemeenschap tot stand kwam), over hoe Jozef en Maria bij elkaar kwamen (Jozefs staf ging als enige bloeien) en over een vroedvrouw met een verbrande hand.
Met open mond heb ik zitten kijken en luisteren. Wist ik allemaal niet!

De rode draad in het verhaal van De Vries waren de vele gezichten van Maria.
De maagd. De moeder Gods. Als vrouw van smarten. Als voorvechtster voor vrouwen. Maria als symbool van de bruid van Christus.
Tussen de verhalen door zongen we bijpassende liederen begeleid door Arjan Schippers op het orgel.
Geen moment heb ik me verveeld op de deze avond; de lezing was erg interessant en ik betrapte mezelf regelmatig op de gedachte ‘dat moet ik nog even nazoeken op internet’.
Als het straks kerst is zal ik met andere ogen naar Maria kijken.

Eigenlijk zou ik bij dit blog een mooie klassieke uitvoering van het ‘Ave Maria’ moeten plaatsen. Of een toepasselijke tekst van Sytze zelf over dit onderwerp. Zoek daar zelf maar even naar op internet. Want voor mij past er maar één lied bij dit verhaal over Maria en dat is een kinderliedje van Elly & Rikkert Zuiderveld.

Meisje uit Nazareth, door God apart gezet.
Hij zond een engel vanaf zijn troon
Die haar de boodschap bracht, “Ik heb aan jou gedacht,
jij zult de moeder zijn van mijn Zoon.”

Luister hier >>> naar dit eenvoudige liedje, dat de Maria uit mijn hervormde achtergrond combineert met de katholieke Maria, bezongen in het Ave Maria.

 

Reageren

20 oktober: Whispering hope

Een week of twee geleden hoorde ik bij de Arbeidsvitaminen op Radio 5 tot mijn grote verrassing het lied ‘Whispering hope’ van zonnige-klankenMieke Telkamp en Yvonne Oostveen uit 1961.
De titel en de melodie zijn mij zeer bekend.
Als twaalf jarig meisje zat ik bij Marinus Boer in Dwingeloo op gitaarles, samen met mijn jeugdvriendinnetje Alny Bolding,
Op zaterdag kregen we les en op woensdag brachten we het geleerde in de praktijk in de ‘Mandolineclub’.
Accordeons, gitaren,  mandolines, drum: er zat een heel orkest en Marinus zwaaide de scepter. We speelden liedjes uit de boekjes ‘Zonnige klanken’. Plaisir d’amour, Green sleeves, de bloemenwals, my lady of Spain : zomaar wat titels van muziek die wij toen speelden. Ook ‘Whispering hope’ stond op ons repertoire.

Jaren later leende ik af en toe een accordeon van mijn ome Wim en ik leerde mijzelf de liedjes die nog in mijn hoofd zaten: o.a. Droomland, in ’t groene dal, én Whispering hope. Tot vorige week had ik nog nooit een vocale uitvoering gehoord en toen kwam Mieke Telkamp voorbij. Ik kan niet goed uitleggen wat er dan gebeurt in  mijn hoofd. In ieder geval brengt het emotie teweeg. Marinus, de mandolineclub, de accordeon van ome Wim, de Zonnige klanken, mijn eigen accordeonspel: alles komt bij elkaar als ik zo’n liedje hoor. Tranen. Gewoon omdat ik het dan zo mooi vind  wat ik hoor. Het is een opname uit 1961; hierbij een link naar een YouTube-video. Bijna deftig gezongen. De stemmen sopraan en alt, passen heel mooi bij elkaar. Maar het is wel echt muziek uit de oude doos.

Ik ben er ontzettend blij mee. De verrassing is er nu natuurlijk wel af, maar als hij voorbij komt op mijn MP3-speler geniet ik er intens van. Sweet memories.

P.S. Twee weken geleden schreef ik dit blog, ik had het vanmorgen ‘klaargezet’ voor publicatie vanavond om 19.00 uur. Bij de Tineke-Show op Radio 5 hoorde ik vanmiddag dat Mieke Telkamp is overleden. Ze was een heel beroemd zangeres in Nederland, vooral in de jaren ’50 en ’60. Net voor mijn tijd dus. Eigenlijk kende ik haar alleen maar van haar grote hit “Waarheen, waarvoor” en van de Dikvoormekaar-show van André van Duin, die haar steevast aankondigde als Mie Ketelkamp……
Dit blog is dus posthuum eerbetoon aan haar, ik weet pas sinds twee weken dat ze meer heeft gezongen dan alleen die ene ‘uitvaarttopper’ die werd uitgebracht in 1971.

Reageren

17 oktober: Kampvuur-akkoordjes.

Afgelopen  vrijdag schreef ik al over gitaarspelen, dat ik aan het oefenen was voor de Taize-viering. Die was gisteravond.
Vrijdagavond was de generale repetitie met de Op de Helte-cantorij en geloof het of niet: ik kreeg weer een standje van de dirigent. “Er is iets met die gitaar. Het lijkt alsof het tempo wordt opgedreven….”.
Mea culpa. Goed kijken naar de cantrix, Vrieswijk!

Even later kwam cantrix Thysia het podium op om te overleggen over de akkoorden.
“Ik speel deze niet mee” vertelde ik; de akkoorden waren o.a. Fis-mineur en Cis-mineur, te moeilijk voor mij.
kampvuur“Jij bent meer van de kampvuur-akkoordjes” constateerde de cantrix.
Precies! Sinds ik aan de Taizé-vieringen meedoe heb ik al heel wat bijgeleerd, maar er is wel een grens aan wat ik kan. Of wil kunnen. Piety, mijn Taizé-gitaar collega, kan akkoorden bij muziek zoeken. En de Fis-mineur en de Cis-mineur spelen.
Het is heerlijk om met haar samen in het combo te spelen, het ontneemt mij de stress van de ingewikkelde akkoorden, door haar kan ik ten volle van het musiceren genieten.

En dat deden we! Wat een fijne Taizé-viering hadden we. Cantrix Thysia straalde als dirigent een aangename rust uit en liet sommige liederen rustig 5 tot 8 keer zingen. Dat is ook bedoeling van die liederen; je komt in een soort cadans en je laat je meevoeren op de melodie. Sommige liederen durfde ik zelfs mee te zingen.

Vorig jaar zat ik in de kerkzaal tijdens de Taizé-viering. We zaten toen middenin de stress en emotie van Gerard’s ziek-zijn en ik kon de moed niet opbrengen om me in te zetten voor het combo.  Nu zat Gerard in de zaal en ik speelde weer gitaar, deze keer samen met Piety. Het voelde heel erg goed. En voor het eerst twee gitaren, wat een luxe. Als ik nu eens een akkoord mis speelt zij gewoon door.

En die moeilijke Cis-mineur en Fis-mineur?
Piety bedacht dit weekend nog een constructie waarbij de klem op de vierde fret werd gezet. Nu konden we lied in A-mineur spelen. Een kampvuur-akkoordje.
Kon ik toch meespelen!

Reageren

13 oktober: Stel dat het zou kunnen…?

Vorige week volgde ik de bijbel quiz op televisie.
Vond ik leuk! Niet te traag, niet te oubollig en positieve aandacht voor de bijbel. Korte video’s met interessante onderwerpen en niet te simpele vragen.

Een van de kandidaten was Jan Rot.
Hij haalde wel de finale, maar winnaar werd Gert-Jan Segers.
In het voorjaar bracht Jan mij in tranen. Ik stond in de auto te wachten op iemand die met mij mee zou rijden. Op de radio (Tineke show, Radio 5) ging het over een liedje dat de Annie M.G. Schmidt  – prijs had gewonnen. Ik dacht dat het lied ‘Annelie’ kwam van Daniel Lohues, maar het was een lied van Jan Rot, “Stel dat het zou kunnen”.

janOmdat ik alleen in de auto zat en niet aan het rijden was kon ik goed naar het lied luisteren. En dat kwam behoorlijk binnen; het lied  neemt namelijk een onverwachte wending. Jan stelt de vraag: “Als je een uur door mocht brengen met iemand uit de geschiedenis, met wie zou je dan  dat uur doorbrengen?” Hij suggereert allerlei groten der aarde: Marten Luther King? Elvis? Bach?   En dan komt het tweede deel: ‘Nee, geef me maar een uurtje, met m’n eigen moeder’ .

Dit lied legt de essentie van het leven bloot. Wat is belangrijk in je leven? Je ouders, je vrienden, je eigen partner.
Wat een prachtige tekst. Met zinnen als: (over zijn vrienden) “er zijn er iets te veel die ik mij beter had gegund…”

Dat Jan die prijs won was mij helemaal ontgaan. Maar wat een terechte toekenning. Wat een taalkunstenaar is die man. Luister hier >>> naar dit bijzondere lied en oordeel zelf.

“Dan kroop ik in haar armen en zij streek door m’n haren en zei met milde spot: “God, kind, wat ben je groot….”
De heimwee in het lied grijpt je naar de keel.
De boodschap is: geniet van je naasten zolang ze er zijn.

Reageren

5 oktober: Blauwe korenbloemen

Toen we deze zomer tijdens een iets verregende fietstocht langs de IJssel fietsten (zie 11 augustus >>>) stonden er in de bermen klaprozen en zomermargrieten. Ook zagen we een heleboel blauwe korenbloemen. In mijn met muziek doordrenkte brein popt dan het liedje “Blauwe korenbloemen” op, in 1971 op de plaat gezet door de zusjes de Roo uit Emmen. Een enorme hit en een enorme smartlap: ik blèèèr het luidkeels mee! Als ik alleen thuis ben……

.... pluuuhkte jij voor mij.....

…. pluuuhkte jij voohoor mij…..

“Kiek, blauwe korenbloemen” zei ik,  waarop Gerard spontaan de eerste regel van het lied inzette.
Hij kent dit liedje ook, omdat we het hebben gezongen op het afscheidsfeest van juf Renny Bron van basisschool ‘de Haven’ in 1998.
De ouders van destijds was gevraagd om op een soort bonte avond iets voor Renny te doen.
Wij zongen met een groep ouders (de latere Havenstappers)  o.a. dit lied met de volgende tekst als refrein:

Zij gaat ons verlaten
Wij zijn niet meer blij.
Zij gaat naar de Woldzoom
Zonnige dagen, die zijn nu voorgoed voorbij.

Je kunt het zo meezingen als je op bijgaande link >>> klikt.

Wij zongen het destijds met veel gevoel voor dramatiek en met een snik in de stem; wat ik me er van herinner is de onbedaarlijke lol die we die avond hebben gehad met elkaar.
Het afscheid was vervelend (voor ons), maar het feest was onovertroffen.
Wat zo’n korenbloem al niet in mijn hoofd teweegbrengt.

Reageren

15 september: Hoogersmilde blues.

Gisteravond zat ik rond kwart voor acht in de auto. Mijn moeder was opgenomen geweest in het ziekenhuis, maar mocht gelukkig al weer naar huis en ik had nog even bij haar koffie gedronken. Het was een prachtige, zwoele zomeravond en tegen zonsondergang zaten in Smilde nog wat groepjes mensen aan de kant van de vaart. Beetje vissen, beetje teuten. Dat zijn de momenten waarop ik speldenprikjes heimwee in mijn buik voel.

Aan de stille kant van die Drentse Hoofdvaart hebben Gerard en ik de eerste jaren van ons huwelijk gewoond. Daarvoor had ik er jaar in jaar uit langs gefietst naar de Mavo (Smilde) en de Havo (Assen).
Toen wij aan de vaart woonden genoten we van de charmes die zo’n kanaal voor je deur met zich meebrengt. ’s Zomers vissen. Soms in de winter schaatsen. Genieten van een ganzenfamilie in de vaartwal. Ik kan me nog herinneren dat ik er eens zat te vissen met een hengel zonder aas aan het haakje. Dat kwam omdat Gerard er niet bij was en stel je voor als ik dan wat ving! Ik durfde zelf de vis niet van de haak te halen. Maar zonder hengel alleen aan de vaart zitten was ook een beetje raar, daarom viste ik met een leeg haakje. “Wilt wat bieten?” “Ja heur….”

een slieve

een slieve

Gerard en ik  koesteren de herinnering aan Jan Knelis, een boer die een eindje verderop woonde. Hij fietste op een avond langs ons huis terwijl wij aan de vaartkant zaten. Hij stapte af en vroeg of wij zin hadden aan verse, koele karnemelk. Die had hij namelijk net opgehaald bij zijn broer vandaan. De melkbus stond achter op zijn pakjesdrager.
We kregen de verse karnemelk aangereikt in een ‘slieve’ die in de melkbus zat, we mochten hem zo aan de mond zetten. Lekkerder karnemelk heb ik nooit meer gehad.

Eenmaal in Roden was het ook wel weer over met de heimwee.
Op het beursterrein is men al druk bezig de Jaarbeurs op te bouwen.
Nog een dikke week: dan is weer de Rodermarktfeestweek!

Reageren

13 september: Disneyprinsessen & Raketten.

Tussen de middag zaten we met collega’s onder een grote parasol even lekker buiten; heerlijk, even met m’n breiwerkje en m’n broodje & karnemelk weg van het beeldscherm. broodtrommel

Eén van de mannelijke collega’s haalde z’n brood uit een trommeltje met drie Disneyprinsessen er op.
Een vrouwelijke collega kwam naast hem zitten, pakte het trommeltje op en vroeg:
“Wat is dit den nou, Jan….!”
Jan werd er niet heet of koud van. Het gezinslid van wie het trommeltje ooit was wil er waarschijnlijk niet meer mee gezien worden, want hij antwoordde:  “Ja, dizze was nog over. Dei laotn ze veur mie liggen. Kiek. Doornroosje…..”

Vanmiddag, zo’n beetje op het heetst van de dag, kwam een andere collega met een doos raketbinnenlopen. “Wie wil er een waterijsje?”
Iedereen. We kregen allemaal een raket. Een raket!
Het is altijd wonderlijk wat zoiets in  mijn hoofd teweegbrengt.
In gedachten zie ik de ligweide en het loket van zwembad ‘het Bosbad” in Hoogersmilde.
kwartjeEn ik voel het kwartje weer dat ik meekreeg van mijn moeder voor iets lekkers.
Een Ola Raket kostte een kwartje, maar een snoepketting (met van die bleke snoepjes met een gat aan een elastiekje) en een dropveter waren snoepkettingsamen ook 25 cent.
Ingewikkelde keuze’s voor een kind van 8.

De Disneyprinsessen deden me denken aan de tijd dat mijn kinderen nog klein waren, het raketijsje brengt me terug naar mijn eigen jeugd.
Sweet memories.

Reageren

8 september: Doodgewoon Piet.

Gisteren had ik een volle werkdag: veel afspraken, veel dingen uitwerken, veel losse eindjes afhechten (ik ben een breister hé?), kortom lekker bezig.
Thuis heb ik bij ‘lekker bezig’ altijd de radio aan, maar op mijn werk wordt dat niet op prijs gesteld.
Inmiddels heb ik ontdekt dat ik wel radio kan luisteren zonder dat mijn collega’s mee hoeven te luisteren.
De oortjes van mijn MP-3 speler passen ook in mijn werkcomputer, zodoende begint mijn werkdag met Henk en Manuela (Wekker Wakker)  en drink ik koffie met Jan Steeman (Arbeidsvitaminen).  Wil iemand praten of gaat mijn telefoon, dan gaan de oortjes onmiddellijk uit.

Teddy Scholten

Teddy Scholten

Gistermorgen kwam er weer zo’n liedje voorbij waarbij de herinneringen spontaan naar boven kwamen. Als er in mijn jeugd iemand Piet heette, dan zong mijn vader altijd: “De mijne heet Piet, doodgewoon Piet…!”
Het bijbehorende liedje hoorde ik gisteren voor het eerst; het wordt gezongen door Teddy Scholten.

In keurig Nederlands zong ze over de oer-Hollandse naam Piet. Wat een leuk liedje! Hierbij een link >>> naar een Youtube-video

Ze zong het in 1959, buitenlandse namen waren kennelijk toen ook al in zwang.

What’s in a name? Soms best veel.
Gerard en ik hebben voor onze kinderen Noord-Nederlandse namen gekozen.
Freerkien, (Frea) Harmina (Harriët) en Cornelia Trijntje (Carlijn).
Daarmee hebben we de namen van onze ouders en tante Trijn verbonden met die van onze kinderen en het belang van de familiebanden onderstreept.

En overigens: de mijne heet Geert. Doodgewoon Geert.

Reageren

Pagina 24 van 37

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén