Vanmiddag om 15.15 uur zat ik in de auto; ruitenwissers aan, want soepkippenweer.
Grijs, somber, zwaarbewolkt, regen.
Geen dag voor een uitje zou je zeggen, maar dat was nou net wat ik vandaag had: een ex-duo-baan-collega-uitje.
Al twee jaar maak ik deel uit van het secretaresseteam van Team290, maar daarvoor deelde ik een baan met Jacquelien.
We hebben nog regelmatig app-contact en af en toe zoeken we elkaar op.
Voor deze ontmoeting had haar uitgenodigd voor een dagje Westerbork.
In deze koude en kille wintermaanden wordt Casa Grada niet verhuurd, dat geeft ons gelegenheid om in deze periode af en toe eens mensen mee te nemen om het huis te bekijken.

Jacquelien woont in Veendam; we spraken af om elkaar te ontmoeten op de carpoolparkeerplaats ‘de Haar ‘ bij Assen-Zuid, van daaruit gingen we met onze auto verder.
Natuurlijk wil ik dan weten waarom het ‘de Haar’ heet daar.
‘Haar’ is de naam van een hoge rug in het landschap, begroeid met grassen en struikgewas. Bij de aanleg van een militaire oefenterrein, dat nu nog in gebruik is, zijn de huizen die daar stonden (het hoorde bij de buurtschap Laaghalerveen) afgebroken.
Voordeel van samen in één auto: dan kun je tijdens de reis alvast beginnen met kleppen.

Begin deze week had Jacquelien al ge-appt: “Ik neem wat lekkers mee voor bij de koffie.”
Toen we in de huiskamer aan de koffie zaten haalde ze de lekkernijen uit een papieren zakje van de warme bakker: hazelnootschuimgebak!
Daarvoor klik ik de beugel van mijn tanden; Jacquelien kent mij al een tijdje.

Veel meer dan dat kleppen waar we ’s morgens al mee begonnen hebben we ook niet gedaan.
Huis en omgeving bekeken, ingewikkeld haakpatroon van haar sjaal besproken, wandelingetje gemaakt op het park (met paraplu’s) en heerlijke club-sandwiches gegeten bij Diggels.
Op de terugweg maakten we een kleine omweg langs Hoogersmilde, waar we langs mijn ouderlijk huis reden en langs de andere huizen waar Gerard en ik samen gewoond hebben.
De televisietoren, het icoon van mijn jeugd, konden we niet volledig zien: het bovenste gedeelte zat in de wolken.

Om 15.10 uur namen we afscheid van elkaar bij ‘de Haar’: Doeoeoeoeg! Wiekiepintuts!
En toen was het op de weg naar Roden maar raar stil in de auto met alleen het geluid van de automotor, de ruitenwissers en het soepkippenweer.