een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Geschiedenis Pagina 20 van 22

27 februari: Mien va

Op 27 februari 2008 overleed mijn vader plotseling aan een infarct. Hart of hersenen, we weten het niet precies. Hij is 75 jaar geworden.

‘s Morgens om 09.00 uur zat ik nog nota’s uit te typen op kantoor, s middags zaten we met een folder voor onze neus een kist uit te zoeken.

Op dat moment stond mijn wereld even stil. Er zijn natuurlijk dingen die relatief gezien veel erger zijn, maar dat speelt op zo’n moment geen rol. Zijn plotselinge overlijden maakte veel los in zijn omgeving. Voor mijn moeder was het dramatisch. Over haar verwerking van die rouwperiode heb ik een kort verhaal geschreven voor een themadienst van onze kerk. Dat zal ik morgen op mijn blog zetten.

Wat ik vooral miste was mijn praatpaal. 
We konden oeverloos kleppen over de meest uiteenlopende dingen, mijn vader had een brede belangstelling en wist veel.
Hij ligt begraven op het kerkhof in Hoogersmilde. Af en toe ga ik er eens heen. Maar voor mij is hij daar niet. Hij is er in een streekmuseum in Noord Duitsland bij een tentoonstelling van archeologische vondsten van de Nedersaksische cultuur.
Hij is aanwezig in het lied “Junge, komm bald wieder” van Freddy Quinn.
Hij is er als we in zijn caravan een bepaald schroefdopje zoeken en we dat vinden in een zak vol met niet te benoemen rotzooi. Hij gooide namelijk bijna nooit iets weg “Ie wit nooit hoe het nog ies van pas komt”. Hij had per slot van rekening de oorlog nog meegemaakt.
Hij is er als mijn dochters herinneringen aan hun geweldige opa (die nog bij de Indianen had gewoond) ophalen en hij is er als ik met zijn zus in Coevorden de plekjes opzoek waar ze lagen met het schip en waar ze later woonden.

Na verloop van jaren heeft het gemis een plek gekregen. Nu overheerst vooral dankbaarheid voor een rijk leven en een pijnloze dood zonder Alzheimer en zonder een lang ziekbed. Maar dat kon ik op 27 februari 2008 nog niet bedenken.

Reageren

19 februari: Malle Pietje

Mijn kinderen weten niet wie Malle Pietje is. Dat is niet zo gek, want Malle Pietje hoorde bij Swiebertje en dat was een serie uit mijn kindertijd. Dus als ik zeg: “Als een soort ‘Malle Pietje’ bewaar ik kerst-bakjes-spulletjes” dan snappen ze wel wat ik bedoel, maar ze hebben hem niet op hun netvlies. Gerard kan soms ontzettend in z’n schuur zitten te rommelen op zoek naar een bepaald voorwerp en ondertussen roept ie dan: “Waor hep ik soks toch gelate!” Die keek dus ook naar Swiebertje vroeger.

Ik was wel eens benieuwd naar zo’n oude aflevering van Swiebertje. Was het echt zo leuk? Mijn broer en ik misten geen aflevering. We vonden Swiebertjes taalgebruik fantastisch (overal die rare n achter “een kopjen koffie bij juffrouw Saartjen”) en die uber-formele Bromsnor: voor kinderen van die tijd ‘helemaal te gek’!
Op You Tube heb ik gezocht naar wat oude opnames en ik heb er één gevonden. Deze aflevering >>> is uit 1973, toen was ik 12. De aflevering duurt ongeveer drie kwartier en heet: “Steek je handen uit je mouwen, Swiebelmans!” Als je tijd hebt moet je voor de aardigheid die drie kwartier er voor uit trekken. Meer dan veertig jaar geleden. Wat stak de maatschappij toen anders in elkaar.
Eigenlijk ben ik wel benieuwd wat een kind van tegenwoordig er van zou vinden.
Heb je geen tijd? Kijk dan in ieder geval naar het tijdstip 20.00 tot 22.00 (2 minuten).
Daarin komt Swiebertje in de winkel van Malle Pietje. Let vooral op die vogel Sjako. Die scheurt de hele rol inpakpapier aan gort. En als Swiebertje weggaat draait Sjako als een malle op z’n stokje rond. Als Swiebertje en Malle Pietje buiten staan zie je aan de rechterkant het decor heel licht bewegen: dat waren gewoon stukken linnen……! Als Piet vervolgens weer naar binnen stormt hoor je hem struikelen over de rotzooi. Onze generatie hoef ik niks uit te leggen. “Waor hep ik soks toch gelate…!”

Reageren

7 februari: Konaintje!

Gisteren had ik het over mijn broertje. Toen hij drie was en wij samen de Donald Duck lazen mocht ik dat zeggen. Maar nu is hij grote broer geworden. ‘Broertje’ dekt de lading niet meer, zeg maar.

Dwergkonijntje in de handen van mijn schoonzus.

Zijn vrouw, mijn schoonzus, is een trouwe volger van mijn blog en tot mijn grote genoegen heeft zij een eigen website mét blog in het leven geroepen.
Zij heeft als hobby namelijk het fokken van dwergkonijntjes met een Hollandertekening.
Wie het gezin waarin mijn broer en ik zijn opgegroeid een beetje kent weet dat wij ‘anti-dier’ zijn opgevoed. Katten, honden, konijnen, cavia’s: mijn ouders hadden er een gruwelijke hekel aan. Wij stonden vroeger het liefst op campings waar huisdieren niet waren toegestaan.

Mijn broer en ik zijn allebei getrouwd met uitgesproken dierenliefhebbers. Bij ons is het beperkt gebleven tot een paar konijntjes in het begin van ons huwelijk en cavia’s voor onze dochters. En af en toe passen we op het konijn van Harry. Onze buurman.
Toen mijn broer verkering kreeg met mijn schoonzus had zij twee katten. Toen ze gingen samenwonen bleek hij daar allergisch voor. Wat jammer nou…..de poezen moesten weg.

Inmiddels zijn ze al jaren getrouwd en ze hebben vissen, cavia’s en die dwergkonijntjes dus. Mijn broer bemoeit zich daar niet mee. Schoonzus heeft de volledige regie over de dieren. Maar die website, daar heeft mijn broer zich wel mee bemoeid. Hij is per slot van rekening ict-er.

Schoenmaker, blijf bij je leest. Als we nou gewoon allemaal doen waar we goed in zijn komen er prachtige dingen tot stand. Klik hier voor de website www.dwergplaneet.nl >>>

De website is nog niet helemaal klaar, maar het begin is er!

Reageren

31 januari: Beatrix

Prinses Beatrix viert vandaag haar 77 e verjaardag. Voor mij blijft ze koningin. Wat een sterke vrouw. Twee jaar geleden kwam ze op 28 januari op de televisie met de mededeling dat ze afstand ging doen van de troon. Die avond was ik in ´de Deel´ bij de kerk om te helpen bij de administratie van de teruggebrachte kerkbalansenveloppen. De koster kwam ons om 19.55 u allemaal roepen: we konden bij hem in de woonkamer de toespraak van de koningin bekijken. Het was vol in de kamer en ik stond achteraan.
Maar goed ook. Toen onze vorstin klaar was met haar toespraak had ik de tranen in de ogen. Ik vond het een historisch moment. Ik was oprecht blij voor haar dat ze het wat rustiger aan ging doen.

Voor een koningshuis liefhebber als ik (zie 4 oktober >>>) waren het gouden tijden. De ene na de andere documentaire van het koninklijk huis verscheen op de tv en in de aanloop naar de inhuldiging van Willem Alexander heb ik geen programma over dat onderwerp gemist. Wat een feest! Genoten heb ik van de franje van oranje die periode.

Maar even terug naar Beatrix. Wat heeft ze de lat hoog gelegd. Ik heb haar altijd bewonderd om haar standvastigheid. Want wat heeft ze het soms lastig gehad.
Een vader waar ze zielsveel van hield en die ondertussen heel verkeerde dingen had gedaan.
Claus die te vroeg overleed.
En in haar laatste regeringsjaar het ski ongeluk van Friso. Altijd stond ze er weer. Betrokken. Alle dossiers gelezen.
Een ambassadrice van Nederland met enorme klasse en uitstraling.
Maar ook altijd waren daar weer bakken vol kritiek van de pers.
Toen bekend was dat ze ging aftreden was Nederland het ineens roerend eens: Beatrix was een goede koningin en ze heeft het prima gedaan. Waar ze in het begin werd afgebrand omdat ze zakelijk en afstandelijk was, nu werd gezegd dat ze het koningschap weer allure had gegeven en dat ze standvastig was.
Voor haar vond ik het fijn dat ze uiteindelijk toch de waardering van de Nederlanders kreeg.

Willem Alexander en Maxima doen het anders.
Minder afstand. Minder kunst. Meer handel.
De tijd zal vast uitwijzen dat ook Alexander op het goede moment de goede veranderingen heeft aangebracht.
Ik geniet van de zwier en de charme waarmee hij en Maxima de zaken aanpakken.
Maar ja, ik ben bevooroordeeld.
Vanavond om 19.30 u weer Blauw Bloed!

Reageren

24 januari:Toet-Anch-Amon

Van de week kwam hij een paar keer voorbij in het nieuws: Toet-Anch-Amon >>>.
De ‘baard’ van zijn dodenmasker zou hebben losgelaten en die zou er met sneldrogende hars weer aangelijmd zijn, waardoor er nu een gelige laag tussen baard en masker zat.

Met gespitste oren luister ik naar zulke berichten. Het woord ‘Toet-Anch-Amon’ doet bij mij alle lampjes branden en bellen rinkelen. Dat komt omdat ik als puber het verhaal “Een god in een gouden sarcofaag” las in een boekje dat ik van mijn vader te lezen kreeg.
Het boekje heette “Speurtocht door 100.000 jaar” en de schrijver was Heinz Sponsel. Het was een uitgave uit 1959 en bij het voorwoord stond: voor jongens en meisjes van 12-18 jaar.
Het boekje staat nog steeds bij mij in de boekenkast. Het valt van ellende uit elkaar. Stukgelezen heet zoiets. Voor een meisje van 14 een geweldig boek. Ademloos las ik de verhalen over de ontdekking van Pompeï, over de heilige bron van Chichen Itza, de schat van Troje, de ontdekking van de dode zee rollen. En het summum: het verhaal van Howard Carter (gesponsord door Lord Carnavon) die de mummie van Toetachnamon ontdekt. Het was ook zo meeslepend beschreven. Net een spannend jongensboek. Maar dan ook voor meisjes. Het waren geen Indiana Jones verhalen, maar de sfeer komt er wel dichtbij. Mijn vader vond het zelf ‘wat geromantiseerd’, maar die hoorde toen natuurlijk ook al lang niet meer bij de doelgroep.

Toen ik het er later eens met mijn broer over had wist hij precies welk boekje ik bedoelde, ook hij had het verslonden. Het boekje heeft onze liefde voor geschiedenis wél aangewakkerd. Alle geschiedenislessen op school ten spijt heeft dit boekje de meeste indruk gemaakt. Ik weet niet of ‘de speurtocht’ van Heinz Sponsel helemaal historisch verantwoord is, maar ik heb er wel heel veel van geleerd. Het is beetje zoals de franse schrijver Anatole France ooit zei: “Als een geschiedenisboek geen leugens bevat is het een vervelend boek.”

Reageren

15 januari: Trouwdag van mijn ouders.

Echtpaar Vrieswijk-BoelenOp 15 januari 1960 trouwden mijn ouders. Ze hadden toen bijna 10 jaar verkering gehad: op hun 17e kwamen ze al bij elkaar. Mijn ouders woonden destijds in Oldenzaal. Mijn vader was bevriend met de broer van mijn moeder. Zij gingen samen naar de kermis en die broer nam z’n jongere zusje mee. Klaor was ’t.

Ze moesten zo lang wachten met trouwen, omdat er in die tijd chronische woningnood was. Ze wilden beslist niet bij de ouders in wonen, dus moest er gewacht worden. Lang. Glimlachend constateerde ik vele jaren later dat ik 9 maanden en 10 dagen na hun trouwdag ben geboren op 25 oktober 1960. Het wachten had lang genoeg geduurd…..

In onze familie wordt altijd alles gevierd en ook de trouwdag van mijn ouders werd ieder jaar herdacht. We gingen met ons gezin uit eten. Eén keer in de vijf jaar was het feest wat uitgebreider en werden hun broers en zussen ook uitgenodigd. Dan deden we vaak wat mijn ouders het liefste deden: een middag kegelen en tot besluit een lekker diner.

In 2008 hebben we hun trouwdag voor het laatst gevierd: we zaten met de hele ‘Cornelis-clan’ (opmerking van mijn vader: “As wij in Schotland woond hadden was dit nou de Cornelis-clan west…)  bij Van der Valk in Assen. Een maand na hun 48e trouwdag overleed mijn vader plotseling aan een infarct.
Ieder jaar op 15 januari bel ik even met mijn moeder en hebben we het er even over.
55 jaar geleden vandaag.

Toen mijn vader in de jaren vijftig in dienst lag in ’t Harde had hij een grote foto van mijn moeder aan de binnenkant van de deur van zijn kledingkast hangen.
Tijdens een reunie, jaren later, vroeg een dienstkameraad: “Kees, die mooie meid die jij altied in de kast had hangen: bi’j daor ok met trouwd?

Ja man. Op 15 januari 1960.
(zie ook 15 januari 2016 >>>)

Reageren

7 januari: Mijn eerste idool

“De man die de lach aan z’n kont heeft hangen” wordt hij wel eens genoemd.
50 jaar zit hij dit jaar in het vak. André van Duin. In de kerstvakantie was er een gala ter gelegenheid van dat jubileum dat ik had opgenomen, want dat wilde ik niet missen. En wat heb ik weer genoten.
Toen ik puber was in de jaren ’70 was zijn ster rijzende. In mijn agenda had ik heel wat plaatjes van hem geplakt, ik vond hem onwijs grappig en was tot over mijn oren verliefd op deze komische man.

Pas later ontdekte ik dat hij niet op meisjes viel. Maar toen had ik al weer heel andere idolen zoals Les Gray (van Mud), Boudewijn de Groot en Julien Clerc.
Met mijn broer zat ik op zaterdagmiddag na Los Vast (óók NCRV) aan de radio gekluisterd voor de Dik voor mekaar-show. Als we op vakantie in het buitenland waren was het dat programma dat we het meest misten, naast de Top 40 natuurlijk.
Nog steeds vind ik hem onweerstaanbaar leuk. Heb ik eens een beroerde dag, dan zoek op You Tube een oude sketch van hem op of een aflevering van Animal Crackers en daar knap ik dan weer helemaal van op. Lachen is echt heel goed voor de gezondheid.
Voor de liefhebbers: ik kan je aanraden om eens te zoeken op You Tube naar het filmpje ‘Afscheid van meneer van Swiete’. Het staat er in twee delen op. Het is niet zo bekend als “Er is geen kaas!”, maar minstens zo leuk.
Het allerleukste moment vind ik nog steeds het stukje met Simone Kleinsma bij de lift. En dan vooral het moment waarop hij aan haar vraagt: “Wat doet U eigenlijk voor de kost?” Kijk en geniet >>>.
Natuurlijk is niet alles leuk. In dit stukje met Kleinsma vind ik alleen de eerste vijf minuten grappig. Maar hij blijft mijn allereerste idool. Geen mooie man, maar wel één met humor. In 1983 ben ik getrouwd met een mooie man die ook nog humor heeft. Voor mij een onmisbare eigenschap.

Klik hier voor het vervolg op dit blog: Mijn eerste idool (2).

Reageren

4 januari: Antiek netwerk & gevulde eieren

Op dit weblog zijn al verscheidene van mijn ‘netwerken’ benoemd o.a. familie, koor, franse les, collega’s en kerk. Eén van de meest dierbare groepen (naast de familie natuurlijk) is onze vriendengroep. Gerard en ik kregen op 2 mei 1980 verkering en de Hemelvaartsdag in die maand besloten we met onze toenmalige vriendengroep een dagje uit te gaan. Die groep bestond uit een paar leden van de Inter Kerkelijke Jeugdclub en met een aantal van hen gaf ik ook nog samen leiding aan de zondagschool.
We begonnen die Hemelvaartsdag met een kerkdienst en een kop koffie bij mijn ouders achter het huis, daarna togen we op de fiets naar Appelscha. In de bossen hebben we gepicknickt en in Appelscha gingen we naar de kermis. Op de terugweg kochten we patat en ijs en dat was (achteraf bezien) de eerste vriendendag. Vanaf 1980 hebben we elk jaar op Hemelvaartsdag ‘Vriendendag’ gevierd en we kwamen ook bij elkaar op de verjaardagen. Op den duur bleven er 8 personen (4 stellen) over. Er werd getrouwd, er werden kinderen geboren en de groep werd steeds groter. Af en toe huurden we met elkaar een paar plekken af op een camping en dan was het geen vriendenDAG maar vriendenWEEKEND. In 2015 gaan we naar een camping in de Noord Oost Polder en vieren we dat we al 35 jaar vriendendag hebben.

De vriendengroep voelt als familie. We kennen elkaar van haver tot gort, we genieten van elkaars gezelschap en omdat we allemaal uit Hoogersmilde komen hoef je maar een naam of een gebeurtenis te noemen en iedereen begrijpt wat je bedoelt. We delen lief en leed. Soms voeren we indringende gesprekken en lastige discussies en soms doen we een avond ‘Ik hou van Holland’ of ‘Hints’ en rollen we van de bank van het lachen.

Gisteravond waren ze er weer. Voor mijn verjaardag. Die was al in oktober, maar we verdelen de verjaardagen over het jaar omdat we anders in één week 3x bij elkaar zouden zitten. Zo ben ik het ene jaar in oktober jarig, het volgende jaar in november en dit jaar dus in januari.
Als ik voldoende tijd heb maak ik voor zo’n avond altijd zelf gevulde eieren.
Recept:

6 eieren hard koken, pellen en doormidden snijden.
De dooiers voorzichtig scheiden, in een kom doen en de witte holle helften op een schaal leggen.
De dooiers prakken en mengen met 2 eetlepels mayonaise, een kwart heel fijn gesneden ui,
beetje curry, scheutje maggi, scheutje ketjap, kerriepoeder en paprikapoeder. Goed door elkaar roeren, zodat een crèmige massa ontstaat. Spuitzak met de crème vullen en in de holle helften spuiten. Garneren met een beetje peterselie of bieslook.
Op dezelfde manier maak ik ook eiersalade, alleen dan prak je ook het eiwit er doorheen.

Soms kan iemand zich niet beheersen en wordt het schaaltje met de vingers uitgeslikt. Dat mag, we zijn immers al 35 jaar vrienden. Dan mag je doen alsof je thuis bent.

Reageren

18 december: Stel die es veur

We hadden begin dit jaar een bijeenkomst met een stel oude vrienden en er werd ons gevraagd of we iets wilden vertellen over onze passie.
Iedereen dacht dat mijn verhaaltje over muziek zou gaan, maar ik heb die avond verteld over mijn liefde voor geschiedenis.

Geschiedenis is iets wat je interesse moet hebben, maar het is ook belangrijk dat er iemand in je leven is die je er warm voor maakt. In mijn leven is dat mijn vader geweest. Hij wist veel en kon mooi vertellen. Toen het vestingstadje Bourtange werd gerestaureerd nam hij mijn broer en mij mee naar de werkzaamheden. Hij zette mijn broertje op een kanon op de vestingwal en vertelde: “Stel joe es veur: dan kwaam’ daor de Spanjaard’n an en dan stunn’n ze ze hier op te wachten….” etc. etc.
Op vakantie in Duitsland zochten we een oud kasteel op. Dornröschenschloss Sababurg. “Stel joe es veur dat de edelvrouwe veur dat raam zat te borduur’n.”
Stonden we bij een hunebed, dan vertelde hij dat het vroeger bedekt was met zand en dat het dan een soort hol was waar de urnen in stonden. “Stel joe es veur: dan leup daor zo’n begrafenis stoet. Dan weur de overledene eerst verbrand, ze deuden de as in zo’n pottie en dan muchten allent de oldsten van het volk naor binnen um de urn bij te zetten.” Bere-interessant vonden wij dat als kinderen. Mijn vader vertelde en wij zagen de beelden voor ons.
Hij nam ons mee naar de mummies in Wiewerd, naar het Planetarium in Franeker, naar de Menkemaborg in Uithuizen, naar verschillende musea en altijd waren daar de verhalen over vroeger.

Van hem kreeg ik ooit een stuk steen, waarin iets gekerfd was. Had hij gevonden in de zeef waarmee ze de stenen uit het zand zeefden op de steenfabriek. “Leg dit es in dien hand. Stel die es veur: duuzenden jaor’n leden hef ok iene dit in de haand’n had. Hef probeerd um d’r wat in te kervn.” Het steentje ligt nu op een kastje in mijn slaapkamer.
Bij een foto van mijn vader.
‘Stel die es veur….’
Ik hoor het hem nog zeggen.

Reageren

8 december: een soulmate van 30 jaar ouder

Vanmiddag had ik een afspraak met de bedrijfsarts. Ze adviseerde me om de komende week weer te ‘socializen’ op het werk: collega’s opzoeken en bijpraten.
Volgende week kan ik dan therapeutische basis weer voor een paar uren beginnen en na de kerstvakantie begin ik weer voor drie dagen. Ik heb er zin aan. Na zoveel weken rust begon het vorige week te kriebelen. Alle hobbels genomen (zelfs weer gezwommen vandaag!): het mag ook wel weer.

Vanmorgen heb ik koffiegedronken bij de mevrouw waarmee ik in het ziekenhuis op zaal lag. (zie 29 oktober). Het was mij weer een aangenaam genoegen. De tijd vloog om: zoveel om over te praten. Het gekke is, dat we het bijna helemaal niet over ons hart en het ziekenhuis hebben gehad, we hebben zoveel gezamenlijke interesse, dat de koffie er koud bij werd. Ze weet heel veel van de geschiedenis van het Groningerland en ze heeft de geschiedenis van haar eigen familie helemaal uitgezocht. Toen ze met pensioen ging (27 jaar geleden) heeft ze zich voorgenomen zich helemaal te storten op de amateur-archeologie. Ze kocht een metaaldetector en ze heeft werkelijk van alles uit de grond gehaald: gespen, munten, spijkers, kogels you name it, zij heeft het. In haar herken ik de liefde voor de oude spullen en verhalen. Toen ze in Pompeïi >>>was heeft ze stiekem een stuk van een stenen ornament meegenomen. Dat mag natuurlijk helemaal niet. Ze had tegen haar zus gezegd: “Stel jij even een lastige vraag aan die gids, dan kijk ik nog even rond……” Ze vertelde: “Op het moment dat ik met zo’n antiek stuk steen in mijn handen sta vind ik dat toch zo bijzonder!” Precies. Dat heb ik ook. Ik was ontroerd toen ik op het Forum Romanum in Rome stond. Daar stond Cicero zijn redevoeringen te houden. Ademloos kan ik bij zo’n ruïne staan en het gevoel tot me door laten dringen. Er zijn maar weinig mensen die dat snappen. Deze mevrouw is mijn geschiedenis soul-mate. Dan maakt 30 jaar leeftijdsverschil helemaal niks uit. Ik hoop dat ik nog zo in het leven kan staan als ik 87 ben……..

Reageren

Pagina 20 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén