De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

11 januari: Alles online. Ook rouw.

Alles online.
Als je het positief wilt bekijken (en dat doe ik meestal) dan is internet een zegen.
Een opsomming van alle voordelen is niet eens nodig, iedereen snapt waarom het hebben van internet fijn is.
Door het uitbreken van de coronapandemie is online bestellen van spullen en eten in een stroomversnelling geraakt.
Ook al zouden we terug willen naar het oude normaal na corona: dat kan niet eens meer, want het oude normaal is er niet meer.

Zondagmorgen ziet er door corona heel anders uit dan vroeger.
Op zondagmorgen gingen we naar de kerk; je kon de kerkdienst ook thuis beluisteren via Kerkomroep, maar dat was alleen als je ziek was.
Toen we als PKN-gemeente in maart 2020 niet meer bij elkaar mochten komen op zondagmorgen, stond het registreren van de vieringen in de Catharinakerk op beeld nog in de kinderschoenen; men was er wel mee bezig, maar het werkte nog niet optimaal. In Op de Helte was zelfs  nog geen camera aanwezig.
We zijn bijna twee jaar verder en alle diensten kunnen worden beluisterd én bekeken; er is een beamteam, er zijn camera’s en er zijn vrijwilligers die het allemaal bedienen.
Fijn dat dat tegenwoordig allemaal mogelijk is.

Een kerkdienst kan prima online, maar het is voor mij niet genoeg.
On-line haalt het niet bij een gewone kerkdienst op zondagmorgen.
Je zingt niet samen, je spreekt niemand, je beleeft niet de sfeer van de gezamenlijke stilte tijdens de gebeden en het orgel klinkt blikkerig vanuit de luidsprekers, zelfs als Erwin Wiersinga er op speelt. Wat ik thuis mis is de gewijde sfeer in het kerkgebouw.  Ik zie de teksten van schriftlezing en liederen voorbijkomen, ik hoor een preek, maar de beleving is anders.
Thuis ben ik ook veel sneller afgeleid:  haal ondertussen koffie, zit met een borduurwerkje op de bank kruisjes te tellen en zie en hoor dat de buurkinderen de vuvuzela opnieuw ontdekt hebben tussen de rommel in de schuur.

Gisteren bekeek ik de afscheidsdienst van Douwe Wouda, PKN-gemeentelid, vorige week overleden. Zijn vrouw en ik zitten samen op FysiYoLates. Een dienst die ik anders misschien had bezocht, maar nu vanwege corona dus on-line.
Het verdriet en de emoties komen ook online heel dichtbij. We zagen een verslagen familie afscheid nemen van hun man, vader, broer en opa.
Een broer sprak over het warme, grote gezin waarin Douwe opgroeide, kinderen en kleinkinderen vertelden over zijn rol in hun leven en hoe ze hem gaan missen.

Wat miste in de viering was de gemeente.
Wij.
Zonder corona was de kerkzaal voor deze afscheidsdienst te klein geweest, daar ben ik van overtuigd. Douwe was ook actief binnen onze gemeente en ook in onze kring zullen wij hem missen.
Maar ‘onze kring’ zat thuis.
Rouw hoort ook bij het PKN-gemeenteleven, maar van samen afscheid nemen is geen sprake.
Je ziet het, maar je bent er niet bij.
Je neemt er kennis van, maar je neemt geen deel.
Net als op zondagmorgen.

Reageren

10 januari: Week 2. Tanze mit mir…..

Vandaag is het maandag 10 januari in week 2.
Deze week heb ik mezelf cadeau gegeven als vakantieweek.
De scholen zijn weer begonnen, iedereen is na de kerstvakantie van twee weken weer aan het werk en ik ben een weekje vrij.
“Ga je nog ergens heen?” vroeg een collega vorige week.
Nee.
Nergens heen.
Gewoon even niks.
Twee doelen heb ik deze week: op mijn kamer mijn ‘handwerkkast’ helemaal opruimen, uitzoeken en opnieuw inrichten én het fotoboek van 2021 afmaken.
En verder borduren, puzzelen en een dagje naar tante Trijn.

Verder zijn er nog wat kleine klusjes.
Bij onze voordeur bijvoorbeeld staat een ‘welkom-bloemenmand’.
Daar zit altijd iets ‘bloemigs’ in, maar aangepast aan het seizoen.
Met kerst had ik er een potje paars/rose heide in staan, opgevuld met groen van conifeer en zilverspar en versierd met rode kerstballetjes.
In januari vind ik die balletjes niet meer kunnen; maar het bloemstukje was verder nog mooi, dus ik besloot het een beetje aan te passen.

Bij de Jumbo kocht ik twee kleine potjes met narcisjes, waar al een klein stukje groen van te zien is.
De rode balletjes haalde ik uit het mand-stukje, de bruine plastic potjes haalde ik om de narcisjes weg en plantte de voorjaarsbloemetjes tussen het groen.
Kunnen we weer even vooruit.
Ik verheug me nu al op die mini-narcisjes.

Maar één van de leukste dingen van zo’n vakantie is voor mij nog steeds het schrijven voor dit blog.
Alvast wat blogs in de grondverf zetten, afbeeldingen uitzoeken, links kopiëren; dan vergeet ik compleet de tijd.
Vanmorgen zat ik om 10.21 uur dit verhaal te schrijven.
Arbeidsvitaminen op Radio 5.
Tanze mit mir in den morgen….’
Meer hoef ik vast niet uit te leggen.

Reageren

9 januari: Van Gerda.

In maart 2018 belandde ik in het ziekenhuis met hartklachten; die opname mondde destijds uit in een hartoperatie.
In die maand maart lag ook Gerda Valkema in het ziekenhuis. Wij kenden haar en haar man Roel van de kerk.
Toen ik herstelde van de operatie kreeg ik bezoek van Roel, die voorstelde om, als ik weer van de afdeling mocht, Gerda op te zoeken.
Zo gezegd, zo gedaan.

Voor Gerda zag het toen al niet zo goed uit.
Ze was zwak, haar hart werkte niet goed en in het ziekenhuis was ze eigenlijk uitbehandeld.
Voor onze ontmoeting in het ziekenhuis had ik Gerda nog nooit ontmoet, maar we konden het gelijk goed vinden.
We deelden ook een passie: handwerken.  Zij was dol op borduren.
We spraken af dat we elkaar weer zouden ontmoeten als we allebei weer in Roden waren.

Bij die ontmoeting in de zomer kreeg ik te zien en te horen wat ze allemaal al had gemaakt op borduurgebied, wat voor technieken ze gebruikte en hoe ze genoot van het maken van zo’n borduurwerk.
Wat herkenbaar! In het ziekenhuis was er een verpleegkundige die over mijn borduurwerk zei: “Als je het al niet aan je hart hebt, dan krijg je het daar toch van!” en nu sprak ik met iemand die het net zo beleefde: heerlijk ontspannen, genieten van wat je met je kruissteekjes tot stand brengt.
Niet lang na mijn bezoekje is Gerda overleden.

Op 5 juli van dit jaar blogde ik over het borduurwerk waar ik nu mee bezig ben onder de titel: ‘Oude motieven bij het klaverjassen.
Daarop kreeg ik een reactie van Roel, de weduwnaar van Gerda.
Hij had nog een doos borduurgaren; we spraken af dat ik die zou komen ophalen.
Vrijdagmiddag fietste ik naar hun huis.
Op de tafel stond al een groen kistje, met daarin nog een restant van het borduurmateriaal van Gerda.
Roel had ook al veel weggeven, maar was door mijn blog op mijn spoor gekomen: ik mocht het kistje meenemen.

Mijn eigen borduurspullen heb ik gesorteerd in dozen zitten; patroontjes bij elkaar, garen, stramien en naalden apart, als ik iets zoek, kan ik het meestal vrij vlot vinden.
Het is een bijzondere ervaring om zo’n doosje met borduurspulletjes van iemand anders te krijgen.
Haar handen hebben het zorgvuldig uitgezocht en opgeborgen, de naalden op grootte op een klein stukje stramien, het laatste borduurwerkje nog niet helemaal af.
Het doet me wat, het ontroert me.
Als ik uitpak wat er allemaal in het kistje zit, komt Gerda me als het ware tegemoet.

Er zit best heel veel borduurgaren in, dat ga ik allemaal niet gebruiken, want ik ben meer een haakster/breister.
Dat garen neem ik mee naar de eerstvolgende bijeenkomst van ‘Holy Stitch‘, evenals de tas vol handwerkpatronen die ik kreeg van Enny.
Een aantal spulletjes van Gerda bewaar ik; het groene kistje krijgt een ereplaatsje in mijn handwerkkast op de plank met mijn borduurspullen.
Als tastbare herinnering aan Gerda, die net als ik van borduren hield. 

Reageren

8 januari: Nu nog?!? 7 – ’t Gaat lekker…

Gistermiddag had ik weer mijn maandelijkse beugel-afspraak met Martijn van Mondzorg Roden.
Op dat moment had ik 18 weken van het traject gehad; 9 plastic beugeltjes, die ik steeds twee weken in heb.
Inmiddels ben ik helemaal gewend aan de beugel; het in- en uithalen is geen geworstel meer, zelfs niet als ik een nieuw setje in doe.
Eerst links erop klikken, dan rechts.
Het ‘kraakt en klikt’ altijd een beetje als ik het plastic uit mijn mond haal; je moet het echt van je gebit afklikken.
Heel soms denken mensen dat ik een kunstgebit uit mijn mond haal; ronduit hilarisch was de reactie van een dochter die dacht dat ik iets zat te eten, waarbij er iets enorm kraakte.
“Wat doe je!!!” Die dacht dat er iets gruwelijk misging.

Bij zo’n maandelijks bezoekje haalt Martijn de bitjes er zelf uit.
Toen ik vorige keer vroeg of ik dat niet zelf alvast kon doen legde hij uit: “Nee, want ik wil zelf zien en voelen of de beugels los genoeg zitten, of ze hun werk de afgelopen twee weken hebben gedaan. Als ze nog te strak zitten, past het volgende setje er nog niet om.”
Dat is bij mij nog niet voorgekomen; dat heeft vooral te maken met de draagduur. Hoe langer je de beugels voor, tijdens en na het eten uit hebt, hoe minder goed ze zullen werken.

Tot nu toe verloopt alles dus naar wens.
Met de moderne technologie waar Mondzorg Roden gebruik van maakt, kun je heel mooi zien hoe het proces verloopt.
Ik kreeg op een computerscherm te zien hoe mijn gebit er 18 weken geleden uit zag en hoe de stand van de tanden ten opzichte van toen is veranderd.
Fascinerend!
Omdat mijn tanden erg scheef stonden en soms tegen elkaar werden aangedrukt, zat er tussen sommige tanden geen ruimte.
Met het tandenpoetsen merk ik dat er nu al veel meer ruimte ontstaat; het ragen en flossen wordt er gemakkelijker van.
Eigenlijk zou er gistermiddag tussen twee tanden even wat ruimte gevijld moeten worden, maar dat was al niet meer nodig: die ruimte was al vanzelf door het beugeldragen ontstaan.
Scheelt al weer!

Ik kreeg het 10e bitje ingezet; Martijn doet niet eerst links en dan rechts, dus het gaat een stuk onhandiger dan wanneer ik het zelf doe.
Maar je kunt natuurlijk niet tegen je tandarts zeggen: “Laat mij dat maar doen, ik weet precies hoe dat moet…”
Uiteindelijk kreeg hij ze er ook op geklikt, het 11e setje beugels kreeg ik mee naar huis voor over twee weken.

Meer dan een kwart van het traject heb ik nu gehad.
Nog 38 weken te gaan.

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

7 januari: Maillots & en een spreekwoordelijke kat.

“Waar koop jij je maillots en panty’s” vroeg één van de dochters laatst. 
Bij de HEMA of de Zeeman. Hoezo?
“Passen die goed?”
Nou nee, eigenlijk net niet.
Altijd net een beetje te kort, zodat ze te strak zitten bij je tenen en je hem ook niet goed kunt optrekken over je heupen. 
“Wij hebben Snagtights ontdekt!” klonk het vervolgens enthousiast. 

De dochters en ik hebben allemaal een lichaam, waarbij de benen te lang zijn ten opzichte van de rest van het lichaam. 
Daar kun je heel oud mee worden en daar heb je verder ook geen last van, het is alleen lastig met broeken en panty’s.
In de loop van de jaren vind je daar wel oplossingen voor en leer je leven met pantykruisjes die altijd een beetje naar beneden zakken en nooit echt lekker zitten, omdat het elastiek altijd in de loop van de dag naar beneden rolt. Zodat je weer ergens ongezien moet ‘hijsen’. 
De zondag voor kerst liet Frea mij haar panty zien. 
“Kijk! Hij zit los om mijn benen, mijn tenen worden niet naar mijn neus getrokken en ik kan de bovenrand wel optrekken tot de onderkant van mij bh!”
Een wonder vond ik. Ze had hem besteld op een internet site. “Ik stuur je wel even een link.”

Op de site keek ik mijn ogen uit. 
Lange modellen, voluptueuze modellen, modellen in een rolstoel en ik ontwaarde zelfs een man met een panty.
Maillots en panty’s buiten de gebaande paden, gedragen door andere modellen dan die we in de bladen en op televisie zien.
De volgende dag belde Carlijn: “Ik ga een maillot bestellen, zal ik ook één voor jou doen?”
Altijd fijn, zo’n voorstel. 
Dan hoef ik niet gelijk zelf een account aan te maken en kan ik eerst als een rechtgeaarde Drent de kat uit de boom kijken. 

Op oudejaarsdag kreeg ik mijn zwarte maillot. 
Ik deed hem gelijk aan bij een rokje. 
Maar dat was fijn! 
In mijn eigen maat, lang genoeg, ruim genoeg: helemaal goed. 

Met de dochters heb ik afgesproken dat we de volgende keer met z’n vieren één bestelling doen. 
Dat scheelt bezorgkosten en je krijgt dan soms korting. 
Op deze website maak ik eigenlijk nooit reclame; als ik al een merk noem, dan is dat omdat het mij goed bevalt, niet omdat ik daarvoor betaald wordt. 
Net als bij een mooi lied of een lekker recept wil ik mijn lezers vandaag attenderen op deze website; ook een vorm van ‘sharing the joy’.
Hierbij een link: ‘Snagtights‘. 

Reageren

6 januari: Schaatsen en foto’s.

Deze week kon je genieten van beelden van de Elfstedentocht van 25 jaar geleden.
Leuke beelden, mooie herinneringen, maar ik heb er niks mee.
Schaatsen, wintersport, sneeuw: de pret ontgaat mij.
Enerzijds omdat ik de bijhorende sporten niet kan, anderszijds omdat ik niet van kou hou.

Gerard was, toen wij verkering kregen, een fanatiek schaatser en begin jaren ’80 heb ik het echt wel geprobeerd.
En eerlijk gezegd lukte het ook wel een beetje (ik kon zelfs pootje over!), maar ik viel vaak, had zere enkels en vond er niks aan.
We hebben de kinderen het ook geleerd.
En ook dat waren geen natuur talenten.
De eerste keer dat we voor Frea schaatsjes met dubbele ijzertjes hadden geleend van de buren om haar het schaatsen te leren vond ze het niet erg leuk.
Toen wij even druk waren met de slee en Harriët waren de schaatsjes met dubbele ijzertjes zomaar kwijt.
Toen we vroegen waar ze ze had neergelegd zei ze met een stalen gezicht: “Zijn weg!”
Huh? Die zijn toch niet zomaar weg?
Toen we goed keken zagen we een paar meter verderop een verdacht bultje sneeuw op het ijs.
Daar vonden we de schaatsjes. Mooi begraven onder de sneeuw, die met kleine handschoentjes en laarsjes nog een beetje was aangestampt.

….Aaltje trok de slee….

“Wat deden wij eigenlijk toen met die Elfstedentocht in 1997?” vroeg Gerard dinsdagavond. Geen idee. Zou er nog iets van in ons fotoboek staan?  Even opzoeken. Vervolgens werd ik even ondergedompeld in beelden van ons gezin destijds.  25 jaar geleden.  Frea was 10, Harriet 8 en Carlijn 3. Alle opa’s en oma’s waren er nog.  Het foto-jaaroverzicht bestond uit verjaardagen,  kinderfeestjes, schoolactiviteiten, gezinsvakanties,  familiebijeenkomsten en alles wat tussendoor gebeurde.  In januari 1997 lag er ijs en gingen we met ons hele gezin schaatsen. Lees: Gerard en de oudste dochters schaatsten, Aaltje trok de slee met Carlijn erop, want Aaltje had vijf jaar eerder al besloten nooit meer te gaan schaatsen.

Er waren trouwens geen foto’s van ons kijkend naar de Elfstedentocht, sterker nog,  het hele woord kwam in het fotoboek niet voor.  Het schaatsfestijn kon kennelijk toen ook al niet rekenen op mijn warme belangstelling. Wij betalen wel ieder jaar contributie aan de IJsvereniging Roden; in ruil daarvoor krijgen we twee ledenkaarten.  Eerlijk gezegd beschouw ik die bijdrage als een gift voor een goed doel, want inmiddels staat Gerard ook niet echt vaak meer op de ijzers en er gaan winters voorbij zonder een bevroren ijsbaan.  Mocht er toch nog eens geschaatst kunnen worden,  dan kunnen onze kinderen gebruik maken van onze kaarten, want de dochters hebben het schaatsen én skeeleren wél goed onder de knie gekregen. Ik maak dan wel foto’s.

Reageren

5 januari: Kaiserschmarr’n

In Gerard’s kerstpakket zat dit jaar een doosje bakmix.
Kaiserschmarr’n kon je er mee maken.
Ik stond er een tijdje mee in mijn handen,  las op het pak wat ik moest doen,  maar daarmee wist ik nog niet wat Kaiserschmarr’n was.
Op het onvolprezen internet ontdekte ik, dat het een traditioneel, Oostenrijks gerecht is, waar de keizer van dat land,  Franz Joseph (1830-1916) dol op was.
Het is een soort pannenkoek. Het bijzondere aan het beslag is, dat je de eieren die er in gaan moet scheiden en dat je de stijf geklopte eiwitten dan door het beslag roert, waardoor het qua volume nogal uitzet. Je krijgt daardoor een luchtige pannenkoek.

Leuk, dat ging ik uitproberen.
Op tweede kerstdag organiseerden Gerard en ik voor ons tweeën een brunch; toen proefden we voor het eerst Kaiserschmarr’n.
LEKKER!
Dat ging ik ook maken voor de brunch op nieuwjaarsdag met de kinderen.
Het was een groot succes.

Ook maken?
Dit heb je nodig voor 4 personen.
–  4 middelgrote eieren
– 50 gram  kristalsuiker
– 100 gram bloem
– 100 ml volle melk
– 40 gram ongezouten roomboter
–  poedersuiker
– jam die je lekker vindt.

Dit moet je doen:

  • Splits de eieren en doe de eiwitten in een aparte kom.
  • Met een mixer klop je de dooiers en  de suiker licht en romig.
  • Zeef de bloem erboven; dit samen met de melk tot een glad beslag mixen.
  • De eiwitten stijfkloppen. Als het mengsel gaat glimmen roer je het voorzichtig in delen door het beslag.
  • Verdeel de boter over twee koekenpannen, verhit de boter en verdeel het beslag over de twee pannen en zet het gas op half.
  • de pannenkoek 3 minuten laten bakken. Dan snij je de pannenkoek in vieren en draai je de kwarten afzonderlijk om met een spatel.
    Nu nog 3 minuten op laag vuur laten bakken. Verdeel nu met de spatel de kwarten in 4 kleinere stukjes.
  • De stukjes in een schaal doen, bestrooien met poedersuiker en besmeren met jam. Dan nog even flink omschudden en eventueel nog wat poedersuiker en jam er overheen doen.  Zo krijg je de ‘schmarr’n’, de puinhoop, die Kaiser Frans Joseph zo lekker vond.

Dat laatste deed ik niet op nieuwjaarsdag. Ik zette de stukjes kaiserschmarr’n, de poedersuiker en de jam apart op tafel.
Op die manier kon iedereen op zijn eigen bord zijn eigen puinhoop creëren.
Daar zijn sommigen van ons erg goed in.

Reageren

4 januari: Een onaf doek.

Aan het begin van het nieuwe jaar begonnen we deze week ook met de nieuwe bijbelse dagkalender; iedere dag lezen we bij het avondeten een klein stukje uit de bijbel, met daarbij een korte overdenking. Die lezingen vallen samen met het rooster van PKN, zodat we ’s zondags vaak een viering hebben met één van lezingen van de afgelopen week.
Zaterdag 1 en zondag 2 januari lazen we niet; we aten iets gemakkelijks en het kwam er niet van.
Gisteravond na de zuurkoolstamppot namen we het nieuwe boekje in gebruik, het ging die avond over de 12-jarige Jezus in de tempel.
Mijn oog viel op de pagina van zondag de 2e.
Op die dag hadden we het verhaal van Simeon en Anna moeten lezen, die baby Jezus in hun armen houden.
Boven de overdenking stond: ‘De Simeon van de oude Rembrandt’.
Na het eten las ik die bladzijde alsnog.
Rembrandt schilderde Simeon meerdere keren.
In het stukje werd een verband gelegd tussen de oude Simeon en de oude Rembrandt.
Eén zin uit het verhaaltje bleef hangen:
…..Na Rembrandts dood vonden ze in zijn huis aan de Rozengracht nog een onaf doek……

Mijn nieuwsgierigheid was gewekt.
Hoe ziet dat doek er dan uit?
Na wat speurwerk op internet kwam ik op een interessante website:  ‘Man van Taal’ van Hans van der Gaarden.
Op het blog  ‘Rembrandts Simeon’ uit 2015 werden al mijn vragen beantwoord.
Hierbij een link naar dat blog. met mooie afbeeldingen van Rembrandts schilderijen van Simeon.
Dit schrijft hij in de laatste alinea van zijn verhaal.
De catalogus vermeldt dat dit een onvoltooid schilderij is dat werd aangetroffen in Rembrandts atelier na zijn overlijden.
Maar dan toch wel van een voltooid leven.
Zo kun je sterven.
Het verhaal van Simeon en Anna ook lezen?
Hierbij een link naar Lukas 2 in de Basisbijbel on line.
Even doorscrollen naar vers 22.

Rembrandt kwam deze week ook nog voorbij in een actualiteitenrubriek.
Dit was het persbericht dat op 3 januari uitging:

“Het onderzoeksteam van Operatie Nachtwacht is erin geslaagd een extreem gedetailleerde foto van De Nachtwacht te maken. Deze afbeelding beslaat 717 gigapixels en is vanaf vandaag voor iedereen te zien op de website van het Rijksmuseum: rijksmuseum.nl/nachtwacht. Het is de grootste en meest gedetailleerde foto die ooit van een kunstwerk is gemaakt. De foto is vier keer zo scherp als de foto die het Rijksmuseum zo’n anderhalf jaar geleden publiceerde, waardoor je nog verder kunt inzoomen en minutieuze pigmentdeeltjes in de verf van De Nachtwacht haarscherp zichtbaar worden. De foto is gemaakt ten behoeve van het onderzoek van Operatie Nachtwacht.”

Klik op die link!
Met het plusje en het minnetje rechtsonderin kun je in- en uitzoomen op het schilderij.
Fascinerend wat je dan ziet.

Reageren

3 januari: Een gebroken hart.

Na de kerstdagen kwam er abrupt een einde aan de kerstsfeer.
Zaterdag 1e kerstdag, zondag 2e kerstdag, maandag 27 begrafenis.
Voor de kerstvakantie overleed heel plotseling mijn tante Lammie, drie weken na haar  man, oom Albert.
Over zijn begrafenis schreef ik op 4 december het blog ‘Verdrietig. En waardevol. ‘
Die maandag na kerst ontmoetten we onze familie dus weer in erg verdrietige omstandigheden.

Ze was na het overlijden van ome Albert heel dapper geweest.
Had dingen al vrij snel weer zelf willen doen en wilde ook niet volledig afhankelijk zijn van de kinderen.
Maar o, wat miste ze haar maatje. Vanaf haar 15e hadden ze verkering gehad; volgend jaar zouden ze 55 jaar getrouwd zijn.
Ze is heel plotseling overleden. Er was niet een oorzaak te vinden, het kon het hart geweest zijn, maar de kinderen hebben dit niet meer laten uitzoeken.
“Soms sterven mensen aan een gebroken hart” zei iemand na de begrafenis.
Dat zou in het geval van tante Lammie zo maar kunnen.
In mijn omgeving ken ik maar heel weinig echtparen die zo verknocht aan elkaar zijn en zo liefdevol met elkaar om gaan.

Voor de kerstdagen had ik mijn neven en nicht al gevraagd of ik iets mocht zeggen tijdens de plechtigheid.
Naast haar rol als echtgenote,  moeder en oma vond ik dat ook de rol van zus genoemd moest worden bij haar afscheid,  ondanks het feit dat er niemand van haar broers en zussen meer in leven is. Namens de familie Boelen heb ik iets verteld over het gezin,  wat wetenswaardigheden benoemd en verteld over de warme band tussen  de broers en zussen. Op de afbeelding hiernaast, gemaakt toen opa en oma 25 jaar getrouwd waren, is tante Lammie het kleine meisje vooraan. (klik op de afbeelding voor een vergroting)
Mijn opa en oma Boelen trouwden in juli 1921 en het gezin bestond uit tien kinderen, die ik allemaal in mijn toespraak heb benoemd.
Honderd jaar na de trouwdag van opa en oma begeleidde de familie mijn tante naar haar laatste rustplaats op 27 december 2021.

Tante Lammie is 77 jaar geworden.
Als ik aan het eind van het jaar een nieuwe weekkalender in gebruik neem, schrijf ik daar aan de hand van de verjaardagskalender altijd de naam bij de datum van mensen die ik op hun verjaardag een kaartje stuur of even bel.
In het nieuwe jaar staan oom Albert en tante Lammie er beiden niet meer op.
Het blijft me vooreerst onwerkelijk voorkomen.

Dit was het laatste stukje van mijn toespraak:
Vandaag haalde ik even herinneringen op aan het gezin Boelen.
10 kinderen die enorm van elkaar verschilden.
Introvert en extravert.
Praters en zwijgers.
Wat heb ik vooral van de familie geleerd?

Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn om van elkaar te houden.

Tenslotte.
Tante Lammie kwam af en toe in een blog voorbij.
Het recept van haar overheerlijke kwarktaart vind je bijvoorbeeld in dit verhaal  Tante Lammie kwarktaart
en haar ragoutbroodjes staan ook nog regelmatig op ons menu, daarover lees je meer op Zondageten – ragoutbroodje
Toen ik haar er eens op attent maakte dat deze recepten op mijn website stonden, riep oom Albert met zijn twinkelende blik: “Daar ke’je geld voor vrage, Lam! Worre we misschien toch nog rijk!”

Ze waren al rijk.  Met elkaar.

Reageren

2 januari: Afkick-dag.

Vandaag was een rustige zondag.
De kerkdienst was on-line en de verjaardag van neef Cor vieren we op een ander moment wegens de bezoekerslimiet.
Het was een beetje een afkick-dag.
Afkicken van het ‘kerst-en-oud-en-nieuw-gevoel’ waar ik zo van hou; dit jaar had ik geen vakantie van het werk, dus het was wel veel drukker dan anders.
Verder was er de maandag na kerst ook nog een begrafenis in mijn moeders familie, daarover zal ik morgen een blog schrijven.
Dat alles betekende maar weinig vrije tijd voor mij de afgelopen week.
De 1000-stukjes puzzel bijvoorbeeld is nog niet veel verder dan waar de kinderen en ik hem achterlieten met kerst: de randjes en een klein stukje boom, dakrand en lucht.

Knieperties en rollegies.

Wat waren de hoogtepunten de afgelopen 9 dagen waarin ik niet heb geblogd?
– De feestelijke viering van 1e kerstdag van onze PKN-gemeente mét de cantorij én een trompettist en Erwin Wiersinga op het orgel.
Mét mondkapjes, anderhalve meters en geen koffie. Maar toch.
– Glühwein op Waninge-plaza  en het vierstemmig zingen van kerstcarols met ons gezin op 1e kerstdag.
– De foto die ik kreeg van één van de dochters van het knieperties bakken. Dit jaar had ik daar geen tijd voor, maar zij spraken met z’n drieën een middag af en bakten een voorraadje. Met mijn ‘Hörnchenautomat’ en oma’s recept.
– Samen foto’s kijken en herinneringen ophalen.
– De inmiddels traditionele Sylvester-party met ons gezin, dit jaar met ouderwetse hapjes zoals augurkjes met boterhamworst, cocktail-prikkertjes met een zilveruitje, droge worst en een stukje kaas, tonijnsalade, gemaakt volgens mijn vaders recept en Gerards overheerlijke bollen, gemaakt volgens het Waninge-recept. En warme gehaktballetjes na 12.00 uur middernacht.
– Het afschuwelijke gezamenlijke geblèr enkele minuten voor twaalf tijdens het meezingen met Bohemian Rhapsody.
De vader van Jon, die vroeg om een opname van dat lied met het filmpje van een mooie carol in gedachten vroeg zich in arren moede af waarom Jon dit in ’s hemelsnaam een koor noemde.
Wees gerust: het zal via dit blog niet tot u komen.
– De uitgebreide  brunch op nieuwjaarsdag met o.a. Kaiserschmarrn (hierover deze week meer), croissantjes en verse jus d’orange.

Vanmiddag ontdeed ik het huis van alle kerstversieringen.
Bomen er uit, lampjes in de dozen, ballen, sterren en slingers opgeruimd en weer voor een jaar op zolder gezet.
Het geeft me altijd een ‘nieuw begin’ gevoel: oude jaar afgesloten met feesten en gezelligheid, nieuwe jaar begonnen met opruimen van alle zooi en het invullen van de jaarkalender en agenda.
Al wat afspraken met ons gezin vastgelegd voor het komende jaar en met z’n tweeën week 1 van het jaar besproken: welke dagen werken we, wanneer werken we thuis, wat gaan we eten en wat hebben we het komende weekend.
Het gewone leven begint weer, voor zover je kunt spreken van ‘gewoon’ met een corona-lockdown.

De afgelopen weken dus geen vakantie, maar…… week 2 heb ik vrij genomen.
Een week helemaal voor mezelf.
Dan lukt het met die puzzel vast ook wel.

Reageren

Pagina 96 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén