Op 17 juni schreef ik over mijn eerste kennismaking met yoga. Toen was ik nog in de veronderstelling dat het alleen yoga was. Maar het heet Club-Yoga. Een combinatie van Yoga, Tai Chi en Pilates. Dit staat in de wervende teksten:

Clubyoga is een groepsfitnessprogramma gebaseerd op oosterse ontspanningsoefeningen uit de yoga en t’ai chi. Tijdens de les richten we ons op ademhaling en concentratie, waardoor de geest geprikkeld wordt. Daarnaast prikkelen we het lichaam door oefeningen gericht op coördinatie, flexibiliteit en kracht. ClubYoga vormt een ideale combinatie van ontspanning en inspanning.

Dat doe ik dus nu. Vandaag was de vierde keer. Het begint al wat te wennen, maar ik kan het nog steeds niet erg goed. Dat komt omdat er een heleboel spieren zijn die ik al een tijdje niet meer gebruik. Sommige dingen krijg ik fysiek niet eens voor elkaar, bijvoorbeeld op je hurken zitten met je benen ongeveer een meter uit elkaar. Een ‘Full squat’ heet het, maar dat knopje zit er bij mij gewoon niet op. Ik val achterover als ik dat doe. Of de oefening waarbij je met je één schouder op de grond je arm naar voren moet strekken. Lukt niet. Het is maar goed dat onze instructeur (inderdaad, die leuke J.) af en toe zegt dat we moeten ademhalen, want met sommige moeilijke poses zou je dat haast vergeten.

Maar de meeste oefeningen kan ik wel. Of bijna. Wat ik dan weer grappig vind is dat je bij één oefening met je lichaam gebogen op één been moet staan met je beide armen gestrekt, alsof je zweeft. Dan sta ik wankelend op dat ene been, heb beide armen los en dan klinkt uit de luidsprekers het liedje: “It’s a miracle…” Dat vind ik dan ook.
Het is de bedoeling dat ik dit blijf doen. In juli sowieso nog, in augustus en september stop ik even voor de perikelen rondom de stamceltransplantie van Gerard, dan wil ik niet vastzitten aan vaste tijden. Op You Tube vond ik een filmpje met wat oefeningen, zodat ik het thuis een beetje bij kan houden. Hoop ik…