De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

31 juli: Hop on-hop off in Roden.

afbeelding: ‘Catharina-collega’ Peter Jager

Je kent ze wel, die Hop-on-hop-off-bussen die in grote steden langs de toeristische highlights rijden.
Gisteren hadden we in Roden de primeur van de plattelandsversie van dit fenomeen: de hop-on-hop-off-paardentram.
De tram begint om 11.00 uur te rijden en heeft haltes bij de volgende bezienswaardigheden:
– Speelgoedmuseum ‘Kinderwereld
– Havezathe ‘Mensinge
– het Scheepstra-kabinet (Ot & Sien)
– de Catharinakerk.
De tram rijdt rondjes langs de haltes tot 16.00 uur.
Het is een pilot, georganiseerd door de Erfgoedkoepel Roden. In 2021 introduceerde men al de app ‘Roden in je broekzak’ en dit jaar dus dit experiment.
Een kaartje kost € 10,= en geeft toegang tot de vier bovengenoemde musea/gebouwen.
En je maakt een tochtje met de paardentram!

Toen we als vrijwilligers van de Catharinakerk/Stichting Hinszorgel werden gevraagd of we op die drie pilot-zondagen beschikbaar waren heb ik gelijk ingeschreven voor gisteren (30 juli) en volgende week (6 augustus).
Wát een goed initiatief! Roden heeft veel te bieden op historisch gebied en deze paardentram is een prima manier om al dat moois onder de aandacht te brengen.

Het was erg gezellig in de kerk gistermiddag.
Er kwam een aantal mensen met de tram, maar er kwamen ook best veel gewone toeristen, die blij waren dat de kerk open was voor bezichtiging.
Een Amsterdams echtpaar had een vraag: “Ik heb een kaarsie angestoke voor die heilige in het hoekie. Hoe heet die?”
Het was onze Catharina.
Een stel kinderen had de puzzelspeurtocht door de kerk gemaakt, maar wisten het laatste woord niet.
“Mama weet het ook niet…”
Ik nam ze mee naar de zakken op de afbeelding links, gaf aanschouwelijk onderwijs door te laten zien hoe er vroeger met die zakken gehengeld werd naar geld, vertelde over het oude offerblok (1748) en liet de zakjes met handvaten zien die we tegenwoordig gebruiken.
“Ja maar, hoe heet het dan?” vroeg mama.
“Collectezak” verklapte ik.
Als je geen kerkelijke achtergrond hebt kom je niet op zo’n woord dat voor ons gesneden koek is.
Tot mijn grote verrassing bezocht collega Alette onze kerk; met plezier leidde ik haar en haar vriendin rond.
Het was heel bijzonder om elkaar te ontmoeten in zo’n andere setting.

Pepermuntjes uitgedeeld, heerlijk gekletst met een docent die dochter Frea nog les had gegeven, verteld over onze kerk tijdens de Franse revolutie, over de rijke bewoners van de Mensinge die hun laatste rustplaats hebben in onze kerk, over het oude orgel en zijn maker, kortom: zelf ook genoten van een middag geschiedenis/leuk contact met onze gasten.

De paardentram rijdt dit jaar nog twee zondagen door Roden, je kunt opstappen op 6 en 13 augustus.
Volgende week ben ik ook weer van de partij met mijn pepermuntjes: WELKOM!

Reageren

30 juli: De eigenwaan van trotse zielen.

Om 09.00 uur zaten we vanmorgen al op de fiets voor een tochtje naar Roderwolde; het dorpje ligt 6 kilometer van Roden af.
We hadden het plan opgevat om daar in de Jacobskerk de ochtendviering bij te wonen.
Voorganger was pastor Geertje van der Meer, die sinds oktober aan onze PKN-gemeente Roden-Roderwolde verbonden is als kerkelijk werker. Door onze Hoogersmildiger achtergrond voelt het kerkje altijd vertrouwd. Het kleine orgel, de houten banken, de klok waarvan je het touw hoort schuren en de collectezak aan een steel met een belletje er aan; waar dus ook nog mee ‘gehengeld’ wordt langs de kerkgangers. Ons kent ons in deze gemeenschap. Schijnt de zon door één van de kerkramen hinderlijk in je ogen, dan loop je zelf even naar voren om het gordijn dicht te doen.
Als je de kerk binnenkomt zie je achter op de achterste banken een bord waarvan je anno 2023 afvraagt of mensen dat dan deden. ‘Rooken’, dat snap ik nog wel, maar ‘spuwen’? Een mens is toch geen lama….

Die ’trotse zielen’ uit de titel hebben we vanmorgen niet letterlijk voorbij horen komen, maar de zin ‘..maar ziet van ver met gramschap aan, de eigenwaan van trotse zielen’, (een regel uit Psalm 138) schoot mij vanmorgen spontaan te binnen naar aanleiding van overdenking van Geertje.
Die eigenwaan werd wel genoemd, als de ziekte waar onze wereld tegenwoordig aan lijdt.
We zijn waarden als liefde en solidariteit vergeten in onze maatschappij. Het is vooral ieder voor zich en we zijn speelbal geworden van megalomane wereldleiders en machtigen die niet het collectieve belang, maar alleen het eigenbelang en het verdienen van veel geld voor zichzelf en de aandeelhouders hoog in hun vaandel hebben.
In onze eigenwaan denken we dat we controle hebben over ons leven, maar ondertussen loopt het qua klimaat en de ongelijkheid in de wereld gierend uit de klauwen.
De tekst die Geertje ons vanmorgen voorhield uit Jesaja 57 liegt er niet om. Wie zonder God leeft, zal de rust en vrede van God niet ervaren.
Vandaag de dag zeggen veel mensen, waaronder ook kerkgangers: “Wie zegt dat God bestaat?” en we blijven met onze armen over elkaar zitten. God zegt: je kunt me alleen ervaren en kennen als je naar me zoekt, naar me toekomt en luistert.

Bijzonder in Roderwolde is het klokgelui tijdens het Onze Vader.
Mensen in het dorp die niet in de kerk zijn, weten dan dat op dat moment het Onze Vader wordt gebeden.
Geertje werd er door verrast en dacht dat de klok net toevallig op dat moment luidde, maar nee, dat is bij iedere kerkdienst.
De klok maakt ons attent op het feit dat op dat moment een aantal gemeenteleden in het kerkgebouw aanwezig zijn die ook kampen met eigenwaan, schuldgevoel en dingen niet goed gaan in hun leven. Die God zoeken met een gezamenlijk gezongen lied, met het overdenken van helende/heilzame woorden uit de bijbel en, onder klokgelui, bidden.
Wat een mooie en heilzame traditie.

Reageren

29 juli: Nieuwe bril!

Na de staaroperatie in mei zette ik in eerste instantie mijn oude bril weer op mijn neus.
Maar daarmee zag ik niet helemaal goed, want die was natuurlijk nog afgesteld op mijn ogen van voor de operatie, maar ik had niet zomaar een nieuwe bril. Het lezen ging nog wel gewoon goed, dus ik redde me er mee.

Gistermorgen heb ik bij de opticien mijn nieuwe bril opgehaald.
Wat heerlijk mensen; wat kijk ik nu weer helder en scherp de wereld in.
Borduren, computeren, het wordt er allemaal zo’n stuk aangenamer van!

Sinds wanneer dragen wij als mensen eigenlijk een bril?
Dit vond ik erover op internet.
Het woord komt van het mineraal ‘beril’; vroeger gebruikte men dat om er brillenglazen van te slijpen.

bron afbeelding: Wikipedia

Op de pagina van Wikipedia over dit onderwerp vond ik een afbeelding van een fresco uit 1352; dat is de oudst bekende afbeelding van een bril.

Dit valt in dat artikel verder nog te lezen over de geschiedenis van de bril:

Vanaf 1280 wordt er in Italië melding gemaakt van lenzen die gebruikt werden om het gezichtsvermogen te verbeteren. Het is mogelijk dat in die tijd ook al een soort brillen in gebruik waren in de Arabische wereld en in China, maar de gegevens daarover zijn nogal vaag. Mogelijkerwijze is deze uitvinding in de 13e eeuw op een niet nader vast te stellen plaats gedaan en heeft zij zich vervolgens snel over een groot gebied verbreid.

In de middeleeuwen kon alleen de bovenlaag van de bevolking lezen. Dat is een van de redenen dat de bril alleen door bemiddelde mensen gebruikt werd. Met de boekdrukkunst werd ook de behoefte aan brillen groter. In eerste instantie was het vinden van een geschikte bril, waarmee je beter kon kijken, een kwestie van uitproberen; oogmetingen bestonden er in die tijd nog niet.
De eerste brillen waren voor vérziende en/of oudziende mensen, vooral oudere monniken die moeite hadden met het lezen.

Aanvankelijk bevond de lens zich in een standaard, die met de hand werd vastgehouden. De op de neus geklemde bril (knijpbril of pince-nez) met twee glazen kwam wat later. Een andere uitvoering, vooral bekend van Duitse officieren, is het oogglas, dat in de huidplooien om het oog werd vastgehouden. Veel van deze brillen werden aan een koordje gedragen, zodat ze niet konden vallen. Ook kwamen er brillen met aan een zijde een stokje om vast te houden, een zogenaamde lorgnet. 

De moderne bril, met veren (in de volksmond aangeduid als poten) die de bril achter de oren bevestigen, dateert pas uit de vroege 18e eeuw en wordt het eerst in Engeland vermeld. Deze bril werd aanvankelijk lelijk gevonden en ijdele dragers gaven de voorkeur aan een knijpbril of lorgnon, die af en toe tevoorschijn werd gehaald.
Voordeel van de moderne bril is dat hij permanent kan worden gedragen waarbij de handen vrij blijven.

Een bril is de overwinning van de nieuwsgierigheid op de ijdelheid. 
Dit citaat is van Robert Lembke.
Op mijn leeftijd speelt die ijdelheid al niet meer zo’n grote rol…..

Reageren

28 juli: Wandelclubje voor pensionada’s? (2)

De mensen van mijn generatie gaan zo langzamerhand met pensioen.
Mijn (een kleine beetje) oudere collega-secretaresses Marja en Corry kregen een leuke aanbieding van Lentis en stoppen iets eerder met werken dan eigenlijk de bedoeling was; gistermiddag vierden we met alle collega’s van Team290 een feestje ter gelegenheid van hun afscheid.
Vorige week vroeg ik  tijdens de koffie aan mijn collega’s: “Gaan we nog een lied zingen voor Corry en Marja?”
Doodse stilte.
Opgetrokken wenkbrauwen alsof ik een oneerbaar voorstel deed.
Een lied zingen is niet iets wat mensen tegenwoordig gemakkelijk doen en ik liet het onderwerp even rusten.
Dinsdag belde ik collega Renny, die was er bij de ongemakkelijke stilte niet bij.
“Als ik nou mijn gitaar meeneem, zullen wij dan samen ‘Jo met de banjo’ zingen? Ik vertel dan even over ons autoritje na het etentje met Margreet en het wandelclubje dat ze zouden oprichten. Dan zingen we het een keer voor en vragen dan de anderen om het nog eens met ons mee te zingen. (zie ‘Wandelclubje voor pensionado’s?)
Renny was gelijk voor.
Gistermiddag kwam ze met nog wat kleine muziekinstrumentjes “voor de anderen” en grote wandelschoenen binnen voor onze act.
Het viel in goede aarde.
En de tweede keer zong iedereen mee en later vroegen collega’s waarom we niet meer zongen.
“Dat bewaren we voor een volgende keer!”
Je kunt ook overdrijven.

De laatste twee weken stonden er twee grote dozen op ons secretariaat waar iedereen een cadeautje in kon doen.
De grote strandkoeltassen die ik had gekocht om de pakjes in te doen waren te klein……
Na de speech van onze teamleider, de bloemen, de Lentispennen, ons lied en de volgepakte tassen waren er tranen bij Corry en Marja.
En bij ons.
Ze zijn weg en komen niet meer terug.
Petronet en Margreet zitten al een tijdje bij een andere afdeling van Lentis en ons secretariaat bestaat inmiddels weer uit 6 collega’s, waarvan er 3 nieuw zijn.
Renny en ik zijn nu de oudsten; waarbij Renny het niet kan nalaten om op te merken dat ik nu de oudste ben.
Maar ik vind het een eretitel; dat heb ik toch maar mooi gehaald!

Zien we Marja en Corry nu helemaal niet meer?
Zeker wel.
We hebben eind augustus nog een ‘oud-ontmoet-nieuw-bijeenkomst’ bij ons in de tuin met alle secretaresses van Team290.
Dan horen we vast meer over het wandelclubje ‘Jo met de banjo’!

Reageren

27 juli: Zielige mannen.

Gerard en ik nemen tegenwoordig wat series op, om ze op een later tijdstip terug te kijken.
Wij kijken bijvoorbeeld graag naar Grantchester.
Het is een Britse detectiveserie die zich afspeelt in de jaren vijftig in het dorp Grantchester in de buurt van Cambridge.
Het draait in deze serie om inspecteur George Keating (Geordie) en de jonge dominee Will Davenport.
De politieman moet natuurlijk de misdaden oplossen, maar de dominee is daar op wonderlijke wijze ook steeds bij betrokken.

We zitten inmiddels in serie nummer 7 en het is vermakelijk om te zien hoe anders de wereld er uit zag eind jaren vijftig. Maar ook toen werden mensen verliefd, gingen trouwen, kregen kinderen en gingen de dingen niet altijd goed.
George heeft er een potje van gemaakt in zijn huwelijk en zijn vrouw heeft hem buiten de deur gezet.
“Ga jij maar eens even nadenken hoe het nu verder moet!”
Hij woont sindsdien op een kamer in de pastorie bij Will en moet iedere zaterdag voor zijn vier kinderen zorgen.
Will is intussen smoorverliefd op een mevrouw die hij ontmoette op een dansavond in een rokerig café, maar de mevrouw in kwestie is verloofd met de nieuwe baas van George.
Het heet een detective, maar het is soms net een soap.
Heerlijke televisie.

Afgelopen week waren we toe aan deel 3 van bovengenoemde serie.
We zien een eenzame, drinkende George aan een tafel zitten, zijn hoofd gestut in zijn handen, die de ene na de andere sigaret wegrookt.
Even later zwenkt de camera naar de tuin en zien we Will verdrietig onder een boom zitten, want de ‘verkering’ kan gewoon niet.
Bij deze beelden horen we ‘Lonesome town’ van Ricky Nelson.
There’s a place where lovers go, to cry their troubles away…
Gitaarbegeleiding, smooth oehoeh-koortje en een smachtende mannenstem.
Agossie. Wat een prachtige muziek bij die zielige mannen.
Lonesome town, where the broken hearts stay…
Een smartlap uit 1959. Hij staat al op mijn Smartlappen-playlist op Spotify.
Ook even luisteren?
Hierbij een link naar ‘Lonesome town’.
Let vooral op het zoetgevooisde mannenkoortje…..

Waarom is er nooit een ‘week van de jaren 50’ op de radio?

Reageren

26 juli: Nederlands, maar dan anders (30)

We hebben met elkaar al weer een blog vol verzameld:

In Tiel hebben archeologen sporen van een 4000 jaar oud heiligdom ontdekt; er werden ook doden begraven.
Een woordvoerder: “De mensen begroeven hun nabestaanden in deze grafheuvel….”

Een verslaggever van het Roder Journaal gaat op bezoek bij een 96-jarige.
Kennelijk heeft de journalist het nog nooit zo zout gegeten.
De buitendeur stond al open en de binnenkomst in de kamer was, zoals bij hem gebruikelijk is, aller hartigst!”

Essina maakte mij attent op een artikeltje in het Dagblad van het Noorden van 20 juni 2023:
Er moeten museumstukken verhuisd worden met een hoogwerker.
Een vrouw met een hond in haar armen wandelt vluchtig naar de overkant van de straat.”

Carlijn stuurde er ook weer een paar.
Niet echt fout maar wel grappig: “No Border Camp verhuist naar een nieuwe locatie! Dit jaar kamperen we in Noord Nederland (voor de Amsterdammers: dit is een locatie buiten de ring.)
Verder had ze een mooie samenvoeging gehoord van ‘de deur voor iemands neus dichtgooien’ en ‘het deksel op de neus krijgen’:
“Ze gooide de deksel op mijn neus!”
en nog zo’n pareltje: “Dit komt heel koud op mijn dak..”

Gelezen op internet: iemand moet een operatie ondergaan. Daarvoor moeten een aantal voorbereidingen worden getroffen: “Twee dagen voor de operatie moet u beginnen met het wassen van uw lichaam met een speciale scrubcrème, behalve uw gezicht en uw geniale delen.”

Collega heeft wat moeite met het gedrag van een andere collega.
En dan beginnen ze gelijk al van de toren af te blazen….!”
Ook vond ze dat wie A zegt ook B moet zeggen.
“Dan moeten ze niet de hakken in het zand trekken.”

Bert Haandrikman is met zijn radioprogramma in Volendam, men heeft het over klederdracht.
Als je hier een souvenirwinkel binnenstapt waan je je honderden eeuwen terug….”
O? Tien eeuwen terug komen we uit bij 1023.
Ik denk niet dat de dinosaurussen in de buurt van Volendam al in klederdracht liepen.

….in de Achterhoek! *

Deelnemer aan een radiospelletje gaat in zijn vakantie fietsen.
“We gaan naar de fietsprovincie Drenthe. De Achterhoek schijnt heel mooi te zijn.”
Luister hierbij vooral even naar dit liedje van Daniël Lohues.

De dames van het tijdschrift Saar timmeren flink aan de weg: er komt zelfs binnenkort een Saar-boek uit!
“We zijn er heel hard voor aan het werk. Het komt in november uit, maar je kunt het al priorderuh.
Priorderuh?
Dit wordt bedoeld: een pre-order is een vooruitbestelling van een nieuw aangekondigd artikel.
Daar heeft men creatief een nieuw, Nederlands werkwoord van gemaakt; pré-orderen.

In een nieuwsprogramma gebruikte een jongeman een spreekwoord verkeerd, hij had het over het holst van de leeuw.
Toen iemand hem er op wees dat hij het hol van de leeuw en het holst van de nacht door elkaar haalde zei hij: “Ach, maak je niet druk, daar kraait geen hond naar…”

Ook zoiets grappigs gehoord op taalgebied?
Ik kijk uit naar je bijdrage!
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 29, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

* afbeelding: website www.drentheopfietse.nl 

Reageren

25 juli: Gewoontedier.

Een gewoontedier is iemand die aan zijn gewoonten vast zit.
Ook ik ben zo’n dier en velen met mij overigens.
Soms zit me dat in de weg.

Boodschappen doen is een wekelijks terugkerende taak waar ik nooit heel veel zin aan heb.
Ik maak het mezelf gemakkelijk door altijd naar dezelfde winkel te gaan (Jumbo) en de volgorde van mijn (voorgedrukte) boodschappenlijstje aan te passen aan de schap-indeling van de winkel.
Van een nieuwe winkelopstelling of (erger nog) een verhuizing raak ik behoorlijk in de war.
Sinds de Jumbo in het nieuwe pand zat ging het goed met mij en de boodschappen; ik wist alles te staan, was gewend aan de scanner en wist waar ik de lege flessen en blikjes moet inleveren.

Begin dit jaar hoorde ik dat meneer Jansema zijn Jumbo-filiaal had verkocht.
In de plaatselijke pers las ik dat ‘de Maripaan-groep‘ het bedrijf had overgenomen.
In mijn onwetendheid dacht ik dat dat niets zou uitmaken, maar ik ontdekte in de loop van de maanden dat er wel degelijk dingen veranderden.
1. Onze favoriete droge worst hing niet meer aan de stelling naast de groente.
Dat kwam omdat men met het vertrek van meneer Jansema bepaalde certificaten niet had op het gebied van streekproducten.
2. Een stuk Milner kaas kon ik niet meer vinden.
Dit was uit het assortiment gehaald ‘omdat het niet goed liep’. Aan mij lag het niet, ik haal bijna wekelijks zo’n stuk kaas; daarvoor ga ik nu naar Albert Heijn.
3. Voor een pan groentesoep zocht ik een grove, verse worst. Was er niet meer. Navraag leerde dat de eigen slagerij van Jumbo gaat verdwijnen. Dat betekent dus ook geen gekruid gehakt meer, slavinken en weet ik wat voor lekkere dingen ik daar altijd van meenam. Een medewerkster wees mij op een vervangend product: vacuüm verpakte verse worst.
‘Maar dat gaat Aaltje niet doen’ was mijn eerste reactie, maar de winkelmevrouw zei dat ik het gratis mocht proberen.
Vorige week woensdag kookte Gerard en hij maakte andijviestamppot.
“Dan ga ik daar die gratis worst bij bakken”.
Meestal is het zo, dat iets nóg lekkerder smaakt als het gratis is, maar dat was deze keer niet zo.
De worst was veel te zout: dit gaat Aaltje dus echt nooit meer doen.

Regelmatig vraag ik aan het personeel waarom de dingen gaan zoals ze gaan.
Het antwoord is altijd ‘dat is het beleid van de nieuwe eigenaar’.
Jammer ja.
Nooit gedacht dat ik meneer Jansema nog eens zou gaan missen……

Reageren

24 juli: ’t Hijgend hert.

Vlak voor het zomerreces van dit blog op 11 juli, schreef ik dat Gerard en ik op zoek waren naar ‘liederen met een verhaal’ (zie 11 juli)
Gistermorgen was de zangdienst waar we die verhalen/liederen voor zochten.
Hoe bijzonder het was dat er in de ochtend een zangdienst was bleek uit het volgende verhaal.
Eén van de gemeenteleden werd zondag 80 jaar en haar kinderen hadden gezegd dat ze die zondagmorgen niet naar de kerk kon, want het feest zou die ochtend al beginnen.
“Maar ik ga wél naar de kerk” had de mevrouw in kwestie gezegd. “Ik woon nu 60 jaar in Roden en er is nog nooit een zangdienst in een ochtenddienst geweest: daar wil ik bij zijn. Bovendien, ik heb een lied én een verhaal ingediend.”
Gistermorgen zat ze, mét twee van haar dochters, te genieten in de kerk.

Wij hadden 13 liederen op het programma staan.
Soms met een uitgebreid verhaal, soms met geen verhaal.
“Dit lied is zó veelzeggend, daar hoef ik niks over te zeggen, dat is ook niet zo mijn ding…”
We hoorden mooie verhalen over fijne herinneringen aan zingen met de zussen tijdens de afwas, over de onwennigheid bij de eerste keer dat het Onze Vader werd gezongen en hoe dat jaren later zoveel emoties oproept.
We hoorden over de verbinding die je ervaart tijdens samen zingen in een koor, over het heerlijk onbekommerd meezingen en -bewegen met een Opwekkingslied, maar ook over dierbare momenten met een familielid in haar laatste levensfase.
Te veel om op te noemen; met een verscheidenheid die past bij een pluriforme gemeente, oud en nieuw, gedateerd en modern.
Enthousiast begeleid op orgel én piano door Arjan Schippers. Die man kan álles spelen!

Eén lied licht ik er uit.
Het was aangevraagd door een ouder gemeentelid.
Hij was vorige week bij ons thuis geweest en had een briefje bij zich met een heel rijtje liederen: allemaal psalmen.
Hij zou heel graag nog eens een psalm op de oude berijming willen zingen. “Daar ben ik mee grootgebracht” was zijn motivatie.
We kozen voor Psalm 42. Tegenwoordig kennen wij het als ‘Evenals een moede hinde’, maar de vorige generatie zong ‘ ’t Hijgend hert, der jacht ontkomen’.
Ik dacht dat we daarmee één gemeentelid een plezier deden, maar we kregen na afloop nogal wat reacties in de trant van: “Wat bijzonder om die oude woorden nog eens te zingen, ik kende het nog helemaal uit mijn hoofd!”

Het samen zingen bracht iets bijzonders teweeg gistermorgen.
Mensen werden geraakt door de emoties van anderen en voelden zich gesterkt én gedragen door de verhalen die gedeeld werden.
Na afloop werden we bedolven onder de warme en positieve reacties; een veelgehoorde wens was ‘Volgend jaar weer?’
Aan ons zal het niet liggen.

Je kunt de viering van gistermorgen terugkijken en – luisteren via Kerkomroep   of via het YouTube-kanaal van onze PKN-kerk.

Reageren

23 juli: Welke buren.

Soms komt het zo uit.
Dan moeten we overdag in Hoogersmilde zijn voor een familiebezoekje of zo en dan gaan we op de heen- of terugweg even langs het kerkhof voor een bezoekje aan de graven van onze ouders.

Op 16 juli waren we weer eens in de gelegenheid.
Gerards moeder overleed in 2016, die van mij in 2017, dus de begrafenissen liggen al meer dan vijf jaar achter ons.
Op de afbeelding hiernaast zie je de grafsteen van mijn ouders na het overlijden van mijn moeder, de foto is gemaakt in februari 2018.
Toen we er in juli weer kwamen was de heg een stuk groener er ook een stuk springeriger.

We sponsden de steen af, droogden hem na en ik bedacht dat mijn moeder de aanblik van hun graf verschrikkelijk zou vinden.
Want wat zullen de buren wel niet zeggen.
Zij zou in staat zijn geweest om bij het volgende bezoek een heggenschaar mee te nemen en het graf vrij te maken van de meest opdringerige takjes.
Maar daarin lijk ik niet op mijn moeder; er komt binnenkort vast wel een tuinman van ‘de Laatste eer’ of van de gemeente Midden Drenthe die de heg weer kort knipt.
Zodat het er ook in mijn moeders optiek weer ‘netties’ bij ligt.
En in de optiek van de buren ook. 😉

We liepen nog even over het oude gedeelte van het kerkhof, van waaruit je een mooi uitzicht hebt op de landerijen en op de televisietoren in de verte. (klik op de afbeelding voor een vergroting).
Word ik altijd wat melancholiek van.
Die toren.
En al die bekende namen.
Hoogersmilde-blues.

Reageren

22 juli: Appendix vermiformis

Dinsdag 11 juli schreef ik twee blogs: voor dinsdag en voor woensdag 12 over het zomer-reces.
Ik was door mijn voorraad concepten heen en wilde tijd vrij maken voor het maken van een fotoboek van de 1e helft van 2023, dus ik nam even vakantie van mijn dagelijkse blog.
Die dinsdag de 11e kwam Gerard tussen de middag thuis van zijn werk met erge buikpijn.
Aan het eind van de middag zaten we al bij de huisarts en de volgende morgen waren we rond 11.00 uur bij de spoedeisende hulp in het Martiniziekenhuis.
Wachten, onderzoek, wachten, onderzoek, nog langer wachten, je kent het wel.
“Het is een blindedarmontsteking, uw wordt vandaag nog geopereerd.”
Rond 14.30 uur was hij opgenomen in het Martiniziekenhuis.
Ik fladderde die dag wat heen en weer naar werk, ziekenhuis en Gerard en zat tot 18.10 aan zijn bed, maar toen was er nog niets gebeurd.
’s Avonds om 23.30 uur zag ik op zijn telefoon dat hij nog steeds online was en ik appte hem: “Nog niet opgehaald?”

Nee man.
We hadden nog even telefonisch contact.
Er kwamen steeds gevallen met meer spoed tussendoor; de artsen en verpleegkundigen kwamen regelmatig even langs, verzekerden hem dat hij ‘vandaag nog’ geholpen zou worden, maar namen hem steeds niet mee.
“Ga maar slapen” adviseerde Gerard mij, “het kan wel na middernacht worden.”
Gerard bezat zijn ziel in lijdzaamheid.
Zelf ben ik in 2014 zo’n spoedgeval geweest, dan ben je blij dat men ruimte voor je maakt.

Om 02.00 uur kreeg ik telefoon.
De chirurg. “De operatie is goed gelukt, meneer ligt bij te komen.”
Gerard merkte hier later over op: “Ik heb respect en bewondering voor het team dat zich ’s nachts om 01.00 uur nog inspande om mij te opereren!”
Donderdagmiddag rond een uur of zes werd Gerard ontslagen uit het ziekenhuis en een uurtje later zaten we weer samen aan tafel.
Hoe zo iets simpels als samen eten na drie dagen met ziekte en ziekenhuisgedoe heel bijzonder wordt.

‘Meneer’ is inmiddels al lang weer op de been en samen eten doen weer iedere dag.
Het kwam heel goed uit dat het zomerreces op mijn blog al klaar stond, ik had mijn hoofd er ook helemaal niet naar staan.
Maar van dat fotoboek was het helemaal nog niet gekomen….

Reageren

Pagina 56 van 367

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén