een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 13 van 15

28 februari: De mooiste vis van de zee.

lunaVanmiddag gingen we op kraambezoek bij Luna en haar ouders.
De moeder van Luna is de dochter van een zus van Gerard en woont in Enschede.
Luna is al 9 maanden. Normaal gesproken gaan wij eerder op kraambezoek, maar door Gerards ziekte werd het iets later.
Links een foto van Luna: ze speelt met een ballen-apparaat terwijl wij een kop thee dronken met mama en papa.
Wij nemen als kado altijd een zelfgebreid vestje mee én een mooi prentenboek.
Eén van de beste prentenboeken voor kleine kinderen vind ik ‘De mooiste vis van de zee‘.
Ook vanmiddag nam ik dat boek weer mooi ingepakt mee.

Toen Carlijn klein was, was het nieuw, het kwam uit in 1998, het is geschreven door Marcus Pfister. Carlijn was er helemaal gek van. Ze was als vijfjarige furieus toen we het boek niet voor de tweede keer konden verlengen in de bibliotheek, omdat het gereserveerd was  voor een ander kindje.

RegenboogHet boek speelt zich af in de zee. Hier leeft Regenboog, een vis met kleurrijke, glanzende zilveren schubben. Regenboog is verreweg de mooiste vis van de zee, maar is zich daar ook goed van bewust. Hij doet hooghartig en schept op over zijn mooie schubben.
Als een klein visje aan hem vraag of hij één van de zilveren schubben van Regenboog mag hebben, lacht die hem heel hard uit. Maar daarna wil geen enkele vis in de zee nog met Regenboog spelen.

Een zeester adviseert hem naar de oude Octopus te gaan om hem om raad te vragen. Die zegt tegen Regenboog dat hij alle vissen die erom vragen een van zijn schitterende schubben moet geven. In het begin wil Regenboog dit niet, maar als hij eenmaal begint met het uitdelen van de zilveren schubben wordt hij steeds vrolijker. Regenboog leert dat hij ook zonder zijn schubben gelukkig kan zijn en alle vissen willen weer met hem spelen!

De hoofdgedachte van dit verhaal is dat je gelukkiger wordt van het delen van mooie en fijne dingen met elkaar.  Dat had Carlijn als vijfjarige nog niet helemaal begrepen……

Reageren

7 februari: Opa Toetoet raakt de kluts kwijt

Gisteren had ik de jaarlijkse winkeldag met mijn tante.
De eerste zaterdag in februari doen we altijd  met z’n tweeën een dagje Emmen.
Het is de bedoeling dat we shoppen, maar er gaat ook veel tijd op aan koffiedrinken, bijpraten, lunchen, bijpraten, theedrinken en bijpraten.

Voor mijn tante worden deze dagen samen steeds belangrijker.
Mijn oom heeft namelijk de ziekte van Alzheimer en zij is zijn mantelzorger.
Heel geleidelijk sloop de ziekte binnen in hun leven.
Het proces is al jaren aan de gang en steeds moeten er kleine stukjes ‘samen’ worden ingeleverd. Niet meer autorijden. Niet meer fietsen.
Afgelopen week werd een nieuw hoofdstuk aan het trieste verhaal toegevoegd: niet meer alleen thuis. Tot voor kort kon ze nog wel even het dorp in fietsen voor een boodschap of een bezoekje, maar deze week liep hij twee keer van huis en kon hij de weg terug niet meer vinden. Zoon en buren hielpen zoeken en hij werd weer gevonden, maar als ze nu weg wil moet er iemand komen oppassen. Opa Toetoet
Hij heeft de ziekte van Alzheimer, zij lijdt eraan.

Het stel heeft twee kleinkinderen: een meisje van 6 en een jongetje van 2.
Voor hen kocht mijn tante vorig jaar het boek: Opa Toetoet raakt de kluts kwijt >>>
van Chris Veraart. Het is een helpend boek. Het vertelt het verhaal van opa die in het begin af en toe wat in de war is, die later met een busje wordt opgehaald voor de dagbesteding/dagopvang en die tenslotte woont in een beschermde woonvorm.
Het is een aanrader voor iedereen die met deze problemen kampt.

Tante liet mij foto’s zien die ze had gemaakt van het kleinzoontje van 2 jaar. Hij zit alleen in een grote stoel en heeft het boek van Opa Toetoet op schoot. Aandachtig bekijkt hij de plaatjes en benoemt wat hij ziet. ‘Opa bus’.  ‘Opa feest’.
Wat een mooie manier om zulke jonge kinderen te leren omgaan met die moeilijke werkelijkheid.

Reageren

12 januari: Hier. In Roden. Maar dan 5000 jaar geleden.

In de kerstvakantie kregen we bezoek van ‘meester Henk’, de onderwijzer van groep 3 / 4 van basisschool ‘de Haven’.
Hij kwam een bloemetje brengen en even horen hoe het met Gerard was.
We dronken genoeglijk koffie en we kregen het over de Rodense Boekenmarkt, waar Henk sinds jaar en dag vrijwilliger is.
Hij was inmiddels gepromoveerd tot ‘zaalhoofd’ vertelde hij trots.

“Heb je mijn boek al eens gelezen?” vroeg hij.
Nee, daar was het nog niet van gekomen, al had ik er wel van gehoord toen het uitkwam.
Het boek heet “Dricka en de nomaden op de kwelder” (zie meer info >>>).

hunebed Steenbergen

Hunebed D1 bij Steenbergen

Het speelt zich af in en om Roden, Borger en Texel, maar dan 3000 jaar voor Christus.
We lezen over ‘ons’ hunebed bij Steenbergen, over het grote hunebed bij Borger, over het dagelijkse leven in de dorpen Rona, Borga en het kamp Tesla en we volgen de levensloop van het steentijd-meisje Dricka.
Het heeft wel wat weg van de boeken van Jean M. Auel in de serie De Aardkinderen (deel 1 ‘de stam van de Holebeer’) over het meisje Ayla.

Het is een jeugdboek, maar ook als vijftig-plusser kun je er nog erg van genieten.
Wil je weten wat ik er van vond? Klik dan hier Dricka voor een recensie van het boek.

Reageren

6 oktober: Ziekenhuislectuur

kankerVanmorgen hadden we om 08.15 uur afspraak voor een beenmergpunctie in het UMCG.  Zo’n punctie is nodig om te bepalen hoe de conditie van het beenmerg is en of er stamcellen uit ‘geoogst’ kunnen worden. Gerard had in maart ook al eens zo’n beenmergpunctie gehad en dat viel hem toen erg tegen. “Het is beslist geen feest” zie hij daarover. Hij keek er dus ook niet naar uit, maar deze keer viel het hem minder zwaar. “Je weet wat er komt, je bent beter voorbereid op de pijn.” Na de behandeling moest hij nog een kwartiertje plat liggen en vervolgens mochten we weer naar huis. Om 10.15 uur zaten we samen aan de koffie. A.s. vrijdagmiddag hebben we het volgende gesprek met de hematoloog, dan horen we wat de uitslag van de punctie is en horen we ook hoe de eiwitwaarden zijn. Een spannende dag.

Tijdens het wachten in het UMCG lazen we om de tijd te doden wat van die bladen die altijd in de ziekenhuiswachtkamers liggen. Een Libelle uit februari met zelfgemaakte paastafel-versieringen. Een Story van begin mei met een verslag van Koningsdag.
Mijn oog viel op een Quest. Dat blad kende ik eigenlijk niet, maar ik vond het erg leuk. Zo leuk, dat ik niet eens weet van welke maand het was, dat maakt bij zo’n blad helemaal niet uit. Er stond een lezenswaardig artikel in over zitten. Vanmorgen leerde ik dat zitten heeeeel slecht is voor een mens. Toen had ik er net anderhalf uur opzitten in het ziekenhuis. Voor de reis naar m’n werk ging ik in de auto zitten, op m’n werk ging ik achter de computer zitten en vanmiddag zat ik gezellig op de verjaardag van mijn vriendin. Ben je blij dat je van het roken af bent en dat je je overgewicht wat hebt teruggedrongen, moet je je weer zorgen gaan maken over dat je te veel zit.
Want vanavond zit ik weer een uur op Franse les. Maar daar ga ik lopend naar toe. 20 minuten heen en 20 minuten terug. Dan kan ik daarna weer fijn op de bank zitten met een breiwerkje.

Dit is dus een duidelijk verbeterpunt. “Minder zitten” wordt één van mijn goede voornemens voor 2016. En daar ga ik niet mee wachten tot 1 januari.

Reageren

3 september: Eén ding tegelijk a.u.b.

In augustus keek ik naar een uitzending van Nieuwsuur.
Er was een item over ‘multitasken’.
De boodschap was dat we dat niet kunnen.
We kunnen het wel, maar het kost meer tijd en energie dan nodig is.

De test was eenvoudig maar zeer doeltreffend.
Opdracht 1: schrijf op een whiteboard het woord MULTITASKEN
Zet hieronder de cijfers 1 tot en met 11.
Het uitvoeren van deze opdracht kostte 15 seconden.
Opdracht 2: schrijf weer hetzelfde woord en dezelfde cijfers op, maar nu tegelijkertijd.
Dus eerst de M, dan de 1, dan de U, dan de 2 enz.
Nu kostte het uitvoeren van de opdracht 25 seconden.
Met hetzelfde resultaat. Nou, eigenlijk ook niet, want het was slordiger geschreven.

Daarna kwam er een communicatiegoeroe die vertelde dat het er bij alles wat we doen hetzelfde aan toe gaat. Als je geconcentreerd met één ding bezig bent en niet wordt afgeleid door van alles en nog wat dan kun je meer doen, dan wanneer je om de klip-klap je aandacht verliest aan een app, een mailtje, een telefoontje of noem maar op.
Twee weken geleden stond er een column van René Diekstra in het Dagblad van het Noorden met ongeveer dezelfde strekking. Hierbij een link >>> naar zijn verhaal.

Voor mij waren het nieuws-item en de column een eye-opener. Sinds ik kan appen en mijn mail kan bekijken op mijn telefoon ben ik veel meer afgeleid dan voorheen. Vanaf het moment dat ik de column van Diekstra las probeer ik ‘de douche van afleiders die over onze hoofden wordt uitgestort’ (zoals hij het zo mooi zegt) wat in te dammen. Het kost me meer moeite dan ik dacht…..

Reageren

21 augustus: Een Heer van stand

Tot mijn grote genoegen staat er in het Dagblad van het Noorden tegenwoordig op vrijdag een vervolgverhaal van Marten Toonder. Het heet “Tom Poes en de pijpleider” >>>.
Als je van de Nederlandse taal houdt is het smullen.
Mijn favoriet in de verhalen van Tom Poes is professor Prlwytzkofski. Hij spreekt eigenlijk Duits, maar het wordt letterlijk in het Nederlands vertaald, wat een heel komisch effect heeft. “Dat is alles ja gans onwetenschappelijk!” Als hij ergens wordt uitgenodigd dan is hij “ingeladen”. En bij grote ontsteltenis roept hij uit: “Praw! Der hemeldonnerweder!”

Vroeger stond er altijd een vervolgverhaal van Ollie B. Bommel in de Donald Duck. Als kind lees je dan alleen het spannende avontuur en ontgaat je volledig de onderliggende humor van het verhaal. Alleen de namen al: de ambtenaar heet Dorknoper, de corpulente burgemeester heet Dickerdack, naar het Groningse “dikkedakken” (veel en lekker eten) en de journalist heet Argus. (die met die ogen….)

Als ik op vrijdagmorgen het volgende deel lees word ik weer bepaald bij de tijdloosheid van het werk van Toonder. Het verhaal van de Pijpleider stamt uit 1971 en heeft als onderliggend thema ‘leidinggeven’. Ambtenaren die alleen maar naar de letter der wet kijken. Burgemeester en politie die alleen maar in actie komen als de pers zich er mee bemoeit en hun eigen hachje in gevaar komt. De doorzichtige gewichtigdoenerij van de hooggeplaatsten. Joost, de bediende, die van alles roept en vindt maar daar altijd “als ik zo vrij mag wezen….” achteraan zegt. Of “met Uw welnemen. Tussen de regels door schemert de maatschappijkritiek van Toonder. Vervolgens zijn die regels geschreven in prachtig Nederlands, kortom: wat fijn dat deze grote schrijver nog eens voor het voetlicht wordt gehaald.

Op internet vond ik de site “Toonder Compagnie BV”>>> waar werkelijk alles over Toonder en zijn oeuvre te vinden is.
Vandaag lees ik de krant weer met groot plezier.
Als u begrijpt wat ik bedoel…..

Reageren

12 augustus: Licht en loom

Zo af en toe moet ik het er even over hebben: Daniel Lohues. Afgelopen zaterdag had hij weer een prachtige column in het Dagblad van het Noorden over de grote vakantie. Hierbij een link naar zijn verhaal >>>.

Nu het zo warm is moest ik denken aan zijn lied ‘Onder de bome’. Hij beschrijft daarin hoe fijn het is om onder een boom te zitten als het heet is. ‘Een parasol van holt en blad’ zingt hij.
Niet alleen de tekst beschrijft een warme dag, ook de sfeer van het lied is erg goed getroffen. ‘Onder de boome’ ademt een zwoele zomerdag: licht en loom.

Het bijzondere is dat hij dagelijkse dingen heel lyrisch bezingt.
‘Karnemelk, water of thee, dat helpt het best.
Allent maor meer dőst krie’j van ranja en van de rest.’
Verzin het maar.
Luister naar het lied >>> met je ogen dicht: midden in de winter waan je je nog onder een boom op een boerenerf op een warme zomerdag.

Reageren

7 augustus: tied vergeet’n……

In Zwolle hebben we afgelopen dinsdag niet alleen historische gebouwen gezien, maar ook winkels. Boekenwinkels bijvoorbeeld kom ik altijd moeilijk voorbij. Boeken koop ik nietQuentins zo vaak, ik ben namelijk een bibliotheek-lezer. Maar afgelopen dinsdag zag ik een boek liggen dat ik niet kon laten liggen, een boek van Meave Binchy. Dat is één van mijn favoriete schrijfsters waar ik alles van heb gelezen. Bijna alles dus, want deze kende ik nog niet.

Het zijn echte feel – good boeken (ik noem het leest-lekker-weg-lectuur). Dit vond ik over haar op internet:

Maeve Binchy Snell (Dalkey, 28 mei 1940 – Dublin, 30 juli 2012), beter bekend als Maeve Binchy, was een Ierse schrijfster die niet alleen romans schreef maar ook toneelstukken, korte verhalen en columns. Ze was het bekendst van haar humoristische observaties van het leven in de dorpjes en stadjes op het Ierse platteland. Haar werk is in meer dan 37 talen vertaald (waaronder het Nederlands), en in totaal zijn meer dan 40 miljoen exemplaren van haar boeken verkocht.

Ze heeft een heel aangename schrijfstijl. Ze neemt je mee in de levens van gewone mensen. Regelmatig heb ik een zakdoek nodig en even zo vaak schiet ik in de lach. Het leuke van haar boeken vind ik dat je soms hoofdpersonen uit een vorig boek tegen komt, zodat je dan weet hoe het hen verder is vergaan.

Gistermorgen ben ik erin begonnen. En gelijk vergat ik weer de tijd. Moest ik nog weer haasten om ergens op tijd te zijn, terwijl ik nota bene vakantie heb.
Zo’n schrijfster is het dus….”legt-lastig-weg-lectuur”!

Reageren

16 juli: Filistijnen en Romeinen

Op 24 mei >>> schreef ik over Frea’s vergissing omtrent de Gallileeërs en de Galliërs.
Een vermakelijke vergissing die haar tot in lengte van dagen nagedragen zal worden. Een soortgelijke anekdote stamt uit de periode dat ze op de basisschool zat.
Meester had in het kader van bijbelse geschiedenis het verhaal van Simson verteld. Simson doodt 30 Filistijnen met een ezelskaak. Benieuwd naar het verhaal? >>>>

Meester had gevraagd of ze van het verhaal een tekening wilden maken.
De tekening bezorgde mijn vader destijds bijna een rolberoerte van het lachen.
We zien Simson met een grote bos haar en een bot in zijn handen en we zien de Filistijnen met Romeinse helmpjes op op de grond liggen, met tekstballonnetjes erboven met teksten als: ‘Ga in het leger zeggen ze dan………….’
Teksten en poppetjes die zo uit een Asterix en Obelix-boek komen. Wij vonden het ontzettend komisch!

Lezen is voor kinderen ongelooflijk belangrijk. Frea ‘vrat’ boeken: ze las alles wat voorhanden was. Je kunt de Asterix en Obelix reeks afdoen als een simpele stripserie, maar het leert je heel veel over de Romeinse periode in onze geschiedenis. Ik weet bij Triviant soms antwoorden omdat ik Asterix en Obelix heb gelezen.

Wij zijn al begonnen met voorlezen toen ze nog baby’s waren. Iedere dag, bij het slapen gaan, maar ook overdag. Tussen de middag voorlezen uit de kinderbijbel. Een boekje bij de koffie. Voor hun tweede verjaardag waren de dames al lid van de bibliotheek. Als wij nu bij jonge ouders op kraambezoek gaan neem ik altijd een zelfgebreid vestje én een voorlees-prentenboek mee. Met het dringende advies: ga voorlezen! Hieronder een foto uit 1990. ’s Morgens vroeg, als de kinderen nog maar net uit bed zijn, leest opa al een boekje voor.

 

Reageren

1 juli: Truien bij de vleet

Kijk nou wat ik vandaag in mijn brievenbus kreeg!
Een boek over Zeeuwse visserstruien.
Truien bij de vleetMet artikelen over de geschiedenis van die truien, oude foto’s, mooie verhalen en breipatronen. Een kadootje (ik had nog geld liggen van mijn verjaardag) voor mezelf, besteld via het weblog ‘Blij dat ik brei”. “Zunde van t geld!” zei een meneer in mijn omgeving. Voor mij is het juist een luxe kado! Meestal haal ik mijn patronen voor handwerkjes van internet of uit oude boeken die ik nog heb liggen, maar nu heb ik een splinternieuw breiboek . Maar het allerleukst vind ik de combinatie van breien met geschiedenis, een andere liefhebberij van mij.

De dames die het boek hebben geschreven hebben zich verdiept in de herkomst van de Zeeuwse visserstrui en hebben ontdekt dat iedere vissersplaats zijn eigen stekenpatroon voor zo’n trui had. In het eerste deel van het boek worden die truien en hun herkomst allemaal afzonderlijk beschreven en de breipatronen voor moderne  varianten van de truien (voor mannen en vrouwen) staan in het tweede deel van het boek.

Toen ik vanmiddag thuis kwam van mijn werk ben ik met een kop thee in de tuin gaan zitten en heb ik het boek eerst van achteren naar voren doorgebladerd. En weer terug. Wat een leuk boek! En toen de eerste twee hoofdstukken gelijk ook maar gelezen. Het leest heel fijn en het geeft veel meer informatie dan alleen maar over Zeeuwse truien. De herkomst van het woord trui bijvoorbeeld. De banden die in de Middeleeuwen al ontstonden tussen Europese vissers onderling.

Zat ik daar vanmiddag in m’n eentje toch ontzettend te genieten van mijn verlate verjaardagskado.
Hoezo “Zunde van t geld”. Waar voor m’n geld!
Wil je meer weten van het boek, hierbij de link >>> naar de pagina op ‘Blij dat ik brei’.

Onder welke categorie zet ik dit nou weg? Breien? Geschiedenis? Lezen?

Reageren

Pagina 13 van 15

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén