een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: maart 2021 Pagina 2 van 4

21 maart: Je leven geven.

De preek van vanmorgen paste wat mij betreft goed bij de verkiezingsuitslag van afgelopen week.
Het ‘ieder voor zich’ heeft zich gemanifesteerd in een sterk rechts blok; in onze krant van zaterdag stond de kop: ‘Het woord solidariteit kan wel uit het woordenboek geschrapt worden’.
Dit on-line tijdschrift is geen politiek podium, dus meer ga ik er niet over zeggen.
In de kerk horen we een ander geluid.
Het thema van vanmorgen was weer één van de werken van barmhartigheid: de doden begraven.
Voorganger Sybrand van Dijk vertelde dat dit niet door Jezus was genoemd, maar dat dit in de middeleeuwen aan dat rijtje is toegevoegd.
Even een stukje geschiedenis: tussen 1347 en 1351 heerste er een zware pestepidemie. Er wordt geschat dat destijds een derde van alle Europeanen (we hebben het over miljoenen) aan die zogenaamde ‘Zwarte dood’ zijn overleden. Een drama van ongekende omvang. Het begraven van doden was belangrijk, want als ze niet begraven werden kon de pest door besmetting meer slachtoffers maken. Maar dat begraven was niet zonder risico: grote kans dat je zelf besmet werd. Er waren destijds priesters en nonnen die toch die taak op zich namen en daarmee hun leven op het spel zetten. Je leven geven; dat is ook wat Jezus heeft gedaan. Hij zei daar zelf over:

Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand mij dienen dan moet hij mij volgen; waar ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Als iemand mij dient zal de Vader hem eren.

We hoorden vanmorgen dat ‘je leven geven’ niet direct jouw dood hoeft te betekenen.
Je geeft je leven door tijd en aandacht aan anderen te besteden, door te luisteren, te helpen, door er te zijn.

Sommige woorden en zinnen zijn in mijn hoofd gekoppeld aan liedjes.
Als het gaat over de stervende graankorrel heb ik het liedje van Elly en Rikkert in mijn hoofd dat we met het tienerkoor van het OKR destijds hebben ingestudeerd.
Dat was best lastig, maar toen het er één keer in zat was het prachtig om uit voeren.
Ook even luisteren? Hierbij een link naar het nummer op YouTube: Als het graan niet in de aarde valt

De emotie zat vanmorgen in het staartje van de viering.
Er werd een vierstemminge versie afgespeeld van het lied ‘Zolang wij ademhalen.’
Dat hebben we met de cantorij  zo vaak gezongen dat ik de tekst van alle vier coupletten uit mijn hoofd ken; ook de alt-zetting zit er zo ingeramd dat ik hem in mijn hoofd zo meezing.
Maar zingen kon ik zelf op dat moment beslist niet.
Het heimwee naar de cantorij en het samen zingen golfde door me heen; het lied bracht tranen en tegelijkertijd troost.
Waarschijnlijk moeten we wachten tot september.
Maar we gaan weer zingen.
Als je klikt op deze link Zolang wij ademhalen…..  kom je op een column van Berit Bootsma van de Protestantse gemeente Weesp en Driemond.
Zij schrijft wat ik bedoel; daar vind je ook de tekst van het lied. 

Reageren

20 maart: Lezer van de maand – Sybrand van Dijk.

Een week vóórdat Corona ons overspoelde waren Ada en Gerard bij ons te eten.
Het was een gezellige avond vol verhalen, muziek en nieuwe plannen.
We dronken er lachend een flesje Corona bij. We hadden geen idéé.
Inmiddels zijn we maar liefst een jaar later. Van al mijn 55 levensjaren één van de meest uitzonderlijke.
Dat zal voor iedereen gelden. Een jaar van grote stilstand. Van afstand en vervreemding. Wat tot vorig jaar zo vanzelfsprekend was: de kerkdiensten, de huisbezoeken, de cursusavonden en bijbelkringen ligt nu allemaal te versloffen. Maar ook ons privéleven is heel klein geworden. Niet meer even op een terrasje zitten, niet meer naar een museum, niet meer naar de concertzaal of naar de opera. En geen familiebezoek!

Vooral voor mijn man Henk is dit zwaar. Hij is ernstig gehandicapt en kan zelf weinig organiseren.
Hij zal in zijn activiteiten steeds moeten meeliften met wat anderen doen. En dat kan nu niet!
Dat zorgt ervoor dat hij, die een grote optimist en levensgenieter is, op sommige dagen opstaat met de vraag: “Waarom ben ik er eigenlijk nog?”
Heeft dit jaar dan niets gebracht? Ik stel mij die vraag geregeld, maar vind het nog niet zo gemakkelijk om er een antwoord op te vinden.
Ik geloof niet dat we iets van deze tijd “moeten leren”. Het is wat het is. Ik vind ook dat het verdriet bij anderen te groot is om een ál te opgewekte toon
aan te slaan: ik denk aan de eigenaren van een horecazaak, winkels, ZZPers en aan bewoners van verzorgingstehuizen.

En toch. Als we lichtpuntjes gaan tellen, komen we nog wel ergens. We wonen in Roderwolde op een prachtige plek.
’s Ochtends vroeg zien we uit ons kamerraam reeën grazen. De omgeving lijkt op die van Driebergen, de plek waar ik geboren ben: afwisselende bosschages, heideveldjes en weilanden.
Zowel Henk als ik hebben de gave om hier ons hart aan op te halen. Eergisteren stonden we in onze tuin en hoorden we een aantal buizerds hoog in de lucht miauwen. Met trage cirkels kwamen ze dichterbij. Echt een heilig moment.

Als ik een antwoord zou vinden op de vraag: wat bracht dit jaar?
Dan denk ik aan dit begin van een antwoord: in het kleine schuilt iets groots. Of: dichtbij is het. We hadden 1600 vierkante meter tuin om te ontginnen. En daar ben ik vorig jaar 15 maart maar mee begonnen. Spade voor spade spitte ik het ruige gras om. Week-in, week-uit pootte ik in totaal meer dan 1200 plantjes. Er kwamen hagen en rozen. Er was de zorg om alles te redden van de grote droogte in augustus en van de heftige vorst van afgelopen maand. Maar het geluk dat je iets kan scheppen is ongekend groot. Ik was helemaal geen tuinman, maar ben dat geworden. In de kas staan de dahliaknollen al in grote potten om voor te trekken. Omdat we hopen op een mooi, nieuw jaar waarin weer vrienden op bezoek kunnen komen, de tafel weer feestelijk gedekt kan worden en we muziek zullen maken.

Het leven is te mooi om je af te vragen: “Waarom ben ik er eigenlijk?

Opmerking Ada: Sybrand heeft er voor gekozen om de vaste vragen die bij deze rubriek horen te verwerken in zijn bijdragen; op deze manier zijn ook alle vragen beantwoord.
Man Henk was in 2020 ook al eens lezer van de maand: klik hier om zijn bijdrage nog eens te lezen.  

Reageren

19 maart: TBONTB 30 – Tenslotte

Met dit laatste blog in de blogreeks TBONTB heb ik alles gepubliceerd wat ik had geschreven voor het boek.
30 hoofdstukken: een mooi overzicht van wat er allemaal te vinden is op mijn digitale tijdschrift ‘de Waarde van dag’. 

Zoek je iets?
6 jaar bloggen levert een website op waar heel veel informatie op staat. Bij het schrijven van het boek heb ik geprobeerd om de diversiteit van die informatie te laten zien in afzonderlijke hoofdstukken en verschillende blogs. Als je iets specifieks terugzoekt op de site is het wel eens lastig om het juiste blog te vinden, daar kwam ik zelf achter toen ik de website doorspitte voor het selecteren van blogs voor dit boek.
Zoek je iets specifieks op mijn website? Probeer het dan te vinden via ‘zoeken’, rechts bovenin je beeldscherm.
Weet je je bijvoorbeeld nog vaag iets te herinneren over ‘de mooiste vis van de zee’,  een kinderboekje waar ik over schreef? Tik dat dan in bij de zoekfunctie, dan vind je de drie blogs waarin het boekje wordt genoemd.
Heb je ooit een lekker recept met spruiten van mijn website gehaald en kun je het in de  brij van recepten niet vinden? Typ dan ‘spruiten’ in en je vindt twee blogs over spruiten.
Kun je ondanks deze tips toch iets niet vinden, dan kun je altijd nog een reactie plaatsen onderaan elk blog. Ik help je graag aan de goede informatie.

Tot besluit
Natuurlijk is het fijn dat veel mensen dagelijks kennis nemen van mijn schrijfsels in het digitale magazine ‘de Waarde van de dag’.
Maar bloggen doe ik niet alleen voor anderen; bloggen is ook goed voor mezelf.
Door te bloggen denk ik regelmatig na over belangrijke thema’s in mijn leven.
Verder verbreed ik mijn kennis door voor een blog dingen uit te zoeken.
Vragen als “Waarom heet dat dan zo? Waar ligt dat dan? Hoe zat dat dan? Wie begon daar dan mee?” hebben al heel veel antwoorden opgeleverd die ik de loop van de jaren heb verwerkt in blogs.
Het houdt me scherp en maakt me communicatief vaardig.
Gebeurtenissen kan ik gemakkelijk onder woorden brengen en een verslag van een bijeenkomst vloeit steeds gemakkelijker uit mijn pen (lees toetsenbord).

Verder sta ik door het blog regelmatig stil bij dingen die misschien vanzelfsprekend lijken, maar het beslist niet zijn. Het stabiele gezin waarin ik opgroeide bijvoorbeeld, de warme banden binnen ons eigen gezin en de vanzelfsprekende aanwezigheid van onze netwerken: familie, vrienden, werk, kerk en sociale groepen.
Het hebben van een baan.
“Weet je eigenlijk wel hoe rijk je bent?” vroeg ooit een vaste lezer die wat minder bedeeld was met familieleden.
Ja. Heel rijk.

Het boek zou ik afsluiten met één van de meest persoonlijke blogs die ik ooit schreef.
Een verhaal voor iedereen die soms wordt geteisterd door ziekte of andere moeilijke factoren die belemmerend werken in je leven; voor iedereen dus.
Een blog over het planten van een appelboom als een hart onder de riem.
Hierbij een link naar dat blog: Een appelboom planten. 

Dan begrijp je de laatste zinnen van het boek:
Leef je leven.
Plant die appelboom.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

18 maart: Is dat fout dan?

Op mijn werk krijg ik af en toe een mail van Petra Broekhuizen van het bureau ‘Zakelijk Schrijfadvies’.
Dat is natuurlijk gewoon reclame, maar ik lees haar mails meestal wel, want er staat bijna altijd zinvolle informatie in.
Halverwege maart kreeg ik bijvoorbeeld dit ‘schrijfweetje’ over het gebruik van ME of MIJN.
Dit schreef ze er over.

Is het ‘me’ of  ‘mijn’?  Ai. Dit is helaas een taalfout in opkomst. Me huis, me auto, me baan.
Ja, het klopt dat bezittelijk voornaamwoorden zo kunnen klinken, als je ze snel (of slordig) uitspreekt.
Maar nee, het woord ‘me’ gebruik je nooit wanneer je het woord ‘mijn’ bedoelt.
Het is dus: mijn huis, mijn auto en mijn baan. Het gaat namelijk over jouw bezit.

Een taalfout in opkomst; tegenwoordig kom je die steeds meer tegen.
In ons maandblad ‘Kerknieuws’ schreef iemand ‘Wat je nog herinnert….’ terwijl bedoeld werd ‘Wat je je nog herinnert’.
Twee regels verderop stond ‘Ik besef me dat..’ terwijl dat moet zijn “Ik besef dat….”; beseffen is immers geen wederkerend werkwoord.
(Meer weten? Zie Wederkerend werkwoord.)
Wil je wél me gebruiken, dan moet je ‘Ik realiseer me’ gebruiken en dat is gelijk de reden waarom het zo vaak fout gaat.
Toen ik één van de dochters wees op de fout zei ze: “Is dat fout dan?”

Taalfouten in opkomst; zoals ‘het meisje die daar loopt’  i.p.v. het meisje dat daar loopt.
Hoe is het met jouw? Als jou niet wijst op bezit, is het zonder w. Ezelsbruggetje: vervang jou door u, dan weet je wanneer er een w achter jou moet.
Ik zal dat even uitprinten: een samenvoeging van uitdraaien en printen.
Twee museums, twee datums. Museum en datum zijn Latijnse woorden, meervoud is dan musea en data.
Bovenstaande voorbeelden worden zo vaak fout geschreven dat het inmiddels geaccepteerd is als gangbaar Nederlands.

Hoe groot is het belang van foutloos Nederlands voor de samenleving?
Steeds meer haalt men de schouders op over verkeerd gebruik van d’s, t’s en dt’s.
Steeds minder mensen ergeren zich aan het verhaspelen van ‘hen’ en ‘hun’, ‘dat’ en ‘wat’  en ‘kun’ en ‘kan’.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over al die Engelse termen die heel sneaky 😉 onze taal binnensluipen.

Het Nederlands is een levende taal en continu aan veranderingen onderhevig.
Daarover schreef ik ook al eens een blog onder de titel ‘Sale’, waarin ik ook de invloeden van het Frans en het Duits benoemd.
Ooit las ik eens ergens dat over vijftig jaar het Engels de voertaal zaal zijn in Nederland; het Nederlands zal dan een inheems dialect zijn, net als nu bijvoorbeeld het Drents.
Maar het gaat wel heel hard mensen.
Ik vraag me af of het nog vijftig jaar duurt…..

Reageren

17 maart: Ruinen 4 – Fietstocht Dwingelderveld

Op vrijdagmiddag 5 maart stapten wij ’s middags na onze aankomst in ‘de Beddestee’ op de fiets: we gingen een rondje ‘Dwingelderveld’ doen.
We maken tegenwoordig dankbaar gebruik van de ‘Fietsknooppunten-app’. We hebben nog een oude Fietsknooppuntenkaart van Groningen en Drenthe; met die kaart erbij stippelen we van te voren een route uit en voeren vervolgens de knooppunten in  de app. Dan weet je ongeveer hoeveel kilometer het is.
Deze tocht was ongeveer 35 kilometer, dat leek ons goed te doen. De ervaring leert dat de tocht altijd langer duurt, omdat we onderweg nog van alles willen bekijken en soms een stukje omfietsen om dat te bezoeken.

Het was die vrijdag prachtig weer, maar het was wel koud: 3-5 graden.
Daar hadden we rekening mee gehouden, dus met handen, oren en hoofd goed beschermd fietsten we door het natuurgebied.
Ook in deze weersomstandigheden is een bankje een fijne plek voor een mini-picknick, zie foto links. Als je op de foto klikt krijg je een vergroting, dan zie je goed hoe mooi het gebied is.
Halverwege de route passeerden we een camping waar al mensen druk bezig waren om de veldjes klaar te maken voor de zomer.
De Noordster heet die camping. “O? Zijn we hier zo dicht bij Dwingeloo?” Voor mijn gevoel fietsten we nog  in de bossen van Ruinen…..

Onderweg kwamen we de Dwingeloo Radiotelescoop tegen; die kun je ook niet missen, want hij staat nog geen 50 meter van het fietspad af.
Er stond heel veel informatie bij op grote borden, dus ook daar moesten we even van de fiets af. Het is een immens ding, dat eigenlijk helemaal niet past bij een Nationaal Park. De telescoop staat er vanaf 1956; zou dat gebied toen al nationaal park geweest zijn? Of is het park om de telescoop heen afgebakend? Kip of ei, ik weet het niet. Eén van de lezers misschien?
Wil je meer weten van deze kolos op de heide? Hierbij een link naar een folder met meer informatie.

We fietsten even een stukje om naar Pesse (blog komt nog, deel 5 in deze serie) en fietsten daarna weer naar Ruinen.
Toen we vlak bij Ruinen waren moesten we eigenlijk nog twee knooppunten ‘ophalen’, een klein driehoekje van ongeveer twee kilometer, maar daar hadden we geen zin meer in. Koud, stijf, zere kont: we wilden naar ons warme B&B.
De mevrouw van de knooppunten-app raakte in de war. “Klopt uw route nog?!?” riep ze bezorgd.
Ja, hoor, de andere punten doen we morgen wel
’s Avonds trakteerden we onszelf op een dinertje dat bij ons werd bezorgd door hotel Kuik.
Stoofpotje. Zalm.
Niks te vieren eigenlijk; we dronken een glas op de goede dingen in het leven.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes!  
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

8. Van landgoed naar plaggenhut
9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

16 maart: Een gewichtige zaak.

We horen bij de ‘risico-groep’, dus Gerard en ik hebben vandaag al gestemd voor de Tweede Kamer Verkiezingen.
In de ‘Ommetjes-competitie’ met ons gezin hebben we ontdekt dat je voor een ommetje dat je maakt vóór 9 uur ’s morgens een ‘vroege-vogel-bonus’ krijgt van twee punten, dus om half 9 negen vanmorgen liep ik al richting gemeentehuis.

Mondkapje, handen ontsmetten: we weten al niet anders meer.
Er zat een mevrouw achter de tafel die mij blij meedeelde dat ik de allereerste persoon was die zij ging helpen als vrijwilliger, ik voelde me vereerd.
Twee serieuze mannen stonden links en rechts van haar om haar te vertellen wat ze moest doen. Stemmen is een gewichtige zaak, dat voelde ik aan alles.
Ik kreeg het stemformulier en een rood potlood en mocht doorlopen naar het kiesho(e)kje.
Wat een ellenlang papier, wat een gefrommel om die vouwen weer goed te krijgen.
Het volgende punt op de zorgvuldig uitgestippelde route door het gemeentehuis was Roel die ik ken van de kerk.
“Moi! Lang niet gezien! Hoeist!” Zelfs je stem uitbrengen wordt een uitje, je spreekt weer eens iemand.
Bij Roel moest je het rode potlood weer inleveren (ik had gelezen dat we dat mochten houden, dus ik had hem al bijna in mijn zak gestoken…) en mocht je je stemformulier in een XL-melkbus doen.
Dat was ’t al weer.
Net als de wijzen uit het Oosten kreeg ik de opdracht ‘om via een andere route terug naar mijn huis’ te lopen.
Dat gold trouwens alleen tot de buitendeur, daarna mocht ik zelf mijn route weer bepalen.

Nu maar afwachten of mijn uitverkorene morgenavond een zetel krijgt in de tweede kamer.
Het spant er om.

Benieuwd naar mijn avonturen bij de vorige verkiezingen?
Lees dan ‘Die ouwe zuil….’ uit 2019.

Reageren

15 maart: Dagboek van een herdershond

Als je de naam Theo van Beijeren intikt bij de zoekfunctie van deze website vind je ongeveer 25 blogs waar zijn naam in voorkomt.
Toen ik begon met bloggen was Theo nog predikant van onze PKN-gemeente, we zitten samen in het ‘website-van-de-kerk’-clubje en ook als vrijwilligers voor de Catharinakerk komen we elkaar regelmatig tegen. Verder is hij mijn mentor bij het in de lucht houden van deze website.

Eigenlijk is zijn achternaam Van Beijeren Bergen en Henegouwen.  Door zijn kleindochtertje treffend weergegeven als Van Beijeren Bergen en….. Heen en weer.
Hoe ik dat weet?  Van zijn website ‘Dagboek van een herdershond’; daar schreef ik al eens over bij het beantwoorden van de vraag ‘Lees je ook blogs van anderen? .
Op zijn website was te lezen dat hij in januari 70 werd en dat hij door zijn echtgenote/kinderen werd verrast met een prachtig cadeau: een boek met zijn tot dan toe gepubliceerde blogs.

Inmiddels heb ik dat boek in mijn bezit. Eerlijk gezegd: ik ben een trouwe lezer van zijn blog,  dus ik heb alles al eens gelezen.  Maar dat heb ik natuurlijk niet allemaal onthouden! Vooral de verhalen in het begin van het boek lazen weer als nieuw; dan heeft ouder worden ook zijn voordelen.  Theo schrijft o.a. over zijn vak als predikant, over zijn grootouders,  zijn zwak voor pepernoten en appelmoes,  zijn liefde voor Bach en het jaarlijkse opzetten van de kerstboom met de bijbehorende kerststal.
Heel divers en heel onderhoudend.

Door het publiceren van blogs geef je stukjes van jezelf bloot; je laat de lezer een klein deel van jezelf zien dat bij de meeste mensen niet bekend was.
Door de blogs die Theo schrijft ben ik anders naar hem en het werk van een predikant gaan kijken.
Hij schrijft met humor over kerkdiensten ter gelegenheid van huwelijken en over begrafenissen.
Over het bezoeken van zieke gemeenteleden in het ziekenhuis en vieringen bij jubilea en/of zijn afscheid.  Maar dat is maar een deel van hem.
We lezen ook verhalen over zijn ervaringen als leerling op de Lagere school met het liniaaltje van juf Tinga en over de docent oude talen op het gymnasium, die bekend stond om zijn bloemrijk en humoristisch taalgebruik.
Over zijn opa die een visserman was. Die tegen hem had gezegd toen hij dominee werd: “Preek niet al te ingewikkeld. Vertel de mensen maar dat God liefde is.”
Fijn als je zulke grootouders hebt.

Onze blogs lijken wel wat op elkaar en eerlijk is eerlijk: Theo was eerst, hij schrijft al vanaf 2012.
Familiegeschiedenis, muziek, guilty pleasures, kerkdiensten, actualiteit en verbastering van de Nederlandse taal; het enige waar Theo niet over schrijft zijn brei- en haakwerkjes.
Hooguit over een vilten kerststal met een kameel waarvan zijn zoons denken dat die een bomgordel omheeft….
Blogs met een glimlach.

Benieuwd naar zijn blog en/of belangstelling voor zijn boek?
Hierbij een link naar zijn website: Dagboek van een herdershond.
Op het laatste blog in het boek van december 2020 vind je een foto van een jeugdige Theo op zijn brommer, een Batavus.
Niet te geloven dat die slungel op die foto nu al zeventig is….!

Reageren

14 maart: De pomp in Roden.

Vanmorgen stond in de viering die werd uitgezonden vanuit de Catharinakerk het verhaal centraal van de ontmoeting van Jezus met de Samariataanse vrouw bij de put.
Over de inhoud van de viering zou ik moeiteloos een blog kunnen vullen, maar deze keer kies ik voor een zijweggetje.
Aan het begin van de viering zagen we onze voorganger Walter Meijles in een zelfopgenomen video bij het Julianaplein in Roden.
Hij stond bij het zogenaamde ‘Pomp-monument’, aangeboden door de inwoners van de Limburgse gemeente Velden.

In januari/februari 1945 werden inwoners van grensgemeenten in Limburg door de Duitsers onder dwang geëvacueerd naar de drie noordelijke provincies.
Walter vertelde vanmorgen dat die mensen het hele stuk waren komen lopen, maar dat was niet het geval: de eerste 11 kilometer hadden ze inderdaad moeten lopen, maar van vanaf daar  werden ze met vee- en vrachtwagens vervoerd.
Over die gebeurtenissen heb ik twee interessante artikelen gevonden op internet:
– Een verhaal over de Limburgse evacuees naar Drenthe op de website Drenthe in de oorlog
– Het artikel Roden, monument op het Julianaplein  op de website van Nationaal Comité 4&5 mei.

Zo zag ons huis er uit in de zomer van 1989.

Wij hebben dit verhaal gehoord uit de mond van een Limburger die het zelf had meegemaakt.
Wij wonen vanaf 1989 in het huis aan de Boskamp waar vroeger Mans en Lammie Keun woonden.
In de oorlog stond op deze plek hun oude boerderij met landerijen er om heen. In 1950 verkochten ze een groot deel van hun land aan de gemeente en op het stukje dat ze zelf hielden bouwden ze in 1950 het huidige huis. Ze noemden het ‘Het Olle hof’, omdat het stond op de grond waar vroeger hun boomgaard was, hun ‘hof’.
Dat naambordje heeft tot 2011 op voorgevel van ons huis gezeten.

Op een zonnige zondagmorgen in de jaren ’90, wij zaten met ons gezin buiten koffie te drinken, werd er aangebeld.
Wildvreemde mensen, die schuchter vroegen of hier misschien de familie Keun woonde?
“Nee, maar die hebben hier wel gewoond; maar Mans en Lammie zijn inmiddels overleden. Kom eerst maar even binnen, we hebben koffie.”
Ze vertelden dat ze al een poosje voor het huis hadden gestaan en zich hadden afgevraagd of het wel het goede huis was.
We hadden het destijds al behoorlijk verbouwd: ramen eruit, erker uitgebouwd, garage eraan vast gemetseld en een groot achterhuis er aan gebouwd.
Het houten bordje ’t Olle Hof’ had de doorslag gegeven. “Dit moet het huis wel zijn, zo heette het toen ook….”

De man van het echtpaar had als kind bij Mans en Lammie in huis gewoond in de oorlog.
Dat was toen nog een boerderij en hij had het er fantastisch gehad; als kind beleef je de oorlog heel anders dan volwassenen, dat weet ik van mijn vader.
Na de oorlog hadden ze Mans en Lammie nog regelmatig opgezocht, ze waren ook nog een paar keer in het nieuwe huis geweest.
Ze wisten al dat Mans overleden was, maar de dood van Lammie hadden ze niet meegekregen, dat was in 1990 geweest.
Als ik langs ‘de pomp’ in Roden loop moet ik altijd even aan die vriendelijke Limburger denken die zulke goede herinneringen aan Drenthe had.

Weet je wat we trouwens vanmiddag tijdens ons dagelijkse ommetje zagen?
Rondom de Catharinakerk staan honderden krookjes!
Geplant door enthousiaste gemeenteleden tijdens de startzondag.
Wat een prachtig gezicht.
Het wordt lente mensen.

Reageren

13 maart: TBONTB 29 – Lezers & Cijfers (2) – reacties.

Van de ‘reactie-functie’ op mijn website wordt relatief weinig gebruik gemaakt.
Vanaf augustus 2015 heb ik ongeveer 900 reacties gehad, vanaf die tijd heb ik iets meer dan 2300 blogs geschreven.
Het krijgen van een reactie is bijna altijd leuk. Die krijg ik binnen via mijn mail en ik ben altijd benieuwd waar het over gaat. Zo’n reactie wordt niet zomaar gepubliceerd op mijn site, daar moet ik eerst toestemming voor geven. Dit is om te voorkomen dat er onverwacht schunnige of kwetsende reacties in de kantlijn van de website staan.
Dat is in al die jaren één keer gebeurd, dus dat valt mee.

Reacties zijn voor een blogger de krenten in de pap en soms brengt het iets extra’s: een vriendin van mijn MAVO-reünieclubje werd door een oude vriend teruggevonden via mijn blog omdat ik had geschreven over een bezoekje aan haar werkplek.
Verder reageerde iemand die iets wilde weten over die oude kaart van Drenthe die bij ons in huis hangt: of het oude riviertje ‘de Smelte’ daar ook op stond? Daar heb ik op een zondagmiddag mee getelefoneerd en al zijn vragen beantwoord.
Door een blog over een Drentse dichter werd ik gevraagd om af en toe een stukje te schrijven in de rubriek ‘Moi Noordenveld’ in De Krant en één lezer werd heel gelukkig van de link naar het aloude ‘Mamba-computerspelletje’. Letterlijk ‘sharing the joy’.

De leukste reactie kreeg ik van een mevrouw die de pannenlappen had gehaakt die ik had beschreven in het blog ‘Pannenlappen van oma Vrieswijk’ van 26 augustus 2014.
4 jaar later kreeg ik deze reactie:
Bedankt voor het patroon! Ik heb mijn moeder de pannenlap cadeau gedaan voor moederdag. Ze was er erg blij mee.”
Mijn oma is overleden in 1970 toen ik 9 was; ik vind het een fantastisch idee dat ik met het patroon van haar pannenlap iemand in 2018 blij heb gemaakt.

Verreweg de meeste lezers komen uit Nederland en het merendeel komt uit Noord Nederland.
Er zijn wel lezers in andere delen van de wereld, maar dat moeten haast wel Nederlandssprekenden zijn, anders is het immers niet te volgen; ik lees ook nooit Chinese blogs……
Ooit ontmoette ik iemand die ik niet kende, maar ze was trouwe lezer van ‘de Waarde van de dag’.
Ze was bij een kerkdienst waar wij zongen en ze zei: “Wat leuk om je nu eens in het echt te zien. Ik heb echt het gevoel dat je een bekende van me bent!”

Alle informatie die de lezer krijgt op mijn website is gratis.
Je hoeft geen lid te zijn en niet in te loggen met codes.
Het gaat mij niet om het verdienen van geld, het gaat mij om het delen van het plezier dat ik zelf beleef aan alle onderwerpen waar ik over schrijf.
Als ik dus een winkel noem, een merknaam, een museum of een restaurant dan is dat altijd omdat ik dat zelf de moeite waard vind en niet omdat ik als ‘influencer’ daar geld voor krijg.
Dat lezers dat waarderen, weet ik uit de reacties op het blog, maar ook van de mondelinge reacties uit mijn netwerken.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

12 maart: TBONTB 28 – Lezers & cijfers (1) – Statistieken

In het boek wijdde ik ook een hoofdstuk aan de lezers: wat haal ik uit de statistieken? Welke blogs zijn het populairst?  Wie reageren?

Toen ik begon met deze website in 2014 was ik helemaal niet bezig met wie het allemaal zouden lezen.
In eerste instantie ging ik er vanuit dat dat vooral familie en bekenden zouden zijn, die ik in het dagelijks leven ook wel eens tegenkom.
De eerste keer dat een onbekend iemand reageerde ging het om een patroon van een haakwerkje dat ik niet had uitgeschreven.
Die mevrouw vroeg: “Heb je dat patroontje voor mij?”
O gut. Dat patroontje was een morsig briefje waar iemand haastig even een paar aantekeningen had opgeschreven. Dat heb ik keurig uitgewerkt en toen als patroon bij het blog gevoegd.
Zo langzamerhand kwamen er meer reacties. Niet heel veel hoor, dat valt reuze mee.

Statistieken
Na een tijdje kwam ik er achter dat je de statistieken van je website kunt inzien; toen kreeg ik iets meer inzicht in wie mijn blog lezen en wat de meest populaire onderwerpen zijn.
Die statistieken vertellen mij hoeveel unieke bezoekers ik per maand heb (ongeveer 5.000), hoeveel bezoekers ik per dag heb (gemiddeld 325), welke blogs het vaakst worden gelezen en welke PDF’s (met patronen, recepten, teksten etc.)  het meest worden gedownload.

Het meest populair zijn de blogs over handwerkpatronen.
Deze blogs zijn tijdloos, omdat er geen gebeurtenis aan vast zit.
Verder hebben deze populaire blogs één ding gemeen: ze hebben allemaal als bijlage een PDF met door mij zelf vertaalde en uitgewerkte patronen vanuit het Engels.
Als ik zelf geen Nederlandstalig patroon kan vinden van een leuk handwerkje waar alleen maar een Engelstalig patroon van te vinden is op internet, dan maak ik daar een project van.
Patroon vertalen, handwerkje maken en daarna helemaal toer voor toer uitschrijven.
Een paar maanden na publicatie blijkt dan dat meer mensen op zoek zijn naar een Nederlandstalige versie; andere mensen linken dan naar mijn website op Pinterest en/of Facebook.
En dan gaat het hard.

Deze blogs worden het vaakst gelezen:
1. Gehaakt geurzakje voor lavendel – 3 augustus 2016.
Het is een combinatie van twee voorbeeldpatroontjes die ik zelf had uitgeschreven.
2. Een ‘chique’ vierkantje – 28 november 2018
Hierbij gaf ik het haakpatroon van een chique vierkantje, the victorian lattice square,  dat ik zelf had vertaald in het Nederlands; ook had ik er een teltekening bij gemaakt.
De laatste maanden staat dat blog bovenaan in de overzichten.
3. De tweede zus en Grieg – 17 maart 2020, op de voet gevolgd door Zus drie en de dikke koning – 29 mei 2020.
Deze twee blogs horen bij de blogserie over de Zeven-zussen reeks van Lucinda Riley.

Daarna wisselt het sterk. De meest recente blogs staan meestal een week of twee in de top 10 en zakken dan weg.
Eind november komt ‘Pieter’ altijd weer bovendrijven; hij speelt de hoofdrol in een Drents kerstverhaal dat ik ooit schreef en hij wordt rond kerst altijd weer even erg populair. Je vindt het op 25 december 2014.
Verder leven blogs soms even op omdat ze te maken hebben met de actualiteit.
Een goed voorbeeld daarvan is het blog over het kasteelhotel ‘Geulzicht’ in Limburg. In een documentaire over Jean Nelissen in de zomer van 2020 waren er opnames gemaakt in dat kasteel, in de dagen daarna kwam het blog weer in de statistieken naar boven.
Verder wordt mijn blog over de jaarlijkse Waninge-familiedag door de hele familie Waninge gelezen omdat dat vaak wordt doorgegeven via Facebook; dat veroorzaakt dan één week even een piek voor dat blog in de top 10 van die periode.

Morgen het tweede deel van dit hoofdstuk: Lezers en cijfers (2) – reacties.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén