De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 januari: Vitamine M

Het is januari. Volgens sommigen samen met februari een deprimerende maand.
Dat gevoel deel ik niet; januari geeft mij altijd een opgeruimd gevoel.
Een nieuw jaar met een agenda die nog redelijk wat ruimte biedt.
Tijd om binnen wat dingen uit te zoeken en wat kastjes op ruimen.
Afgelopen week deden ze bij Radio 5 hun uiterste best om de luisteraars op te vrolijken: men introduceerde het happy hour.
Dit stond er op hun website:
In wat gemiddeld de druilerigste week van het jaar is, geeft NPO Radio 5  je een beetje extra. Twee keer per dag – wanneer blijft voor iedereen een verrassing – wordt een uur lang alleen de vrolijkste muziek gedraaid! Noem het Vitamine M(uziek).
Hoor je de bel? Vraag dan gauw je plaatje aan, of nee: twee! Want tijdens het Happy Hour draaien we van één luisteraar twee favorieten. Let daarbij wel op dat je plaatjes aanvraagt van twee verschillende artiesten, dan blijft het lekker fris en afwisselend.

Door werk en andere verplichtingen heb ik lang niet alles gehoord, maar het initiatief is natuurlijk prima!
Maar……waar word je vrolijk van?
Dat is voor ieder mens verschillend.
Iemand werd heel blij van ‘Engelbewaarder’; voor mij een reden om de radio even uit te zetten.
Maar ik vond het een leuk initiatief: alles beter dan het gezeur over die lastig door te komen eerste maanden van het jaar.

Mijn advies: doe dingen waar je hart van gaat zingen.
Als je dit blog volgt weet je wat voor dingen dat voor mij zijn.
Gistermorgen was er even weer zo’n klein geniet-evenementje: een afspraak in Assen met schoonzus Ali (van de Aaltje-dagen).
We hadden elkaar al een tijdje niet meer echt gesproken. Wel gezien natuurlijk op verjaardagen en familiebijeenkomsten, maar we zitten niet altijd naast elkaar en soms is zij er wel en ik niet of andersom.

“10.00 uur koffie bij Plein 10” spraken we af.
Daarna zouden we wel zien; nog even winkelen misschien, ergens een broodje of zo.
Na de cappuccino met gebak vroeg Ali na anderhalf uur: “Heb jij nog boodschappen?”
Nee. En we zitten eigenlijk ook wel lekker.
Lang verhaal kort: we liepen even om de hoek naar C&A voor een broek en namen daarna weer tegenover elkaar plaats aan een tafeltje bij de Hema. Lekker broodje en een kop thee.
Toen zaten we ook weer lekker.
Drie uren vlogen om.

Gistermiddag moesten er wat dingen in de oven (appeltaart, breekbrood).
Schillen, mixen, kneden, snijden; ik stond meer dan een uur bij het aanrecht.
Ik zette de Theresiënmesse van Joseph Haydn op en zong de altpartij mee.
Vitamine M!
Daar gaat mijn hart van zingen; zo creëerde ik mijn eigen happy hour ‘in de gemiddeld druilerigste week van het jaar’.

Reageren

19 januari: Wat gao’we doen?

“Dunderdagmörgen um 10.00 uur; tot dan!”
Zo eindigde mailwisseling die ik haar met Henny, de coördinator van de schrievers die nou en dan een stukkie inlevert veur een column in de rubriek ‘Moi Noordenveld’. Gustermörgen zaten we bij mekaor op uutneudiging van Maria, uutgever van het streekblad ‘de Krant’: Tea Nijnuis, Henny Bouwman, Lammert Douwes, Bert Blaauw, Anne Doornbos en ik.
Zij kenden mekaar al, ik haar drie van de vief nog nooit ontmoet.

We mussen het over een paar dinge hebben.
‘Wat goa’we doen met Meertmaond Streektaolmaond?’ was ien van de vraogen.
Der weur ofspreuken dat der in de meertmaond iedere dag een Drents woord op de website van ‘de Krant’ stiet en dat der in de papieren kraante alle weken een overzicht komp van alle woorden die veurbijkommen bint.
Misschien komp der dan an ’t einde van de maond een ‘woord-van-de-maond’-verkiezing, maor dat hangt nog van een paar aandere dinge of.
Het was mooi um het mekaar over typisch Drentse woorden te hebben.
‘Kevot’ bijveurbeeld. Haar ik nog nooit van heurd. Het bliekt een Drents woord veur enveloppe/couvert te weden, dat in de Franse tied in Nederland in zwang raakte.

In het kader van ‘Veurlezen op de basisschoelen in Noordenveld’ vreug Tea of wij nog veurlezers wussen.
Iene wus ik der: ik heb mij opgeven as veurlezer op een basisschoele in Roden.
Maor wij hebt nog gien veurlezers genog!
Woon ie in de buurt en praot ie de streektaol? Geef joe dan op!
Kan bij mij via een reactie op dizze website.

Toen ik vreug wat der dan zoal veurlezen weur, bleek dat het Huus van de Taol boekies en programma’s anböd.
Ze hebt bijveurbeeld ok het programma ‘Wiesneus’; dat is een methode um speulenderwies Drents te leren.
Der heurt ok een website bij met liedties, verhaolen, gedichies en spellegies in ’t Drents. Alles is ok te beluusteren: zo kunt kinder op een laagdrempelige manier kennismaken met het Drents. In de Meertmaond Streektaolmaond geeft ze ok een tiedschrift uut under de naom ‘Wiesneus’ dat dan uutdield wordt op de schoelen in Drenthe.  Beneid? Hierbij een link naor de website.

Mooi um mekaar zo ies te ontmoeten!
Wij blieft met mekaar de column ‘Moi Noordenveld’ verzörgen en wie wet komp der nog ies een podcast. Gister weur der opperd dat het misschien wel mooi zul weden wat woorden uut het Roons en uut het Westerkwartiers naost mekaor te zetten en ies te kieken hoe bepaolde woorden en klanken tot stand kommen bent. En hoe komp het eigenlijk dat Westerkwartiers volgens de Grunnegers van het Hogeland gien Grunnings is? En dat het Roons volgens de Zuud-Drenten ok gien Drents is?
Dat bracht mij te binnen dat de variant van het Stellingwerfs dat wij in Smilde preuten ok altied wat smadelijk wegzet weur as ‘dat gebrekkige Fries’.
Het bent allemaol mengvormen van de streektaol en de iene variant is echt niet meer weerd as de aandere.
Het belangriekste is dit:
Blief bij de tied, maor vervul oeze wèens:
Asjeblieft mensen, blief praoten in’t Drèents!

Reageren

18 januari: Blogbouwstenen (12) – Verhuizen.

Dit blog schreef ik op basis van een internet-bericht dat ik vorige week las.
Het ging over originele overlijdensberichten met een vleugje humor.
Als voorbeeld haalde men de rouwadvertentie van de 89-jarige mevrouw Lumbeeck uit Kessel aan.
Zij liet in de advertentie opnemen dat er op haar begrafenis geen koffietafel zou zijn.
“Diegenen die koffie wensten, hebben genoeg tijd gehad om die samen met mij te drinken.”

Vorige week ging een overleden Drent viraal.
Hilbertus Reinds (Bertus) had zelf een overlijdensadvertentie laten zetten met de tekst:
Ik ga kleiner wonen. Mijn nieuwe adres is Asserstraat 2 in Beilen, graf 198.’

Wij hebben in het kader van overlijden ook al eens een foto op Instagram gezet van ons laatste adres: een afbeelding van de grafheuvel die we hebben gekocht op Natuurbegraafplaats ‘de Velden’. Meer weten? Lees dan het blog ‘Mistig, kold en stille’ uit december 2022.

Sterven zien als een soort verhuizen.
Het bracht mij bij het kalenderblaadje dat al meer dan drie jaar in het bewaarmapje onder mijn computerbeeldscherm ligt.
Het is een tekst van Manu Keirse die mij destijds zo aansprak dat ik het bewaarde om nog eens een blog over te schrijven. Het is toegespitst op verliezen in de ‘ouder-kind’-relatie, maar het kan toegepast worden bij alle soorten van rouwverwerking.

Sterven is verhuizen naar het hart van de mensen die van je houden.

Je kunt een lichaam begraven of cremeren, maar een mens is meer dan zijn lichaam. Verlies overleven heeft te maken met ‘herinneren’ en ‘niet vergeten’. De gestorvene blijft een vitaal deel van je leven als een bron van inspiratie en van kracht.
Hij/zij heeft een voetafdruk in je hart nagelaten. De relatie bevriest niet met het sterven. Op kruispunten in het leven is de herinnering weer zeer aanwezig. Kinderen missen in elk stadium van hun ontwikkeling een overleden ouder weer op een andere manier.
Geen mama aan de schoolpoort op de eerste schooldag, de dag van je eerste communie of je lentefeest, je eerste menstruatie, je huwelijksdag, de geboorte van je eerste kin en je hebt geen moeder om over je eigen geboorte te praten.
Zorg voor tastbare herinneringen aan een ouder, een grootouder, iets wat hem of haar toebehoorde, een foto, een juweel, een tekst of een boodschap die hij of zij nog heeft neergeschreven en erover blijven praten houdt de liefde levend.
Weten dat de persoon van je heeft gehouden kan een houvast zijn op moeilijke momenten. Dat is niet het verdriet cultiveren, maar werken aan veerkracht.

Zorg dus dat je genoeg herinneringen hebt voordat iemand overleden is.

Meer weten over dit onderwerp? Lees dan de blogbouwsteen ‘Stukjes van de ander sparen‘ over Winnie de Poeh en Knorretje die in elkaars hart willen blijven als ze er op een dag niet meer zijn.

Benieuwd naar de andere ‘blogbouwstenen’?
Die hebben een eigen knop in het menu onder ‘Lezen’.

Reageren

17 januari: Napoleon

In het blog over “Next goal wins’ schreef ik het al: ik wilde graag naar Napoleon.
Die film draaide op 15 januari in theater/bioscoop ‘de Winsinghof’ in Roden ’s avonds om 19.30 uur.
Daar wou Gerard ook wel mee naar toe, dus we bestelden twee kaarten.
Maar.
Gerard was onverwacht verhinderd, dus die kon opeens niet mee.
Gelukkig wilde er wel iemand in plaats van Gerard mee: schoonzoon Jon.

Als Nederlander heb je de geschiedenis van Napoleon heel anders meegekregen dan een Engelsman.
Wij leerden die figuur al kennen bij het vak Vaderlandsche geschiedenis. Van 1795 tot 1813 was ons land bezet door Frankrijk en maakten we  nog drie jaar deel uit van het 1e Franse Keizerrijk; zijn broer was zelfs de eerste koning van Nederland.
Jon vertelde dat hij op school vooral veel gehoord had over Engelse koningen en staatslieden en hoe Engeland altijd dapper stand had gehouden tegen de vijand, wie dat dan ook maar was.

Wat we in de film zagen was het leven van Napoleon vanaf 1793.
We zien hem toekijken als Marie Antoinette wordt onthoofd met de guillotine.
Gruwelijk om te zien trouwens en om te beseffen dat in die tijd meer dan 40.000 mensen op die manier hun leven verloren.
Als je van geschiedenis houdt is deze film genieten, al moet je je wel realiseren dat het historisch niet allemaal klopt.
Maar veel wel.

De film heeft twee hoofdlijnen: de veldslagen die Napoleon voert en zijn liefde voor Joséphine de Beauharnais.
Die veldslagen worden realistisch in beeld gebracht met veel paarden, mooie zeilschepen, wapengekletter, met prachtige kostuums (met veel oog voor detail vorm gegeven) en mooie overzichtspanorama’s van hoe de legers op elkaar af stormden.
Maar de beelden zijn tegelijkertijd ook verschrikkelijk.
We zien hoe kanonnen in gereedheid worden gebracht en worden afgevuurd op de eerste rij soldaten; het woord ‘kanonnenvoer’ wordt realistisch neergezet en in je achterhoofd weet je dat in onze tijd dezelfde gruwelijke taferelen zich afspelen, maar dan heet de legerleider niet Napoleon, maar Poetin of Netanyahu.
Het was me soms veel te gortig en bij sommige episodes duurde het me te lang: kijken naar stervende mensen is wat mij betreft geen amusement.

afbeelding: de canon van Nederland (zie deze link)

In de andere verhaallijn is een hoofdrol weggelegd voor Joséphine.
Napoleon houdt veel meer van haar dan zij van hem.
Ze worden tot keizer en keizerin gekroond maar ze zijn niet echt gelukkig.
Het beeld van die kroning was trouwens precies zo als op de bekende afbeelding die in onze geschiedenisboekjes stond, zie de afbeelding hiernaast.
Wát een kostuums, wat een lust voor het oog.
En dan de muziek; van romantisch tot bombastisch.
Zo mooi en goed passend bij de beelden die we zagen.
In deze YouTube-video hoor je bijvoorbeeld het stuk ‘Josephine’.

Maar weet je wat raar was?
Ik heb geen traan gelaten.
En dat zegt iets, want ik huil al bij ‘Dolfje Weerwolfje’ en de kerstreclame van de Jumbo.
De film ontroerde me geen moment; Napoleon blijft op afstand.
Wel heel veel spektakel, maar geen man om van te houden.

OH! Vergat ik bijna.
Weet je wat écht heel raar was?
Dat al die Fransen Engels praatten!

Reageren

16 januari: Een scratch!

Vorige week gaf ik mij op voor een koor-scratch.

Karel Stegeman

Wat is een scratch? Scratch komt van de Engelse uitdrukking ’to start from scratch’ ofwel ‘met niets beginnen’.
Bij een koorscratch is het de bedoeling dat je op één dag een muziekstuk instudeert en ’s avonds uitvoert voor publiek.
Dat is meestal iets van Bach of Mozart of iets anders moeilijks maar deze keer is het ‘iets van Karel’.
ONZE Karel, cantor van de cantorij.

Karel schreef een nieuwe cantate op Psalm 2 voor koor en orgel en biedt het stuk als scratch aan in het PKN-activiteitenoverzicht van 2023/2024.
Dit staat er over in het informatieboekje:

ZING MEE

koor-scratch Cantate Psalm 2 onder leiding van Karel Stegeman
Wat bezíélt ze toch?!
Van de 8 miljard mensen is er maar een handjevol mensen zo machtig of rijk als Elon Musk, Xi Jinping of Vladimir Poetin.
Maar als je ziet waar ze hun gigantische invloed daadwerkelijk voor gebruiken, sta je paf.

Karel Stegeman, cantor van de PKN Roden-Roderwolde, schreef afgelopen jaar een nieuwe cantate op Psalm 2 voor koor en orgel. Deze psalm stelt die blijkbaar aloude vraag: wat bezíélt jullie toch?! In de cantate zijn de vier coupletten van Psalm 2 op verschillende manieren getoonzet en afgewisseld met teksten uit het Magnificat, de lofzang van Maria. Zij vertelt over de omwenteling waar Kerst voor staat: de machtigen zingen een toontje lager en vertrapten krijgen een stem.

De opzet van een zogenaamde scratch is eenvoudig: overdag studeren, ’s avonds uitvoeren. Met andere woorden: onder leiding van de componist gaan we in de ochtend en middag aan de studie en ’s avonds is er een bijeenkomst waarin we de cantate direct uitvoeren.

Iedereen is welkom om mee te zingen! Ervaring met koor-zingen is een pré, maar zeker niet vereist.
De bladmuziek is digitaal beschikbaar of in boekvorm af te halen in Op de Helte of bij Truus de Jong.
Bij de uitvoering is Sybrand van Dijk de voorganger en speelt Erwin Wiersinga op het orgel.

Datum: 27 januari 2024
Plaats: Op de Helte, Roden
Tijd: repetitie 10:00-16:15 uur; uitvoering 20:00-21:00 uur
Opgave: Truus de Jong-Theessink, e-mailcontact>>>
Kosten deelname: € 15,-
Zelf lunch meenemen; voor soep wordt gezorgd.
Collecte na uitvoering: vrije gift

Woon je in de buurt en lijkt het je leuk om ook mee te doen?
Geef je op; gaan we samen zingen op 27 januari!

Reageren

15 januari: Te veel, te vet, te vaak en te vluchtig.

In de PKN-viering van gistermorgen vatte voorganger Walter Meijles de afgelopen december-maand samen met de woorden: ‘Te veel, te vet, te vaak en te vluchtig.”
Daarbij kun je denken aan kerkdiensten, kerstfeesten, eten en onderlinge contacten, maar de predikant gebruikte deze woorden ook in combinatie met het verhaal dat gistermorgen centraal stond over Johannes de Doper en doop van Jezus.

De overdenking/preek wordt vaak gezien als het hoofdbestanddeel van een kerkdienst, maar dat is in mijn beleving niet altijd het belangrijkste of meest-veelzeggende onderdeel.
Gistermorgen bijvoorbeeld trof mij iets heel anders.
Na de preek werd onze aandacht gevraagd voor het overlijden van Ella Kouwenberg, echtgenote van ‘meester Henk’, die onze drie dochters jarenlang les gaf op basisschool ‘De Haven’.
Op de kaart stond een vertaalde tekst van een lied van Reinhard May: “Uber den Wolken”

Boven de wolken moet de vrijheid haast grenzeloos zijn.
Alle angsten, alle zorgen zegt men
blijven daaronder verborgen en dan
zou alles wat ons als groot en belangrijk voorkomt
dan plotseling nietig en klein worden.

Dat lied ken ik goed, ik kan het woordelijk meezingen, dus toen de dominee vanmorgen die eerste woorden noemde kon ik het moeiteloos in mijn gedachten aanvullen:

Über den Wolken
muss die Freiheit wohl grenzenlos sein.
Alle Ängste, alle Sorgen
sagt man
blieben darunter verborgen
und dann
würde was uns groß und wichtig erscheint
plötzlich nichtig und klein.

Wie Ella’s achtergrond kent weet dat deze woorden veelzeggend zijn.
Hierbij een link naar de uitvoering van dit lied door Reinhard May.

Verder viel mij een zin op in lied 524 uit het liedboek.
‘Gij wilt niet als een onbeschreven blad, veraf staan van ons volgekladderd leven’.
Tijdens het zingen dacht ik: “Dit komt me bekend voor. Heb ik hier niet al eens eerder iets over geschreven?”
Eenmaal thuis zocht ik het op met de zoekterm ‘volgekladderd’ op mijn eigen website en kwam op een blog uit 2016 over lied 524.
Bijzonder om terug te lezen.
Toen hadden we kennelijk ook dezelfde schriftlezing gelezen.
Ook lezen hoe het er zes jaar geleden aan toe ging in de kerkdienst die toen in Op de Helte werd gehouden?
Hierbij een link  naar dat verhaal. Dan lees je ook waarom ik altijd een liedboek meeneem naar de kerk, ondanks dat alle teksten op de beamer geprojecteerd worden.
Nettie had op dat blog toen een reactie geplaatst; ben benieuwd of ze dat liedboek nog gekocht heeft!

Reageren

14 januari: Zingende mannen.

In oktober vierde ik mijn verjaardag.
Van de kinderen kreeg ik een belevenis cadeau: een keer met elkaar naar de film met nazit en borrelplank.
In oktober wilde ik graag naar ‘A haunting in Venice’, maar daar kreeg ik ons gezin niet mee naar toe.
Daar ging ik toen met Gerard heen (zie ‘Een film is geen boek‘), maar we prikten al wel vast een ‘cadeau-datum’ in januari;  we zouden wel zien wat er draaide.
Ook nu had ik wel een favoriete film: Napoleon.
Hoon was mijn deel.
Dáááár gingen ze niet heen!
De dochters kwamen met een tegenvoorstel: ‘Next goal wins’.
Een film waar ik  zelf nooit naar toe zou zijn gegaan,  maar hij voldeed volledig aan onze gezins-verwachting.
Met z’n achten op een rij in de bioscoop.
Gelachen, gehuild en genoten.
Zelfs Gerard (die ooit tijdens een Harry Potter-film in de bioscoop wegdommelde, wat hij nog altijd moet horen) vond het een onderhoudende film: het ging dan ook over voetbal.

Na de film staken we het Gedempte Zuiderdiep over en nestelden ons met een drankje in een gereserveerd hoekje voor 8 personen in ‘d Ouwe Brandweer’.
Nazit met lekkere hapjes en napraten over de film.
Over de afwezigheid van een romantische verhaallijn: niemand ‘kreeg elkaar’. Dat vonden we fijn.
Over de regisseur Taika Waititi die zelf ook een klein rolletje speelt.
“En dat het echt gebeurd is ook!” De film is namelijk gebaseerd op het waargebeurde verhaal van een voetbalteam van het piepklein eiland Amerikaans Samoa.  Ze hebben in 2001 een verpletterende nederlaag geleden tegen Australie: de eindstand van die wedstrijd was 31-0.
Om het team weer op de been te krijgen wordt Thomas Rongen (gespeeld door Michael Fassbender) naar het eilandje gestuurd.
Met tegenzin begint hij aan zijn taak.

Op Samoa leven de mensen in een heel eigen cultuur, waar de nieuwe trainer in het begin erg aan moet wennen.
Vooral als Jaiyah, een fa’afafine voetballer, ten tonele verschijnt wordt het moeilijk voor hem.
Even tussendoor een kleine uitleg: op Samoa bestaat naast mannen en vrouwen nog een derde gender.
De fa’afafine heeft altijd al bestaan in de Samoa cultuur. Vertaald betekent het ‘zoals (fa’a) een vrouw (fafine)’. Jongens die vrouwelijk gedrag vertonen worden al sinds eeuwen in de Samoa cultuur geaccepteerd als fa’afafines door hun familie en de maatschappij. Het is niet mogelijk om deze fa’afafines in de Westerse categoriën als man/vrouw/transgender/travestiet/homoseksueel te plaatsen: de fa’afafines identificeren zich als een aparte gender.
In de film komt dit aspect prachtig naar voren.

De recensies die over deze film zijn verschenen waren over het algemeen niet best.
Hierbij een link naar een redelijk genuanceerd verhaal over de film dat ik vond op de website XGN.
Onderaan dat verhaal vind je ook een trailer met een korte impressie van wat je te zien krijgt.

Voor mij zat de ontroering vooral in het zingen dat de mannen van het voetbalteam samen deden.
Prachtig, twee- en driestemmig Samoa-aans gezang.
Daar kan het geschutter dat onze topvoetballers tijdens het Wilhelmus laten horen niet aan tippen.

Reageren

13 januari: Bil-wandelen.

“Dit noemt men bil-wandelen”.
Het is vrijdagmiddag 12 januari en we zitten in een kring op onze matjes tijdens de 1e FysiYoLates-les in 2024.
Eigenlijk heb ik nog vakantie, maar ik heb al mijn doelen gehaald (fotoboek af, doos van Aafke opgeruimd, geprutst met theezakjes en kaarten) dus blijmoedig neem ik deel aan de gymnastiekles.

Alle oefeningen die we gistermiddag deden deden we liggend op de rug of zittend.
We begonnen met luchtfietsen en het werd steeds een beetje uitgebreid.
Er waren ook een paar oefeningen bij die ik elke morgen al doe bij het rekken en strekken en ik merk dan dat die dagelijkse oefeningen helpen om soepel te blijven.
Maar ik moet ook constateren dat ik, naarmate ik ouder word, ook strammer en stijver uit bed kom ’s morgens, dus het duurt tegenwoordig wel wat langer voor het lijf ‘los’ is. Maar dan loop ik ook soepeltjes de trap af. Volhouden dus.

Het ‘bil-wandelen’ uit de eerste alinea deden we zittend op de mat.
We moesten met de handen onder onze billen gaan zitten.
“Als het goed is voel je dan iets hards” voorspelde Trijntje.
Nou, inderdaad.
“Dat zijn de zit-botten van je bekken”.
Op de tekening hiernaast zie je heel duidelijk wat bedoeld wordt: het zijn de blauw gekleurde, onderste punten van het bekken. Bij de rode accenten raken ze de ondergrond.
De afbeelding heb ik van de website ‘Check je zit’, hierbij een link.

Bij ‘zitbotjes’ moet ik onmiddellijk denken aan Karel, cantor van onze cantorij, die ons leert om rechtop op die zitbotjes te zitten en niet met een gekanteld bekken achterover leunen op je staartbotje en het vet van je billen. Wat iedereen graag doet, want leunen is gemakkelijker dan actief zitten.
Trijntje vond trouwens dat we het ‘vet’ van de billen ‘spieren’ moesten noemen.
Tuurlijk.
Bij haar is dat waarschijnlijk ook zo.
Maar ik dwaal af.
In langzit, met de benen naar voren, moesten we ons bekken zo bewegen dat we een beetje vooruit kwamen.
Links. Rechts. Links. Rechts. Steeds een centimeter vooruit.
Het bil-wandelen.
Zie je ons zitten? Hupsen op het matje? Draaiend met ons bekken?

Vandaag had ik spierpijn.
In mijn liezen en in mijn billen.
Toch spieren…….

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij eenlink naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

12 januari: De kleindochter.

Mijn vader is geboren in 1932; toen de 2e wereldoorlog uitbrak was hij 7 en bij de bevrijding in 1945 was hij 12, bijna 13. Voor Nederland was die oorlog ontwrichtend.
In het boek ‘De kleindochter’ van Bernhard Schlink lees je wat die oorlog heeft gedaan met de Duitsers, terwijl dat niet het hoofdonderwerp van het boek is.

De hoofdpersoon is boekhandelaar Kaspar; als het boek begint is hij vanaf zijn werk op weg naar huis en daar vindt hij zijn vrouw Birgit dood in bad.  Ze was verslaafd aan alcohol Bij het opruimen van haar spullen vindt hij na een paar maanden een door haar geschreven manuscript; het is een boek dat ze had willen schrijven over haar leven. Daarin leest Kaspar over hun ontmoeting in de jaren ’60 toen hij als westerse student uit pure nieuwsgierigheid vaak over de grens naar de nog jonge DDR ging om te ervaren hoe anders de maatschappij daar toen was. Hij leest over haar vlucht naar het westen voordat ze met hem trouwde, maar hij leest ook dat ze daarvóór een kind had gekregen dat ze daar heeft achtergelaten. Met die ontdekking eindigt het eerste deel van het boek.

In het tweede deel gaat Kasper op zoek naar de dochter van Birgit, Svenja.
Hij vindt haar in het noorden van voormalig Oost Duitsland; ze is getrouwd met Björn, beiden overtuigde rechtsradicalen, maar ook hun dochter Sigrun. Het meisje komt ondanks het verzet van haar argwanende, achterdochtige en op geld beluste ouders een week bij haar stiefgrootvader logeren. Haar rechts-extremistische ideeën staan lijnrecht tegenover die van Kaspar, die heel voorzichtig probeert (vooral met muziek en literatuur) het meisje ook de andere kant te laten zien.

De ontroering in dit boek zat voor mij in het hoofdstuk waarin Kaspar en Sigrun op haar verzoek een bezoek brengen aan Ravensbrück.
De wrede kampbeul Irma Greese is één van haar helden en ze vindt de verhalen over de holocaust sterk overtrokken. Waar hij lichamelijk onpasselijk wordt van wat hij ziet in het concentratiekamp, is zij vooral bezig met het vergoelijken van wat daar in de oorlog gebeurd is.

Je leest over de levens van een aantal Duitse mensen en op de achtergrond weet je uit de geschiedenis wat er gebeurd is.
Het verschil tussen de mensen uit West Duitsland en Oost Duitsland, het verschil tussen links-liberaal en extreem rechts en het collectieve trauma van de 2e Wereldoorlog dat het land nog steeds verscheurt: dat is het behang in deze roman dat op de achtergrond door de zinnen en woorden heen aanwezig is.

‘De kleindochter’ neemt je mee naar het Duitsland van toen en nu en je leert: ‘de Duitser’ bestaat niet.
Dat wist ik al, want ik ben opgevoed door mijn vader, die ons kennis liet maken met de Duitse geschiedenis.
Na dit boek dacht ik terug aan wat mijn vader ooit zei: “Als je in 1932 in Oost Duitsland bent geboren was je 8 toen de oorlog uitbrak en had je geen normale kindertijd. Toen je 30 was werd je opgesloten achter het IJzeren Gordijn en die muur viel pas toen je bijna 60 was. Wat heb je dan een last gehad van de geschiedenis.”

Reageren

11 januari: Handwerkdoos van Aafke.

Deze website zorgt er voor dat mensen aan mij denken als ze gaan opruimen.
Zo kreeg ik bijvoorbeeld een tijdje geleden een verhuisdoos met handwerkspullen van een echtpaar dat een nieuwe vloer kreeg daarom alle kasten moest uitpakken.

De man had gezegd: “Gooi maor vot die olle rommel.”
Nou ja zeg!
Ik was er blij mee.
Toen ik de doos kreeg was ik er even vluchtig doorheen gegaan, maar het was van alles wat (borduren, breien, haken en smyrna) dus ik moest het echt even uitzoeken allemaal.
Gistermiddag pakte ik de hele doos uit; die klus had ik bewaard voor deze nieuwjaarsvakantie.
Ik kwam echt van alles tegen; zo verrassend allemaal!

Een bloemlezing:

… geen bijbelse voorstellingen….

Er zat een grote kartonnen map in waar ‘De Bijbel’ op stond.
Wat zou daar dan in zitten? Bijbelse voorstellingen?
Het bleek een bewaarmap te zijn waar allerlei patronen in zaten van allerlei handwerkvormen, verzameld in de loop van de jaren: (zie afbeelding hiernaast) o.a. een Ariadne uit 1978. Zou dat blad nog bestaan vroeg ik me af? Even opzoeken; het heet nu Ariadne at Home (!) en het ziet er inmiddels heel anders uit. Hierbij een link naar hun hippe website.

In een plastic zak zat een half afgemaakt lopertje dat gemaakt was met de smyrna knooptechniek. De kleuren van hoe je het moet knopen zijn aangebracht op het stramien en er zit garen bij, op maat geknipt. Er zitten ook van die priknaalden bij, dus je kunt er in principe zo mee verder.
Maar ik ga dat niet doen, dus ik neem het mee naar de eerste bijeenkomst van Holy Stitch: misschien kan ik er iemand anders blij mee maken. 

Verder vond ik een A4-schrift dat heel dik aanvoelde.
Het bevatte haaksteken: uitgetypt én als voorbeeld gehaakt.
Fantastisch toch? Nu kun je alles opzoeken op internet, maar vroeger was dit een hele slimme manier om te onthouden wat je had gehaakt en hoe je het moest doen.

Ouderwets smokwerk

Ook leuk: een voorbeeldje van ouderwets smokwerk.
Smokken wordt gebruikt bij het maken van kleding: het is een techniek waarbij kleding geplooid/gerimpeld wordt en vervolgens met borduursteekjes wordt vastgezet.
De stof wordt hierdoor elastisch. Vroeger werd dit met de hand gedaan; tegenwoordig heb je van die supersonische naaimachines die dat allemaal voor je doen. Dan gaat het ook een stuk sneller…..

De hele doos heb ik uitgezocht, zelf wat gehouden, naaipatronen achteruitgelegd voor de dochters en de rest gaat mee naar de volgende bijeenkomst van Holy Stitch.
Als er dan nog wat overblijft breng ik het naar Het Goed.
Gooi maor vot die olle rommel? Tssss……

Reageren

Pagina 24 van 352

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén