Op het lijstje tips dat we kregen van ‘Wim uit Hank’ stonden ook twee vestingstadjes: Willemstad en Woudrichem.
De eerste van de twee deden we aan op een avond: de foto van de vissende reiger is ook daar genomen.
Nu een onbetekenend stadje, maar vroeger een vestingstad met grote allure.
Willemstad ligt aan de Brabantse kant van het Hollands diep en heeft als vesting dienst gedaan tot 1926.
We maakten een avondwandeling door het stadje, liepen over de wallen, bewonderden het Mauritshuis (een buitenverblijf van prins Maurits) en één van de eerste koepelkerken van Nederland. We dronken een cappuccino op een terras in de oude haven.
Woudrichem bezochten we op de zondag dat we ook naar slot Loevestein gingen.
Toen we het stadje binnenreden stroomde het nog van de regen, dus we bedachten dat we dan maar een kleine tour in de auto zouden doen.
Maar toen we daar rondreden kon ik dat niet.
Ik moest uit die auto: paraplu mee, jas aan, de stad in.
Lopen rondom de oude kerk, kijken bij de stadspoort, genieten van het middeleeuwse stratenpatroon.
En het werd nog droog ook: konden we ook hier even een kop koffie nemen op een terras.
We hebben in Nederland nog een aantal oude vestingsteden. waar we er inmiddels heel wat van bezocht hebben.
Soms is er nog een deel in stand, soms zijn ze nog helemaal intact, zoals Willemstad.
In de beide stadjes in dit blog hebben we geen stadswandeling met een VVV-folder gedaan en ook geen museum bezocht.
We herkennen inmiddels de gebouwen die bij een vesting horen, zoals het arsenaal (zie afbeelding) en we kunnen erg genieten van een wandeling door zo’n oude stad.
Naarden was mooi maar ook erg deftig en een beetje afstandelijk.
In Woudrichem hing een heel andere sfeer; er stonden grappige teksten op sommige huizen en het was niet zo chique.
Dit blog sluit ik af met het mooie gedicht van Simon Vinkenoog dat op de muur van het oude arsenaal stond.
Hij schreef het bij de festiviteiten rondom 650 jaar stadsrechten in Woudrichem.
Wat leert een stad van haar rechten?
Voor iedere burger de vrijheid bevechten
in tijden van vrede en tijden van kwaad
voor recht op vrijheid is het nimmer te laat.
Elke strijd is met woorden te beslechten
met eigen taal en tekens – metterdaad.
In een tijd waarin alles opnieuw geschiedt
gebiedt het hoogste en zuiverste lied
dat de mens van zijn leven als kunstwerk geniet.
Simon Vinkenoog – september 2006.
Benieuwd naar de andere delen in deze serie?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle tien delen.