Vanmiddag had ik een afspraak met de bedrijfsarts. Ze adviseerde me om de komende week weer te ‘socializen’ op het werk: collega’s opzoeken en bijpraten.
Volgende week kan ik dan therapeutische basis weer voor een paar uren beginnen en na de kerstvakantie begin ik weer voor drie dagen. Ik heb er zin aan. Na zoveel weken rust begon het vorige week te kriebelen. Alle hobbels genomen (zelfs weer gezwommen vandaag!): het mag ook wel weer.

Vanmorgen heb ik koffiegedronken bij de mevrouw waarmee ik in het ziekenhuis op zaal lag. (zie 29 oktober). Het was mij weer een aangenaam genoegen. De tijd vloog om: zoveel om over te praten. Het gekke is, dat we het bijna helemaal niet over ons hart en het ziekenhuis hebben gehad, we hebben zoveel gezamenlijke interesse, dat de koffie er koud bij werd. Ze weet heel veel van de geschiedenis van het Groningerland en ze heeft de geschiedenis van haar eigen familie helemaal uitgezocht. Toen ze met pensioen ging (27 jaar geleden) heeft ze zich voorgenomen zich helemaal te storten op de amateur-archeologie. Ze kocht een metaaldetector en ze heeft werkelijk van alles uit de grond gehaald: gespen, munten, spijkers, kogels you name it, zij heeft het. In haar herken ik de liefde voor de oude spullen en verhalen. Toen ze in Pompeïi >>>was heeft ze stiekem een stuk van een stenen ornament meegenomen. Dat mag natuurlijk helemaal niet. Ze had tegen haar zus gezegd: “Stel jij even een lastige vraag aan die gids, dan kijk ik nog even rond……” Ze vertelde: “Op het moment dat ik met zo’n antiek stuk steen in mijn handen sta vind ik dat toch zo bijzonder!” Precies. Dat heb ik ook. Ik was ontroerd toen ik op het Forum Romanum in Rome stond. Daar stond Cicero zijn redevoeringen te houden. Ademloos kan ik bij zo’n ruïne staan en het gevoel tot me door laten dringen. Er zijn maar weinig mensen die dat snappen. Deze mevrouw is mijn geschiedenis soul-mate. Dan maakt 30 jaar leeftijdsverschil helemaal niks uit. Ik hoop dat ik nog zo in het leven kan staan als ik 87 ben……..