Een kalenderblaadje van 10 augustus, jaar niet bekend.
Er staat een artikeltje op over de beeldenstorm in de Nederlanden.
Hierin wordt uitgelegd dat die beeldenstorm wel te maken had met vroomheid en geloofsovertuiging, maar dat ook eigenbelang een grote rol speelde.

De beeldenstorm in de Nederland begon op 10 augustus 1566.
In Steenvoorde (Zuid West Vlaanderen, tegenwoordig Frankrijk) preekte op die dag een protestantse vluchteling en de vlam sloeg in de pan:  zo’n 20 van de toehoorders drongen na afloop van de preek een nabijgelegen klooster binnen en sloegen daar de religieuze beelden aan stukken.

In de weken daarna werden honderden kerken en andere katholieke heiligdommen vernield door protestanten.
De opkomst van het calvinistische protestantisme met zijn afkeer van het vereren van heiligen en zijn afkeer van de uitbundige rijkdom in de kerkgebouwen was slechts één van de oorzaken.

Er was ook de grote sociale ontevredenheid; in de jaren ’50 en ’60 van de 16e eeuw maakten de Lage Landen een economisch moeilijke tijd door. Ook zorgde de teloorgang van de bloeiende lakennijverheid er in Antwerpen voor dat veel mensen hun werk verloren en financieel in de problemen kwamen. Een groot deel van de bevolking was niet geïnteresseerd in theologische scherpslijperij,  maar zag in het calvinisme een mogelijkheid om zich te ontworstelen aan het oude gezag.
Ook de lage adel in de Nederlanden was in opstand gekomen tegen het gezag van de katholieke Spanjaarden die met hun inquisitie ernst maakten met de vervolging van protestanten, in hun ogen ketters.

Bij de beeldenstormen vernielden of roofden woeste menigten de inventaris en bibliotheek van honderden katholieke kerken, kapellen, abdijen en kloosters.
Altaren, beelden, doopvonten, reliekhouders, koorgestoelten,  kansels, orgels, kelken, schilderijen, missalen en gewaden moesten het ontgelden.
Het aantal boeken dat verloren ging was heel groot. Zo werd op 22 augustus 1566 de complete bibliotheek van het dominicanenklooster Het Pand in Gent in de Leie gegooid, waarna men droogvoets de oversteek kon maken.

Waarom heb ik dit blaadje bewaard?
Omdat ik voor het eerst las dat het lang niet altijd vrome motieven waren die een rol speelden bij de beeldenstorm.
Dat klopte niet met het beeld dat ik vanuit mijn lagere schooltijd heb meegekregen.
Mijn ouders gaven mij een hervormde/protestantse opvoeding.
Op de lagere school hoorden we dat ‘wij’ protestanten waren, dus de beeldenstorm werd beschreven vanuit ‘ons’ gezichtspunt.
‘Zij’, de katholieken, deden het rond 1566 helemaal fout, toen kwam Luther die vertelde hoe het wel moest.
Het was wel even naar dat het allemaal moest, maar de Spanjaarden moesten worden verdreven en de katholieken mochten hun geloof niet meer belijden.
Waar gehakt wordt vallen spaanders en het was voor de goede zaak.

Hoe lang is het nou helemaal geleden dat ik op de lagere school in Hoogersmilde zat?
Van 1967 tot 1973.
Wordt de geschiedenis herschreven?
Nee.
‘Zij’ en ‘wij’ kijken er met andere ogen naar.