kankerOp donderdagmorgen ga ik altijd naar de Jumbo voor de wekelijkse boodschappen.
Gistermorgen gooide ik een megazak patat in mijn karretje. “Voor Gerard zeker!” vroeg iemand die mijn blog leest. Ja! En het helpt, al die vette en volle dingen. Hij was alweer anderhalve kilo gegroeid. Dat geeft de burger moed.

Diezelfde morgen werd ik aangesproken door een bekend gezicht uit de kerk, ik had er alleen geen naam bij. Hij vroeg: “Hou ist nou mit dien Gerard?” De eerste weken nadat de ziekte van Gerard bekend werd moest ik gewoon extra tijd uittrekken voor de boodschappen, omdat heel veel mensen me even aanspraken en een hart onder de riem staken. Natuurlijk kost dat tijd. Eén van onze dominees noemt dit soort gesprekken heel treffend “Supermarkt-pastoraat”.
Door mijn hartproblemen heb ik natuurlijk al ruimschoots ervaring met deze vorm van sociaal werk, maar ik sprak en spreek zelf ook mensen aan waarvan ik weet dat er ziekte of rouw is. Of een kleinkind op komst. Of een trouwerij in het verschiet. Het is gewoon leuk om dat soort dingen met elkaar te delen.

Aan het eind van het gesprek vroeg ik meneers naam om Gerard de groeten te kunnen overbrengen: hij bleek familie te zijn van Havenstapper-vrienden van ons en kende ook onze legendarische buurvrouw die in de jaren ’90 naast ons woonde. We mopperden nog even over het idioot grote aanbod van producten, zodat hij niet wist wat hij nou precies moest hebben. “Je hebt tegenwoordig 80 soorten hondenvoer!” Heerlijk, supermarkt-pastoraat.

Om even op de vraag van die meneer terug te komen: het gaat naar omstandigheden goed met ‘mien’ Gerard. We leven ons leven zo gewoon mogelijk en hebben baat bij de dagelijkse structuur. Vriend H. uit Peize heeft onze hele tuin gedaan én de moestuin omgespit. Gerard was daarbij ook in de tuin bezig, want daar heeft hij veel plezier in, maar de krachtklussen nam H. voor zijn rekening. Fijn, vrienden.

Volgende week begint de tweede kuur, dinsdagmiddag moeten we ons melden voor 2A.
Valt het een dag tegen, dan doet hij rustig aan. Thuis werken is ook een optie, dus daar maakt hij af en toe gebruik van. Nu eerst weekend.