een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: november 2020

10 november: Arnaldur & IJsland

Een aantal jaren geleden las ik een paar boeken van de IJslandse schrijver Arnaldur Indridason, op aanraden van Hans, één van onze vrienden.
Toen ik op deze website zocht naar een blog over een boek van die schrijver kwam ik er achter dat er nog niet zo’n blog bestond; het was dus al meer dan zes jaar geleden.
Het duurt even voor je de naam van de schrijver zonder haperen kunt uitspreken.
Ook in zijn boeken kom je onuitsprekelijke IJslandse namen tegen en leestekens die in het Nederlands niet voorkomen.
De boeken die hij schrijft zijn zonder uitzondering fantastisch. ‘Misdaadthrillers’ is een goede omschrijving van zijn werk.

Het boek dat ik net uit heb is een combinatie van twee boeken en twee verhalenreeksen van de schrijver; de titels zijn ‘Smeltend ijs’ en ‘Erfschuld’.
Het ene boek komt uit de verhalenreeks over Konrad, een gepensioneerd politiefunctionaris die nog wat uitzoekklusjes doet voor zijn oud-collega’s.
Hij doet onderzoek naar een lichaam dat tevoorschijn komt uit een gletsjer doordat het ijs langzaam ontdooit. Hoe lang ligt dat lichaam er al?
Wie wordt er vermist? Zijn de betrokkenen nu nog in leven?
In het andere boek komen we twee figuren tegen uit een andere verhalenserie, het duo Flovent en Thorson, dat in de Tweede Wereldoorlog en strijde trok  tegen de misdaad.
Het bijzondere van het tweede boek is dat de schrijver steeds heen en weer switcht in de tijd, zodat je zowel Flovent & Thorson als Konrad tegenkomt.

Naast de uitermate onderhoudende verhalen kom je in deze boeken ook veel te weten over de IJslanders.
Dat ze bijvoorbeeld hun leven helemaal inrichten naar de hele lange dagen in de zomer en de hele lange nachten in de winter.
Eind december is het daar maar vier uur op een dag licht!
Dat IJsland pas in de Tweede Wereldoorlog, in juni 1944, onafhankelijk werd van het koninkrijk Denemarken, waar ze tot dan toe onder vielen.
Over de onherbergzame delen van het land waar het wonen en werken vooral vroeger erg zwaar was.
En over de diepgewortelde volksverhalen over elfen, trollen en ‘de verborgenen’.

Wat weer een heerlijk boek was het.
Heel anders dan de boekenserie over de Zeven Zussen, maar de overeenkomst is dat het ook hier gaat over iets dat jaren geleden is gebeurd en nu weer aan de oppervlakte komt. Je vraagt je voortdurend af: “Maar wat is er dan toen gebeurd? Wat hebben de betrokkenen van nu te verbergen over vroeger? Waarom is daar toen niets mee gedaan?”
Je kunt niet spreken van een goede afloop trouwens; als het boek uit is weet je wat er is gebeurd, wie het heeft gedaan en hoe het is afgelopen met iedereen die er bij betrokken was. Op de laatste bladzijde van boek 2 werkt Arnaldur het laatste losse eindje van het verhaal weg door te onthullen waar het lichaam van dat ene,  vermiste meisje zich bevindt.

Mooi boek; aanrader!

Reageren

9 november: Kom, wij gaot d’r uut.

Och, wat giet dr veul niet deur in dizze tied.
Het helpt niet um het allemaole aal te benuumen,  dus dat gao ‘k niet doen.
Positief punt in het corona-verhaal is dat wij veul meer vrije tied hebt: wij huuft ja nargens meer hen.
Tied um samen een einde te fietsen bijveurbeeld. ‘Kom, wij gaot d’r uut.’

Gerard zee begun veurige weke dat het zaoterdag  mooi weer zol worden. “As wij nog een dag wilt fietsen moe we  zaoterdag  gaon” bedachten wij dunderdag en zo kwam het dat wij zaoterdagmörgen 7 november de fietsen achter op de auto zetten en een gevulde picknick-tasse op de achterbank.
Van verschillende kaanten  hadden wij al heurd dat het bij Sellingen in de gemiente Westerwolde zo mooi mus weden.

De verschillende kaanten hadden groot geliek: wij keken  oons de ogen uut.
Ie kunt je haost niet veurstellen da’j in Zuud-Oost  Grunn’n  fietst.
Ie komt deur dörpies waorvan wij niet wussen dat ze in Nederland ligt.  Barnflair bijveurbeeld. Of Ter Wisch. Of Munnekemoer.
Van Sellingen fietsten wij naor Sellingerbeetse; een gehucht, maor het schient d’r zomers hiel drok te weden.
Dat komp deur de ‘Sellingerkoel’n’, zandofgraovings die nou een soort Ronostrand vormt met veul recreatiemeugelijkheden, zoas campings en B&B d’r umhen.

Oonze eerste stop was in Ter Apel, op mien verzuuk bij ’t olle klooster, dus wij weken eem van de fietsknooppunten-route af.
We zaten op een bankie in de middagzunne met een thermoskanne rooibosthee en kedetties met ei en keze, met uutzicht op de ziedkaante van het klooster. Nou en dan reup de mevrouw van de fietsknooppunten-Tom-Tom bezorgd: “Klopt uw route nog?” Ja heur, komp goed.
Die mörgen haar d’r nog iene tegen mij zegd: “Ga je nu een dag fietsen? Door corona kun je niet eens op een terrasje zitten!”
Wij kunt ok wel zunder terrassie een dag fietsen.
Trouwens: ie kunt dan ok nargens eem hen de wc en dat mus ik wal.
In Sellingen vreug ik an meinsen die an’t blad harken waren: “Is hier argens in de buurte een openbaar toilet?”
“Kist wel eem mitkommen, kin hier wel eem!” Wat een vriendelijke Grunnegers.
Ok underweg groette warkelijk iederiene die wij tegen kwamen. ‘Moi!’
Gerard en ik vergeleken dizze fietstocht met die deur Laren en Blaricum; wij vuulden oons hier aordig meer op oons gemak.

Vanuut Ter Apel fietsten wij een stuk langs het RuutenA-kanaal en kwamen terechte in Ruutenbrock, in Duutslaand.
En ok al bi’j maor een paar kilometer over de grens: aandere verkeers- en plaotsnaomborden, aander soort huuzen, aandere sfeer.
Bij de tweede stop was de zunne al aordig zakt: op een bankie in het bos was het tied veur een banaan en nog een koppie thee.
Een paar keer kwamen wij over het kleine riviertie, de Ruiten Aa, hen.
Sellingen en Ter Apel ligt in het stroomdalgebied van dat riviertje dat deur verrassend divers landschap stroomt: bos, vennegies, kanalen, uutgestrekte weilanden, kleine dörpies en netuurlijk: joepserds van boerderijen en kleine arbeidershuussies.

Dik veertig kilometer legden wij of.
Wat mooi is ’t daor mensen.
Wij hebt al een blokhut op een camping zien: misschien maor ies wat langer as een zoaterdagmiddag hen Westerwolde.
Meer foto’s zien? Kiek dan eem op Instagram.

Reageren

8 november: Ik haalde al adem…

Een viering van onze PKN-gemeente in de Catharinakerk, dat was al even geleden.
Wij behoorden vanmorgen tot de dertig gemeenteleden die in de kerk aanwezig mochten zijn.
Wat mij het meest raakte was het orgelspel van Erwin Wiersinga voor de preek; later hoorde ik dat het een stuk van Mendelssohn was.
De sfeer in de oude kerk op de Brink, het feit dat we daar eindelijk weer eens waren en de ontroerende, omfloerste klanken van het Hinszorgel deden hun werk: tranen van ontroering.

We mogen nog steeds niet samen zingen.
We lazen met elkaar hardop Psalm 98 uit de bijbel.
Ik had de liedboekversie er bij opgeslagen; ‘Zing een nieuw lied voor God de Here’.
Halverwege het derde couplet zing je dan: ‘Hosanna voor de grote koning, verhef bazuin uw stem van goud…’
Van binnen voel ik dan hoe dat klinkt als je dat met de hele gemeente zingt.
Wat een gemis, dat niet zingen.
Dat gemis werd nog vergroot door de Prelude die Erwin speelde bij deze psalm nadat we hem hadden opgelezen.
In die Prelude werkt de componist met een soort voorspel toe naar het begin van de psalm, een soort Tatatataaaaah…..!
Toen het orgel stopte haalde ik al adem voor het eerste couplet; oh nee. Niet zingen.
Maar gelukkig was daar vanmorgen Karel, de cantor van onze cantorij.
Hij zong een zelfgecomponeerd Kyrië en twee toepasselijke liederen.
Verder kregen we een filmpje te zien van een aantal kinderen in onze gemeente die bezig waren met het versieren van een troostlichtje voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
We zagen versierde glaasjes, lampjes en lampionnetjes. Wat leuk om de kinderen daar zo enthousiast mee bezig te zien: zo maken ze, zonder kindernevendienst, toch even deel uit van de kerkdienst.

Vanmorgen stond de gelijkenis centraal waarin Jezus vertelt over de talenten, het verhaal over de dienaren die geld kregen van hun meester en hoe ze daarmee omgingen.
Ken je het verhaal niet? Klik hier voor het verhaal zoals het in de basisbijbel staat, het begint bij vers 14.
Voorganger Sijbrand van Dijk drukte ons in zijn overdenking op het hart “Begraaf wat je hebt gekregen niet! Je hebt het gekregen, doe er wat mee. Met je positivisme, je enthousiasme, je creativiteit, je ‘luisterende oren’, je doeners-mentaliteit, kortom, doe iets met de olie die in jouw kruikje zit. Kijk niet naar wat anderen allemaal doen en kunnen, kijk naar wat jij kunt in jouw omstandigheden. Blijf niet staren op wat vroeger allemaal verkeerd is gegaan, maar doe iets.”
Ook nu was ik weer ontroerd. Ik doe Sijbrand te kort door zijn preek zo in te korten;  heb je de viering niet bij kunnen wonen en ben je toch benieuwd naar zijn verhaal, zoek de viering van vanmorgen op op Kerkomroep: Catharinakerk, 8 november, 10.00 u.

Gisteren kreeg ik een mail van nicht Lianne, actief in het nieuwe Jeugd Activiteiten Team van onze PKN gemeente.
‘Hierbij de flyer van de Ik-zie-jou-viering van 15 november. Geef het door, zegt het voort.’
De flyer zie je op de afbeelding hiernaast.
Als je er op klikt komt hij groot in beeld
Geef het door, zegt het voort!

Reageren

7 november: TBONTB 3: Alledag.

Voor de categorie ‘Alledag’ had ik een blog geschreven over zoiets simpels als een opgebakken aardappeltje bij het brood.

2020: Alledaagse aardappels.

In de koelkast staat een restje koude aardappels van gisteren.
Nieuwe aardappels uit eigen tuin.
Iedere keer als ik de koelkast open en het schaaltje zie verheug ik me op de broodmaaltijd.
Dan ga ik namelijk die aardappels opbakken en op een broodje doen.

Er is weinig zo alledaags als het opbakken van een restje aardappels, maar ik vind het ontzettend lekker.
Als mijn broer en ik tussen de middag uit school thuis kwamen voor de broodmaaltijd en mijn moeder had opgebakken aardappels dan was het feest.  Boter op je boterham en daar die warme schijfjes op; dan smelt die boter een beetje en die trekt dan in dat broodje. Samen met die warme aardappel met een bruin korstje…… YUM!

Ooit las ik een interview met een mevrouw  die in een modern zorgcentrum zat.  Het appartement was van alle gemakken voorzien,  maar ze had geen eigen kooktoestel meer. “Nou kan ik niet zelf meer een prakkie opbakken” zei ze.  Ik begreep precies wat ze bedoelde.
“Ik zou wel een campinggasstelletje regelen” zei ik tegen Gerard “je moet toch een keer een overgebleven aardappeltje op kunnen bakken!”

Vanmiddag genoot ik van mijn broodje tijdens de lunch, opgepimpt door zoiets simpels en alledaags  als een opgebakken aardappeltje. Een goed voorbeeld voor de rubriek Alledag op mijn website; het is een mooie combi van de rubrieken Koken, Alledag en Sweet memories.

Een mensenleven is een aaneenschakeling van hoogte en diepte punten, afgewisseld door korte of langere periodes waarin het leven voortkabbelt: werken, eten, slapen en liefhebben.
Het is de kunst om ook van die doodgewone periodes te genieten: a normal day is a lucky day.
Soms met een fijn compliment, soms met een mooie zonsopgang en soms met een opgebakken aardappeltje.

Als je op de categorie ‘Alledag’ klikt lees je daar een introductie van dit onderwerp met twee toepasselijke afbeeldingen.
Dat is het leuke van de nieuwe lay-out van deze website: als je op een ander menu klikt komt er ook een andere afbeelding in beeld.
Deze categorie kent vier onderdelen: 1. Kerk en gemeente 2. Muziek 3. Bloemen 4. Koken & Bakken.
Over die vier aparte onderdelen zal ik de komende maanden iets vertellen én een nieuw blog publiceren.

Een indruk krijgen wat je zoal leest in deze categorie ‘Alledag’?
Hierbij een selectie uit het archief:

10 februari 2016: Een koggeschip uit  de 15e eeuw”.
Een gesprek over geschiedenis tijdens de gezamenlijke soep met collega’s.

21 februari 2017: Manic monday.
Sjans op de vroege maandagmorgen en gratis bloemen.

4 mei 2018: Wachtkamer-ongemak.
Nummertjes trekken met hindernissen in de wachtkamer bij Certe.

29 september 2018:: Meneer Jansema, waar staat de stroop?
Mijn zoektocht naar de stroop in de Jumbo.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van de deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’. 

Reageren

6 november: Een nieuwe kalender!

Eén van de leuke dingen van een nieuw jaar is de aanschaf van een nieuwe agenda en een kalender.
In verband met het coronavirus gaan veel dingen niet door, maar er wordt wél een nieuwe Kunstkalender uitgebracht door de ZWO van onze PKN-gemeente.
Dertien kunstenaars uit Roden en omgeving hebben een kunstwerk aangeleverd; zo heb je iedere maand een nieuwe afbeelding aan de muur.
Wij kopen die kalender altijd in november als hij wordt aangeboden na de erediensten in de kerken van Roden/Roderwolde, maar daar komt het in deze maanden niet echt van.
Hoe komen we nu aan de Kunstkalender van 2021?

Van ZWO-lid Dea Smith kreeg ik wat informatie over de kalender en de bestelmogelijkheden:

De wereld staat op zijn kop. Tante Corona legt in ons land  het leven van velen plat.
We houden 1,5 meter afstand, dragen mondkapjes, werken zoveel mogelijk thuis en ontvangen nog maar weinig bezoek.
Ook de kerkdiensten worden veel vanuit huis gevolgd. Dit is een vervelende situatie voor velen.

In de armste landen komt deze crisis extra hard aan.
Als je al bijna niets hebt en van dat wat je hebt ook nog veel wordt afgenomen, dan wordt de situatie wel heel nijpend.
Vanuit de ZWO van de kerk te Roden proberen we de stichting Dwelling Places in Kampala in Oeganda te ondersteunen.
Zij vangen straatkinderen en jonge moeders met hun kinderen op. Ze krijgen een veilig onderkomen en een opleiding.
Veel mensen die door Dwelling Places zijn geholpen hebben nu geen inkomsten meer en dreigen in handen te vallen van uitbuiters.
Dwelling Places heeft al ruim 300 voedselpakketten kunnen uitreiken met hulp vanuit Nederland. 
Ook wij willen hen hierbij graag helpen.

Ieder jaar maken wij een kalender met 13 afbeeldingen van kunstwerken gemaakt door gemeenteleden.
Het thema voor de kalender voor 2021 is : Deze wereld nieuw. 
Dat is natuurlijk wat we op dit moment allemaal wel willen.
Op de afbeelding op dit blog zie je het kunstwerk dat Han Post heeft gemaakt, zijn bijdrage prijkt op de kalender in de maand mei . 

Dit jaar kunnen we de kalender niet zoals gebruikelijk in de kerk verkopen.
Daarom kun je hem dit jaar voor 25 november bestellen bij:

Jan Rusch (email: jwrusch@home.nl, tel.nr. 5012866 of Dea Smith 050-5013986).
De kosten zijn, nog steeds, €8,00 per stuk.
Wij bezorgen de kalender(s) dan voor 5 december (in de omgeving van Roden) bij je thuis.
Het geld maak je dan over op rekeningnummer NL39RABO1262879698 ten name van de Diaconie van de Protestantse kerk te Roden onder vermelding van kunstkalender 2021.

OK!
Dank je wel, Dea.
Gaan we doen.

Reageren

5 november: Alles.

Vanmorgen lag mijn standaard-boodschappenbriefje al op het aanrecht.
Dat hangt altijd op het prikbord in onze keuken en daar schrijf ik in de loop van de week de dingen bij op die op zijn of die me te binnen schieten.
Wat ik eigenlijk altijd vergeet zijn de zoete dingen: hagelslag, jam, snoep etc.; daar ben ik zelf niet zo van.
Maar Gerard wel, dus hij zet ook dingen op het briefje.
Twee weken geleden nog: ‘chocolade flikken puur’; die neem ik dan braaf mee.
Vanmorgen had hij op het briefje gezet ‘pepernoten’.

Hm.
Eigenlijk huldig ik al jaren het standpunt “geen Sinterklaasspul in huis voordat de goedheiligman is gearriveerd”.
Dat was vooral aan de orde toen de kinderen nog thuis woonden,  want die konden wat aan op dat gebied.
Ik maakte een foto van het briefje en gooide mijn dilemma in de gezinsapp.
Hoon was mijn deel.

“We hebben al weken pepernoten in huis!”
Iemand stuurde een foto met een pepernoot.
Verder stuurde iedereen dezelfde suggestie: “En ook chocoladepepernoten!”
Om mijn bezwaren weg te vegen stuurde een dochter bijgaande bewerkte foto.
Bijschrift: ‘Ik ben er. Nu mag het. Bam.”

Ok.
Maar dan wil ik ook suikerbeesten.
Want ik ben dan eigenlijk niet zo van ‘zoet’, maar suikerbeesten….!
Terug van het boodschappendoen stuurde ik de dames en heren een foto van wat ik had meegenomen.
Een megazak kruidnoten, chocolade-pepernotenmix en suikerbeesten.
En Sint-schuimpjes.
Alles.

Vanmiddag hadden we thee met pepernoten.
De waarde van de dag kan zoiets simpels zijn…

Reageren

4 november: Een baby uit 1932.

Vorige week schreef ik al dat ik met de foto-erfenis van mijn ouders aan het werk ging. (zie ‘Foto’s en melancholie‘)

…album voor album ging ik bij langs….

‘Werk’ is een goed woord in dit geval.
Wàt een werk.
Maar ook: wat ontzettend leuk om te doen.

Door corona heb ik meer tijd om zo’n omvangrijke klus aan te pakken en van te voren bedacht ik een systeem hoe ik het best kon beginnen.
Op mijn keukentafel zette ik 9 plastic bakjes; ieder bakje vertegenwoordigde een decennium.
Album voor album ging ik bij langs, haalde alle foto’s er uit en vulde daarmee de decennium-bakjes.
Maar lang niet alle foto’s kwamen in die bakjes.
De albums die ik ga maken zijn voor in het familiearchief.

Decenniumbakjes

Mijn vader had daar al een begin mee gemaakt, dus alle foto’s die al in het archief van mijn vader zitten hoeven sowieso niet in die albums.
Ook niet alle honderdvierentachtigduizend foto’s van de door mijn ouders zeer geliefde kleinkinderen hoeven te worden bewaard: die zitten immers al in onze eigen boeken; daarvan maak ik een kleine selectie.

Foto’s van het 25-jarig jubileum van een collega op de steenfabriek, besneeuwde bergen in Oostenrijk en oude boten in havens worden ook niet allemaal bewaard. Na de eerste schifting zat ik met 9 bakjes, waarvan er 5 alsnog tjokvol zaten.
Je kunt trouwens ook precies zien wanneer mijn vader een super8-filmcamera kocht: het bakje van 1970 – 1980 zit lang niet vol.
In dit deel van deze klus kwam ik één van de mooiste foto’s uit het archief tegen.
Het is een baby-foto van mijn vader, geboren in 1932.
Als mijn broer en ik die foto vroeger zagen lagen we dubbel van het lachen.
Ook onze kinderen vonden het wel een komische foto.
Toen ik hem verstuurde in de app reageerde er één: ‘Met een scheel oogje….’.
Wat mij nu opvalt zijn de familietrekjes.
Dat het dochtertje van mijn neef net zo kijkt, maar dan zonder scheel oogje.
Het hoogblonde haar dat mijn dochters, mijn broer en ik ook hadden in de kindertijd. (het befaamde Vrieswijk-melkboeren-honden-haar)
Dat ik zelf de bovenkant van mijn gezicht van mijn moeder heb geërfd en de onderkant van mijn vader, inclusief onderkin.
Een baby uit 1932 kijkt je aan.
Toen moest de Tweede Wereldoorlog nog beginnen.
In 2020 was deze baby 88 geworden, als hij al niet in 2008 was overleden na een vol en rijk leven.
Ik lig niet meer dubbel van het lachen bij het zien van deze foto; ik ben blij dat ik hem heb.

Reageren

3 november: Presidentsverkiezingen in 1972.

In 1972 waren er, net als in deze week, presidentsverkiezingen in Amerika.
Ik was net 12 geworden en zat in de 6e klas van de Christelijke Nationale School in Hoogersmilde.

Wij kregen redelijk modern onderwijs; één van de dingen die ik me nog herinner was ‘Onze eigen krant’.
Een maandblad waarin maatschappelijke onderwerpen op een educatieve manier werden behandeld, met opdrachten en vragen voor in de klas.
Op de afbeelding zie je drie exemplaren van dat blad, de foto haalde ik van een website voor 2e hands-spullen voor studenten, studmarkt.be.
Meester Kooi zette de presidentsverkiezingen die week centraal in de lessen, dus wij wisten er heel veel van en waren ook reuzebenieuwd wie er zou winnen: Richard Nixon of George McGovern. Ze werden gehouden op dinsdag 7 november 1972.

De middag voor die verkiezingen kreeg ik een ongeluk op de terugweg van school naar huis: ik botste tegen een brommer op (Roelof Kwint) en klapte met mijn hoofd op het wegdek. Van het ongeluk weet ik niet veel meer, van die tijd daarna wel.
Die middag werd ik thuis gebracht en de dokter kwam; hij constateerde een hersenschudding. Ik moest in bed liggen en die nacht moest ik een paar keer wakker gemaakt worden, men was bang voor hersenbeschadiging. Ik sliep heel veel en hoorde achteraf pas hoe spannend het was geweest. Toen ik de volgende avond weer echt bij mijn positieven kwam was opa Vrieswijk er.
Die kwam anders alleen maar met kerst, pasen of verjaardagen!

Later ben ik er nog heel erg mee geplaagd, maar het eerste wat ik toen vroeg was: “Wie heeft er gewonnen in Amerika?”
Meester Kooi kwam ook op ziekenbezoek; hij kreeg de complimenten van mijn vader omdat ik zoveel wist over de presidentsverkiezingen.
Het ziekenbezoek kwam voor mij, maar de heren hadden het vooral samen heel erg druk met het bespreken van de uitslag van de verkiezing en de gevolgen daarvan.
Ik weet niet eens meer of ze het nou eens waren of niet, het ging grotendeels aan mij voorbij.

In de 10 dagen dat ik in bed moest blijven trok er een zware storm over Nederland, de ‘Novemberstorm van 1972′.
Veel schade en 9 doden te betreuren in Nederland.
Die nacht waaide er een dakpan van ons dak aan de kant van het huis waar ik sliep: ik werd er wakker van en kon daarna niet meer in slaap komen.
Ik was bang; mijn hoofd deed zeer en er was heel veel lawaai buiten. Ik haalde me van alles in mijn hoofd, kinderen van 12 zijn daar heel goed in.
Die presidentsverkiezingen en die storm zijn me altijd bijgebleven: twee spannende momenten in een kinderleven.

Toen ik weer op school kwam hadden we al lang weer een andere ‘Onze eigen krant’ en waren de presidentsverkiezingen al weer vergeten.
We denken altijd dat vroeger alles anders was, maar ook toen was er kennelijk al sprake van ‘de waan van de dag’.

Maar wie heeft er nou gewonnen in 1972?
Weet jij het?
Ik ben het nooit vergeten.

Reageren

2 november: Gastblog Hennie – Belevingsconcert.

De waarde van de dag voor mij was het kantoortje opruimen; dat is wel een jaarplan want zo snel gaat het niet.
Dochter Harma heeft al flink geholpen, maar als het er op aan komt wat betreft papierwerk dan moet je zelf even aan de slag.

Nou dat is heel veel werk, (ik had het ook te lang laten liggen) maar het werd toch wel heel leuk, je vind dan ook dingen van jaaaaren terug zoals van onze Familiedag Waninge, die we elk jaar houden, alleen dit jaar voor het eerst niet vanwege corona.
Deze foto’ s waren van nou ik denk de vierde familiedag want het was mijn beurt ( ik ben de vierde in rij van mijn 7 broers en zussen) en mijn vader en moeder waren er ook bij. (klik op de foto’s voor een vergroting: met huifkarren op pad! Toevoeging Ada: in mijn fotoarchief vond ik ook nog een foto van die familiedag. Klik hiervoor op mijn Instagramaccount.

Onze twee jongste dochters waren er nog niet en dan is het zo leuk om te realiseren dat ze toch wel veel van elkaar hebben.
Het is echt even puzzelen want de neven en nichtjes lijken ook veel op elkaar.
Sommigen pak je er zo uit maar andere konden wel tweelingen zijn. Erg leuk.

Dat was nog niet alles want ik kwam ook nog spullen tegen van mijn moeder toen ze nog in het Beurtschip verbleef.
Een soort boekje van A-4 formaat waar op stond “Welkom op het BELEVINGSCONCERT”.

Ik ben er toen bij geweest; er kwam een groepje vrijwilligers die zichzelf “De Sw!ngband” noemden.
Ze brachten een nostalgisch repertoire in een modern jasje ten gehore en je mocht vooral ook meezingen.
Dan heb je het over de liedjes van vroeger: Avondklokje ( ’t zonnetje gaat van ons scheiden…), De Postkoets (De Selvera’s), De veldmuis, Hutje bij de zee, Twee reebruine ogen en nog een paar. Maar het lied dat mijn aandacht trok was “Werkloze handen van Willy Derby, 1934”nou ik kende het niet, maar vond de tekst heel mooi.
Al de liedjes zijn te vinden op youTube.
De tekst van het lied ‘Werkloze handen’ vind je op dit PDF: Werkloze handen
en hierbij een link naar de  uitvoering van Willy Derby.
Moeder kon ze bijna allemaal meezingen.
Mijn dag was goed.

Hennie.

Klik hier voor het vorige blog van Hennie’s hand: Een nieuwe gast.

 

Reageren

1 november: Dankbaar en blij.

“Met grote blijdschap en dankbaarheid aan God…”
Dat was de eerste regel op het geboortekaartje van onze oudste dochter.
In de jaren ’80 nog een vrij gebruikelijke openingszin in christelijke kringen.

Vanmorgen waren we via onze tablet verbonden met de Catharinakerk;  in die viering werd een klein meisje gedoopt.
De moeder vertelde iets over de naam van haar kindje.
Ook vertelde ze over de dag van haar geboorte: zes uur nadat het meisje was geboren was haar broertje (2) in een vijver gevallen en werd opgenomen op de Intensive Care.
Het broertje dartelde in de kerk rond, dus het was gelukkig goed afgelopen, maar de ouders wilden, naast het ten doop houden van hun dochtertje, ook hun dankbaarheid uitspreken voor het wonder dat hun zoontje het ongeluk had overleefd.

De doopplechtigheid kreeg daardoor een extra dimensie; je hoefde niet lijfelijk bij de viering te zijn om die dimensie te voelen.
Na de doop sprak de dominee een zegen uit over het meisje met de woorden:

Ik wens jou twee stevige voeten om door het leven te gaan.
Ik wens jou twee stevige handen om anderen bij te staan
Ik wens jou een mond om te lachen met vrienden, om vrolijk te zijn
maar ook om mensen te troosten bij tegenspoed en bij pijn. 
Ik wens je twee heldere ogen om te zien wat kwaad is en wat  goed, 
want dan zul je altijd weten welke weg je volgen moet.
Ik wens je een liefdevol hart toe, een hart dat de mensen bemint
en bovenal heb je Gods zegen; wordt gelukkig,  lief kind.

Toen zei het jongetje op zijn vaders arm: “Ik ook!
Dat was het meest ontroerende moment van deze doopdienst.
De dominee vertelde dat deze zegen speciaal voor zijn zusje was, maar dat er straks aan het einde van de viering een zegen voor iedereen werd uitgesproken, die ook voor hem bedoeld was.

Natuurlijk: er was ook een overdenking vanmorgen en schriftlezingen en liederen.
Maar deze onvergetelijke doop stond centraal.
Soms heb je geen preek meer nodig.

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén