De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

27 augustus: Wachthuisje.

Vandaag nog een ‘oud’ blog dat ik schreef naar aanleiding van ons weekendje Haarlem.

Tijdens onze stadswandeling in Haarlem hebben we met z’n tweeën gezocht naar het wachthuisje onder de toren van de Sint Bavo-kerk.
In de folder lazen we namelijk dit:

Tegenover de Hoofdwacht (het middeleeuwse politiebureau)  bovenin  de Sint Bavokerk ziet u onderaan de toren een klein wachthuisje. Op deze lage zolder hielden stadswachten de wacht. Vermoed wordt dat de Hoofdwacht als punt van veiligheid een link had met dit wachthuisje. Wanneer bij brand in de stad vanuit het wachthuisje met de rode vlag werd gezwaaid, kwamen de stadswachten in de Hoofdwacht in actie. Dit wachthuisje heeft nog tot 1914 dienst gedaan..

Waar zit dat huisje dan?
Wij speuren rondom het gebouw.
We vonden geen wachthuisje.
Nog een keer lezen ‘bovenin de Sint Bavokerk onderaan de toren…’
Huh?
WAAR DAN!

Zie jij het?
Klik op de afbeelding van de kerk voor een vergroting.
Hieronder zie je een detail van de afbeelding.
Onder de klok zie je een piepklein huisje.
Met een raam en een dakje en een kruisje op het dak.

Wat een verhaal.

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

26 augustus: Koorts.

In deze dagen hebben we in ons gezin collectief last van koorts.
Bruiloftskoorts.
Honeymoonfever.
Frea en Jon trouwen deze week!

Maandag arriveerde de ‘Maid of honour’, Frea’s vriendin Makenzi uit Amerika.
Een dag later kwam ook Jon’s ‘Best man’ Callum aan op Schiphol vanuit Engeland.
Door de wereldwijde Covid-epedemie was het fysieke contact de laatste jaren miniem geweest, dus die schade moest worden ingehaald.
Gezelllig!

Vorige week was er trouwens nog sprake van échte koorts: de bruid in spé kreeg corona en moest in quarantaine!
Wat een gedoe. Als door een wonder raakte niemand anders besmet….

Hier in Roden moest ook van alles gebeuren; ik ging op zoek naar witte ballonnen en slingers voor het versieren van ons huis en Waninge Plaza voor de pre-party op de dag voor het feest. Daarnaast moesten we bedenken wat we gingen maken voor het buffet op de pre-party; dat kwam nogal krek want we moesten rekening houden met een glutenallergie, een notenintoleratie en met gasten die vegetarisch, dan wel veganistisch eten. O en er was ook nog iemand die beslist geen kaas lustte. Dat resulteerde weer in een gezellige morgen bij Carlijn met videocontact met Harriët voor het uitwisselen van recepten en het maken van een lijstje van gerechten.
Wie kookt wat? Welke boodschappen moeten we hebben?

Nieuwe schoenen moesten ingelopen worden; je wilt op de trouwdag niet met blaren/drukplekken lopen.
Had ik nou al mooie panties?
We gingen een maf lied dat Harriët heeft geschreven instuderen met ons gezin.
Samen oefenen zat er door de afstand niet in, daarom namen we gillend van de lach met de accordeon stukjes op en verstuurden die naar elkaar.
Wanneer moest ik ook alweer naar de kapper?

Vier dagen voor het feest moesten we de speech nog schrijven: het is gebruikelijk dat de vader die toespraak doet, maar Gerard en ik doen het samen.
Wat zeg je dan!?!?
En wat niet?
In het Nederlands of in het Engels?
Hij in het Nederlands, ik in het Engels.

Er was deze week veelvuldig app-contact.
“Heb jij nog leuke foto’s voor de foto-quiz die we gaan doen?”
“Kan Makenzi in jullie oven cupcakes bakken voor de trouwdag?”
“Kunnen we bij jullie slapen na de pré-party?
“Nemen jullie de sjoelbak en UNO mee?”

Boven hangen ‘de jurk’ en ‘het pak’ voor ons al een paar weken klaar.
We zien er bijzonder keurig uit op die dag.
Voor ’s avonds neem ik trouwens een andere, makkelijke jurk mee en ook een ander jasje, we gaan namelijk ‘Ceilidh-dansen’.
Dat doen Frea en Jon heel graag en we gaan het die avond allemaal leren.
Geen idee wat dat is?
Als je dit filmpje hebt gezien snap je waarom ik een andere jurk aan doe.
En bij het sjoelen hoeft het ook allemaal niet zo deftig…..

ZINNAN!

Reageren

25 augustus: Coevorden.

Voor het tweede deel*  van het dagje ‘geschiedenis van Opa Vrieswijk’ hadden we ons opgegeven voor een stadswandeling in Coevorden met Peter.
Mijn vader is in 1932 geboren op het turfschip ‘Ebenhaëzer’  in de haven van Coevorden.
“Dat moet dan de turfhaven geweest zijn” zei Peter “daar kunnen we tijdens deze wandeling wel even heenlopen.”

Peter nam ons eerst mee naar het kasteel.
We hadden geluk: we konden er in. Het is tegenwoordig in gebruik als hotel en niet altijd te bezichtigen voor toeristen.
Ondertussen vertelde hij ons van alles over de geschiedenis van de stad.
Coevorden is de oudste stad van Drenthe, ontstaan bij een ‘coevoorde’ een doorwaadbare plek in een rivier waar boeren hun koeien naar de overkant konden drijven.
Het lag op een zandrug in het moeras van Bourtange en het was een strategische plaats op de weg van Münster naar Groningen.
Voor het Spaanse beleg in de 80-jarige oorlog werd de stad opnieuw ingedeeld en versterkt en groeide uit tot één van de sterkste vestingsteden van Europa.

We hoorden verhalen over de slag bij Ane (die in het kasteel was bekokstoofd door Rudolf van Coevorden), de list van de biezen matten over de wakken die Bommen Berend in 1672 in het ijs van de gracht had laten uithakken en hoe welkom de Fransen waren in de 18e eeuw in dit bolwerk van de patriotten.
We stonden stil bij het oude gemeentehuis waar het IJzerkoekenoproer uitbrak en hoorden verhalen over de ganzenmarkt en waarom die beesten zo belangrijk zijn in Coevorden. Op de foto links staan we bij het beeld van de ganzenhoedster.

En waar was opa Vrieswijk in dit verhaal?
Hij was er even bij het discutabele standbeeld van Van Heutz: hij had zich in de jaren 60 nog groen en geel geërgerd aan Relus ter Beek die dat beeld met verf had besmeurd.
En hij was er natuurlijk toen we aan het eind van de wandeling bij de oude turfhaven stonden.
Er lag nu maar één schip, maar ik weet uit zijn verhalen dat de schepen vroeger mannetje aan mannetje in de haven lagen, het was er altijd een drukte van belang.
De hele familie van mijn opa (Vrieswijk) en de familie van mijn oma (Pasveer)  was werkzaam in de turfwereld, dus in de haven kon je van schip naar schip lopen: naar je opa en oma of naar je oom en tante.

De stadswandeling sloten we af met een bezoek aan het Stedelijk Museum Coevorden, waar we o.a. de tentoonstelling ‘Helden van Coevorden’ bekeken.
Maar eerlijk gezegd… na zoveel informatie over het turfschip en de geschiedenis van de stad waren we wel moe; we hebben niet alle bordjes met teksten meer gelezen zeg maar.
We kochten een ijsje en reden toen nog even naar Emlichheim in Duitsland.
Daar verorberden we alle drie een traditionele Duitse ‘Schnitzel mit Pommes, Bratkartoffeln und Salat’.
Daar had opa vroeger ook heeeeel graag bijgezeten.
Bij het pilsje zei Cor: “Zum Wohl!”
Opa zou trots op hem zijn.

Meer weten over Coevorden?
Hierbij een link naar de website Stad Coevorden.
*Nieuwsgierig naar deel 1? Zie Schipperskind

Hieronder twee oude foto’s, genomen in de turfhaven van Coevorden. (klik op de foto’s voor een vergroting)
Links: drie generaties Vrieswijken: Cornelis, Andries en Kornelis.
Rechts: het kindje is mijn vader, de vrouw op de voorgrond is zijn tante Trijntje en op de achtergrond staat mijn oma Aaltje.
Ze poseren op de luiken van hun schip.

 

Reageren

24 augustus: Clemens und August.

“Ken je het verhaal van Clemens en August?” vroeg gids Joop aan ons toen we op het turfschip in Dedemsvaart waren.
Nee, nooit van gehoord eigenlijk.
Wat volgde was een mooi verhaal, vandaag op mijn blog.

Rond 1830 had men veel arbeiders nodig bij het maken, verwerken en verschepen van turf.
Die arbeiders kwamen vaak uit Duitsland en ook Clemens en August  uit Mettingen (Westfalen) vonden werk in die sector.
Het was seizoensarbeid, dus na de zomer vertrokken ze weer naar Duitsland.
Om de turf heen ontstond in de loop van de jaren een heel netwerk van mensen die hun diensten aanboden: boeren die hun paard verhuurden voor het trekken van een schip, vrouwen die geld verdienden met het netjes opstapelen van turf en mensen die hielpen bij het inladen en uitladen van de turf.
Zo waren er ook vrouwen die aanboden om kleding te wassen en te verstellen voor de arbeiders.

Vlas

De vrouw die kleding van Clemens en August onder handen nam was onder de indruk van de stof waar die kleding van gemaakt was en wilde weten waar ze die stof vandaan hadden.
De jongens vertelden dat hun linnen kleding was gemaakt van vlas, een gewas dat in Westfalen veel werd verbouwd.
De wasvrouw in kwestie vroeg aan de mannen of ze voor haar een aantal van die lappen stof wilden meenemen als ze na de winter weer terug zouden komen voor het turfseizoen.
Dat gebeurde.
Wat een mooie stof.
En het was veel te weinig, want iedereen wilde wel van die stof.
Het jaar daarop namen ze linnen mee voor de familie en de buren van de wasvrouw en toen ging het hard.
In 1841 openden de broers een textielopslag in Sneek (Nederland) zodat ze minder vaak naar Duitsland hoefden te reizen om stoffen op te halen en niet veel later openden ze daar ook een winkel in confectiekleding.

De achternaam van de broers was Brenninkmeijer.
De eerste letters van hun voornamen gebruikten ze voor de naam van hun bedrijf: C&A.

Zo leuk kan geschiedenis zijn!

Reageren

23 augustus: Tot ziens.

Zondagavond 31 juli las ik op internet dat Jan Steeman was overleden.

Maandagmorgen 1 augustus stonden de Arbeidsvitaminen daarom helemaal in het teken van Jan: zijn lievelingsmuziek werd gedraaid en van 11.00 tot 12.00 uur werd een eerbetoon aan hem uitgezonden.
Op maandagmorgen zit ik altijd op kantoor secretaresse te zijn, dus ik kreeg niks van de Arbeidsvitaminen mee, maar op dinsdagmorgen deed ik de oortjes in en luisterde het hele programma terug.

Truly Fair werd gedraaid.
Hans Schiffers vertelde daarbij dat dat nummer in de jaren ‘5o en ’60 veel werd aangevraagd door bedrijven.
Jan Steeman had daar ooit eens over verteld:”Dat was een populair nummer destijds, het werd uitgebracht in 1951.  De AVRO kreeg toen ook wel brieven van fabrieksdirecteuren die liever niet hadden dat dat lied werd gedraaid: iedereen klapte namelijk steeds twee keer mee met dat liedje: My truly fair klap klap, truly truly fair klap klap (Luister maar eens, hierbij een link naar de uitvoering van Guy Mitchel .) Toen had je nog veel bedrijven waar een lopende band was en door dat klappen verloor men veel te veel tijd aan die band!”
Schiffers zei hierover: “En dan te bedenken dat Jan dat soort dingen gewoon wist, want toen had je nog geen internet/wikipedia om het allemaal op te zoeken…”

Ben je van mijn leeftijd, dan weet je dat Jan zijn ochtendprogramma op Hilversum 3 altijd begon met het geluid van een wekker.
Daarna hoorde je een duffe meneer die onder de douche ging. ‘BRRR COLD!’  ‘HAAA HOT!” Hmmmmm…Haaaaaaa……. en dan begon hij te zingen. Jom, dom, jom dom  etc.
Ook dat nummer kwam voorbij; ik had het minstens veertig jaar niet meer gehoord en het bracht me onmiddellijk terug naar mijn meisjeskamer aan de Servatiusstraat in Hoogersmilde.
Ook even luisteren? Hierbij een link”: Allan Sherman Togetherness .
Sweet memories.

Hans Schiffers zei aan het einde van het eerbetoon:

“Jan vond het moeilijk om afscheid te nemen.
Als familie of vrienden in de tijd die hem nog gegeven was afscheid namen zei hij: ‘Tot ziens”.
En dat zeggen wij nu ook.”

Jans naam kwam ook wel eens voorbij in een blog.
Dan had ik een mooi liedje gehoord bij de Arbeidsvitaminen of zo.
Dan schreef ik bijvoorbeeld over stemmen voor de Top 2000: 25 november 2014
Of over een liedje van Alexandra: 20 oktober 2015
Over een nummer over een doodgewone Piet op 8 september 2016.

Eind 2016 ging Jan met pensioen. Daarover schreef ik het blog ‘Arbeidsvitaminen van Jan op 8 januari 2017

5 jaar later zeg ik samen met zijn opvolger Hans Schiffers: tot ziens en bedankt voor al die jaren passie voor muziek die je met ons hebt gedeeld.

 

Reageren

22 augustus: Schipperskind (2)

In augustus 2015 schreef ik een blog onder de titel Schipperskind’
Het ging over een bezoek aan een turfschip in Dedemsvaart waarbij ik me realiseerde hoe het leven van mijn vader eruit zag in zijn kindertijd.
Dit weekend kwam neef Cor bij ons logeren. Hij is genoemd naar mijn vader en is benieuwd naar de familieverhalen.
Gerard en ik besloten hem een dagje geschiedenis (houdt hij van) aan te bieden met als thema ‘Opa Vrieswijk’: een bezoek aan een turfschip én een stadswandeling in Coevorden.
Er was wel een klein probleem: het museum waar het turfschip bij hoort (hierbij een link) is op vrijdag gesloten en wij wilden juist vrijdag de 19e op pad.
Toen ik telefonisch contact zocht met het museum trof ik een enthousiaste vrijwilliger die bereid was een deel van zijn vrije dag op te offeren voor een kleine rondleiding op het schip.

Het was heel bijzonder om rond te lopen op het schip en je te realiseren hoe het voor een jongetje van 7 geweest moet zijn om op zo’n schip te wonen.
Onze gids Joop vertelde over het schip, hoe de dingen allemaal heetten en ik vulde zijn verhaal aan met wat ik wist van wat mijn vader ons vertelde.
We stonden in het kleine keukentje (de kombuis) en zagen van daaruit de slaapkamer in het vooronder waar een vier volwassenen en een baby konden slapen. We zagen de kastjes met laadjes waarin werd gewoekerd met de beschikbare ruimte.
We liepen door het ruim waar de turf vanaf de wal werd ingegooid; de schippersvrouw en de kinderen stonden dan in het ruim om de turven netjes op te stapelen: dan kon er veel meer mee.
Joop liet ons een grote zaag zien: hij vertelde dat dat een ijszaag was waarmee het ijs werd stukgemaakt om de boot heen, want anders zou het ijs (dat immers uitzet) het schip beschadigden.
Mijn vader vertelde dat hij ooit een poosje in ‘De Krim’ naar school moest, omdat hun schip daar was vastgevroren tijdens een strenge winter.
Hij had het daar helemaal niet leuk gehad “In De Krim heb ik leren vechten” zei hij daar later over.
Ik was benieuwd of er ook een ‘zeel’ aan boord was: ik werd op mijn wenken bediend. Zo’n turfschip werd vroeger voortbewogen door paarden die over het jaagpad liepen, maar als je je geen paard kon veroorloven, werd dat ook door mensen gedaan met een zeel. Mijn oma deed dat voornamelijk, maar als het schip eenmaal voer, dat mochten de grote kinderen dat ook doen.

een zeel

Mijn vader vond dat destijds fantastisch: dan mocht hij van boord!
Hij was het dus ook pertinent niet eens met mensen die vonden dat dat kindermishandeling was, hij had het beleefd als grote vrijheid.

Zie je ons staan op die boot? Al vertellend haalden we een stukje familiegeschiedenis naar boven.
Voor mij minstens zo waardevol als voor Cor.
Van het hele schippersgebeuren heb ik zelf niets meer meegekregen: opa en oma gingen in de oorlog aan wal en verkochten hun schip.
Wel heb ik van opa Vrieswijk de tekst van een schipperslied gekregen; het is geschreven door Geert Teis op de melodie van ‘de Lorelei’*.
De titel is ‘de Knaolster Lorelei’.
Speciaal voor deze website heb ik zelf een versie van het lied opgenomen, hierbij een link.

Voor mensen die de streektaal niet machtig zijn:
daip = kanaal
onderliefie =  een soort hemdje
badde = brug

*De Lorelei is een 132 meter hoge rots langs de Rijn tussen Koblenz en Wiesbaden, waar veel schepen zijn verongelukt door een gevaarlijke stroming.
Volgens een sage zou boven op de rots een zingende nimf met gouden haren zitten die met haar gezang de schippers afleidde, waardoor ze tegen deze rots voeren.
Meer weten over het lied of de tekst bij mijn gezang hebben? Hierbij een link naar een artikel hierover op de website ‘de Verhalenbank’. 

Reageren

21 augustus: Nieuwsgierig?

“Daar ben ik nou helemaal niet nieuwsgierig naar.”
Dat zei mijn boekenvriendin toen ik vertelde dat ik een boek aan het lezen was van Jeroen van Inkel.
Ik ken hem alleen als bekende diskjockey en was nieuwsgierig naar hoe hij schreef.

Het boek dat ik uit de bibliotheek meenam heet ‘Verwarring’ .
We lezen een verhaal uit de mond van de beroemde dj Vrank van Houten.
Hij is naast zijn radiowerk ook misdaadverslaggever; zo raakt hij betrokken bij een familiedrama: een moeder heeft haar twee kinderen en haar man vermoord.
Vrank heeft namelijk in zijn radioprogramma een liedje gedraaid op verzoek van iemand voor een trouwe luisteraar, Karin.
Later krijgt hij een bedankje van de aanvrager; bij die mail zit als bijlage een nieuwsbericht waarin bovengenoemd drama wordt beschreven.
De moeder blijkt de voornoemde Karin  te zijn.
Samen met zijn collega Marijn gaat hij op onderzoek uit en komt er er achter dat het gezinsdrama toch anders in elkaar steekt dan dat men eerst had gedacht
In samenspraak met een vriend die bij de politie werkt gaan de twee op onderzoek uit om er tenslotte achter te komen wat er echt gebeurd is.

Enige gelijkenis met personen berust op toeval‘ staat voorin het boek.
Ja, dat is lekker.
Maar omdat dit boek geschreven is in de  ‘ik’-vorm  en Van Inkel zelf een beroemde dj is krijg ik hem niet uit mijn hoofd als ik dit boek van hem lees.
Je krijgt een inkijkje in de wereld van goedbeluisterde radio-zenders.
Het gezeur met zendermanagers en de opgeklopte ego’s in die wereld.
Drugs- en alcoholmisbruik, overspel, criminelen in de marge, poenige auto’s en patserige horloges.
Kijk mij eens interessant zijn.
En aan de drank zijn.

Het verhaal wil maar niet echt spannend worden en als het echt spannend wordt is het niet erg realistisch.
Eigenlijk had ik vóór dit boek het eerste boek van Van Inkel moeten lezen, dat heet ‘Kortsluiting’.
Dan krijg je volgens de andere lezers in de media een beter beeld van de persoon Vrank van Houten.
Maar daar ben ik nou helemaal niet nieuwsgierig naar.

Reageren

20 augustus: Lezer van de maand – Annemarie van Willigen

Hoe kennen wij elkaar?
Wij kennen elkaar van het bloggen. Ik volg het blog van Ada al geruime tijd en vind het erg leuk om te lezen hoe haar ‘Waarde van de dag’ eruit ziet. En net als Ada hoe ik erg van handwerken.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren op 2 november 1966 in het Anna Paviljoen van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Ik heb daar samen met mijn moeder de eerste 10 dagen van mijn leven doorgebracht en ben verder opgegroeid in Diemen. Een dorp aan de rand van Amsterdam.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik wàs heel gelukkig getrouwd met Ronald. Wij hebben samen een zoon van 28 en een dochter van 24. Beiden zijn het huis uit. Onze zoon is getrouwd met een Française en zij hebben een zoon van 4 en wonen in Marseille. Onze dochter woont in Amsterdam. Eind maart is mijn man overleden. Hoewel hij al 20 jaar hartpatiënt was en hij steeds een beetje meer moest inleveren kwam zijn dood totaal onverwacht. De dag ervoor heeft hij nog gewoon gewerkt.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Mijn hele toekomst ligt aan diggelen en ik moet een leven opbouwen zonder Ronald, maar met hem in mijn hart. Naast het verlies van mijn lief verloor ik ook nog eens mijn baan als HR Adviseur/Casemanager omdat onze organisatie is overgenomen en mijn baan gaat verhuizen naar Eindhoven. Dit wist ik al in oktober vorig jaar en na rijp beraad heb ik met pijn in mijn hart de keuze gemaakt om niet mee te gaan naar Eindhoven. De reisafstand naar Eindhoven is voor een dienstverband van 36 uur per week veel te groot. Per 1 juli ben ik uit dienst en heb ik afscheid genomen van mijn werk. Hoewel ik nog volop in het rouwproces zit en mijn best doe om mijn dagen door te komen ben ik half mei wel al begonnen met solliciteren, want ik merkte na zijn uitvaart dat werken me een fijn ritme en een goede structuur aan mijn dag gaf. Ik kreeg een ruim rouwverlof en ik hoefde niet te werken, maar mocht zelf bepalen of ik dat wilde en kon. Juist die ruimte maakte dat ik het werk al snel weer beetje bij beetje kon oppakken. Bovendien wilde ik ook zorgen voor een goede overdracht en wilde ik goed afscheid nemen van mijn collega’s en mijn baan. Dat is gelukt. Ook het solliciteren ging goed en na het updaten van mijn profiel op LinkedIn werd ik tot mijn grote verbazing heel vaak benaderd door organisaties en recruiters en dat leidde ertoe dat ik op de eerste dag dat ik uit dienst was een aanbod kreeg van een organisatie voor een nieuwe, hele leuke baan in mijn eigen vakgebied, maar wel in een totaal andere branche. Per 1 september ga ik daar beginnen en dat voelt heel goed en maakt dat de toekomst er iets lichter uitziet.

Wat wil je graag met de lezers delen?
In 2001 bleek mijn man een aangeboren hartafwijking te hebben en door de jaren heen kreeg deze ziekte steeds meer invloed op zijn en ons leven. Hij kon er oud mee worden, maar dat was allemaal erg onzeker. Hoewel ik tijdens ons huwelijk altijd financieel onafhankelijk was hebben wij een aantal jaar geleden alles goed uitgezocht hoe onze financiële situatie er uit zou zien als 1 van ons arbeidsongeschikt zou worden of zou komen te overlijden. Wij hebben wij het toen zo geregeld dat als dat zou gebeuren degene die achter zou blijven geen financiële zorgen zou hebben. En dat is nu zo fijn, want ik kan gewoon in ons huis blijven wonen en hoef me naast het grote verdriet en gemis geen zorgen te maken over geld. Omdat ik ruim 16 jaar in de uitvaartbranche heb gewerkt was ik het gewend om over de dood te praten en wist ik ook wat zijn wensen waren. Dat heeft er voor gezorgd dat ik samen met onze kinderen voor een mooi afscheid kon zorgen dat helemaal in zijn stijl was. Ik zou dus aan de lezers van dit blog willen meegeven: Praat over later en regel het goed want al lijkt het nog zo moeilijk om het daar over te hebben, het kan zo maar zijn dat je leven ineens 180 graden anders is. In ons geval waren dat zeker geen zware gesprekken, omdat de dood voor mij zo “gewoon” was konden we het luchtig houden maar werd het wel besproken. Achteraf gezien is dat een mooi cadeau wat we elkaar gaven, hoewel het uitermate verdrietig is dat ik dat cadeau nu al uit moest pakken.

Geniet en wees gelukkig!

Liefs, Annemarie

Toevoeging Ada: wil je ook meelezen met Annemarie?
Hierbij de link.

Reageren

19 augustus: Lezer van de maand.

Morgen is het de twintigste van de maand.
Op deze website al vier jaar de datum van ‘de Lezer van de maand’.

Inmiddels heb ik mijn hele netwerk uitgenodigd om een keer lezer van de maand te worden.
Niet dat iedereen daar zin aan had.
Mijn vraag riep verschillende reacties op.
“Ik moet er niet aan denken!’ was soms het antwoord.
“Nee zeg, alsjeblieft niet..”

Maar gelukkig waren er ook genoeg die wel iets wilden schrijven: vier jaar lang was er iedere maand op de 20e een lezer die een bijdrage wilde leveren.
In het digitale boek 1960-2020 heb ik één hoofdstuk gewijd aan het fenomeen Lezer van de maand.
Daarin schreef ik o.a. “Als je in het menu onder ‘Gastblogs’ klikt op de categorie ‘Lezer van de maand’ vind je een overzicht van de bonte verzameling van schrijvers; een afspiegeling van mijn sociale netwerken.”
Vriend(inn)en, collega’s, medezangers, PKN-gemeenteleden en de laatste tijd ook wat schrijvers die ik niet persoonlijk ken, maar heb leren kennen uit ‘Blogland’.

Vanaf september 2022 zullen er geen nieuwe lezers van de maand zijn; de rubriek houdt met ingang van morgen op te bestaan.
Maar dat betekent niet dat alle blogs voortaan door mij geschreven worden, want er is altijd ruimte voor een gastblog.
Had je je nog op willen geven als lezer van de maand?
Wil je iets bespreekbaar maken of heb je gewoon een leuk onderwerp dat geschikt is voor deze website?
Dan ben je bij deze van harte uitgenodigd.

Morgen is Annemarie van Willigen de laatste lezer van de maand.
Over haar schreef ik in het blog ‘Confronterend’ op 29 maart j.l.
Zij werd in maart van dit jaar onverwacht weduwe en deelde de laatste maanden haar wel en wee met haar lezers op het blog ‘Dagelijkse (onzin)dingen’.
Ze schrijft een indringend verhaal.
Lees bijvoorbeeld maar eens het blog van 4 augustus dat ze schreef toen haar kleinzoontje na een logeerpartij weer weg was.

Reageren

18 augustus: Wortelstamppot en oranje tompoezen.

De neie Zinnig is uut; begun augustus lag het Drentse tiedschrift op de deurmatte. Het thema  van dit augustusnummer was ‘Royaal/Royalty’. Gien moment heb ik twiefeld of ik een tekst over dat underwarp zol inleveren: dit was een spekkie veur mien bekkie. En mien stukkie stun dr in!

In het veurwoord van eindredacteur Bert Rossing vertelde hij alvast wat over de inhold van het blad, onder anderen een aantal zinnen over mien bijdrage: Ada Waninge schref een schier verhaal over oranje tompoezen en wortelstamppot.  En nee,  t steeit neit op de kookbladziede. Ada hef wel wat met het keuningshoes. Zal ze net as oonze keuning en keuningin ok naor Griekenland op vekaansie gaon?

Vaste lezers van dit blog vertelt Bert niks neis. Ja, ik heb wat met het keuningshoes, dat komp op dizze website regelmaotig veurbij. Het verhaol dat ik opstuurde giet as PDF bij dit blog, dus ok aj gien abonnement hebt op de Zinnig kuj het toch lezen.
Het is trouwens niet gek as het je bekend veurkomp. Het is een combinaotie van een paor blogs die ik in de loop van de jaren over mien guilty pleasure schreef: keuningsdagen, vaklectuur en oons bezuuk an het Paleis op de Dam, um maor ies wat te numen.

En nee Bert Rossing, wij gaot niet naor Griekenland op vekaansie.
Bi’j wiezer.
Wij holt het bij Noord Duutslaand dit jaor; daor gaot wij ies kieken bij Schloss Oldenburg.
Niet oranje, wel een kasteel met alles d’r op en d’r an.
Want ik bin niet allent wies met oons keuningshuus, maor ok gek op geschiedenis.
Misschien wordt dat ok nog wel ies een thema van de Zinnig!

Hierbij een link naor het PDF met het verhaol. 2022.06 Royalty

Reageren

Pagina 74 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén