De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

1 maart: Zo zinloos.

Gistermiddag had ik een overleg van mijn werk in Groningen, toen zat ik op een ongebruikelijke tijd in de auto.
Ik luisterde naar Radio 1; er was een Rusland-deskundige aan het woord die vertelde over de gevechten om stad Bachmoet in Oekraïne.
Dat het Oekraïense leger zich met hand en tand verzet, maar dat ze straat voor straat toch moeten prijs geven aan de Russen.
Straten waar alleen maar kapotgeschoten gebouwen staan en waar bijna niemand meer woont.
En die paar mensen die er nog wonen leven in erbarmelijke omstandigheden.
Het ging over het morele belang van het in handen hebben van die stad.
Het ging over duizenden soldaten, jonge mannen, die in de zinloze strijd om die stad hun leven verloren hebben en toen zette ik de radio uit.

Wat moet je met zulke achtergronden bij het nieuws?

Vanmiddag kwam ik rond etenstijd terug van mijn werk en luisterde ik naar Bert Kranenbarg op Radio 5.
Hij draaide het lied ‘I don’t believe in if anymore’ van Roger Wittaker uit 1970.
Ken ik al heel lang, maar ik moest er nu van huilen, met de echo van het programma van gistermiddag nog in mijn oren.

Hierbij een link naar dat nummer, een video op YouTube.
Let daarbij eens op die prachtige vioolpartij die op de achtergrond meespeelt bij het refrein.
De tekst van het lied vind je hieronder.

Now if you load your rifle right
And if you fix your bayonet so
And if you kill that man, my friend,
The one we call the foe,
And if you do it often, lad,
And if you do it right
You’ll be a hero overnight
You’ll save your country from her plight
Remember God is always right
If you survive to see the sight
A friend now greeting foe…

No you won’t believe in If anymore
If’s an illusion
If’s an illusion
No you won’t believe in If anymore
If is for children
If is for children
Building daydreams

If I knew then what I know now
(I thought I did you know somehow)
If I could have the time again
I’d take the sunshine leave the rain
If only time would trickle slow
Like rain that melts the fallen snow
If only Lord if only
If only Lord if only

Oh I don’t believe in If anymore
If’s an illusion
If’s an illusion
No I don’t believe in If anymore
If is for children
If is for children
Building daydreams

Reageren

28 februari: Telefoon-dieet.

Hij vreet aandacht.
Ik bedoel mijn telefoon.
Of is dat een zij?  Of een het?
In deze 40-dagen-tijd is één van mijn bezinnings/aandachtspunten: hoe ga ik om met mijn telefoon?

In 2020 heb ik in deze periode mijn telefoon een week uitgezet.
Naar aanleiding van dat experiment staat mijn telefoon nu al drie jaar standaard op ‘geen geluid’, dus ik hoor nooit bliepjes en ik hoor ook niet als iemand mij belt: als ik ben gebeld bel ik terug.
We zijn 3 jaar verder en ik denk dat een hele week de telefoon uit niet meer kan.
Nou ja, wat niet kan….. maar het geeft teveel gedoe.
Toen had ik een solo-functie binnen Lentis, maar inmiddels zit ik in app-groep met het secretaresse-clubje van Team290; het is niet slim om het ding een week uit te zetten.
Verder is mijn telefoon mijn wekker in de vroege morgen. En mijn radio. En mijn ‘Blue-tooth-is-connected’-apparaat.
In deze vastentijd heb ik er voor gekozen om op een telefoon-dieet te gaan.

Drie momenten op een dag kijk ik er op: ’s morgens bij het opstaan, tussen de middag en ’s avonds na het eten.
Tussendoor zit hij in mijn tas.
Vandaag heb ik bijna een week gehad; vorige week woensdag ben ik begonnen.
MOEILIJK!
Confronterend ook; wat een aandacht-vreter is  het.

Het is een gewoonte geworden om om de klip-klap op die telefoon te kijken.
Heb ik geen apps of mails, dan kijk ik even op internet.
Is er nog nieuws?
Gistermiddag zat ik in de wachtkamer bij de tandarts.
Mijn hand was al op weg naar mijn tas …….. oh nee. Dat zou ik nu even niet doen.
De andere wachtenden zaten wel op hun telefoon te kijken, dus ik pakte maar een tijdschrift.

Niet vaker dan drie keer per dag op je telefoon kijken, hoe moeilijk kan het zijn.
Heel.
Veertig dagen is best lang eigenlijk: 1e Paasdag is op 9 april.
Nog meer dan een maand ga ik dit proberen vol te houden.
Na Pasen zal ik het met mijn lezers evalueren; wordt vervolgd dus.

Reageren

27 februari: Haar grote broer.

De laatste zaterdag van februari is ‘derde oma dag’ voor mij en onze dochters.  De dames beschouwen tante Trijn (de zus van mijn vader) als hun derde oma en voor mij is ze mijn tweede moeder. Tante Trijn had in haar huis wat oude spullen opgeruimd en had een jaren 70 lamp die ze niet wilde houden.
Groot,  grijs en van kunststof. “Heeft een van jullie hier belang bij?”
Ik zeker niet,  maar alle drie de dochters vonden hem prachtig. Er werd nog net niet om geloot; Carlijn kreeg hem mee.

En verder?  Koffie met hazelnootschuimgebak, veel verhalen en genieten van elkaars gezelschap, vooral dat eigenlijk.
De dochters hebben het met z’n drieën altijd al erg gezellig, zaten gezusterlijk op de bank en vertelden afwisselend verhalen, die vergezeld gingen van de gebruikelijke bijgeluiden en gebaren.

Tussen middag genoten we van een lekkere lunch buiten de deur in de Witte Olifant.
Altijd in het hoekje achterin aan een gereserveerd tafeltje waar tante Trijn geniet van een lekker broodje omringd door het vrouwelijke deel van ons gezin: eigenlijk is ze mijn tante en de oud-tante van onze dochters. maar ’tweede moeder en derde oma’ past veel beter bij de band die we hebben.

Ik nam voor haar die morgen een klein cadeautje mee.
In de fotoalbums van mijn ouders had ik een klein fotootje gevonden van hun trouwdag.
Het kiekje was genomen ’s avonds op het feest en we zien een stralende bruid met haar net zo stralende kersverse, 14 jarige schoonzusje Trijn.
Het was een zwart-wit fotootje en net niet helemaal scherp, genomen in een rokerige ruimte.
Nadat ik hem had gescand en geprint kon je nog redelijk goed zien wat er op stond.
Dat was in januari 1960; voor haar sweet memories.

Vanmorgen kreeg ik van haar een app.
“Weer een dag vol met herinneringen; van pijn, maar ook mooie dingen die wij koesteren”.
Vandaag is het de sterfdag*  van haar grote broer en mijn vader.
Zo fijn om dat nog te kunnen delen met zijn zus.

Klik hier voor het blog ‘Derde oma-dag’ uit 2022, onderaan dat verhaal vind je een link naar de twee voorgaande edities.

* zie ‘Tien jaar alweer’ uit 2018

Reageren

26 februari: Gedichten, proza en meziek.

Zundagmorgen 07.55.uur.
Veur de wekker wakker.
Dat zeg wat: spannende dag.  Om 11.00 uur  word wij in Noord Slien verwacht waor ik een aantal körte  verhaolen mag veurlezen bij Taol an tafel.
Ienmaol arriveerd word wij welkom heten deur Reina en Gloria, de twee dames die dit evenement organiseert under de paraplu  van Het Huus van de Taal; Gloria preut de mörgen ok an mekaar.
Twee keer drie kwartier dichtkunst, proza en  meziek,  dat is  de formule van zun mörgen.

Ria Westerhuis is een bekende Drentse dichteres. Zij komp uut ZuudDrenthe, ze woont bij het grensriviertie De Reest; zölf nuumt  ze het de Riest.
Ria hef een aangename stem en ze drag heur gedichten gloedvol en gevulig veur in heur eigen streektaol.
A’j een indruk wilt kregen van heur wark,  dan verwies ik joe naor heur website, hierbij een link.

Mien veurdracht begunde met een verslag van de eerste keer dat ik met een wandelvierdaagse an deu.
As lezer van dit blog hej die verhaolen  allemaole al ies veurbij zien kommen,  want ik stao dan wel te vertellen under de noemer ‘proza’, maor veur mij bint het blogs die ik in het verleden schreven heb en die vertoald bint in het Drents. Wat ik terugheur van de toeheurders is dat het zo herkenbaor is: de gebeurtenissen in een wachtkamer,  onze geliefde conciërge op Mavo op de Smilde, de  mannenpraot bij de Rodermarktwagenbouw en het familieverhaol van de kleine Gerardje die gung eierzuken.
Wat bin ‘k dan nerveus, mensen.
Huuf ik niet te stötteren? Verspreek ik mij niet?
Bij het wakker worden ’s mörgens heb ik al kloeten in de boek van de spanning; die bint pas vot as ik het leste verhaol  veurlezen heb.

De meziek weur verzörgd deur Fens en volk, zij zungen zölfschreven streektaolvassies; ie kunt heur meziek vinden op Spotify.
Luuster beveurbeeld maor ies naor Witte Wieven  en Glinster.
In de pauze kwam ik nog an de praot met Ineke de Jong, een kunstenares.
Zij vertelde dat zij metdöt met het programma ‘de nieuwe Vermeer’: zij hef een kunstwerk maakt van papier maché.
Zundagaomnd 5 meert komp ze op de tillevisie: ze mag d’r nog niks over publiceren, maor hierbij wel alvast een link naor heur website.

Zaoterdagmörgen in het programma Hemmeltied hef Arja Olthof in de rubriek van ‘het Huus van de Taol’ mien verhaol uut de Zinnig van jannewaori gebruukt veur een column over accentdiscriminatie. Schoonzeun Cees hef dat stukkie eem veur mij uut het programma knipt: ie kunt de column van Arja hier truggeluusteren: (an ’t begun een paar seconden geduld….)

Het was een gezellige bijienkomst daor in Noord Slien vanmorgen. Wij kregen tussen de middag een warm buffet veurschötteld met bami met saté  met kroepoek en aandere bijgerechten en ok de koffie, thee en aandere drinkerij hadden ze bij Wielens goed veur mekaar.  Gloria vertelde dat het veur sommige groepies in de zaal echt een daggie uut is.
Daor heb ik met liefde an metwarkt.

Beneid naor wat ik veurlezen heb? Klik dan op één van understaonde links veur het hiele verhaol.

In 2021 warkte ik met an Taol an Tafel in Dwingel, hierbij een link naor dat verslag.

Reageren

25 februari: Blogbouwstenen (10) – Pentamerone, een raamvertelling.

Vandaag deel 10 in de serie: Blogbouwstenen.

Op het scheurkalenderblaadje van 23 februari stond aan de voorkant de vraag:  “Wat verzamelde Giambattista Basile?”
Weet jij het?
Ik had geen idee.
Best raar, want ik ben dol op wat hij verzamelde: sprookjes.

Een klein stukje geschiedenis: Basile werd in 1566 geboren in Napels. Hij raakte gefascineerd door de volksverhalen uit zijn geboortestreek; zijn verzameling is gepubliceerd in het boek ‘Pentamerone’, dat werd uitgegeven na zijn dood.
Het gegeven van het boek lijkt een beetje op de ‘Sprookjes van 1001 nacht’: de verhalen worden verteld in een raamvertelling.
Een prins en zijn vrouw krijgen vijf dagen lang tien vrouwen op bezoek.
In totaal vertellen deze vrouwen vijftig verhalen; op de vijfde dag vertelt de laatste vrouw dat de prinses geen prinses is, maar een frauduleuze dienstmeid.

De verhalen bevatten varianten van bekende sprookjes zoals, Assepoester, Doornroosje en Rapunzel.
Latere sprookjesverzamelaars, zoals Charles Perrault (Moeder de Gans) en de gebroeders Grimm, werden door het werk van Basile geïnspireerd.

Op de website ‘Volksverhalen Almanak’ vond ik een pagina met een artikel over dit boek, waar alle vijftig verhalen te lezen zijn, hierbij een link.
Je vindt daar links naar alle afzonderlijke verhalen, met titels als ‘De kristallen gang’ en ‘De schone vrouw met de afgehouwen handen”.
Daar kun je bijvoorbeeld ook de eerste versie van het sprookje van Assepoester lezen, die niet zo heel veel te maken heeft met de versie die Walt Disney ons voorschotelt.

Hou je ook van sprookjes, wees dan gewaarschuwd, want als je eenmaal begint…….

Reageren

24 februari: “Dan leg ik ergens een lijk neer….”

Uit een interview met schrijver Appie Baantjer herinner ik me het antwoord dat hij gaf op de vraag: “Hoe schrijf je eigenlijk zo’n verhaal?”
“Nou, eerst leg ik ergens een lijk neer en dan beginnen de verschillende verhaallijnen….”

Daar moest ik aan denken bij het begin van het boek ‘De stille zonde’ van Lieneke Dijkzeul.
Het begint met de beschrijving van het lichaam van een leraar dat in een toiletruimte van een school ligt.
Daarna begint het verhaal met een aantal oud-leerlingen die een reünie van hun oude middelbare school bezoeken.
Je volgt een aantal van hen op weg daarnaar toe en als de reünie in volle gang is komt ineens iemand binnen die roept dat ‘meneer Janson dood in de wc ligt’.

En dan beginnen de verhaallijnen: Paul Vegter en zijn team beginnen aan hun onderzoek.
Wie was die vermoorde man?
Was hij getrouwd?
O, twee keer gescheiden.
Waarom?
Gedurende het onderzoek kom je steeds meer te weten over de leraar.
Populair, maar niet bij iedereen.
Ondertussen volg je de levens van een aantal oud-leerlingen dat op de reünie was en hoe het verder met hen gaat.

Had ik bij de boeken van Jeroen Windmeijer over Isis en Paulus het idee dat het verhaal niet heel geloofwaardig was, bij dit boek had ik dat helemaal niet.
Gewone levens, gewone gebeurtenissen, wanhopige gedachten en het verleden dat mensen blijft achtervolgen.
Lieneke Dijkzeul heeft een hele fijne manier van schrijven en je leeft echt met de hoofdpersonen mee.
Iets over de helft van het boek weet je ineens wie de dader is, maar je hoopt heel erg dat dat niet wordt ontdekt.
Vervolgens gaat er nóg iemand dood en haal je opgelucht adem.
Wát een boek, mensen.
Spannend en onderhoudend.

Dit boek is het eerste deel van een reeks die de auteur heeft geschreven over Inspecteur Paul Vegter; het kwam uit in 2006.
In 2020 kwam deel 7 uit ‘Een vorm van verraad’* , dat las ik vorig jaar augustus.
Heb ik dus het laatste deel al gelezen!
Daarin trouwt Vegter met zijn collega Renée; in dit eerste deel is de inspecteur net weduwnaar en worstelt hij met het alleen zijn; Renée is al wel zijn collega, maar ‘er is nog niets’.
In het overzicht van haar boeken zag ik dat ik al meer boeken over Paul Vegter heb gelezen, maar dat was voordat ik deze website had.

In mijn bibliotheekabonnement zit nu een klein overzichtje met de titel: ‘Lieneke – deze zoek ik nog’.

* Over ‘Een vorm van verraad’ schreef ik destijds een blog onder de titel: ‘Horror-scenario voor een huwelijk’.

Reageren

23 februari: Sokken versus droge worst.

Mijn collega’s hebben ontdekt dat ik niet alleen babyvestjes kan breien.
Vorige maand vroeg Renny of ik ook wel eens sokken breide; haar moeder* breide die altijd voor haar, maar ze is overleden.
Dat wou ik wel doen.
Drie weken geleden gaf ze mij een bol sokkengaren die ze had gekocht, zo’n hele mooie bol van Opal, 150 gram, 6-draads met de mededeling: “Ik heb maat 37”.

Als je veel breit dat weet je dit: zo’n luxe, kleurige bol, dat is gewoon heel fijn breien.
Het duurde dan ook geen twee weken, toen had ik de sokken klaar.
“Wat wil je er voor hebben?” vroeg ze.
“Niks natuurlijk. Je hebt zelf die wol gekocht! En ik heb het met liefde en plezier gedaan: een win-win-situatie.”

Vanmorgen gaf ik haar de sokken en ik kreeg…… een droge worst!
Voor de moeite.
Lekker bij de borrel dit weekend!

Wil je ook eens sokken breien? Hierbij een link naar een uitgebreide brei-beschrijving.
Er is ook een handige matentabel die ik ooit vond op de website van Wolhalla, waarop je kunt aflezen hoeveel steken je moet opzetten bij de verschillende garen-diktes en bij welke schoenmaat.
Zit standaard in mijn breitas, gaat als PDF bij dit blog: matentabel

* Renny’s moeder was Jantje, sopraan van de Cantorij Roden.

Reageren

22 februari: Met drie pannen.

Vandaag is het Aswoensdag, het begin van de 40-dagen-tijd. In onze PKN-gemeente vieren we al jaren op de dinsdag daarvoor het pannenkoeken feest*. Wij schuiven niet alleen graag aan bij die gezamenlijke maaltijd,  maar wij zorgen ook voor 30 spekpannenkoeken. Rond kwart voor vijf maakte ik beslag van 2 liter melk,1 kilo meel en 4 eieren en knipte 44 plakjes ontbijtspek doormidden = 88 halve plakjes = 3 per pannenkoek. En dan maak ik me op voor een uitgekiend bakproces: pannenkoeken bakken met 3 pannen tegelijk. Als in de derde pan spek en beslag zit,  kan ik in de eerste pan het baksel al omdraaien. De hete pannenkoeken laat ik in een juspan glijden die in bak met heet water staat. Het vergt een dik half uur opperste concentratie, maar dan zit de pan tjokvol.

Rond zessen zette ik mijn warme pan bij het buffet en zocht een plekje aan één van de tafels, waar al een aantal hongerigen zaten te wachten. Eten met meer dan 60 mensen aan tafels waar steeds 8 stoelen omheen stonden: gezellig!  Het was de bedoeling dat je steeds op een andere plek ging zitten onder het motto ‘neem uw bord op en wandel’.  Dan zit je steeds naast iemand anders in een ander groepsverband. Het is erg leuk om te zien hoe iedereen zit te smullen van de pannenkoeken en hoe de aanwezigen geanimeerd met elkaar zitten te teuten. Ontmoeting is naast de pannenkoeken ook een belangrijk aspect van deze bijeenkomst. Gerard zei: “We doen dit al een aantal jaren;  het lijkt zo gewoon,  maar het is eigenlijk heel bijzonder om met elkaar zo de 40-dagen tijd in te gaan.”
Er wordt van de aanwezigen een vrijwillige bijdrage gevraagd; dit jaar zamelen we geld in voor pastor Petru in Moldavië, die in zijn dorpje de armoede bestrijdt.

In de komende vastentijd willen Gerard en ik ons op een aantal dingen bezinnen; daarin trekken we niet altijd gelijk op. Ik wil bijvoorbeeld mijn telefoongedrag onder de loep nemen en heb me voorgenomen om ook één week niet te mopperen of me negatief over iets uit te laten.
Wordt vervolgd dus.

* Gerard schreef in 2017 een gastblog over het pannenkoekenfeest onder de titel ‘Pancakeday’, waarin hij uitlegt waar deze traditie vandaan komt.

Reageren

21 februari: Galanthus nivalis.

De galanthus nivalis is een bolgewas uit de narcisfamilie.
Galanthus is een samenstelling van het Oudgriekse ‘gala’ (melk) en ‘anthos’ (bloem) en nivalis betekent: in of bij de sneeuw groeiend.

Bij ons heet het gewoon sneeuwklokje; vroeger werd het ook wel ‘vroegopje’  genoemd.
Op WikiPedia las ik dat de plant oorspronkelijk uit Zuid-Europa komt en dat hij gemakkelijk verwildert.
Dat kan ik alleen maar beamen.
Het schijnt zo te zijn dat als een sneeuwklokje zich ergens goed voelt, één bolletje al gauw twee bolletjes worden en zo komen wij dus aan het witte tapijtje in onze achtertuin: bij ons achter het huis is het momenteel wit van de sneeuwklokjes.

Afgelopen weekend kreeg ik van Carlijn een mini-vaasje met een paar sneeuwklokjes die ze had meegenomen uit Groningen.
Het staat nu op de hoek van ons aanrecht: zo mooi!

Bijna lente!

Reageren

20 februari: Preek van de leek.

Gistermorgen hadden we in de kerkdienst van onze PKN-gemeente een bijzondere gast: Daniël Rouwkema, organist, dirigent en componist.
Hij was uitgenodigd in het kader van ‘De preek van de leek’, een jaarlijks evenement waarbij een inspirerende spreker van buiten wordt gevraagd om een viering in te vullen.

“Waar gaat je preek eigenlijk over?” had iemand hem van te voren gevraagd.  “Thank you for  the  music” had hij bedacht.
Hij las vanmorgen eerst het verhaal van Daniël in de leeuwenkuil en daarna een gedeelte uit de toespraak uit Mattheus 6, waarin Jezus iets zegt over hoe we moeten bidden.
De daarop volgende preek raakte me in mijn hart.
Het ging over zingen in de kerk, zingen over het geloof en over het dubbele gevoel dat je hebt als je als dirigent/zanger in de schijnwerpers staat, dat je geniet van de muziek en het zingen, terwijl de woorden van Jezus ons leren ‘doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden zodat iedereen het ziet…’
De religieuze ervaring die je beleeft als zanger in een koor werd vanmorgen prachtig door Daniël beschreven.
Augustinus zei het al: ‘Qui bene cantat bis orat’: wie goed zingt, bidt tweemaal.
Als je zingt en/of musiceert deel je wat je beleeft met de mensen die naar je luisteren, die troost kunnen putten uit de teksten en de melodieën.

Rouwkema liet zich in deze bijeenkomst van zijn kwetsbare kant zien.
Door de coronapandemie was hij als ZZP-er beroofd van zijn inkomsten en zijn moeder is aan corona overleden; verder is hij op weg naar de vijftig.
Al deze factoren zetten zijn leven de afgelopen jaren op de kop en hij gaf aan dat hij ‘nog zoekende’ was.
‘Ontheemd in en met mezelf’, noemde hij het vanmorgen.

Hij wilde ons laten kennismaken met een aantal nieuwe kerkliederen, maar dat lukte niet helemaal, want op de beamer kwam wel de tekst, maar niet de noten.
Dan wordt het wel moeilijk om nieuwe muziek te zingen….
Wat wel heel goed ging waren de liederen die werden uitgevoerd door een aantal gastzangers van Choral Voices (waaronder ‘onze eigen’ Jacolies) die een mooie bijdrage leverden aan de viering.
Verder hoorden we een uitvoering van ‘het Onze Vader’, uitgevoerd door Vocaal Ensemble Magnificat uit Emmen, waarvan Daniël dirigent is.
Hierbij een link naar die uitvoering op  You Tube.

Je kunt de bijzondere viering van gistermorgen terugkijken: hierbij een link naar het YouTube kanaal van onze kerk.
Ik zou het doen!

Na afloop sprak ik nog een aantal cantorijleden en zei wat ik tijdens de dienst al dacht: “Deze dienst was voor ons, koorzangers! Wat fijn dat iemand onder woorden brengt wat wij wekelijks met elkaar beleven.”
Afgelopen donderdag zongen we nog met elkaar in de rouwdienst van onze bas Joop, waarin de emotie tastbaar was.
Toch stonden we daar met elkaar te zingen en waren we ‘de andere lippen’ die het lied zongen dat ons door de nacht draagt.
Dat is een regel uit het lied ‘Zolang wij ademhalen’: hierbij de volledige tekst.

Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht.
Door ademnood bevangen of in verdriet verstild:
het lied van Uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild.

Daniël: bedankt.

Klik hier voor een link naar Daniëls website.

Reageren

Pagina 56 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén