De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

13 juni: Warm and tender love

Popmuziek werd voor mij pas interessant toen ik een jaar of 12/13 was.
Mijn geboortejaar is 1960 en pas rond 1973 kreeg ik interesse in andere radioprogramma’s dan die waar mijn ouders naar luisterden. Zij vonden Cees Schilperoort leuk en Barend Barendsen; óók NCRV!

In de jaren ’70 volgde ik de Top 40 op de voet.
Uit die tijd ken ik de zanger Percy Sledge van zijn hit ‘My special prayer’. Eigenlijk was dat een hit in 1969, maar het werd nogmaals uitgebracht in 1974. Zijn carrière was toen al over z’n hoogtepunt heen; het klonk in mijn puber-oren dan ook als stokoude muziek.
Op radio 5 hoor ik soms verrassende muziek die ik nog niet ken. Laatst hoorde ik bijvoorbeeld een nummer uit de jaren ’60  dat ik nog nooit had gehoord: percy sledge
“Let me wrap you in my warm en tender love” van diezelfde Percy Sledge.

Net zo’n smartlap als My special prayer.
Een langzame balad.  Met van die oeoeoehh- koortjes.
Daar kan ik nou zo van genieten!
Hij staat inmiddels al in mijn map ‘nieuw gedownload’.
Klik hier >>> om Percy te beluisteren.

Reageren

12 juni: Nederlands. Maar dan anders….. (1)

Onze dochters zijn ’talig’; ze zijn beter in taal dan in rekenen en schrijven heel behoorlijk Nederlandse teksten (vergeleken met hun leeftijdsgenoten).
Wij hebben ‘gezinslol’ om verhaspelingen van spreekwoorden en gezegden of enorme taalfouten.
Die sturen we elkaar toe via de gezins-app.

Een bloemlezing:
– ik heb een donkerbruin verleden.
– de gulle middenweg
– we moeten wel even door poten
– de wc ruikt weer naar bloemetjes en bijtjes
– dat loont de moeite waard
– dat zet geen soda aan de dijk
– ja….. en dan zit ze op de hete rapen
– huilen met de kraan open.
– dat doet je de nek om!
– ik wil geen slapende koeien wakker maken.

Gerard doet ook af en toe een duit in het zakje,
Hij hoorde iemand zeggen dat hij met een kastje in het riet werd gestuurd.
Op de radio hoorde ik een misdaadverslaggever zeggen: “zo hardnekkig, dan duikt het toch weer de kop op.”
Jeroen Pauw interviewde een bekende schrijver en merkte op: “En nu hangt de hele wereld aan je voeten!”

Met ex-collega Gineke kon ik om zulke dingen ook verschrikkelijke lol hebben.
“Aan de noodklok trekken” is er één die ik van haar heb.
Haar naam is ook ooit eens vreselijk verbasterd door iemand.
Ze heet Gineke Woltjes, maar er was iemand die vroeg naar Gonneke Wieltjes…… we piesten bijna in de broek van het lachen.

Ooit hoorde ik bij “Spijkers met koppen” een mevrouw die een Instagram-account had waarop ze al dit soort dingen optekende uit de mond van treinreizigers. Zij ging gewoon in de trein zitten met een notitieblokje en schreef op wat er zoal aan versprekingen en verhaspelingen voorbij kwam. Het was een erg vermakelijk item.
Wat ik daar van heb onthouden:
– Ik zal dit even in chronische volgorde zetten.
– Het leverde een staande ovulatie op!
– Dat slaat de spijker volledig mis.
– Dat is dus dweilen met de emmer open…..
Hierbij een link naar dat account op Instagram, het heet treintaal >>>

Dit blog over taal sluit ik af met een voorbeeld hoe moeilijk Nederlands eigenlijk is.
Een collega van mij komt uit een ander land en laat mij af en toe een tekst lezen om te kijken of het Nederlands allemaal goed is.
“Ik vind het belangrijk dat alle neuzen op één kant staan” had hij geschreven.
Ik vertelde hem dat dat niet helemaal goed was.
“Ik vind het belangrijk dat alle neuzen één kant op staan”.
Onbegrijpelijk vond hij.
“Eén kant op” en “op één kant” is dus iets anders, alleen omdat het woordje ‘op’ ergens anders staat?!?!
Onbegrijpelijk eigenlijk…..

Reageren

11 juni: The Grave van Don McLean

Toen ik in de vierde klas van de Havo zat gingen we op werkweek naar Engeland.
Ik was 17: spannend met hoofdletters. De groep was samengesteld uit heel veel

Boogschietles in Engeland

verschillende parallelklassen en er gingen niet veel voor mij bekende leerlingen mee. Ik zat op een kamer met Noortje en Albertje in een jeugdherberg van de YMCA.

Ondanks alle zenuwen  en stress vooraf had ik een fantastische week. Albertje en Noortje namen mij op sleeptouw en ik genoot van alles wat er die week gebeurde, met als hoogtepunt een musical-uitvoering van Jesus Christ Superstar in Londen.

In die tijd had je nog geen MP3-spelers of zo. Thuis nam ik liedjes op met mijn cassetterecorder. En verder was muziek niet zo alom vertegenwoordigd als nu.
Noortje was helemaal gek van een liedje van Don McLean; daar had ik toen nog nooit van gehoord. “Zo’n mooi liedje, over een soldaat die sterft in een loopgraaf”.
Het liedje heette ‘The grave’. Noortje en Albertje zongen het regelmatig voor mij. Ik vond het prachtig! Ze zongen het ook zo mooi zielig…..Na een paar dagen kon ik het een beetje meezingen. In de bus op de terugweg werden de andere Engelandvaarders er horendol van. Maar ik kon het op het laatst helemáál meezingen. In mijn fonetische Engels van een 17-jarige.

Na de werkweek duurde het even voor ik de muziek thuis had. Ik wilde het album American Pie kopen op een cassettebandje, maar dat was best duur. Ondertussen had ik het nummer al wel gehoord bij Noortje thuis.
Toen ik het geld bij elkaar gespaard had kocht ik eindelijk het felbegeerde bandje.
Grijsgedraaid. Uitgerekend het titel nummer van het album vond ik helemaal niks, maar de rest: wat een mooie muziek.
Later heb de CD van het album nog aangeschaft.
Hierbij een link >>> naar een video met de uitvoering van “The grave”.

Reageren

10 juni: Werken? Of niet werken?

In 1986 werd onze eerste dochter Frea geboren.
Een geboren moeder was ik niet, maar in de loop van de jaren heb ik het moederschap op mijn eigen manier vorm kunnen geven en kan ik zeggen dat ik er van heb genoten.
In 1986 werkte ik nog bij justitie in Assen.
In ons milieu was het nog niet echt gebruikelijk dat je als vrouw bleef werken, dus ik bleef thuis bij Frea.
Na de eerste onwennige weken ging het steeds beter en toen ze ging lopen en praten hadden we samen een fantastische tijd.

In 1989 werd Harriët geboren. Vlak na haar geboorte verhuisden we van Smilde naar Roden en daar moest ik erg wennen. Ook toen heb ik geen moment gedacht om weer aan het werk te gaan: met de baby en de peuter had ik het druk zat en er was tijd voor de kinderboerderij en samen koffiedrinken met ‘mama-school’.
Gerard had een baan en we konden ons redden van één salaris.

In 1994 kregen we Carlijn.
Drie dochters, een huishouden draaiend houden, vrijwilligerswerk: ik verveelde me geen moment.
Was er een kind ziek: geen probleem, ik was immers thuis.
Een vriendin die wel werkte vond dat altijd het moeilijkst. Want wat doe je dan als je kind ziek is?

Toen Carlijn in groep 3 zat ging ik 8 uur in de week werken bij Beatrixoord.
Twee jaar later werkte ik twee dagen bij Christine Brons in Groningen en in 2008 begon ik bij Lentis voor drie dagen in de week.
Tegenwoordig worden er in de bladen en  op internet verhitte discussies gevoerd over kinderen en opvoeding.
Wanneer ben je een goede moeder? Een greep uit wat ik zoal lees:
“Als ik alleen maar thuis zou zijn en geen werk zou hebben, dan zou ik diep ongelukkig zijn en dus geen goede moeder kunnen zijn”.
“Altijd dat haasten en rennen, geen tijd, op zo’n manier kan ik geen goede moeder zijn.”
“Je moet je kinderen zelf opvoeden en het niet aan de grootouders of de crèche overlaten”.
“Kinderen van moeders die thuisblijven lopen een sociale achterstand op omdat ze niet met andere kinderen leren omgaan.”
“Kinderen van werkende moeders groeien in een veel te drukke en lawaaierige omgeving op, dat is niet goed voor de ontwikkeling.”
“Moeders die thuis blijven voor de kinderen zijn mutsen.”
“Moeders die werken besteden niet genoeg tijd aan hun kinderen.”

De maatschappij is inmiddels ingrijpend veranderd. Als Gerard en ik nu kinderen zouden moeten opvoeden was ik denk ik ook part-time blijven werken. Had ik vast ook heel leuk gevonden. Wat volgens mij vooral belangrijk is dat je doet waar je jezelf goed bij voelt.
Voornoemde werkende vriendin vertelde dat ze op mooie zomerse dagen wel eens jaloers dacht aan mij: met de kinderen in de tuin met een zeemeermin-zwembadje, een kopje thee en een tijdschrift.
En op druilerige dagen met bergen was en een huis vol rotzooi dacht ik wel eens afgunstig aan haar: lekker op kantoor met een grote stapel administratie om weg te werken.

Er is altijd een ene kant en een andere kant.
Het belangrijkst is dat de kinderen genoeg liefde en aandacht krijgen.
Hoe je dat organiseert is een persoonlijke keuze; gun elkaar daarin de ruimte.

Reageren

9 juni: Een regel van Vondel.

In februari bezocht ik met collega Jacquelien het Scheepstra kabinet (zie 3 februari >>>)>
Het is een klein museum dat is gevestigd in de oude Openbare Lagere School op De Brink in Roden.
Als je het gebouw binnenstapt zie je aan het eind van de lange gang boven de deur een groot bord met een tekst.
Kinderen die op die school hebben gezeten kennen de tekst uit hun hoofd.

Het zijn een paar regels van de dichter Joost van den Vondel. 

Dit is de tekst van het hele gedicht:
Laat het kostelijkst van al
U niet reukeloos ontslippen
Dat’s de tijdt, die snel gaat glippen,
zonder dat hij keeren zal.
Och! Hoe dun is dit getal,
dat zijn uren meet bij stippen,
Eer de doodt den draadt komt knippen
van hun leven onverwacht.
Meest verlooren, minst geacht.

Bij dit gedicht uit 1655 horen een aantal voetnoten. 

kostelijkst: kostbaarst, dierbaarst.
reukeloos: zorgeloos.
dun: schaars.
meet bij stippen: dat zuinig te werk gaat met zijn uren.
den draadt komt knippen: beeld ontleend aan de werkzaamheid van de Parcen, die de levensdraad spinnen en afknippen.
laatste regel: Wat het meest verloren gaat (nl. de tijd), wordt vaak het minst geacht.

Laat ik nou altijd gedacht hebben dat de mensen vroeger veel zorgvuldiger met hun tijd omsprongen als in onze tijd. Maar Joost dacht daar kennelijk toch anders over….

Reageren

8 juni: Spookgebouwen.

Zo af en toe zie je ze wel eens: spookgebouwen.
Huizen of gebouwen die leeg staan en niet meer worden gebruikt.
In Hoogersmilde, het dorp waar ik vandaan kom,  staat bijvoorbeeld het pand van Garage Van Dam (zie foto hier linksonder). De auto’s uit de jaren zeventig staan er nog in. De erven hebben onenigheid over de bestemming van het pand en nu staat het al drie decennia leeg.
Het staat inmiddels bijna op instorten.
Mijn vader (die in 2008 is overleden) maakte zich destijds namens Dorpsbelangen al druk om de verwaarlozing van het pand en het zegt iets over de  daadkracht van de gemeente Middenveld dat er nog steeds niets met het pand is gebeurd.
Het is een puist in het aanzicht van Hoogersmilde, dat het moet hebben van het toerisme.
Er is een aanlegplaats voor plezierboten met uitzicht op (je raadt het al…) Garage van Dam.
Update 2024: dit is het laatste nieuws over dit pand dat ik vond op RTV Drenthe.

Toen wij op Koningsdag in Bergen aan Zee incheckten in Hotel Victoria verbaasde ik me over het verpauperde pand dat er naast stond. Aan de Zeeweg, de hoofdstraat in Bergen aan Zee, staat een vierkante kolos, een uitgewoond gebouw. We zetten onze fietsen achter hotel Victoria en kwamen daarbij door een steegje langs het verlaten pand.
Gerafelde gordijnen, kapotte ramen, verstofte rotzooi……. het waren de restanten van wat ooit een mooi hotel is geweest. Op de foto hier rechts zie je uiterst rechts nog de letters HO van Hotel Victoria. Je zal er naast zitten met je nering.
Onvoorstelbaar. In zo’n badplaats pal aan de Noordzee, zo’n krot.
Dat intrigeert mij dan. Eenmaal thuis ging ik zoeken op internet.
Ik kwam er achter dat het ooit Hotel Monsmarem was geweest.
De hele gemeenschap van Bergen aan Zee ergert zich groen en geel aan de bouwval, maar het is in handen van een projectontwikkelaar die niet te bereiken is.
Inmiddels zijn er plannen: in april is er een gemeenteraadsvergadering geweest waarop een voorstel is ingediend. Ik kon niet achterhalen of er nou daadwerkelijk iets gaat gebeuren.

Tijdens ons verblijf in Bergen aan Zee werden mijn ogen als door een magneet toegetrokken naar het spookhotel. Spannend. Eng. Wat is dat dan voor een gebouw. Waarom staat het zo leeg? Ik heb een rijke fantasie en ook al een paar griezelverhalen gelezen over dergelijke leegstaande huizen. Waar vroeger een moord is gepleegd en de ziel van het slachtoffer niet wil dat er nieuwe bewoners komen……
Of waar nog wel één hele rare zonderling woont die zich zo heel af en toe laat zien en de hele gemeenschap de stuipen op het lijf jaagt…..
De echte reden is meestal heel triviaal.
Geld.
Update 2024: in juli waren we weer in Bergen aan Zee en het zag er heel anders uit.
Benieuwd? Lees dan het blog ‘Kerstin aan Zee‘.

Reageren

7 juni: Katten-konten-onderzetters.

In maart kreeg ik van dochter Harriët een plastic zakje. “Dit heb ik allemaal van jou geleend. Weet nog wel? Ik wou haken. Ik heb het geprobeerd, maar het is niks voor mij. Misschien kun jij er nog wat mee?”
In het zakje zaten verschillende bolletjes wol, twee haaknaalden en een paar ‘beginnetjes’.

In één van de beginnetjes zag ik een klein rose  kattenkontje. Dat had ze me namelijk laten zien; ze had rose en zwarte katoen gekocht en liet me een plaatje zien. “Kijk, dit ga ik proberen te maken.” Het was een onderzettertje met een staartje en twee pootjes er aan met in het midden een klein rose rondje: een “cat but”. In goed Nederlands een kattenkont.

Het leek me wel leuk om die  voor haar te maken. Op internet zocht ik het patroontje op en haakte met de door Harriët speciaal daarvoor gekochte katoen zes onderzetters. Begin juni was ze jarig. De onderzetters gaf ik haar als kadootje. Een sigaar uit eigen doos, maar dan anders.

Wil je ook zulke onderzetters?
Klik hier Katten-konten-onderzetters voor een PDF met een haakbeschrijving van deze ‘kattenkonten’.

Reageren

6 juni: 21 oktober 1972

Aan het begin van dit jaar zei ik lispelend tegen iemand: “I’m so sorry about it….”
Daarbij legde ik uit dat dit kwam van een dansje dat vier Engelse mannen vroeger ooit hadden gedaan bij een liedje over een fox. Eén van de mannen deed het steeds verkeerd. In mijn herinnering hadden we er bij ons thuis (toen ik nog bij mijn ouders woonde) ontzettend om gelachen. Met wat speurwerk op internet kwam ik erachter wat dat destijds geweest is. Het was een optreden van ene Denny Willis met drie andere mannen in ‘Eén van de acht’, een zaterdagavond-spelshow van Mies Bouwman.

Zaterdagavond 21 oktober 1972; ik was bijna twaalf. Op YouTube vond ik het fragment terug, met de aankondiging van Mies er bij.
45 jaar later word ik bij het kijken naar dit fragment overspoeld door herinneringen. Zaterdagavonden met het hele gezin voor de televisie. Soms Nederlandse televisie, maar vaker Duitse showprogrammas. Peter Frankenfeld met Musik ist Trumpf. Peter Alexander. Dieter Thomas Heck met de ZDF hitparade. Ilja Richter met Disco ’72. Maar ook de Mounties. Of Zeskamp.
Koffie met een lekkere koek.
Chips en sinas.
Een van de acht was verreweg het leukste, daar verheugden mijn broer en ik ons mateloos op. Het was maar één keer in de maand. “Licht uit, spot aan!” riep Mies bij de finale.
Op het puntje van de stoel zaten we. Als de lopende band geweest was schreeuwden we naar de televisie wat we allemaal hadden gezien. Als kinderen met een bijbehorend scherp geheugen konden we ons niet voorstellen dat die oliebollen bij Mies niet meer dingen konden opnoemen.

Kijk naar het fragment van Eén van de acht >>> en geniet nog eens van het optreden van Denny Willis waar we toen dubbel om lagen. Het is wel even doorbijten: tegenwoordig zou dit nummer tot een kwart van de tijd worden ingekort.
Het is trage televisie, typisch jaren ’70.

Reageren

5 juni: Oma vertelt.

Sinds ik voor en met mijn moeder een levensboek heb gemaakt (zie >>>) heb ik het met haar vaker over vroeger.
Door het praten over vroeger, het ophalen van oude herinneringen en het zoeken naar oude foto’s is er in haar brein kennelijk iets losgewoeld. ‘Vroeger’ is wat meer naar de oppervlakte van haar gedachten gekomen.

Mijn moeder als 14-jarig meisje

Af en toe ga ik een hele dag naar haar toe. De één op één aandacht doet haar goed. Een paar weken geleden kregen we het over de rol die grootouders spelen in het leven van hun kleinkinderen. “Bedenk eens hoe dat was voor jou. Hoe gingen jouw grootouders met jou om? Hoe gingen jouw ouders met ons (hun kleinkinderen) om? En hoe heb je het grootouderschap zelf ervaren? Wat is er dan veel veranderd in pakweg 60 jaar.”

Het duurt dan altijd even voordat mij  moeder iets vertelt. Maar door mijn vragen werd ze aan het denken gezet.
Haar grootouders van vaders kant had ze niet zo goed gekend. Opa en oma Boelen waren al vroeg overleden. Maar opa en oma Alting had ze nog gekend. Oma’s volledige naam was Jantina Alting -Lutjeboer. Het was blijkbaar geen gemakkelijke vrouw. Ze had zelfs een bijnaam: ” Ol’ duvel Jannao”.  Dus.

Deze oma Alting was erg naamziek. De kinderen die naar haar kant van de familie waren genoemd werden voorgetrokken. Het kon gebeuren dat mijn moeder met haar jongere zusje bij oma was en dat het zusje een reep chocola kreeg en mijn moeder niet.
Oma Jantina was gewend dat ze haar zin kreeg. Toen haar man overleed kregen de kinderen allemaal wat geld van de erfenis. Mijn moeder hierover: “Ik kan me nog herinneren dat oma langs kwam met het geld. Wij zaten te spelen in de keuken. Oma legde het geld op tafel en sprak haar dochter toe: “Dit geld is veur die. Daor most doe die wat veur die zelf van kopen. Alting geld, allaint veur die.”

Maar het gezin had het niet breed en samen beslisten ze dat mijn opa een fiets kreeg, beslist geen overbodige luxe. Spinnijdig was Jantina.

Toen mijn moeder later zelf oma werd heb ik geen spoortje van de genen van ‘Ol duvel Jannao’ kunnen ontdekken. Ze waakte ervoor dat ze de kinderen gelijk behandelde en ze heeft ze alle vijf, samen met mijn vader, vooral veel liefde gegeven. Dat is genoeg.

Reageren

4 juni: Mijn allergrootste fan

Lezers van blog weten: ik ben fan van André van Duin van het eerste uur.
De ‘Dik-Voor-Mekaar-Show’, de sketches uit zijn revue’s, zijn verslag tijdens ‘Ter land ter zee en in de lucht” bij het Achteruitrijden en de Caravanrace: hilarisch vond ik het.
Ik was wat minder te spreken over de vreselijke carnavalshits uit de jaren 70 en 80, maar dat is hem vergeven.

Nooit gedacht dat Van Duin ook kon ontroeren.
Dat past niet bij zijn imago in mijn beleving.
Die ontroering overviel me toen ik voor het eerst zijn lied “Mijn allergrootste fan” hoorde.
Hierbij een link naar het lied.

Wat een prachtig lied.
En niet bedacht of opgesmukt: zo was het gewoon.
Het lied beschrijft de onvoorwaardelijke liefde van deze vader voor zijn zoon en de support van ouders die voor mensen zo ongelooflijk belangrijk is.
Je haakt toch altijd bij alles wat je doet naar de goedkeuring van je ouders.
Wat heerlijk dat je dan kunt zeggen dat je vader je allergrootste fan was.

Eerder blogs over mijn eerste idool:
7 januari 2015 >>>
2 januari 2017 >>>

Reageren

Pagina 298 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén