De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

27 maart: Wafels.

In de weekend-bijlage van het Dagblad van het Noorden stond een artikel over wafels want 25 maart was het Internationale Wafeldag* .
‘Wafels van de wereld’ was de titel; je zag afbeeldingen wafels uit Italië en Zweden, maar ook stroopwafels uit Gouda en natuurlijk ons Drentse kniepertie, de enige wafel die ik zelf ook wel eens maak. (zie Knieperties & rollegies, een blog uit 2014).

Op de verjaardag van Carlijn kregen we afgelopen weekend ook een wafel.
Dit zei ze er zelf over: “Eén van de leukste onderdelen op een kinderfeestje vroeger vond ik: zelf je taartje versieren. Dan kreeg je een cakebodempje of zo en daar kon je dan zelf van alles op doen. Dat gaan we op dit feestje ook doen!”

We kregen allemaal een Brusselse wafel ‘met niks’ en die mochten we zelf aankleden.
Er kon slagroom op, frambozen en chocoladerondjes.
De wafels werden rijkelijk versierd door de aanwezigen.
Menigeen zat na het het eten van het gebakje met een witte snor “…..misschien toch een beetie te veul slagroom?”

Na 1o afleveringen Heel Holland Bakt lijkt het misschien wat simpel allemaal, maar o, wat was het lekker! Dus heb je een keer geen zin in het bakken van een taart voor je verjaardag? Laat de gasten zelf hun taartje in elkaar flansen. Succes verzekerd!

*Waarom op 25 maart? De wafeldag is vermoedelijk per ongeluk ontstaan. In de christelijke religie is 25 maart de dag waarop de aartsengel Gabriël naar de aarde kwam en Maria vertelde dat zij over 9 maanden Gods zoon ter wereld zou brengen. De naam van deze dag, Vårfrudagen, werd in de loop van de tijd, bewust of onbewust, verbasterd tot Våffledagen. Het lijkt inderdaad wel een beetje op elkaar… (Bron: Dagblad van het Noorden)

Reageren

26 maart: Ten grave gedragen.

Jongste dochter Carlijn werd afgelopen weekend 30 jaar; met een cadeautje, een envelop en een aardbeienplantje reden we naar Groningen.
Gezellig!
“Ben écht jarig!” vertelde ze.
Ze had vrijdag ook al cadeautjes gekregen; in de kast stond een grote, gouden en spuuglelijke 30 en er waren ook al felicitatie-kaartjes binnengekomen.
“Die van Suus is écht heel bijzonder; kijk!”

Die van Suus was niet alleen heel bijzonder, maar ook macaber, maar in het kader van het werk* dat Carlijn doet was het ook hilarisch.
De voorkant was een grafsteen: Carlijns jeugd was overleden.
De binnenkant was qua kleur een stuk vrolijker dan de buitenkant, maar stond ook helemaal in het teken van de dood.
Als je op de afbeelding rechts klikt komt hij groter in beeld: kijk en geniet.
Leuke details: de letters worden gevormd door botjes en als je het aantal kaarsjes telt kom je precies op 30.

* Weet je niet wat Carlijns beroep is? Hierbij een link naar haar gastblog uit 2022 over dat onderwerp.

Reageren

25 maart: Bloemen!

Gerard was vrijdagmiddag even het dorp in geweest voor noten en pinda’s.
Toen ik even later thuiskwam van de yoga/pilates-les lag op het aanrecht een bos bloemen.
“Heb je bloemen voor iemand gehaald?”
Dat doet hij soms voor iemand van de kerk of iemand die afscheid neemt of zo.
“Nee, die heb ik alvast gekocht voor onze trouwdag.”

Had ik nog helemaal niet aan gedacht….
Vandaag is het 41 jaar geleden dat we in de echt werden verbonden.
Vorig jaar pakten we flink uit vanwege het 40-jarig jubileum; toen zaten we met ons voltallige gezin een week op Gran Canaria en vierden we in april met familie een vrienden feest in Westerbork.
Dit jaar vieren we het veel minder uitbundig, maar de dag is er natuurlijk niet minder speciaal om: in het paasweekend gaan we met z’n achten uit eten om te vieren dat we weer een jaar voor elkaar gespaard zijn.

De bloemen staan te stralen in onze woonkeuken.
De waarde van de week!

Hierbij een link naar het blog ‘40 jaar geleden‘ dat ik vorig jaar op deze dag schreef.

Reageren

24 maart: Is de koster iets vergeten?

……schriftlezing……

Af en toe vieren we met onze PKN-gemeente op zondagmorgen een ‘Ik-zie-jou-viering’: laagdrempelig en anders dan anders.
In het weekend om zo’n kerkdienst heen worden er activiteiten georganiseerd met kinderen/jongeren; gistermiddag werden in hal van Op de Helte enthousiast palmpaasstokken gemaakt.
Alles is anders bij ‘Ik zie jou’. De stoelen staan anders, we zingen andere muziek dan in gewone diensten, er is geen preek, de schriftlezing wordt gedaan uit een prentenboek en zelfs de gebeden worden niet op de traditionele manier gedaan.

Een van de onderdelen was de ‘Stille-week-quiz’ in de vorm van ‘Rrren jjje rrrot!’
Kinderen van nu kennen dat televisieprogramma uit de jaren ’70 natuurlijk niet, maar ze begrepen wel direct wat de bedoeling was.
Er werden meerkeuzevragen gesteld en er waren 3 ‘vakken’ waar de kinderen naar toe konden rennen, A, B en C.

Een voorbeeld:

Deze grote kaars heet ‘de paaskaars’. Waarom staat het verkeerde jaartal er op?
a. Omdat de kalender voor de kerkdiensten loopt van paasmorgen tot paasnacht en niet van 1 januari tot 31 december
b. Omdat de koster vergeten is de goede kaars neer te zetten. Die van 2024 staat nog in het hok.
c. Het is helemaal geen jaartal. Opgeteld is 2+2+3 het getal 7 en dat staat voor Jezus.

Tien vragen werden er zo gesteld en ondertussen leerden we van alles.
Waarom het ‘stille week’ is de komende week.
Waarom er een haantje op de versierde palmpasenstok zit.
Waarom Pasen niet op een vaste datum wordt gevierd.

Verder hoorden we naast het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem ook een verhaal over de witte neus van ezels: hoe komt dat eigenlijk?
Wil je het antwoord op al deze vragen weten? Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep of het YouTubekanaal van onze PKN-gemeente.

De gebeden werden vanmorgen aanschouwelijk gemaakt.
We hadden allemaal een gekleurd strookje gekregen, waar we een gebedsintentie op konden zetten: wat wil je aan God vragen, of wat wil je zeggen?
Alle strookjes werden opgehaald; sommigen werden voorgelezen en ze werden allemaal opgehangen/vastgeniet aan een draadje en met dat draadje naar boven gehesen. Zo stegen onze gebeden letterlijk en figuurlijk op naar de hemel.
Hoe dat er uitzag zie je op de afbeelding hiernaast.

Fijne viering.
Preek niet gemist eigenlijk.

Reageren

23 maart: Bietencarpaccio.

“Nee. Jullie komen eerst bij mij eten.”
We hadden Renny gevraagd om een keer met ons mee te eten, maar ze was heel stellig in de tegen-uitnodiging; vrijdagavond rond 17.15 uur stapten we op de fiets.
Gerard en Renny zaten een paar jaar samen in de kerkenraad en wij kennen elkaar al heel lang, omdat zij de kleuterjuf was van Frea en Harriët. Zij eet al jaren vegetarisch en zij trakteerde ons op een vier gangen diner!
Het was allemaal heerlijk (groentesoep, broccoli-courgette-curry en een griesmeelpudding), maar op dit blog licht ik er één gerechtje uit: de bietencarpaccio.
Had ik nog nooit gehad, maar zo lekker!
Flinterdunne plakjes rode biet in een zoetzure dressing met kleine kaasblokjes, pijnboompitten en veldsla.
Wat een bijzondere combinatie.
En niet moeilijk om te maken, dus dat ga ik ook nog eens doen.

Het woord carpaccio deed me denken aan mijn moeder, die mij ooit eens in een eetcafé fronsend over de lunchkaart aankeek en zei: “Carpaccio?! Wat is dat nou weer. Hebt ze hier gien kroketten?”
Dat haalde bij Renny het verhaal naar boven over haar moeder, die vanuit Wieringerwerf een dagje met haar dochter naar Alkmaar ging.
Die nam voor tussen de middag brood en koffie in een thermoskan mee.
O ja, daar kon Gerard over meepraten.
Zijn ouders gingen rustig ergens koffiedrinken, om daarbij vervolgens hun eigen meegebrachte brood op te eten.
Dat mocht daar niet. Moeder vond dat heel raar!
“Maor wij hebt hier toch koffie kocht…….”
Wat een andere tijd.
Wat heerlijk om het daar nog eens uitgebreid over te hebben.
Nu lach je er om, maar toen schaamde je je dood.
Tijden veranderen, ik schreef er deze week nog over in het blog ‘Opschuiven in de tijd’

Over tijd gesproken: die ging hééél snel vrijdagavond.
Maar gauw weer eens afspreken.
Maar dan bij ons!

Reageren

22 maart: Omgezaagd.

“Eigenlijk wordt die Koreaanse zilverspar wat te groot in onze tuin; daar moeten we wat mee.”
Drie jaar geleden zei ik dat voor het eerst toen we met z’n tweeën aan de koffie zaten.
Hij groeide aan de ene kant tegen de heg aan en aan de andere kant hing hij over het pad.
Maar ja.
Zo’n mooie boom.
En met kerst hangen er lichtjes in……
En in het voorjaar ruikt hij zo lekker
Daarover schreef ik al eens blog in 2017: Zomer in mei met foto’s van baby-zachte, lichtgroene bolletjes, nieuwe grijsachtige kegeltjes en druipende hars. Als je het leest ruik je de geuren erbij.
En Gradus dan!
Als je klikt op foto hiernaast van juli vorig jaar zie je onze tuinkabouter op zijn wachtpost onder de boom staan.

In februari was het op een zaterdagmorgen zacht weer en de zon scheen: dan kunnen wij al buiten zitten.
Jas aan, kussens in de stoel: buut’n koffiedrinken.
En toen zagen we het weer: “Die zilverspar hangt nu al over het hele looppad heen; daar moeten we wel wat mee.”
Er gebeurt natuurlijk niks als je dat steeds maar blijft zeggen.

Lang verhaal kort: vanmorgen stond er een bus + aanhangwagen van A. de Boer Groentotaal voor onze deur en zat mijn woonkeuken vol met koffiedrinkende mannen toen ik met mijn duffe hoofd naar beneden kwam.
Een uur later vertrokken ze weer, met medeneming van de in stukken gezaagde boom en de uitgegraven stobbe.

Raar hoor. En leeg ook. Maar ook lichter.
We hadden het boompje ooit als minikerstboom in huis gehad en daarna plantten we hem in de tuin.
Links zie je een foto uit 2009, toen stond hij er nog niet zo lang.
We zijn nu 15 jaar verder; je kunt je bijna niet voorstellen dat zo’n boom zo hard groeit!
Rechts een foto die ik vanmorgen nog maakte, vlak voordat hij werd geveld.

Gradus staat nu in het achterhuis op de wasmachine; we moeten nog een nieuwe plek voor hem bedenken.
De vogels vonden er ook wel wat van. Toen de boom was weggesleept zaten de mussen in de heg te kijken en te kwetteren. Ik kon bijna horen wat ze riepen: “Blinder! Kiek nou, oonze bome is vot!”
Drentse mussen.

Ik maakte een filmpje van de teloorgang van onze Koreaanse Zilverspar.
Hierbij een link: omgezaagd….

Reageren

21 maart: Helemaal ontleed en uitgeplozen.

Dit jaar heb ik de Matthäuspassion nog niet beluisterd; andere jaren trek ik daar een middag of een avond voor uit, maar het is er nu nog niet van gekomen. Dat komt van een podcast, uitgebracht door Het Concertgebouworkest.
Op Spotify ontdekte ik namelijk de podcast ‘Een lijdensweg’ van Gijs Groenteman, zanger/bas Thomas Oliemans en musicoloog Thomas de Jonker.
Zij bespreken uitgebreid de Matthäus-Passion in 69 (!) afleveringen.
De afleveringen lopen in elkaar over, maar je kunt ze ook afzonderlijk beluisteren.
Alles met elkaar zijn ze 13 uur met z’n drieën in gesprek.

Thomas Oliemans is bas en het is heel leuk om te horen hoe hij als uitvoerend musicus een uitvoering van de Matthäus beleeft.
Hij zingt af en toe een deel van een aria of een koorpartij en speelt ook stukken op zijn vleugel: hij laat horen hoe bepaalde akkoorden klinken en laat horen hoe de partijen in het orkest onder elkaar staan.

Afbeelding: website Het Concertgebouworkest

Thomas de Jonker geeft achtergrondinformatie over Bach, over de geschiedenis van de passionen, over kerkmuziek, kerkgeschiedenis en Gijs Groenteman is een leek die vragen stelt die ik ook zou stellen. Ze bespreken duizend-en-één aspecten van het beroemde stuk en zo wandel je aan de hand van de babbelende, zingende en musicerende mannen door het hele stuk heen.

13 uur, 69 afleveringen.
Op voorhand denk je: duurt laaaaaang!
Is ook zo.
Maar ik heb de Matthäus zo vaak gehoord en het klinkt allemaal zo bekend en vertrouwd, ik kan hem wel dromen en ik krijg er niet snel genoeg van. Af en toe hoor je stukjes uit de Matthäuspassion, uitgevoerd door Het Concertgebouworkest.
Zo mooi…..dan duurt het helemaal niet lang. En het hoeft immers ook niet 13 uur achter elkaar!
WC’s soppen, stofzuigen, strijken, koken, fietsen: van alles doe ik ondertussen en ik geniet er van.

In de TV-gids zag ik dat er op Goede Vrijdag een uitvoering op televisie is, daar ga ik waarschijnlijk voor zitten.
Dan heb ik die 13 uur er waarschijnlijk al op zitten…….

Hierbij een link naar meer informatie over deze podcast op  de website van Het Concertgebouworkest.

Reageren

20 maart: Mooie rooie.

Af en toe zoek ik ex-collega Rudi op om even bij te praten.
Hij werkt nog wel bij Lentis, dus in die zin is hij nog wel mijn collega, maar we werken inmiddels op andere afdelingen en zien elkaar tijdens het werk nooit meer.

Hij stuurde mij een paar weken geleden wat foto’s.
Hij had iets nieuws gekocht: een fietscaravan.
O?
Zijn die er dan?
Ik moest maar eens komen kijken.
Toen ik gistermorgen kwam aanrijden stond het ding al op de oprit.
“Mooie rooie” stond erop.
Het leek een mini-paardentrailertje.
Hoe moet je daar ooit in slapen?
Maar eerst bijpraten: koffie met hazelnootschuimgebak, hoe-is-het-met-die-en-die, ga je al haast met pensioen, je kent het wel; altied tied tekört.

Maar nu die caravan; ik kreeg aanschouwelijk onderwijs.
“Kijk, hij staat op pootjes en hier aan de zijkant zitten ook pootjes en als ik die zijkant zo uitklap…..””
Daar stond een minicaravan; in het Drents een kerrevennegie.
Binnenin kon je een bed uitvouwen (2 meter), maar je kon er ook een zitgedeelte van maken met twee bankjes en een tafel.
Op mijn vraag of je het een één of tweepersoonscaravan was zei hij: “Je moet wel heel veel van elkaar houden als je hier met z’n tweeën in wilt slapen.”
Het tafeltje was uitneembaar; dat kon je met twee ophanghaakjes aan de caravan bevestigen en er zat ook een luifel van 3 meter bij.
Die kon je op het dak bevestigen en met een sleuf-pees constructie.
“Kijk, dan kun je zo aan je tafeltje onder je luifel zitten met een kneuterig, roodgeblokt kleedje.”
Alleen al om het kleedje zou je zo’n ding aanschaffen.
Rechts zie je een afbeelding van de binnenkant: het bed is  in gebruik als bankje.

Deze fietscaravan heeft Rudi gekocht bij een Deens bedrijf;  ‘Wide Path Camper’ heet het.
Hierbij een link naar hun website: daarop zie je ook foto’s van hoe de caravan er uitziet met luifel.
De eerste uitprobeer-vakantie is al gepland.
Naar Vlieland.
Moet je met je fiets en dat ding op de boot.
Maar is het een caravan? Of een aanhangwagen? Een fietskar?

Op het Instagram-account van deze website vind je een foto van het kerrevennegie en van het tafeltje aan de buitenkant (met het kleedje) én antwoord op bovenstaande vraag.

Reageren

19 maart: Opschuiven in de tijd.

In oktober 1979 begon ik te werken als ambtenaar bij het Parket van de Officier van Justitie in Assen.
Net een week 19 jaar.
Eén van de eerste dingen die ik leerde was het maken van onderscheid tussen de verdachten: volwassene of kind.
De leeftijdsgrens lag toen bij 21 jaar; pas in 1990 werd die grens verlegd naar 18 jaar.
Bij het inschrijven van de processen verbaal moest je eerst kijken naar de leeftijd: was het iemand jonger dan 21 dan kwam er met een stempel een grote K op het dossier.
Iemand die geboren was in 1960 was een kind.
Ik ook dus toen.
Soms kon ik me gewoon niet voorstellen dat iemand die ook geboren was in 1960 zulke stomme dingen had gedaan. Of zulke gruwelijke dingen…..zo jong en dan al een strafblad.
Toen ik stopte bij Justitie in 1986 (geboorte Frea) was de kind-grens voor wat betreft het geboortejaar van de verdachten al opgeschoven naar 1965.

In mijn huidige baan kijk ik bij het inschrijven weer naar de leeftijd van de cliënten.
Zijn ze jonger dan 65, dan vallen ze onder de groep ‘Jonge Mensen met Dementie’, kortweg JMD genoemd.
Iemand die geboren is in 1960 wordt dit jaar 64, dus die valt onder die groep.
Ook nu kan ik me niet voorstellen dat iemand die geboren is in mijn geboortejaar soms al op een gesloten afdeling in een verpleeghuis zit.

1979 is 45 jaar geleden.
Toen hoorde mijn ‘bouwjaar’ bij de jeugd, nu val ik onder de ouderen; ik schuif op in de tijd.
Mijn grootouders konden nog verhalen vertellen over de eerste auto in Emmercompascuum en de eerste trein.
Die waren zielsgelukkig met hun eerste fiets; daarvoor gebeurde alles lopend of met een kar.
Mijn ouders kregen een radio, een televisie, een eigen auto en een telefoon.
Zelf ben ik getuige geweest van de opkomst van de computer en de geboorte van het World Wide Web: het internet.
Je wordt geboren in een bepaalde tijd, je leeft je leven, past je aan, maar aan het eind van je leven ziet de wereld er heel anders uit.
Net zoals mijn ouders zich in de jaren 50 niet konden voorstellen welke luxe ze zich begin 2000 konden veroorloven, zo konden wij ons in de jaren ’70 toch ook niet voorstellen dat we in 2024 allemaal een mobiele telefoon zouden hebben waarmee we zoveel meer kunnen dan alleen maar bellen? Maar je kunt je nu toch ook geen wereld meer voorstellen zonder internet?

Wim Sonneveld zei het al in de conference ‘De jonges’: “Rekke en der baaai blaaaive…!”
Geen idee?
Hierbij een link naar een YouTube-video.
Je herkent het vast.
“….. en allemaal mee-ete…..”

Reageren

18 maart: Zomer-klaar.

In het voorjaar moet Casa Grada weer ‘zomerklaar’ gemaakt worden.
Horren er weer in,  kastjes van de kant, spinnenwebben weg en de stofzuiger er door.
Vrijdagmiddag stapten we met een vis-broccoli-ovenschotel, schoonmaakmiddelen er een stapel oude poetsdoeken in de auto.
De afgelopen maanden was Gerard al een paar keer voor klussen op het Timmerholt geweest en dan blijft het huisje natuurlijk niet schoon.  Maar nu zijn alle geplande werkzaamheden klaar en konden we de voorjaarsschoonmaak doen. Eind maart komen de eerste gasten al weer,  daarna wordt de schoonmaak weer gedaan door de servicedienst van het park.

…..madeliefjes….

Maar er bleef gelukkig afgelopen weekend naast het schoonmaken nog genoeg tijd over voor leuke dingen.
Een verjaardag bij vrienden, borduren, lezen en een wandeling langs de Börkerstroom.
De grote bomen zijn nog kaal, maar bij sommige struiken waren er al groene puntjes zichtbaar.
Kleine bloemetjes zelfs…..
In het gazon voor ons huisje stonden al weer madeliefjes!
Het is  bijna lente; over twee weken gaat de zomertijd weer in.

Zondagmiddag gebruikte ik voor het maken van kaarten: irisvouwen met theezakjes.
Met de oortjes op luisterde ik eerst naar het nieuwe album ‘Nou’ van Daniël Lohues.
Vroeger kocht ik dan zo’n CD, maar tegenwoordig heb ik Spotify en kan ik het hele album gewoon downloaden.
Mooi man. Drie kwartier genieten.
De muziek van Lohues leent zich niet voor achtergrondmuziek, je moet er echt bewust naar luisteren.
De tekst tot je door laten dringen.
Ook nu hoorde ik weer bekende, Drentse dingen.
‘Asof der gien wark in de wereld is’ bijvoorbeeld.
Een uitspraak van mijn schoonmoeder die vond dat mijn schoonvader (al met pensioen) niet zomaar overdag een boek kon gaan zitten lezen.
‘Het komp de Hondsrug niet over’ is een zin uitgesproken door mijn oma Vrieswijk. Opa en oma waren schipper en leefden met het weer.
Tante Trijn weet nog dat oma ook altijd zei: “Het onweer komp niet over de Ems hen”.
Ook nu weer een lied begeleid door hemzelf op een ouderwets harmonium, zo’n traporgel: ‘Dan red ik het wel’:
‘ik heb worst an de balke en wien in de kelk, as ik niet argens hen huuf, dan red ik het wel…”

Daarna luisterde ik naar de Saar-podcast.
Dat doe ik tegenwoordig niet meer iedere week; ik luister eerst welke gast er is.
Het gaat me veel te vaak over botox & fillers, over drugs & pillen en over onderwerpen die te ver van mijn belevingswereld afliggen (lees: randstedelijke poeha).
Gisteren was Franciska Kramer te gast.
Zij is schrijfster en psychotherapeute; ze schrijft af en toe een artikel in de ‘Saar’* (ben ik op geabonneerd) en ze is de zus van onze PKN-scriba Nettie.
Wat een verademing; geen ‘ik-vind-ik-wil-ik-denk-ik-ik’-actrice of bekende Nederlandse maar ik zat een uur geboeid te luisteren naar een goed interview over relaties.
Zondagmiddag welbesteed.
En vier kerstkaarten klaar.

Wat ik vind van de Saar?
Lees dan het blog ‘Saar en Aaltje‘ dat ik schreef in 2022.

Reageren

Pagina 24 van 358

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén