Vanmorgen werd ons kleine achterneefje gedoopt, zoontje van onze nicht en haar man die in Roden wonen. Voor mijn zwager en mijn schoonzus is dit het eerste kleinkind.
De familie verzamelde zich in de hal. Voor ons altijd bijzonder om familie en bekenden in ‘onze kerk’ te ontmoeten.

Het was een feestelijke viering. Schoonzus las een gedicht,

Doop

zwager ontstak de doopkaars. De ouders hielden trots hun kind ten doop. De dopeling was al ruim een half jaar oud en reikte met z’n kleine handje verlangend naar het water in het doopvont. We zongen een lied op melodie van Morning has broken, we zongen een ‘negro-spiritual’ en één lied liep gierend uit de hand omdat de gemeente massaal een geheel verkeerde melodie zong. De organist staakte uiteindelijk zijn spel en na het opnieuw vaststellen van de goede melodie werd het lied alsnog uit volle borst meegezongen. Heerlijk als er af en toe ook eens iets fout gaat!

Ook al was het een moderne dienst, de doop is en blijft een oeroude traditie. De woorden zijn eeuw na eeuw vernieuwd en aangepast aan de tijd, maar de essentie is hetzelfde gebleven: welkom in Gods handen, het water is een teken van zijn eeuwigdurende liefde en trouw.

In deze dienst was ook aandacht voor het overlijden van een gemeentelid. Haar naam werd genoemd en de datum van de afscheidsdienst. Bij mij bleef naderhand deze zin hangen. “Dat haar nagedachtenis tot zegen mag zijn.”
In een kerkelijke gemeente gaan blijdschap en verdriet, in dit geval doop en afscheid, altijd samen op. Waar de ene familie blij en gelukkig bij het doopvont staat, heeft een andere familie verdriet om afscheid en gemis.

Wij hebben zelf ook al in zeer verschillende rollen voor in de kerk gestaan. Als dopeling, als bruid en bruidegom, als ouders van een dopeling, als kind van een overleden ouder. Altijd staat er een gemeente om je heen. In Oldenzaal, in Hoogersmilde en in Roden. En altijd is er de kerkdienst met een vaststaande liturgie, waar de bijbehorende rituelen aan worden opgehangen, maar waarvan je de inhoud voor een groot deel zelf bepaalt.

Dat is de kerkelijke traditie waarin wij zijn opgegroeid en die ons houvast geeft in ‘goede en kwade dagen’. Vanmorgen was er vooral aandacht voor de liefde: verspreid zo veel mogelijk liefde.
Zoveel liefde (dacht ik later in de dienst) dat je nagedachtenis tot zegen mag zijn. Wat een waardevolle tip!