een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 144 van 263

14 augustus: Rügen 2 – Pontje. Eeh….. roeiboot eigenlijk.

Seebrücke in Sellin.

Het eiland Rügen heeft aan de oostkant hele mooie zandstranden aan de Oostzee.  De eerste dag verkenden wij op de fiets het zuid oostelijk gelegen schiereiland Mönchgut. Dat kustgebied was eind 1800, begin 1900 al een toeristische trekpleister. Je moet denken aan plaatsen als Scheveningen en Zandvoort in Nederland.  In Sellin strekt zich een antieke pier (in Duitsland heet dat Seebrücke) uit in zee en alle badplaatsen aan de oostkust hebben nog gebouwen uit de vooroorlogse strandarchitectuur. Het heeft art-deco trekjes, maar doet ook denken aan onze koloniale bouwstijl. Grote, witte appartementencomplexen met balkons en veranda’s met namen als Freude am Meer en  Feriënglück.

Op die eerste fietstocht op Rügen kwamen we door zeer afwisselend landschap. We zaten even aan het zandstrand bij Sellin,  fietsten door de bossen naar Thiesow in het zuiden,  zagen havens,  verstilde dorpjes en hunebedden (waarover natuurlijk meer in een ander blog).

We fietsten langs binnenmeren en ontdekten dat delen van dit gebied in de koude oorlog door de staat werden geconfisqueerd om te fungeren als uitkijk-en spionage post.
Een van de leukste onderdelen was een klein pontje voor wandelaars en fietsers.  Ik zeg pontje, want zo stond het op de kaart,  maar het was een roeibootje.
Echt waar.
Toen wij bij het oversteek-vlondertje kwamen zagen we geen pontje,  maar iemand in een roeiboot schreeuwde : “Wollen sie mit?!?”
Dus wij riepen “Ja” en daar kwam ‘roei-roei-roei’ een Duitse meneer naar ons toe.
“Moeten onze fietsen dan in dat bootje?” vroeg ik twijfelend aan Gerard.
Het was geen enkel probleem. In no-time hadden de zwijgzame Duitser en Gerard de fietsen in de boot en werden we naar de overkant gebracht.

Wat een mooie fietstocht en wat een diversiteit op één eiland.
Nederlanders reizen in de zomervakantie massaal af naar Frankrijk, maar dit gebied in Noord Duitsland verdient eigenlijk ook Nederlandse vakantiegangers.
Landgenoten hebben wij op Rügen namelijk amper gezien; dat zijn er hooguit tien geweest.

Reageren

13 augustus: Rügen 1 – “Waar zijn we nou terechtgekomen?”

Vanaf 3 augustus waren Gerard en ik nog even een weekje weg; we bezochten onze Oosterburen.
Helemaal boven in Duitsland,  nog verder dan Rostock,  ligt het eiland Rugen; op het kaartje hiernaast rechts bovenin.
Voor een weekje zomervakantie hadden we daar een Feriënwohnung gehuurd. Op de dag van aankomst waren we natuurlijk heel benieuwd naar hoe het er uit zou zien.  Het is wel voormalig Oost Duits gebied en vorig jaar hadden we al gezien dat het niet overal voldeed aan de Westerse maatstaven.

Toen we aan het eind van die eerste dag de aanwijzingen van de Tom Tom volgden, reden we een grindpad op.  Nummer 6 moesten we hebben.  De eerste huizen in het buurtje zagen er nog alleszins acceptabel uit,  maar hoe verder we het pad opreden,  hoe sjofeler het werd. Ingezakte schuurtjes met oude trekkers, woekerend onkruid, oude gasflessen, tonnen en karren op het erf…. bedrukt keken we elkaar aan. “Waar zijn we nou terechtgekomen?”

We konden nummer 6 niet vinden. Aan het pad stonden twee rokende mannen; ze pasten goed bij de omschrijving van het buurtje hierboven; ze stonden voor een aftandse stacaravan en waren  niet meer in het bezit van een volledig gebit. Ik hoopte vurig dat ze zouden zeggen dat nummer 6 niet in deze buurt was en gelukkig: we hadden een afslag eerder moeten nemen,  daar waren de nummers 1 tm 6.

Opgelucht maakten we 10 minuten later kennis met Frau Ulrich en we betrokken dankbaar ons vakantiehuisje  aan de achterkant van een landhuis in een boerenomgeving.
Nadat we uitgepakt hadden gingen we in de tuin zitten om bij te komen van de reis en het ‘het avontuur van 1 afslag verder’.  Ik hoef echt niet altijd in een kasteelhotel, maar we moesten er toch niet aan denken dat nr 6 zich bevond naast die stacaravan, inclusief rokende mannen…..

Op deze pagina een overzicht van alle 9 blogs die ik schreef over deze vakantie:

1. Waar zijn we nou terechtgekomen? 
2. Pontje. Eehm….roeiboot eigenlijk.
3. Klaus Störtebeker – een bezoek aan de Festspiele in Ralswiek.
4. Eine Heilige Statte- over het hunebed ‘Königsgrab
5. Buchenwald – een blog over een beukenbos.
6. Noordelijkste puntje – Kap Arkona
7. Gerookt Aaltje – Een stadswandeling in Stralsund
8. Gids of geen gids – Een stadswandeling in Lübeck
9. Kapotte klokken en een muisje – twee ‘Mahndenkmahlen’ in de Mariënkirche in Lübeck.

Reageren

12 augustus: Je krijgt de zegen mee.

Na een korte vakantie in Noord Duitsland (daarover in volgende blogs meer) bevonden we ons op zondagmorgen onder het gehoor van ds. Theo van Beijeren in de Catharinakerk.
Het is altijd lastig om een hele viering te vangen in één blog: je kunt een uur teksten, muziek en beleving niet beschrijven in 500 woorden, er blijft altijd een deel onderbelicht.
Wat nam ik mee uit deze kerkdienst?
Drie dingen wil ik benoemen.

Een paar zinnen uit de overdenking.
We hadden gehoord dat Jezus zeer bot en onvriendelijk reageert op een buitenlandse vrouw door te zeggen dat het brood voor de kinderen (het volk Israël) bedoeld is en niet voor de honden (de buitenlanders).  Schrikken. Voor die vrouw en voor ons.
Want dit is niet zoals we Jezus kennen.
De dominee legde uit dat het ook voor Jezus, net als voor ons, kennelijk moeilijk is om over de eigen muren heen te kijken.
Het is te danken aan de reactie van die vrouw “Maar de honden eten immers ook de kruimels die de kinderen laten vallen….” dat Jezus niet blijft volharden in zijn afwijzing.
Een goede les voor ons.
De voorganger zei daarover:

Deze vrouw laat zien dat je met humor, relativeringsvermogen en vooral met de dialoog/het  gesprek er het beste uit kunt komen.
Stel dat ze kwaad was geworden, dat ze was gaan schelden of slaan.
Stel dat ze met stenen was gaan gooien.
Doet ze niet.
Ze doet het met zachte krachten: een gesprek, humor en volhouden. 

Ad van Nes: in actie tijdens de viering. Foto: Fokke de Jong.

– Een deel uit het dankgebed, gewijd aan muziek.
Ad van Nes, onze organist, werd namelijk vanmorgen in het zonnetje gezet omdat hij 25 jaar organist in onze gemeente is geweest en al 60 jaar kerkorganist is!  Net als Lykle de Boer twee weken geleden kreeg hij ten overstaan van de gemeente een oorkonde, een speldje, een toespraak van Wim Vrieling, een bos bloemen en applaus.
In het dankgebed daarna formuleerde de dominee het zo:
Dank U voor de gave van de muziek, van het lied, waarmee we soms zoveel meer tot uitdrukking kunnen brengen dan alleen maar met woorden en zinnen.
Waarmee we boven onszelf uit kunnen stijgen en zo dichter bij U kunnen komen.
We bedanken U ook voor de mensen die ons daarin willen voor gaan en begeleiden; soms al zoveel jaar lang zoals we zojuist mochten mee beleven met Ad van Nes. 

– De zegen.
Die krijgen we iedere zondag aan het eind van de viering mee.
Meestal zijn dat de vertrouwde woorden ‘De Here zegene u en hij behoede u….etc’.
Vanmorgen gebruikte de predikant deze versie:

God zal met je meegaan
als licht in je ogen
een lamp voor je voet
als hand op je hoofd
een arm om je schouder.
Als baken bij ontij
een verte die wenkt
als groet op je lippen
en hoop in je hart
als stem die je uitdaagt
een woord dat je weg zoekt
zo zegene u God, de vader, de zoon en de Heilige Geest.  

Deze week wordt Gerard voor zijn vervolgbehandeling opgenomen in het UMCG.
Met zo’n zegen kun je zo’n week in.

Reageren

11 augustus: Hoogersmilde in Beilen.

Gistermiddag, 10 augustus, zaten we in de Pauluskerk in Beilen voor de afscheidsdienst van Jan Boer, de (schoon)vader van onze vrienden Johan en Nelly.  Jan’s gezondheidstoestand ging de laatste maanden achteruit,  dus het overlijden kwam niet onverwacht. Tijdens de plechtigheid vertelde dochter Martha dat ze de afgelopen weken samen met haar vader veel tijd had doorgebracht met het bespreken en uitzoeken van foto’s.

Dit had heel veel goede momenten voor hen samen opgeleverd, maar had ook geresulteerd in een overzichtelijk en volledig ‘In memoriam’ in woord en beeld.  Johan en Martha namen ons mee in de geschiedenis van hun vader: zijn kindertijd, zijn jeugd, zijn trouwdag,  het vaderschap,  zijn werk als boer,  zijn grootvaderschap en het laatste deel van zijn leven als pensionado.

Toen ik broer en zus daar zo dapper zag staan voelde ik plaatsvervangend de spanning en de emotie die met zoiets gepaard gaan; mijn broer en ik hebben dit ook in de rouwdiensten van onze ouders gedaan. Moeilijk om te doen, want je moet huilen, maar zo waardevol om daar ondanks die emotie toch te gaan staan. Je kunt het  namelijk maar één keer doen.

De dienst werd geleid door voorganger Alja Streutker. In overleg met de familie sprak ze in de dienst afwisselend Nederlands en Drents. Wat klonk dat vertrouwd en bekend; teksten in de streektaal  ‘raakt mij achter ’t vessie’.
Ook de organist was bijzonder in deze dienst.
Jan en zijn vrouw Trijn  waren groot liefhebber van orgelconcerten en samenzang.
In de gesprekken over het naderende afscheid had Jan gezegd: “Het zul wal hiel mooi wezen as Ronald Knol bij mien afscheid zol  willen speulen.” Hij had gedacht dat dat vast niet kon,  maar het was toch gelukt. Zo kwamen de vele liederen die de familie had willen laten zingen,  maar die niet in de orde van dienst pasten toch aan bod: Ronald vlocht allemaal bekende melodiën door elkaar die ik eigenlijk allemaal herkende.

De jeugd van Johan/Nelly en Martha valt voor een heel groot deel samen met die van Gerard en mij. Die speelde zich af in Hoogersmilde: lagere school, zondagsschool (als leerling en als leiding),  jeugdclubs en koor van de kerk; ook onze ouders kenden elkaar en bezochten elkaars verjaardagen. De kerk zat dus vol met bekenden,  die wij soms jaren niet gezien hadden.  Sommigen sprak ik, maar lang niet iedereen.
Hoeft ook niet, daarvoor waren we immers niet bij elkaar.

Voor mij voelde het als vertrouwd en bekend Hoogersmilde, maar dan in de kerk in Beilen.
De afsluiting van de viering was daarom extra beladen: die vond plaats op de begraafplaats in Hoogersmilde, waar we al zo vaak stonden; voor het laatst in april bij de begrafenis van Gerards broer Jan.

Na afloop liepen Gerard en ik nog even langs de grafstenen van onze ouders.
Wij schuiven op in de generaties; op dit soort dagen worden we daar weer duidelijk bij bepaald.

Reageren

10 augustus: Lustrum.

Morgen viert deze website haar eerste lustrum.
Vijf jaar geleden schreef ik mijn eerste blog; ieder jaar rond deze tijd kijk ik terug op het afgelopen jaar.
Vind je het leuk om die jaarlijkse evaluaties te lezen?
Onderaan dit blog staan links naar de ‘verjaardagsblogs’ uit voorgaande jaren.

Sinds 11 augustus 2014 heb ik 1755 blogs geschreven over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Vorig jaar ben ik begonnen met de maandelijkse rubriek ‘Lezer van de maand’ en dat durf ik rustig een succes te noemen. Niet dat de aanmeldingen me om de oren vliegen, maar als ik iemand vraag of hij of zij ‘Lezer van de maand’ wil zijn gaat men bijna altijd op mijn verzoek in.
Ben je als lezer nog niet gevraagd en wil je wel graag een keer iets schrijven?
Meld je aan! Vinnik leuk!

Als ik terugkijk op het afgelopen jaar lees ik op deze website over het laatste stukje van de revalidatie na de hartoperatie in maart 2018 en een deel van het verhaal ‘Van gas los’.
(Geïnteresseerd in dit onderwerp? Zie 11 augustus 2018>>>)
We hebben Frea en Jon opgehaald uit Engeland en die hebben bij ons ingewoond tot januari 2019. Inmiddels zijn ze helemaal geacclimatiseerd en Jon spreekt vloeiend Nederlands . We genieten als gezin erg van het feit dat we regelmatig met z’n achten bij elkaar kunnen zitten om lief en leed te delen.

Het leed kwam het afgelopen jaar in verschillende vormen voorbij.
Er overleden één oom van Gerard, twee ooms van mij en het grootste verdriet bracht het overlijden van Gerards broer Jan in april.
Van recente datum is de wetenschap dat Gerard weer een stamceltraject moet ondergaan om de ziekte van Kahler te bestrijden.

Maar daarnaast valt er ook nog genoeg te vieren: je kon lezen over onze fantastische voorjaarsvakantie naar Lanzorote, feestjes met vrienden en familie en het genieten van de gewone dingen die ook zo leuk kunnen zijn.
Met dit blog deel ik met de lezers wat voor mij waarde heeft: wat ik lees, wat ik hoor, wat ik proef, wat ik voel, waar ik om moet lachen en/of huilen en wat mij overkomt.
Mijn grootste genoegen haal ik uit het feit dat mensen er iets mee doen.
Dat ene boek ook gaan lezen.
Die soep koken.
Die muziek luisteren.
Naar dat museum of die tentoonstelling gaan.
Dat een Drents verhaal van mij aan iemand wordt voorgelezen.
Dat mensen zeggen dat ze door mijn verhalen met meer aandacht kennis nemen van het gewone leven of anders zijn gaan kijken naar kerkdiensten.

Wat je er ook uit haalt: laat het iets positiefs zijn.
Want negativiteit is er al genoeg in deze wereld, daarom kom ik iedere dag met ‘een alternatief voor de waan van de dag’.

Dan hierbij nog de beloofde links:

Reageren

7 augustus: Mamba.

luxorComputerspelletjes doen: het is mijn zwakke plek.
Dat doe ik namelijk graag, het geeft me ontspanning en ik geniet er erg van als het lukt.
Luxor doe ik het liefst. Het is een spel dat ik ooit heb gekregen van collega. Het is een luxere uitvoering van Ballenschieten. Na een drukke dag of energievretende gebeurtenissen vind ik het heerlijk om even één of twee van die spelletjes te doen. Je geest laat dan namelijk alles even los en is alleen bezig om zo veel mogelijk gekleurde ballen weg te schieten.
Een spelletje dat ik ook graag doe is Tetrollaps, een vorm van Tetris. Je moet blokjes-vormen dan zo draaien dat je alle rijen vol krijgt en wegspeelt.
De voldoening dat je weer een level hoger zit.
Dat je weer een leven hebt veroverd.

In 1994 kregen we onze eerste computer en daarop zat het DOS-spelletje Mamba.
Zeer simpel en zeer leuk.
Er beweegt een slang over je scherm die blauwe ‘pieletjes’ moet opeten.
Toen we een aantal jaren geleden een nieuwe computer kregen zat Mamba daar niet meer op.
Ettelijke pogingen heb ik gedaan om het spelletje weer te bemachtigen, maar dat was een DOS-spelletje en dat kon niet meer volgens de geleerden.

Jammer ja.
Maar ik legde me er tenslotte bij neer.
Af en toe deed ik nog verwoede pogingen om het te krijgen, maar ‘das war einmal’.

Twee weken geleden stuurde een dochter een enthousiast appje: ze had zelf een eenvoudig computerspelletje gemaakt en was daar trots op. Ik feliciteerde haar daarmee en stuurde haar een plaatje van het oude Mamba-spelletje: “Nu dit maken!” Grapje natuurlijk.
Toen stuurde zij een filmpje van iemand dat dat spelletje doet en ik kreeg helemaal weer de kriebels van die geluidjes en bliepjes. En ik was niet de enige, alle dochters flipten.
“Dat wil ik weer doen” appte ik.

ICT schoonzoon Cees stuurde vervolgens een app: “Linkje op je pc in de browser invullen en klaar.”
PARDON!?
WELKE LINK!?
Deze dus: Mamba – DOS-spelletje >>>

Niet te geloven.
Jaren naar gezocht, schudt hij hem zo uit z’n mouw.
Toen ik dit spelletje nog regelmatig deed had ik vaak meer dan 10.000 punten, nu ben ik nog niet verder dan 4.000.
Is het spelletje moeilijker geworden?
Of ligt het aan mijn reactie-snelheid / leeftijd?
Hoe dan ook: ik kan het weer spelen en geniet er weer net zo van als vroeger.

Ieder mens heeft zijn guilty-pleasures.
Als het niet erger wordt…..

Reageren

5 augustus: Sint Gerlachus

Fresco van St. Gerlachus in zijn eigen kerk.

In Zuid Limburg maakten we kennis met Gerlachus.
Nog nooit had ik van hem gehoord: ridder Gerlach van Houthem, de bekendste Nederlandse, heilige kluizenaar.
Ridder Gerlach werd geboren rond 1120.
Hij leidde, zoals heel gebruikelijk onder de lieden van zijn stand in die tijd, een lichtzinnig leven. Hij kwam tot inkeer toen hij, onderweg naar een toernooi, bericht kreeg dat zijn vrouw was overleden. Hij had zielsveel van haar gehouden. Dit betekende voor hem een fundamentele ommekeer in zijn leven.

Hij maakte een pelgrimstocht naar Rome om de paus te vragen welke boete hier het beste paste. Deze gaf hem de opdracht voor zeven jaar naar Jeruzalem te gaan en daar een boetvaardig leven te leiden. In Jeruzalem meldde hij zich bij het hospitaal van de Ridders van St-Jan. Die namen hem in dienst als eenvoudig veehoeder. Na terugkeer uit het Heilig Land vestigde hij zich als kluizenaar te Houthem in het Geuldal (vlak bij het kasteel waar Gerard en ik logeerden).  Hier woonde hij in een holle boom. Onder zijn harnas droeg hij uit boete een kriebelend kleed. Elke dag, zomer en winter, weer of geen weer, liep hij in alle vroegte naar het graf van Sint Servatius in Maastricht, tien kilometer verderop, om er zijn vaste gebeden te verrichten. Elke dag, behalve op zaterdag. Dan liep hij naar Aken voor een bezoek aan de kerk van de Heilige Maria.
Het voert te ver om op dit blog het hele verhaal over Gerlachus te vertellen.
Wil je het graag lezen? Klik hier >>>

Wij werden op de kapel van Sint Gerlachus gewezen door de vriendelijke VVV-medewerkster in Valkenburg De kerk was inderdaad prachtig: helemaal gewijd aan Sint Gerlachus. Midden in de kerk stond een klein mausoleum, daarvoor stond een reliekschrijn met zijn overblijfselen en onder het mausoleum lag gezegend zand. Daarvan kon je een klein zakje meenemen.
We zagen een klankbeeld over het leven van Sint Gerlach en we zagen wat er in de loop van de eeuwen met de gebouwen op die plek was gebeurd. In het kort: kerkje werd kerk, kerk werd klooster, klooster werd boerenhoeve, boerenhoeve werd landgoed, deel van het landgoed werd weer kerk en ander deel werd poepie-chique hotel.

Het is niet te geloven dat op de plek waar Sint Gerlachus in zijn boom leefde en boetedoening en soberheid predikte nu zo’n decadent hotel staat.
Dat nota bene zijn naam draagt.
Chateau St. Gerlach.
Kijk maar eens op hun website >>>:

De tegenstelling kan niet groter zijn.
Maar eerlijk is eerlijk: het was een prachtig landgoed met fantastische beelden in de tuin.
We liepen na het bezoek aan het graf van Gerlachus om het gebouw heen en kwamen in een sprookjesachtige rozentuin. Het rook er heerlijk en het was er goed toeven.

Maar de ogen van Gerlach ben ik nog niet vergeten.
In een zij-nis van de kapel stond zijn gereconstrueerde hoofd.
Net als van het meisje van Yde is ook van hem een gezichtsreconstructie gemaakt.
Op de website van de Parochie van St. Gerlach >>> kun je daarvan een afbeelding zien.
Gerlachus moest het allemaal eens weten.

Reageren

2 augustus: Regenbuien en een veelzijdige bakker.

Woensdag ging ik een dagje naar tante Trijn in Klazienaveen.
Nu het rumoer rondom het overlijden van oom Wim* wat verstomd is, namen we een hele dag de tijd om uitgebreid bij te praten.
’s Middags zouden we eigenlijk een bezoek brengen aan het Rensenpark in Emmen (waar vroeger de dierentuin was) maar het weer was niet betrouwbaar.
We besloten ‘een rondje om Emmen heen’ te rijden.

We begonnen in Emmer Compascuum waar ik vroeger als kind veel gelogeerd heb.
Daarna pikten we een ’terrasje met thee’  in Weerdinge. We begonnen onder een parasol en eindigden binnen want het begon te stortregenen.
Daarna reden we naar Westenes (bij Emmen), Noord Sleen en Sleen.
Daar regende het nog steeds, dus ook het ijsje dat we onszelf beloofd hadden aten we binnen op.

We zaten bij bakker Herman Schepers midden in Sleen.
Die verkoopt brood, koekjes en chocola, maar ook koffie, thee en ijs.
In de winkel ontdekte ik een ‘seizoenstafel’ met een camping die helemaal gehaakt was.
Daar moet ik als fervent handwerkster natuurlijk alles van weten dus ik vroeg de mevrouw achter de toonbank of zij die zelf gehaakt had. Ja man. Ze was een liefhebber van haken en had deze camping gemaakt volgens patronen uit het boekje ‘Haak je eigen camping’ van Kate Bruning >>>
Maar dat was nog niet alles.
Op de toonbank stonden cadeau-potjes met chocola of snoepjes er in met een omgehaakt dekseltje.
Een kikkertje, een kaboutertje, een zeehondje, een Gompie: wat een ontzettend mooi idee!. Leuk om te geven en leuk om te krijgen.
Ook eens naar deze ‘veelzijdige bakker’?
Hierbij een link naar hun website  >>>

Een rondje Emmen.
Wat verrassend was het; wat heeft Drenthe dan veel te bieden!
Onze tocht vervolgden we via Erm naar Nieuw Amsterdam en Veenoord om tenslotte uit te komen bij Van der Valk Emmen.
Waar we ons rondje Emmen besloten met een heerlijke maaltijd, met als voorgerecht een mosterdsoepje.
Met daarin, toepasselijk bij het rondje Emmen, Drentse dreuge worst.

* zie 26 juni: Die arm om mijn schouder mis ik nog het meest >>>

Reageren

1 augustus: Eten uit een lelijke caravan.

Tijdens een hilarische laatste les van de Franse les vierden wij ooit een Sinterklaasfeest.
Met cadeautjes én gedichten; en Francais naturellement.
Die avond kreeg ik een spuuglelijke aardewerken spaarpot in de vorm van een caravan.
‘Roulotte pour les vacances’ stond er op. Letterlijk vertaald: trailer voor de feestdagen.
Wat moet je er mee.

Ik zette hem in het hoekje van de vensterbank in de keuken en vulde hem jarenlang met kleingeld: 5 cent,  10 cent en 20 cent muntstukjes.
De grotere munten gaan in een mandje dat bij de voordeur  staat;  zo hebben we altijd munten van 0,50, 1 en 2 euro voor collectes en acties.
Iedere collecte krijgt iets,  is het niet voor het goede doel,  dan wel voor de moeite.

klik-klik-ping-pok-klik-kling….

Maandag was de roulotte vol. Alle muntjes deed ik in een plastic zakje en fietste naar de Rabobank in Roden.

De sensatie van al die muntjes in die machine. Klik-klik-tap-pop-kling-klik-kling-tap-tap….. kling…. pop-pop-tik….. tap……
€ 52,65.
Stond direct op onze rekening.

Vanavond komen de dochters en schone zonen thuis. Zomerbreak.  Bijpraten met bier,  wijn, sap en iets lekkers. We halen een pizza op.  Of Chinees. Met dank aan de roulotte komen we met € 52.65 een heel eind…..!

Reageren

30 juli: Genen en dobbelstenen.

Toen ik vorig jaar weken in het ziekenhuis lag, kwam Carlijn met een nieuw spelletje; het heette Qwixx.
Het is een dobbelspelletje en net als bij Yahtzee moet je dingen aankruisen/afstrepen.
Dit staat er in de reclameteksten:
Bij Qwixx hoef je niet op je beurt wachten – iemand dobbelt en iedereen kan de worp benutten! Hoe meer getallen je op je scoreblad aankruist, des te meer punten je krijgt. Qwixx kan in twee minuten worden uitgelegd en is spannend tot de laatste worp! Dobbel mee en laat je aansteken door de Qwixx-koorts!

Met die koorts valt het wel mee, maar het is een leuk spelletje.
Dat wij nog niet hadden.
Van Carlijn kreeg ik wat losse velletjes om het thuis met Gerard uit te proberen.
Maar ik had niet de goede kleuren dobbelstenen en toen speelden mijn Pa Vrieswijk-genen op. “Dat ku’j toch zölf ok wel maken?’
Tuurlijk. Ik zocht al onze oude spellen na op verschillende kleuren dobbelstenen en vond een rode, een gele en een blauwe. Maar geen groene. Maar wel een zwarte.
“Dan doen we toch net of zwart groen is?” spraken Gerard en ik af en zo leerden wij met gekopiëerde velletjes en oude dobbelstenen het spel.

Toen ik met Coby en dochters in Groningen was brachten we een bezoek aan Wir War, een winkel waar ze alleen maar spelletjes verkopen. LEUK! Zoveel spellen! Ga daar eens kijken, je vindt altijd wel een spel dat je nog nooit hebt gespeeld.
Hierbij een link>>> naar hun website.
Een doosje Qwixx was snel gevonden.
En toen speelden de Opa Vrieswijk-genen van Carlijn op.
“Kun je niet beter zo’n score-blocje kopen en een losse groene dobbelsteen? Die kost maar 50 eurocent. Je hebt immers al een doosje…..”
Dat klopt. Ik had de papiertjes en de dobbelstenen in een klein, groen sigarettenblikje van Chief Whip gedaan. Geërfd van mijn vader; daar bewaarde hij speelkaarten in.

Dat houden we zo.
Sweet memories.

Reageren

Pagina 144 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén