Al een tijdje kunnen we met onze kinderen weer gewoon met z’n vieren aan één tafel klaverjassen.
Vorige week kwamen Frea en Jon gezellig langs op donderdagavond; koffie, bijpraten en een kaartje leggen.
Het digitaal klaverjassen in Coronatijd was een goed alternatief, maar met de andere spelers op een klein schermpje op je telefoon mis je ‘de blikken’.

Die blikken zijn veelzeggend en vermakelijk.

De ‘jij-speelt-maar-ik-heb-drie-keer-de-nel’-blik van de tegenstander.
De ’two-fingers-in-the-nose’-blik als je een ‘stille’* in de handen hebt.
De ‘Ik-vreet-deze-kaart-nog-liever-op’-blik als je een blote heer hebt en vijftig roem moet weggeven.
De ‘O-wat-naar-ik-moet-troeven-hahahaha’-blik als er een Aas van de tegenpartij wordt weggekaapt.
De ‘Ik-dacht-dat-jij-het-Aas-had..’-blik als je met een 10 opkomt en de tegenpartij de slag neemt met het Aas.

Als je kunt klaverjassen snap je precies wat ik bedoel met bovenstaande blikken.
Als je niet kunt klaverjassen: ga het onmiddellijk leren; je weet niet wat je mist.

Nu heb ik de kaarten en de blikken uit de titel benoemd, maar het blozen nog niet.
Blozen komt namelijk ook regelmatig voor bij het klaverjassen.
a. Als het er om spant: redden we het? Of gaan we nat?
b. Als je per ongeluk in de één na laatste slag de slag van je maat aftroeft en daardoor de laatste slag (10 punten extra) mist.
Of 70 roem weggeeft terwijl je een andere kaart had kunnen bijgooien….
c. Als je een glaasje port drinkt bij het kaarten. Wich is almost always.

Klaverjassen bepaalt best vaak de waarde van mijn dag.
Samen een spelletje doen en daar heel veel plezier aan beleven.
Ondertussen verhalen vertellen en genieten van elkaars gezelschap.
Mijn hele jeugd is doordesemd met ‘het spel der spellen’.
Zonder blikken of blozen kan ik zeggen: “De liefde voor het klaverjassen is mij met de paplepel ingegeven en zit in mijn bloed.”

Maar klaverjassen zonder blikken of blozen?
Bijna onmogelijk.

* geen punten voor de andere partij